De Camino Frances

Een korte impressie van mijn belevenissen op de Camino Frances

Dick wacht me op in Santiago

Het is inmiddels alweer enige weken geleden dat ik, na een wandeling van bijna 800 km, in Santiago de Compostella aankwam, een bedevaartsoord waar al meer dan 1000 jaar pelgrims naar toe gaan.

Een bijzondere belevenis, zeker ook omdat Dick mij daar opwachtte. Maar het betekende ook het einde van een bijzondere wandeltocht en een terugkeer naar een weer normaal leven. Ik werd helaas de dag na aankomst ziek, pikte waarschijnlijk een virus op en kreeg zware blaasontsteking. Van verder lopen kwam niets meer, zodat we na wel nog twee dagen te hebben overnacht in Finisterre (lokaal ook Fisterre genoemd), al snel daarna naar huis terugreden.

Daar bleek de weegschaal op 50.2 kilo te blijven staan terwijl deze bij vertrek toch echt 57 kilo aangaf. Geen wonder dat ik bevattelijk was voor een virus. Gelukkig ben ik inmiddels volledig hersteld en zelfs alweer 2 kilo aangekomen.

Dick heeft thuis mijn dagelijkse aantekeningen van deze tocht gebundeld, er foto’s bij gezocht en alles afgedrukt zodat ik nu over een verslag van deze bijzondere tocht beschik. Helaas is de omvang van dit document, wat uit 84 pagina’s bestaat, te groot om het op onze website te zetten dus is er nog steeds niets gepubliceerd van mijn belevenissen. Mijn dagelijkse aantekeningen zouden denk ik ook een ieder bijzonder vervelen want mijn dagelijks leven op de camino was wel veel hetzelfde.

Steile paden met rots platen

 

Ik kijk wel terug op een bijzondere tocht en vind het lastig om te beschrijven hoe ik het ervaren heb.
Wel weet ik dat ik bijzonder dankbaar ben dat ik deze tocht heb mogen lopen (dankbaarheid was ook de reden om deze tocht te maken) en dat het een lange en bij tijd en wijle toch ook zware wandeling is. Ja vaak waren er gewone paden en zelfs wegen waar je over liep maar er waren ook steile paden die omhoog en omlaag voerden en meer uit rots platen of los grint bestonden zodat het eerder klimmen en naar beneden glijden was.
Wat was ik op zulke momenten blij met mijn beide stokken.

 

Alvorens wat over het leven op de Camino de Santiago te vertellen eerst iets over het ontstaan ervan.

Nadat apostel Jacobus het christendom was gaan prediken in Spanje, keerde hij terug naar Judea waar hij in het jaar 44 onthoofd werd. Niet duidelijk is wat er met het lichaam gebeurde maar een legende vertelt dat zijn lichaam in een boot werd gelegd die door een wonder aanspoelde aan de kust van Galicië in Spanje. Aangewezen door een schitterende ster werd zijn lichaam in de 9e eeuw ontdekt door een kluizenaar. Toen duidelijk werd dat het om de laatste rustplaats van apostel Jacobus ging (In het Spaans is zijn naam Santo Lago, wat verkort werd tot Santiago) werd apostel Santiago uitgeroepen tot beschermheilige van dat deel van Spanje en werd er een kleine kerk gebouwd, waarna pelgrimstochten op gang kwamen. Eind van de 11e eeuw begint men hier, in Santiago de Compostella, aan de bouw van een kathedraal.

Rond dezelfde tijd (9e eeuw) had Keizer Karel de Grote een droom waarin hem opgeroepen werd de bedevaart-weg naar het graf van apostel Santiago in Galicië te bevrijden van de vijanden van het christelijk geloof. De keizer keek naar de nachtelijke hemel en ontwaarde de route die hij moest volgen, de met sterren bezaaide Melkweg die vanuit het noorden naar Galicië wees.

Het is bijzonder om dit te lezen want ook ik liet mij in de vroege ochtend leiden door een zeer heldere ster, die de weg naar Santiago wees. Tevens verklaart het dat tweede couplet van mijn “Ultreialied” wat als volgt luidt:

Chemin de terre et chemin de foi           (weg van aarde en weg van het geloof)
Voie millenaire de L’Europe                    (duizendjarige weg in Europa)
Le voie lactee de Charlemagne               (de Melkweg van Karel de Grote)
C’est le chemin de tous les jacquets      (het is het pad van alle pelgrims)

Pelgrimsroute’s door Spanje

Thans zijn er zijn vele wegen die allemaal naar de Spaanse stad Santiago de Compostella leiden. De meest bekende is de Camino Frances. Deze klassieke pelgrimsweg vanuit Frankrijk naar Santiago de Compostella heb ik gevolgd.

Mijn startpunt was Saint Jean Pied de Port in de Franse Pyreneeën, waar ik, na een toch wel vermoeiende bustocht van 20 uur, op 20 augustus om half zeven in de ochtend arriveerde.

In de bus zit ook Dirkje, een van de deelnemers aan de mini pelgrimage, wat gezellig is omdat we nu lekker kunnen kletsen. Ook zullen we samen aan onze pelgrimage beginnen.

Stempel halen bij het Pelgrims kantoor

Omdat in het pelgrimskantoor (Acceuil Pelerin) het eerste stempel gehaald moet worden in onze Credential del Peregrino (pelgrimspaspoort) moeten we wachten totdat het kantoor opengaat wat eerst om 8 uur het geval is. Helaas is alles in dit stadje nog gesloten, nergens is iets open om even wat te drinken dus doden we de tijd door wat te praten en ook loop ik even naar de zich er tegenover bevindende Boutique du Pelerin. In deze winkel heb ik een groot deel van mijn uitrusting gekocht. Ik kan ze nu vertellen dat ik zeer tevreden ben met mijn door hen verkochte uitrusting. Nadat ons eerste stempel is gezet en we een kaars aangestoken hebben in de kerk, die inmiddels open is, kan toch echt de beklimming van de 1e etappe beginnen, wat direct een stevige beklimming is, we moeten immers de Pyreneeën over.

Dirkje en ik op weg naar Orisson

Wat ben ik blij dat Dick voor mij een bed gereserveerd heeft in Albergue Orrison. Het betekent dat, na een nacht met praktisch geen slaap, de klim in plaats van 26 km slechts 7.8 km is. Het is schitterend weer en we boffen wel en het uitzicht over de imposante bergwereld is prachtig. Om 11.30 uur arriveren we al in Orisson. De rest van de dag is het heerlijk luieren in het zonnetje wat inmiddels volop schijnt.

 

De afdaling naar Roncevalles

 

 


De volgende dag, etappe 2,
klim ik samen met andere pelgrims verder omhoog door de Pyreneeën. De zon heeft plaatsgemaakt voor mist en het geeft de tocht iets mysterieus, zeker als we langs, tegen steile hellingen groeiende, bomen lopen. Nadat de grens naar Spanje is overgestoken, alleen een paal laat zien dat we Frankrijk hebben verlaten, begint even later een steile afdaling die eindeloos duurt en een aanslag vormt op mijn benen. Het is dus niet verwonderlijk dat, als ik beneden aankom bij de parking van Roncesvalles, waar Dick en ik eerder dat jaar met de camper overnacht hebben, opnieuw de tranen over mijn wangen biggelen. Het is nog te vroeg om al in te checken bij de Albergue maar het wachten is, met alle pelgrims hier, niet vervelend. We kletsen, lachen, drinken schnaps wat de Kroaat Jago heeft meegenomen en ontspannen ons.

Hierdoor leer je steeds beter je medepelgrims kennen met wie ik de komende tijd zal doorbrengen, stukken mee zal wandelen en die ik ’s avonds in de albergue’s weer ontmoet, met wie ik samen boodschappen doe, eet en in dezelfde slaapzaal verblijf. Helaas valt gedurende de tocht de groep uiteen, maar dan ontmoet ik weer andere pelgrims.

Eigenlijk was het dagritme iedere dag gelijk :
Opstaan, een natte lap over je lijf halen, en de rugzak inpakken.

Op stap in de nacht

Gedurende de tocht verschoof mijn tijd om op te staan van 6 uur naar 4.50 uur. Niet echt handig want de tijd dat het licht werd schoof ook iedere dag een paar minuten op zodat ik steeds langer met mijn hoofdlamp moest lopen. Wel was het aangenaam om vroeg op stap te gaan omdat het betekende dat ik bijna altijd rond het middaguur al op de plaats van bestemming arriveerde.

In de loop van de tijd merkte ik dat ik steeds handiger werd om in het donker in de slaapzaal alles te pakken en een plekje te geven in de rugzak. Gelukkig had mijn hoofdlamp ook rood licht wat minder overlast veroorzaakte voor de pelgrims die nog sliepen en toch voldoende licht gaf om te zien of je alles ook gepakt had.

 

Wat ontbijten, meestal in de gezamenlijke keuken van de albergue,  voeten verzorgen en schoenen aantrekken.

Schoenenhok in de albergue

 

Vaak was mijn ontbijt met yoghurt of vla, maar soms at ik ook een broodje of croissant met smeerkaas en salami, gewoon brood at ik bijna nooit omdat dat de dag erna erg oud was.
Natuurlijk trok iedereen daar ook zijn schoenen aan nadat de voeten waar nodig (blaren) omwikkeld waren met Leukopor en in mijn geval mijn benen goed ingesmeerd waren met fysio crème, om mijn spieren soepel te houden.
De schoenen stonden namelijk bij iedere albergue in een kast vlakbij de ingang zodat er nimmer stinkschoenen in een slaapzaal waren of binnen alles besmeurd werd door vuile schoenen.

 

Altijd voeten verzorgen

In tegenstelling tot de vele andere pelgrims die samen met mij deze tocht liepen heb ik slechts tweemaal een blaar opgelopen die vanzelf verdween toen ik deze omwikkelde met Leukopor (een  papieren hechtpleister).
Wel kreeg ik na een week veel last van mijn scheenbeen, pijnscheuten schoten door dat been en het werd duidelijk dikker. Gelukkig bleken er langs de route overal apotheken te zijn die, na een blik op mijn been te hebben geworpen, direct Ibuprofenzalf en Ibuprofenpillen  (pijnstiller en ontstekings-remmer)  verstrekten.
Ik kon dus doorlopen alhoewel ik wel probeerde langzamer te lopen, rustiger passen te nemen en voorzichtiger af te dalen.

Ook wilde ik verscheidene keren eerder te stoppen dan de etappe aangaf. Daar kwam echter nooit wat van omdat de plaatsen waar ik wilde blijven of erg doods waren of ik er al rond 9 uur in de ochtend arriveerde en ik dat toch te vroeg achtte om al te stoppen. Wel heb ik in Burgos (na etappe 15) een rustdag gehouden om mijn scheenbeen wat te ontzien.

Wandelen tijdens de rustdag in Burgos

Als ik echter terugkijk op deze rustdag vraag ik me af of dat doel ook bereikt werd. Ik mocht weliswaar een tweede nacht in de albergue municipale in Burgos blijven en kon dus mijn rugzak in een hok achterlaten. Zelf moest ik wel uiterlijk om 8 uur de albergue verlaten hebben en kon pas om 1 uur weer inchecken om een bed te bemachtigen. Gelukkig hielden ook Danielle uit Brazilië en Dewi uit Indonesia een rustdag zodat we met zijn drieën de stad konden verkennen. Omdat alles tot half 11 gesloten was (en het dus in de stad erg doods was), zaten we die ochtend regelmatig op een terrasje. En wat de pijn in mijn been betreft heeft het waarschijnlijk wel geholpen want op een gegeven moment kon ik weer normaal lopen zonder enige pijn.

De albergue verlaten, op weg gaan en de gekozen etappe lopen.

Water tappen bij de fontein

Belangrijk was het om ’s ochtends water te tappen in je waterfles. Zelf had ik altijd 1.5 liter bij me wat meer dan genoeg was. Ik kwam er wel heel snel achter dat het water wat je uit de bronnen langs de weg kon tappen niet echt lekker was. Het had altijd een chloorsmaak dus als het even mogelijk was kocht ik de avond ervoor 1.5 liter water con gaz (met bubbles) wat veel aangenamer was om te drinken, zeker als het water warm werd.

Het vertrek was vaak met een groepje maar toen ik dichter bij Santiago kwam, vertrok ik meestal alleen. Samenlopen had zijn charme omdat je dan regelmatig met elkaar in gesprek was over allerlei onderwerpen waardoor je, voor er je erg in had, al een grote afstand had afgelegd, maar het bleek toch ook dat alleen lopen en met je eigen gedachten bezig zijn ook zijn charme had en best fijn was.

De dageraad verschijnt

Eindelijk Café con Leche

 

 

 

 

 

 

 

Omdat ik altijd vroeg vertrok liep ik eerst nog in het donker zodat mijn hoofdlamp onontbeerlijk was. Niet altijd fijn want alle insecten uit de wijde omgeving dromden zich samen rond je hoofd. Des te aangenamer werd het als de nacht met zijn heldere sterrenhemel langzaam verdreven werd en de koude wat later door zonnestralen verdween. Meestal na 9 km (soms pas na 11 km) lukte het om een bar te vinden waar café con leche (koffie met melk) te verkrijgen was. Zeker als het in de vroege ochtend koud was (regelmatig kwam de temperatuur zo vroeg niet hoger dan 10 graden) was deze warme drank erg aangenaam om wat op te warmen. Een enkele keer was de tortilla of het verse stokbrood met bacon en ei, danwel met de heerlijke Spaanse Jamon, onweerstaanbaar en bestelde ik dat ook.

Soms bleek het beoogde eindpunt zo doods dat het verstandiger was nog een stukje door te lopen.
Dit gebeurde enkele malen in de tweede week toen ik regelmatig enorme pijnscheuten kreeg in mijn scheenbeen en me iedere dag voornam om korter te lopen en dus eerder te stoppen. (wat nooit is gebeurd)

Aankomst bij de albergue en het verblijf daar.

Inchecken in de Albergue

Omdat ik altijd vroeg op pad ging arriveerde ik meestal bij de albergue voor deze openging. Ik moest derhalve altijd wachten tot ik kon inchecken. Ik koos bij voorkeur die albergues waar je niet kon reserveren, vaak albergues municipale (een albergue die gesponsord wordt door de locale gemeente) of een donativo  (een albergue, vaak van de kerk, waar je zelf mag bepalen wat je ervoor wil betalen).

Om in een albergue aan de camino te mogen overnachten moet je een Credential del Peregrino, pelgrimspas, kunnen overleggen. Deze wordt afgestempeld terwijl ook een foto gemaakt wordt van je paspoort. Dat laatste was niet echt fijn voor mensen die graag hun gegevens beschermen maar het was niet anders, zonder foto geen toegang.

 

Slaapzalen in albergue’s

 

 

De meeste albergues hebben slaapzalen met stapelbedden, soms met slechts 6 stapelbedden maar ook zijn er albergues met 20 stapelbedden of meer.
In dat laatste geval zijn vaak schotten tussen de bedden geplaatst zodat het minder massaal lijkt. Omdat ik altijd als één van de eersten incheckte had ik altijd één van de eerste bedden die werden uitgegeven en kreeg dus altijd een beneden bed. Mijn leeftijd zal ook wel een rol hebben meegespeeld want ouderen hebben meer recht op een beneden bed dan de jonkies. Wel fijn want er waren soms stapelbedden zonder trapje waar je maar moest zien hoe je op het bovenbed kwam. Bijna in iedere albergue lag op het bed een met plastic of skai omhulde matras en kussen. Onaangenaam om op te liggen maar wel goed schoon te maken en dus hygiënisch. Omdat je bijna in iedere albergue bij het inchecken een papieren matras- en kussenhoes krijgt, is het toch goed beslaapbaar.

Matjes op de vloer in Viana

De albergue in Viana is wat afwijkend. Het is een donativo en behoort aan de naastgelegen kerk.  Als we met een groepje hier willen inchecken wordt verteld dat er geen bedden zijn. Nadat eindeloos veel trappen beklommen zijn komen we in een kale ruimte waar een rij dunne slaapmatje op de vloer ligt. We overleggen met elkaar en besluiten dan toch hier te blijven. Deze ervaring moet je toch ook meemaken als pelgrim. Het is beduidend primitiever dan slapen in een bed en de matjes zijn zo dun dat je eigenlijk op de harde, houten vloer ligt. Gebroken werden we derhalve de volgende dag wakker. Ook de wasruimte is wat beperkt (er is slechts één douche en wastafel) maar de gezamenlijke maaltijd na de pelgrim mis, alsmede het de dag erop geserveerde ontbijt is uitstekend en dus verdiend deze albergue het dat mensen hier komen.

De gang van zaken in een albergue, nadat je je bed toegewezen hebt gekregen en je je slaapzak op je bed gelegd hebt, is dat je een heerlijke douche neemt. Ik kan je vertellen dat niets zo heerlijk is, na een wandeltocht van 6 á 7 uur, om onder zo’n warme douche te staan.

Was ophangen

De volgende gang is naar de plek waar je je kleren kunt wassen. Vaak is dat een aparte plaats vlakbij de tuin, waar ook de waslijnen zijn, soms zijn het wasbakken in de tuin. Ook zijn er wel eens wasmachines maar zelf heb ik die maar eenmaal (in Pamplona, daar was het gratis) gebruikt. Zodra de kleren aan de waslijn hangen is het met de verplichte taken gedaan.

De meesten pelgrims hangen na aankomst en het wassen van hun kleren, wat rond, liggen op hun bed, kletsen met elkaar en verzorgen hun voeten en benen en slapen wat.

Inkopen in de supermercado

 

 

Zelf vond ik het leuk om in de middag rond te lopen in het stadje waar ik was. Soms waren ze heel pittoresk en oud en natuurlijk loop je als dat even mogelijk is de plaatselijke kerk binnen om daar een kijkje te nemen.
Tegen 5 uur, als de winkels in Spanje weer opengaan, wordt door iedere pelgrim altijd een bezoek gebracht aan de plaatselijke supermercado om eten in te slaan. Het merendeel van de albergues heeft namelijk een keukentje waar je eten kunt bereiden of in een magnetron warm maken. Het is altijd gezellig om met elkaar te eten, te kletsen en samen een glas wijn te drinken op weer een etappe die achter de rug was.

Laat wordt het in een albergue nooit, om 10 uur gaan de lichten uit. Een enkele keer, als er een late pelgrims mis is, waarna ook nog met elkaar gegeten werd, kon ik pas rond half 10 naar bed maar meestal was mijn bedtijd veel vroeger en lag ik rond 8 uur in bed. Zelf slaap ik overal en altijd en had ik geen last van de slaapgeluiden van de andere pelgrims. Ik droeg dan ook nimmer oordopjes. Slechts eenmaal in de 33 nachten dat ik in een albergue heb geslapen ben ik wakker geworden. Dat was omdat medepelgrims gingen klappen om iemand, die toch wel heel zwaar snurkte, wakker te krijgen. Het lukte trouwens niet hem wakker te krijgen.

Enkele impressies over de wandeling.

Soms erg zwaar die paden

De hele route heb ik in 34 etappes gewandeld. Ik begon aan de voet van de Pyreneeën. De eerste etappes tot Pamplona waren redelijk bergachtig en regelmatig moesten we steil omhoogklimmen en waren er steile afdalingen. De weg voerde soms door een stadje en over een normaal pad maar ook kwam je op dit stuk (maar ook later) rotsplaten tegen waar het best lastig was om overheen te klimmen en dalen.

Politie mannen op de Alto del Perdon

 

 

 

 

 

 

Van Pamplona tot Burgos was de route merendeels heuvelachtig. Na een lange en steile klim omhoog naar Alto del Perdon, ik loop met Bertold, Andres en Danielle dus dat geeft afleiding, worden we op de top verwelkomt door politiemannen uit Spanje, Frankrijk en Italië.
Natuurlijk wil iedereen met ze op de foto en maken we een praatje.
Het is trouwens toch opvallend dat op deze Camino Frances veel politie is. Zelfs op de meest afgelegen weggetjes zie je regelmatig een auto van de Guardia Civil rijden waarbij de agenten je bemoedigend toewuiven.

Steile afdaling over grind

De afdaling van de Alto del Perdon is dramatisch. Er is slechts een watergeul vol met rollende kiezelstenen die steil naar beneden voert. Hier moet je eigenlijk geen last van je knieën hebben en zonder stokken en zeer korte, haast rennende pasjes is er niet naar beneden te komen.
Klaarblijkelijk verg ik op deze afdaling toch te veel van mezelf want nadat ik de laatste kilometers ook nog over een spierwit zandpad heb gelopen, val ik flauw als ik uiteindelijk in de albergue in Puente de la Reina aankom.
Gelukkig kom ik, met behulp van mijn medepelgrims, snel weer bij en nadat ik enige tijd in de tuin heb gezeten, kan ik mijn dagritme weer vervolgen en in de middag zelfs weer met Dirkje ronddwalen door het oude stadje en een geocache zoeken.

De weg vinden naar de volgende bestemming is normaliter niet echt moeilijk omdat overal ofwel de Jacobsschelp te zien is of op een huis of paal een blauwe pijl getekend is. Ook kun je de plaatselijke bevolking vragen of je wel op de goede weg zit (ze wapperen de richting uit waar de Camino loopt) of kun je de backpacker voor je volgen (wat trouwens niet altijd een garantie is dat je de goede weg volgt).

Soms een peil van kiezelstenen

Helaas gaat dat alles niet op als je in de vroege ochtend vertrekt, wanneer het nog echt donkere nacht is en je alleen op straat bent. De pijlen zijn dan vaak lastig te zien en als je eenmaal verdwaald bent (enkele malen is mij dat inderdaad gebeurd) is er slechts één mogelijkheid en dat is de Camino Ninja app te openen waarmede je uiteindelijk weer op de goede weg belandt.

Onderweg lopend door het mooie Spaanse platteland kom je vaak kuddes schapen tegen. Het is altijd een schitterend gezicht die schapen als een vloedgolf over de landerijen te zien uitstromen. Minder vind ik het als je zo’n kudde in een dorpje tegenkomt waarbij deze stinkende dieren je bijna omverlopen.

Onze vaste groep

 

 

 

 

En dan is het 26 augustus en ben ik jarig. Een groot aantal medepelgrims weet dat ik vandaag mijn 70e verjaardag vier en als ik om 5 uur opsta word ik door Alessandra uit Italia al gefeliciteerd en van Dirkje uit Holland krijg ik een mooie magneet met afbeelding van de Camino. Wat een verwennerij.
Vandaag is de afstand slechts 22 kilometer dus eind van de ochtend verzamelen we bij de albergue in Los Arcos en nadat we heerlijk gedoucht zijn en de kleding aan de waslijn hangt te wapperen en we van de vrouwen en mannen een mooie foto hebben gemaakt, wandelen we met onze vaste groep naar één van de restaurantjes op het grote plein waar we samen het glas heffen op mijn verjaardag en op die van Daniella uit Columbia.

Verjaardag vieren

 

Zij viert haar 27e verjaardag. Het is leuk om door deze internationale groep pelgrims toegezongen te worden. Na een heerlijk glas wijn eten we ook nog met elkaar. Een memorabele verjaardag en fijn om op terug te kijken. Wat wil een mens nog meer.
Bijna iedere ochtend vertrekken we nu in het donker maar dat is met onze hoofdlampen op geen bezwaar. Daarbij worden we geleid door een schitterende heldere ster en strekt zich boven onze hoofden de MilkyWay uit.
Het blijft bijzonder om zo vroeg al te lopen en het wordt nog mooier als op een gegeven moment de nacht plaatsmaakt voor de schemering en daarna de eerste zonnestralen ons pad verlichten. Het geklik van onze camera’s houdt dan niet op. Een aparte plek op de camino is de Kathedraal van Santo Domingo de Calzada waar we op 30 augustus (etappe 11) arriveren. Al direct bij binnenkomst in de Kathedraal hoor ik een haan kraaien en die blijft dat enige malen achter elkaar doen.

Helaas als ik later met mijn camera in de aanslag sta om dat op te nemen, weigert de haan om nog verder enig geluid te maken.

Luxe kippenhok in de Kathedraal

Het verhaal achter deze haan en kip in de kerk is dat er in de 14e eeuw een familie op pelgrimstocht overnacht. De dochter van de herbergier probeert de zoon te verleiden maar als deze daar niet op ingaat, beschuldigt het meisje hem van diefstal en ze stopt zilveren bekers in zijn tas. Daarop wordt de jongen veroordeeld en opgehangen. De bedroefde ouders vervolgen hun weg naar Santiago. Op de terugreis constateren ze dat hun zoon nog levend aan de galg hangt. Apostel Santiago heeft hem al die tijd vastgehouden. Ze bezoeken de rechter die net aan tafel zit en doen hun verhaal waarop de rechter zegt dat de jongen net zo levend is als de gebraden kip op zijn bord. Daarop komt de kip tot leven en mag de jongen weer met zijn ouders mee. Vanaf deze tijd wordt een witte kip en haan in de Kathedraal gehuisvest. Om de 14 dagen worden ze met andere exemplaren gewisseld. Deze zitten in een kooi in de tuin van mijn albergue.

Tussen Burgos en Leon bevindt zich de meseta. Een ruim 200 kilometer lange hoogvlakte op een gemiddelde hoogte van 600 meter en het oudste gedeelte van het Iberisch schiereiland.

Eindeloze weg over de Meseta

De Spanjaarden beschrijven het klimaat op deze vlakte als “9 maanden winter en drie maanden hel” of te wel 9 maanden koude en een korte hete zomer. We hebben geluk. We wandelen iedere dag de eerste twee uur van deze route in het donker, waarbij we wel te maken hebben met koude temperaturen (8 graden) bij zonsopkomst. Maar de rest van de dag lopen we met bewolkt weer of de ergste hitte komt pas als wij al bij een albergue gearriveerd zijn. We hebben gewoon geluk want het kan hier zo verschrikkelijk heet zijn dat je weerloos ten prooi bent aan de koperen ploert. Onderweg door deze eindeloze meseta wandelen we door glooiende, inmiddels geoogste en dus kale,  graanvelden. Ze worden afgewisseld met zonnebloemvelden. De meesten zijn bruin en verdord maar een enkele maal treffen we ook nog prachtige zonnebloemen met parmantige kopjes hoog geheven.  Maar in het algemeen is het een landschap zonder einde.

Ik moet denken aan iets wat ik hierover gelezen heb:

“Pelgrim laat hier alle trots varen, wees bescheiden en klein, voel de nietigheid en ga op in de machtige schepping.”

Mooi silhouet door de opkomende zon

Stilte heerst overal. Behalve een enkele kwetterende vogel is er geen geluid te horen. Huizen zijn er niet en de overal blaffende honden zijn ook nergens te bekennen. Een enkele maal kom je toch langs een armzalig uitziend gehucht, de straten zijn zanderig en met grint bedekt. Alhoewel er niemand te zien is en er veel verlaten, half ingestorte, lemen, huizen staan, wonen hier toch nog enkele oude mensen. Jongeren hebben deze gehuchten al de rug toegekeerd.

 

De eerste twee etappes na Burgos zijn nog redelijk prettig om te wandelen wat vooral veroorzaakt wordt doordat het landschap nog erg heuvelachtig is en ons pad zich daar doorheen kronkelt.

Pelgrims op de heuveltop.

 

 

De hoogteverschillen die zich hier nog manifesteren maken het ook mogelijk ’s ochtends vroeg een prachtige foto te maken van andere pelgrims wier silhouetten op de top van een heuvel tegen de langzaam lichter wordende lucht schitterend afsteken. Na een steile afdaling naar het dal arriveer ik in Hornillos del Camino waar de albergue naast de kerk staat.

Als ik zover ben dat ik dit kleine stadje ga verkennen wordt ik gebeld door Jobea en Bram. Zij waren ook deelnemers aan de mini pelgrimage en hebben net een Camino gelopen. Ze zijn nu van plan weer naar huis te rijden maar omdat ze praktisch langs het stadje komen waar ik me nu bevind, willen ze even gedag komen zeggen. Ik vind het heel leuk en even later zie ik hun camper door de smalle straatjes rijden. We kletsen gezellig met elkaar, drinken wat, lopen met elkaar naar het winkeltje om wat inkopen te doen en nemen dan weer afscheid. Wat was het leuk om hen hier tegen te komen.

De Zegening door de Priester

De albergues waar we overnachten bevinden zich voor het merendeel in het centrum vlakbij de kerk. Veel kerken hebben ’s avonds een pelgrimsmis die we natuurlijk bezoeken. Na afloop van de dienst worden de pelgrims naar voren geroepen en worden we altijd door de priester gezegend.

Na de Pelgrimsmis even een foto

 

 

 

 

 

 

 

 

De tekst: “Moge apostel Santiago je beschermen en je helpen op je verdere tocht” geeft een goed gevoel en de kracht om deze bijzondere tocht verder te lopen.

Na dagen door de meseta gelopen te hebben arriveer ik 11 september in Leon. Deze 22e etappe is slechts 19 km en dus arriveer ik al om 10 uur bij de albergue die op dat tijdstip volledig uitgestorven is. Dat kun je niet van de binnenstad van Leon zeggen. Wat is het hier druk. De terrasjes zitten vol en op het plein voor de grote cathedraal verzamelen zich drommen mensen. Het is gezellig om hier rond te lopen. Ondanks de zondag is er zelfs een supermercado open zodat we (ja, alle aanwezige pelgrims in Leon kom je hier tegen) de benodigde ingrediënten kunnen kopen om straks in de albergue heerlijk te kunnen eten.

De poncho beschermt mij tegen de regen

Bij het verlaten van Leon laat ik de meseta achter me. Eerst wordt het landschap heuvelachtig maar na Astorga klimmen we toch echt de bergen weer in. De paden zijn hobbelig en vol met rotsen en grote stenen en op de hoogvlaktes zijn grote heidevelden. Net voor het Cruz Ferro blijf ik overnachten in het grotendeels vervallen gehuchtje Foncebadon.

Op enkele albergues en een restaurant na zijn er alleen vervallen en verlaten ruïnes te zien.
De albergue van de kerk laat ik voor wat het is als blijkt dat ik eerder in de slaapzaal van het restaurant kan inchecken. Het blijkt een goede keuze want de bedden zijn goed en ze hebben een voortreffelijk pelgrimsmaal.

In Foncebadon overnachten, slechts een half uur van het Cruz Ferro, betekent wel dat, als ik om 6 uur in de ochtend op 15 september (etappe 26) vertrek en naar het Cruz Ferro klim, het nog nacht is. Het Cruz Ferro ligt op 1500 meter en dus een hoogtepunt op de camino. Niet alleen in letterlijke zin maar ook figuurlijk gesproken.

Stenen geplaatst bij Cruz Ferro

Hier bij het Cruz Ferro is immers de plek waar al eeuwenlang iedere pelgrim een steentje achterlaat (vaak van huis meegenomen). Het is een symbool voor het aan God overdragen van wat je belast. Hierdoor heeft zich aan de voet van de lange paal waar bovenop zich het ijzeren kruis bevindt, een machtige steenhoop gevormd, die nog steeds groeiende is. Ook ik heb van thuis een steen meegenomen, beschreven met de tekst: “Live your life, Ultreia” (leef je leven en ga door) en plaats deze aan de voet van het kruis.

 

 

Cruz Ferro in het licht van de maan

Ik ben uiterst dankbaar dat ik hier naartoe mocht lopen en sta daar even bij stil. Dan maakt een gevoel van diepe vreugde zich hier meester van me. Ik maak nu deel uit van de groep pelgrims die door de eeuwen heen hetzelfde hebben gedaan en hun zorgen en lasten afgelegd. Alhoewel het nog steeds donker is verschijnt, net voor ik mijn weg wil vervolgen, opeens de maan tussen de wolken en Owen, één van mijn wandelmaatjes, die net gearriveerd is, kan een schitterende foto maken waarbij het kruis in de maan zichtbaar is.

Ik voel me zo blij dat ik eigenlijk weinig last heb van de voor ons liggende steile afdaling.

Vanaf het Cruz Ferro gaat de weg namelijk bergaf, we moeten 1000 meter hoogteverschil overbruggen en vaak over steile rots platen afdalen.

Nadat we de weer op 500 meter hoogte zijn aangekomen blijft het de twee volgende etappes redelijk vlak. Dat is ook aan het landschap te zien want overal zijn inmiddels weer wijnranken te ontdekken.

De druivenoogst in volle gang

Het is pas half september maar toch is hier de druivenoogst al in volle gang. Natuurlijk maak ik een praatje met handen en voeten en maak ik er foto’s van.

Een heerlijke versnapering

Dan krijg ik tot mijn verrassing een grote tros druiven toegestopt (ik moet alleen apostel Santiago voor hen omhelzen). Ik ben er erg dankbaar voor want de afstand die ik moet lopen is vandaag 31.5 kilometer en de druiven, die overigens heerlijk smaken, geven me de extra boost die ik nodig heb.

In tegenstelling tot de andere delen van de Camino waar de honden weliswaar blaffen maar veilig aan zware kettingen liggen of zich achter hekken bevinden, lopen de honden in Galicië los. Gelukkig keuren ze me meestal geen blik waardig, als ik, langs een randje lopend, hen passeer. Slechts eenmaal, om 5 uur ’s ochtends, komt een agressief, blaffend zwart exemplaar achter mij aan. Als ik me omdraai, hem toeschreeuw en mijn stokken dreigend uitsteek blijft dit bijtgrage monster gelukkig staan en kan ik mijn weg vervolgen.

Weerzien in Melide

Nog voor ik in Santiago arriveer zal ik Dick ontmoeten. Hij is inmiddels met de camper in Astorga aangekomen en het blijkt haalbaar om elkaar al op 21 september, de één na laatste dag van mijn tocht, in Melide te treffen.
De afstand is haalbaar voor Dick en er is een parkeermogelijkheid voor de camper. Ik verheug me hier enorm op. Sinds 19 augustus ben ik al op stap en ik heb gemerkt dat ik Dick steeds meer mis.
Het is dus logisch dat, als ik hem in de horde wandelaars ontdek, we beiden tranen in onze ogen krijgen en elkaar knuffelen.

De mensen massa om ons heen zijn we vergeten, we hebben alleen nog oog voor elkaar en wandelen onophoudelijk pratend naar onze verderop geparkeerde camper. Het is heerlijk weer bij elkaar te zijn en samen gaan we lekker eten.

Dick ontmoet Dani en Brian

Leuk is het ook dat we in het restaurant Dani uit Ierland en Brian uit Zuid-Korea tegenkomen zodat Dick met deze wandelmaatjes kennis kan maken.

De één na laatste etappe (nr. 33), zal ik voor de laatste maal in een albergue overnachten. Voor de eerste maal moet ik echt reserveren wat gelukkig lukt bij albergue la Corona. Al vanaf Sarria, zo’n 115 km van Santiago de Compostella lopen honderden wandelaars deze Camino Frances. Om een Compostela te krijgen is het namelijk als wandelaar voldoende om 100 kilometer af te leggen en het voltooien van de Camino staat in Spanje goed op je CV. De wandelaars op dit moment zijn merendeels Spanjaarden en anders dan degenen die al langer op weg zijn. Een zeer groot deel is nog geen 20 , loopt met grote gettoblasters en maakt veel lawaai. En wat erger is, ik herken niemand meer van de wandelaars.

Tranen bij aankomst in Santiago

Als ik 23 september om 11 uur bij het grote plein voor de Kathedraal arriveer is dat een emotioneel moment. Dick staat al te wachten en de tranen biggelen over mijn wangen. We lopen meteen naar het pelgrimsbureau, waar al een rij staat om naar binnen te gaan, maar op dit tijdstip, het is 11 uur, is die rij nog te verwaarlozen en al snel kan ik bij een loket mijn “Credentials del Peregrino” tonen.

Ik heb inmiddels drie pelgrimspaspoorten vol stempels en na controle van deze stempels mag ik mijn “Compostela” in ontvangst nemen (het bewijs dat je deze pelgrimstocht hebt gelopen).

Dick heeft ondertussen kennisgemaakt met Danielle die iets eerder is aangekomen, maar ook nog op de binnenplaats van het pelgrimsbureau staat. We lopen met elkaar naar het plein voor de Kathedraal waar we ook nog andere bekenden ontmoeten en maken natuurlijk foto’s. Alhoewel ik dolblij ben dat ik hier gearriveerd ben en weer bij Dick ben voel ik me ook wat triest. Deze bijzondere wandeltocht is nu echt voorbij. Na nog even ronddwalen over het plein wandelen we terug naar de camper. Naar de 12 uur mis gaan we niet want met je rugzak mag je niet de Kathedraal in. We horen trouwens van Rosie en Holly, die onverrichterzake terugkomen, dat het ook weinig zin heeft nu. In de Kathedraal is het zo druk dat er zelfs geen staanplaats meer te krijgen is.

Bezoek aan de “Huiskamer”

In de namiddag lopen we weer terug naar het centrum, ontmoeten Dirkje, zitten enige tijd op het plein en kijken naar de voortdurende stroom van arriverende pelgrims. Dan bezoeken we de “Huiskamer van de Lage Landen” een ruimte boven  het pelgrimsbureau, waar we koffie drinken en onze ervaringen op de Camino kunnen delen.

De volgende ochtend, zaterdag 24 september, gaan we om half 12 naar de Kathedraal. Het is er enorm druk en nergens is meer een vrije plek te vinden. Gelukkig kunnen we op het randje van een pilaar zitten, vooraan in de kerk. De mis is onverstaanbaar en duurt lang en ik voel me ziek worden. Heb ik een griepvirus opgelopen?

 

De Botafumeiro slingert

 

Na de mis komen een aantal mannen in een rood gewaad naar voren die elk een touw pakken. We boffen, zij zullen de “Botafumeiro”, het grote wierookvat, door de kathedraal gaan slingeren en vol bewondering, maar ook geëmotioneerd, kijken we ernaar. Wat een schitterende afsluiting van een bijzondere tocht.

Afsluitend eten met Danielle en Owen

 

 

 

 

 

Na afloop van deze gebeurtenis wandelen Dick en ik met Danielle uit Brazilië en Owen uit de Filipijnen naar een restaurantje waar we nog met elkaar heerlijk eten en na nog een bezoek aan de kathedraal met elkaar, waarbij we natuurlijk door de Puerto del Perdon binnengaan (deze deur is alleen in een heilig jaar open) nemen we afscheid van elkaar en wandelen Dick en ik terug naar de camper. Daar duik ik mijn bed in.

De volgende ochtend rijden we door naar Fisterre. Ook al is de wandeling naar de kaap slechts 3 km, ik voel me te ziek om er naar toe te wandelen. Wat ben ik nu blij dat we deze wandeling 16 mei al gelopen hebben en zo het eindpunt van mijn tocht hebben gezien. Na nog een extra dag in Fisterre ben ik onvoldoende opgeknapt en beginnen we aan onze reis terug naar huis.

Ook stokken voor Dick

We rijden een groot deel van het traject wat ik net gelopen heb terug want willen een stop maken in Saint Jean Pied de Port. Daar aangekomen wandelen we opnieuw door dit leuke middeleeuwse stadje naar de Boutique de Pelerin. Eindelijk kan ik vertellen dat ik goed in Santiago ben aangekomen maar ook kunnen we voor Dick stokken kopen. Het worden dezelfde die ik heb maar natuurlijk wel in een andere kleur. Het is een verjaardagscadeau voor Dick van Hannah en Henk. Ik ben wel blij dat hij nu ook stokken heeft en ervan overtuigd dat hij het ook heerlijk zal vinden ermee te lopen.

 

Onderstaand nog de uitgereikte Compostela, een tabel met de overnachtingsplaatsen en afstanden alsmede het certificaat van de gelopen afstand van St. Jean Pied de Port naar Santiago.

 

De Compostela uitgereikt in Santiago

 

Geplaatst in EUROPA | 2 reacties

Going out again in August 2022

Going out again, August 2022

Dick knows me well enough to know that it’s better not to stay at home. Then I get nervous. I’ve been home for a week now after my mini-pilgrimage and already packed my backpack three times. So, we decide to go out for another two weeks with our motorhome. I quickly make a route to France and when Dick has contacted Cor, it is also certain that we will visit them in Liart on our way back. It may also be necessary to make some arrangements for the trip that Dick and Cor are going to make.

Henk’s Birthday

After celebrating Henk’s birthday with the family on July 29th and a last scuba-dive in the Oosterschelde, I put everything I want to take in the RV in our living room on Sunday afternoon and on Monday, August 1st, around noon, Dick leaves home to get our RV out of the storage. He has been gone for a while when I discover that he has forgotten the motorhome keys, so I quickly get into the car and can pick him up a little later at the bus stop in front of our car garage, after which I drop him off at the metro station and drive back home.

At 2 pm Dick is back with our Frankia and I can load the things inside that have to go with us. Meanwhile, Dick put the bikes inside and fills our water tank. At 3.30 pm we can lock our house and drive away. It is still vacation time in the Netherlands so, even though we are driving on one of the busiest roads in our country, we can continue without a traffic jam to Nuenen.

RV parking in Nuenen

There is only one campervan parked and we have enough space to spend the night. This parking lot next to the scouting site is not special, but we know that there is always a place to park. The temperature has now risen to 75 degrees Fahrenheit and as soon as we are parked, we open all our windows wide. Later in the week this temperature turns out to be cool, then a temperature of 90 degrees and more is normal. And you must know that we don’t have airco in our Frankia. It is now 5 pm and we think we did enough, so we drink a glass of wine before I start cooking. The simple meal with Greek seasoned potatoes and small sausages (chipolatas) tastes good. In the evening we watch the news, but it doesn’t get very late because by 9 pm I am already in bed and fall asleep quickly. Dick follows a little later.

Tuesday morning, we wake up at 7 am by the sound of roaring engines driving back and forth past the motorhome. This place is popular with motorcycle driving schools, but actually they always start at 8 am. Now in high summer they apparently deviate from this time. Oh well, it’s okay because now we’re leaving early. The route through Germany is dead quiet and consists for the most part of autobahn, which means that we arrive in Hillesheim in the Vulcan Eifel at the end of the morning. It is really noticeable that we are in a volcanic area because the closer we get to our destination, the hillier it gets. It is dead quiet on the market in the center and soon we discover the parking space where motorhomes can be parked and park our Frankia there between the regular cars. Of course, we drink a cup of coffee and then, it is now noon and therefore the hottest part of the day, we walk into the town. It is really quiet everywhere and after paying for the parking at the tourist information, we walk into the hills to look for some geocaches.

The small mountain in Hillesheim

 

It is warm, around 83 degrees, but on top of the mountain there is a cooling wind so we are not bothered by the fact that there are no shadow spots in the far distance. We do have to climb steeply to get to the plateau. But we enjoy ourselves, find some geocaches and have a great view over the valley. After 7 miles we are back in town. Dick walked enough today but I want to take a look around this, unexpectedly nice, old town. It is dominated by the remains of a castle and many of the walls and towers are still standing.

The city wall in Hillesheim

 

It’s special to walk along this city wall all alone. When I see an outdoor shop, I ask if they also sell point protectors for my walking sticks and if that turns out to be the case, I quickly walk back to the Frankia to get my walking-sticks. After my mini-pilgrimage, the rubber protectors were completely worn out and the spare protectors that I had received from Nel during the walk, now also shows deep signs of wear. Fortunately, the rubber protectors seem to fit so that during my big trip I no longer have to listen to the “click clack” of uncapped walking-sticks. Finally, I am back at the Frankia. We drink some soda’s and then it’s time to leave.

 

Thai food diner

Dick has discovered a Thai restaurant. It’s nearby and with good reviews, so we walk there at 7 pm. We are lucky, there is still a table available and soon we enjoy our starter followed by Pad Thai and green curry with chicken. What a delicious food. It is still very warm and the thermometer shows 86 degrees. With a full stomach, we really had too much food, we slowly walk back to the motorhome and search for some geocaches. Again, we enjoy the city wall, which is quite impressive from the outside. It cools down very slowly inside the motorhome, so during the night we keep all our windows wide open. It feels a bit cooler towards the morning (64 degrees) and then it is nice to have a blanket covering our sheet.

Wednesday morning, August 3rd, we don’t get up until 8 am. Despite the fact that we are parked in the center it is very quiet. As soon as we have showered and opened the door, the heat falls on us. It is already 70 degrees and it promises to be even warmer today.
After having a good breakfast and washing our dishes, we dump our gray and black water (my job) while Dick fills the motorhome with clean water and then we drive off. Soon we stop at the Réwé supermarket to return our empty bottles (German bottles can only be returned in Germany) and then we continue our way. Because we can’t buy my beloved frühstücksaft (breakfast fruit juice) this town, Dick also parks in the center of Trier for a while, but unfortunately the kind of juice I want to have is not available there either, so we drive straight through the old city of Trier where the beautiful old gate smiles at us. One day we should definitely stay longer here. The road follows the river Saar and is quiet. Only the huge campgrounds along the river are overcrowded.

When we arrive in Mettlach it is already 88 degrees and quite warm. There is really no one in this sun-drenched parking lot and we quickly park the camper along a row of trees. We’ll be able to sit down there in the afternoon. But not now because, just like every day, we go out for a walk in the heat of the day. First to the center of town where we pay for the parking at the tourist information and then we walk to the other side of the river to look for the geocache that we couldn’t find last time.

The ” Früchtbecher”

In the meantime, the cache owner has performed maintenance and so it is now easy to find this cache. Of course, we can’t resist the terrace of an ice cream shop in the center of Mettlach and soon we are both sitting at a huge ice cream, filled with fruit, that tastes delicious.

While Dick slowly walks home, with yesterday’s 5 miles with steep climbs and today’s 4 miles, he thinks he has walked more than enough. But I continue to the Aldi, a supermarket located outside of town. Not that I need anything there, but it’s good to walk still a bit, even in the heat. And so, with now 95 degrees, I walk a total of 6 miles and I manage to do this. I’m glad I’m back at the Frankia around 4.30 pm, where we drink a non-alcoholic beer. And then, yes again, I walk to the shop next to our parking lot. I buy a nice bag in which my iPad mini fits well and also find shampoo in solid form as if it is soap. Ideal of course to take with me on my trip. You only have to let it foam in your hands and massage through your hair and your hair is washed. What an invention, I buy that. Dick has now lowered our awning and despite the heat we sit comfortably under it, but it takes until late in the evening before it cools down a bit. I’m glad that a great part of the evening we will have a seat on the terrace of the Abtei Brau next door.

Hmmm, a nice glass beer….

 

At 7 pm we walk to the restaurant. There is still enough space to sit down. You notice the difference with weekend days, now it’s really quiet. We chat with some other guests, drink the good draft beer, enjoy the warm summer evening and of course the excellent food.

It is not till 9 pm that we walk back, only 100 yards. There we sit some time outside and talk to each other before going to bed. Again, all windows are wide open and again it is warm until very late in the evening. But nevertheless, we sleep well. I now know that you don’t really sleep well when it’s cold.

 

Filling up the watertank

Thursday, August 4th, we wake up around 8 am and as the Netto supermarket is already open, I buy fresh bread rolls for our breakfast. After filling up with water, which has to be done with the watering can and therefore takes some time, we drive away. On top of the cliff, we stop at a Réwé supermarket where I actually manage to buy a few bottles of frühstücksaft. Great, because this was the last place in Germany where that was still possible. Not much later we cross the river Moselle and arrive in Luxembourg. Although the fuel prices in Germany are a lot lower than in the Netherlands, in Luxembourg the fuel is still 15 cents cheaper so we fill up our fuel tanks and then continue our way through the vineyards of Luxembourg. Not for very long because again a national border appears and we enter into France. The road is still not busy and at noon we enter the marina grounds in Pont á Mouson. Here is a parking lot in the full sun.
It’s lunchtime so everything is closed and we cannot pay. The office reopens at 2 pm so we take a look around. Even though we stay in a beautiful place along the river, we cannot enter the water here to cool down (It’s a harbor and therefore forbidden to swim) and meanwhile the temperature rises to 104 degrees. So, after 1.5 hours we leave this place and drive a little further south to the town of Toul.

Parking spot in the shadow in Toul

We stayed here years ago and I don’t remember much about it, but there is a shady spot available. Unfortunately, we have to wait a while before we can park the Frankia there because there is an ambulance having a picnic.
However, after half an hour, lunchtime is over and the ambulance leaves and we can park in the shade of the large old trees. It is now 97 degrees, too hot to walk around, so we grab our chairs and sit in the grass next to the motorhome. With a soda because we can’t get enough of drinks at this moment.
At 3 pm the sky is covered by clouds and it seems to cool down a bit. But looks can be deceiving, it is still about 95 degrees, but fortunately a few streets in the town are in the shade.

Inside the Cathedral in Toul

In the cathedral and the adjacent cloisters, it is wonderfully cool and we wander around there for some time. End of the afternoon we walk back to the motorhome in the still burning sun.
Fortunately, the shadow of the trees is waiting there and we can recover in that slightly cooler environment. We still keep our hiking boots on because soon we will walk back to town to have dinner.

Opposite the Turkish restaurant where we used to get food (now closed for 6 weeks due to holidays), we found a small French restaurant that looks cozy.
So, we walk there at 7 pm and because there is a table available on the terrace, we have a seat and a little later, a nice glass of wine. The street is now in the shade and there is a strong wind blowing, but it is still 73 degrees, so it is nice outside.
We both order a burger that is served with homemade chips and tastes delicious. We do not regret choosing this restaurant.

 

Beaver in the small stream

On the way back we see two animals in the small streams along the city wall. They look like rats but a French woman says they are not rats but they arrived here from Canada. She can’t give me the name but when we see a poster later in the week with the same animals, it turns out to be Beavers. These are clearly baby’s because by far they are not a yard long and they do not weigh 44 pounds. We look at them for a long time and thanks to the fact that my small camera has a 25 x zoom, I manage to take a picture before they suddenly disappear. At home we sit outside for a long time until it gets really dark. It stays very hot during the night and cools badly. For the first time this holiday we are really late in bed. Just as we fall asleep, it starts to thunder and the wind blows so hard that we wake up. Dick closes the roof hatches and sets the windows in ventilation position. Not long after it starts to rain hard. Now it cools down and we fall into a deep sleep.

On Friday morning we don’t wake up until 8.30 am. That’s what happens when you’re haunting so late at night. It has cooled down quite a bit and the thermometer show only 71 degrees. For the first time in weeks the sky is cloudy. When we fill up with water, our hose connection breaks and only with great difficulty Dick manage to make another connection on the hose. The diameter of this hose is many times smaller than the connecting pieces, so it will not fit. But duct tape and scalding hot water allows a makeshift repair so we can continue filling the water tank. Unfortunately, we can’t leave when the water tank is full because at the end of the narrow road a garbage truck has problems and blocks everything. But after 20 minutes everything is resolved and we can continue our way.

It is now 11.30 am. Fortunately we don’t have to drive that far and we arrive in Remiremont before noon. There is a large parking lot for motorhomes near the train-station and there is still plenty of space at this time of the day. So, we park the Frankia in a place where two of them fit (never seen so much space in France) and drink some coffee.
Even though the temperature is fortunately not so high anymore, it is only 77 degrees, Dick doesn’t like going out for a walk in the hottest part of the day, so I walk alone to the supermarket that should be further away. There is no end to the road but finally I find the market and after looking around inside (I don’t dare to buy anything because I don’t have a cooling bag with me) I walk back via another way. Although this road is considerably shorter, it is not successful as I have to walk over a narrow ridge along a busy road and also have to descend a steep slope to get back on the path home. No, then the way there was a lot better, even if it was twice as long to walk.

Crypte in the church cellar Remiremont

After we have had a cup of coffee, we walk together into the town of Remiremont. It is not very special but there is an old church with a beautiful crypt and the palaces of the abbess who lived here, are impressive. Because we don’t actually come across any suitable restaurants, we buy some lettuce and meat. Now we don’t have to go out tonight and can stay comfortably at the motorhome. Due to the dropped temperature, it is now 83 degrees, it is pleasant to sit outside and we stay outside until 7.30 pm. Inside we have dinner (lettuce with bread and meat) because in the meantime the wind started to blow and makes sitting outside very unpleasant. Although I don’t understand why the French always leave in the evening, that also happens in this parking lot and soon almost all places are empty.

View on the TGV

We now have an undisturbed view of the railway and can see how impressive the TGV is (Train Grande Vitesse, train with high speed) because at 8 pm it is parked in front of our Frankia.
Because it cooled down, we don’t have all the windows wide open. Even on the ventilation position, enough fresh air comes in to cool the inside.

Saturday, August 6th, we wake up at 8.30 am. The sun is already shining and it is 75 degrees Fahrenheit. Really pleasant after the heat of the past few days. After our breakfast and of course the filling and dumping of our tanks we leave Remiremont. It’s Black Saturday (it’s called this name because there is a lot of holiday traffic with many accidents) and the roads are crowded with coming and going vacationers, so we’re glad we only have to drive 18 miles.
Soon we arrive in Gerardmer, a town at 2295 feet altitude, which is called the “pearl of the Vosges”. It turns out to be a picturesque place, full of tourists and situated on a lake that looks very inviting. But we don’t have time for water-pleasure. At home I solved a geocache puzzle that will take us to the coordinates of a geocache and that is our goal today. After the Frankia is parked on a huge parking lot in the middle of town, we walk towards it.

Walking and climbing to find a geocache

Actually, it’s more of a climb, because the road leads over a part of the route of the Tour de France and has a gradient of 13 to 16 percent. But that’s good because now I can practice walking in the mountains. As we climb higher and higher, we enjoy the view of the town and the lake is getting more and more beautiful. After we have found the geocache, we have to descent and go back to the village. This time we have an endless and steep descent and for the first time I think Dick is right when he calls me slave driver. The climb down requires a lot of our muscles and knees. For me it’s good training because in two weeks I have to cross the Pyrenees mountains but poor Dick…..
Eventually we arrive in the center of the old village with stiff muscles. To get rid of the stiffness we make a walk along the lake. It’s busy, everyone has had the same thought. This trail around the lake is therefore very pleasant.

The rock is a “Earthcache”

A large rock is the end point for us and we stay there for a while before we leisurely walk back to town. After 5 miles of walking around (climbing and descending) we are back at the parking lot. While Dick takes a chair outside the motorhome, under the awning, I walk to town again, to make some extra miles and buy food for tonight. Because it gets windy late in the afternoon, we don’t stay outside. Even inside, with all windows open, it doesn’t feel very comfortable, the cold wind is no longer pleasant and at 6 pm we also close some windows. It’s just cooler here, up in the mountains.
There are many restaurants in town but we decide not to go out eating. Actually, no restaurant has the menu combination we are looking for, so we just eat lettuce and bake the small sausages that we bought in Germany. In the evening we watch some TV and we also read something before we go to bed at 10 pm, like almost every day.

A real “Cuckoo’s clock” at the bakery

On Sunday we wake up at 8 am and I go out to buy a fresh baguette from the bakery on the corner. There I am taken back to my childhood when the cuckoo clock, with a real cuckoo, calls 9 times. How funny. You used to have these clocks everywhere in Switzerland in the 60s and 70s, but afterwards I never saw such clocks in operation again. Fortunately, there is a long line at the bakery so that I can fully enjoy it.

After breakfast we leave. The back roads we follow are very quiet and we make good progress. Near our destination, the town of Vaivre et Montoille, it gets very busy. There is a biker’s festival, given the many motorcycles. We did not suspect it but to our surprise there is still a spot available in the parking lot for motorhomes and we park our Frankia there.
Of course, we drink a coffee while Dick put the coordinates of geocaches around the lake in our GPS and then, it is now noon (yes again at the hottest time of the day) we start our walk along the lake.

Geocachen along the lake in Vaivre et Montoille

There are a number of geocaches hidden and a sandy path leads us along this shallow lake. It is a nice walk and there is a breeze so it’s not too hot, at least for the first half of the walk. The temperature is 77 degrees and that is good walking weather. Unfortunately, the other side of the lake is sheltered from the wind, so it is considerably warmer there. Dick is clearly more bothered by the heat than I am and the water we brought with us disappears quickly. I have to laugh when I see Dick’s face as he drinks. He doesn’t like drinking water anyway and drinking this almost “boiling” water has a special effect. Unfortunately, the only terrace we encounter is that of a restaurant. You can have a drink there, but at this moment you have to take a meal and as we don’t want to eat yet, we continue our walk. Fortunately, the walk around the lake is only 4 miles and we can relax in the motorhome a little later.

We don’t want to stay too long because inside it’s 97 degrees and therefore it is too hot. So, we leave again, now to the area next to us, where the bikers festival takes place. The festivities are already over, but it’s nice to walk past the many stalls, full of stuff for bikers and of course there is a strong American influence.

“American Style” clothing

There are caps with the American flag, license plates from America and mannequins with clothing from the 50s. Given the prices that are asked for everything, it is better to pick them up in America yourself. Hopefully we are able to do that next year. Finally, after 5 miles walk, we are back at the Frankia. We put our chairs outside and sit in the shade. When the sun has set, it cools down very quickly, instead of 86 degrees it is suddenly 73 degrees. So quickly we go inside. It is now 9 pm and I don’t stay for a long time on the couch. Slowly my eyelids lower and before 10 pm we arrived in dreamland.

Monday morning, August 8th at 8 am is the sun already shining in a steel blue sky. There is no shop to be seen in the furthest distance, so no bakery either and again we have breakfast with survival bread. When we leave, we take French back roads and again we drive all alone over the French countryside. Where has everyone gone?

RV parking in Chaumont

 

At the end of the morning, we arrive in Langres, a city built in the same way as Laon, located high on a hilltop and walled. Unfortunately, the parking for motorhomes is not really special and we decide to drive on. Our final destination will be Chaumont, where we arrive around noon. The parking here is located on a marina and despite the fact that it is a sun-drenched plain, it still looks nice. We park the Frankia along the water of the Canal and sit outside. The sun shines on the other side of the motorhome so we have plenty of shade and because there is a wind blowing, it is actually not too warm.

Because Dick’s favorite shirt is dirty, I wash it with some socks and sports tops and soon everything is hanging on the clothesline. Wind and sun work well together because everything is dry within three hours. A good test of how long it takes to dry clothes in warm weather. Dick likes it here and stays with the motorhome but I walk to the nearby supermarket. It is only one mile and easy to do and after walking back and forth twice, I have soft drinks for Dick (agrum zero and tonic zero) and food for tonight because also in the vicinity of this harbor, there is not even a restaurant in sight. And if it was here, it would be closed on Mondays.

At 8 pm I prepare some burgers; we eat them with lettuce and baguette. Hopefully it’s enough but Dick says yes. The older we get the less food we need. I completely disagree with him because I am quite hungry. But maybe that’s because of my walking back and forth. Fortunately, when we start to eat, the sun disappears behind the trees and again it cools down quickly. We stay at a very pleasant spot along the canal and it is quiet although quite a few motorhomes arrive later in the evening.

The next morning, Tuesday, August 9th we are awake at 8 am and after breakfast (again with survival bread) Dick moves the motorhome to refuel at the water tap. It is already very busy because three French motorhomes arrived. They want to stay together and the spot in front of our motorhome is the most suitable. We don’t mind that we leave today because the silence and also our view is now hard to find. Soon we drive north on the French back roads. It is quiet again and you notice that it is still vacation time. The road leads us past endless, freshly harvested, wheat fields and only when we approach the capital of Champagne, Epernay, the first grape vines appear.

Unfortunately, the parking in Hautvillers, located in the middle of the vineyards, is too narrow and sloping for our Frankia so we cannot spend the night here and we drive on and eventually arrive in Laon end of the afternoon. There is ample space along the city wall. No wonder because it sizzles here with heat on this parking strip, but we nevertheless park the Frankia and walk to the medieval town.

Wandering around in Laon

Unfortunately, our favorite restaurant Agora turns out to be closed, it won’t open again until Thursday and so we are looking for another restaurant. That is not easy because in the main street all restaurants are either permanently closed or on holiday for 5 to 6 weeks. Weird they are closed in the middle of the high season. Finally, after wandering around for a long time, we find an Italian restaurant with an appealing menu. It is striking, however, while we walk around that more shops are closed permanently. Unfortunately, because the charm of wandering through a town is lost when you walk from one closed shop window to another. We also pay a visit to the impressive cathedral. It remains special that they were able to create such impressive buildings in the year 1100.

“Brochette de Boeuf”

Back in the motorhome we arrive in an oven, it is so hot inside, 104 degrees. Fortunately, the wind is blowing a bit so when we open the windows, it cools down a bit inside. Oh well, we get used to this heat. When we walk to the restaurant at 7 pm, the narrow medieval streets are now blocking the sun and we walk in the shade. The terrace where we want to have dinner is also in the shade and there is a cooling wind that makes it comfortable. The food tastes good. My spaghetti with carbonara sauce is tasty and Dick’s food with a meat skewer is also very good and nicely served. After our dessert we walk back at ease through the medieval streets with cobble stones. Again, we open all our windows and not much later we fall asleep, despite the fact that inside it is still at least 90 degrees. I think the red wine is also to blame for this.

Wednesday morning, August 10th, I walk to the bakery to get a fresh baguette. That always tastes good. And then we drive down the mountain pass to the valley, looking for a supermarket. Stupid that we never write down the coordinates of a store because now we really have to drive around before we find a large LeClerc supermarket. There is a huge parking lot but it is almost full. Fortunately, we find a spot in a corner, where our Frankia fits, and we walk inside. Everything we need to have a delicious barbecue with Cor and Esmé is present in this supermarket and not much later we are on our way again. Still with a stopover in the small town of Rozoy to dump.

Chicken loves the water Tita put in a small cup

Perhaps it is good that we arrive here because the rooster and chickens that roam around, are clearly looking for something. Not for people but for water and that last one flows down from our grey-water tank so they are running to the motorhome. I fill the cap of our toilet tank with clean water and in no time, it is drunk by the chickens. We did a good deed. Because it will be warmer later this day, we also put a bucket filled with water in the bushes. Now the chickens have something to drink for the rest of the day. It means that we arrive at 12.30 pm at the house of Cor and Esmé. That is not entirely without problems. The narrow road is actually only suitable for one passenger car and now we encounter a large tractor and two vans. Fortunately, it has been dry for weeks and both we and the tractor have to crawl into the verge and can just pass each other. I wonder or this is also possible in the wet season.
After a cup of coffee, Esmé and I chat, while the men focus on installing the new kitchen. Cor has already fixed the preparatory work. The ventilation, pipes and drainage are all there, but now everything still has to be put in place. Also a few problems must be solved, such as the crooked wall for which both have yet to come up with a solution. But with two technicians that is no problem and the men are making steady progress. At 7 pm it’s time to call it a day and we have a nice chat on the terrace in the garden.

The BBQ is ready for use

It is warm, the thermometer now shows 95 degrees, so one beer is quickly followed by another. But the food tastes all the better later in the evening. Cor is really an expert with the BBQ and the burger and chicken-skewers are excellent. Even though we chat for a long time, at 11:30 pm we feel really sleepy and go to bed. We don’t even notice that our head is touching our pillow.

Thursday morning August 11th we wake up at 7:30 am and after showering and getting dressed, Dick takes my bike out and I ride to the village of Liart to buy fresh baguettes. It is a nice trip through the meadows and the distance is only 2 miles. The only shop in the village is already crowded and a long line of people forms for the baguettes. As always, this is the case in France at the bakery.

After a good breakfast, the men are back to work in the kitchen while Esmé and I wash the dishes and then we do various chores. It’s going to be another hot day. In an hour the temperature has already risen from 68 to 77 degrees and around noon the thermometer points to 86 degrees. After I’ve updated my story on my iPad mini, I can’t resist looking for blackberries in the sweltering sun. Even though I have a stick with me, it does not prevent me from losing my footing on the steep slope of the ditch and I slide down through the thorns. Not a really handy move because both my legs are now bloody. And the blackberries…. These are scattered all over the ditch.

Plenty Blackberries here

Hopefully the ants are happy with it. I quickly walk back to the motorhome where I clean my legs and also remove the blood and blackberry marks from my clothing. After complaining to the men (they don’t pay attention because placing the kitchen is more important) I walk outside again, follow the road a bit and find new blackberries. This time they are a lot more accessible. Finally, I have a bucket full of blackberries. They are not very tasty so after I rinse them, I cook them. I hope this blackberry puree may be tasty in the yogurt or ice cream. Unfortunately, we don’t have either one so we cannot try. Around 7 pm the men stop working, they take a shower and we have a drink on the terrace. Late in the evening I cook spaghetti while Esmé makes a salad. Dinner tastes fine to us. When the big full moon rises above the row of trees we go to bed and sleep like roses.

The Bazar in Revin

Just like yesterday, we wake up on Friday morning at 7.30 am and again I cycle to the village of Liart in the still cool morning, to arrive a little later with croissants and fresh baguettes. We have breakfast together, chat and then Dick and I leave. In Revin we stop to dump, always important if we stayed in the same place for a few days. Of course, we also buy some groceries and fill up with fuel. The diesel in France is still cheaper than in our country. I also sniff around in the bazar next to the parking lot and there I find what I have been looking for, for a long time. A granite funerary monument for my parents’ grave.

Via Facetime I show it to my sister Hannah who likes it too and so I buy it and walk back to the motorhome. You find such small monuments on all graves in France and now we will place one at my parent’s grave.

Swim suit “OK” for the Camino

It is now at least 95 degrees, but we also want to look for a few geocaches. To my surprise, we find a spot on the boulevard in Bergen op Zoom to park. For the first time we arrive here in high summer and it is busy. But also, cozy.

It is good outside because here, along the coast, some wind is blowing. We also could park the Frankia largely in the shade of the tall trees along the boulevard and it is not really hot inside either. Now that we are parked next to a small lake, I can try out whether it is possible to swim in shirt and underpants, instead of a bathing suit. In particular, I want to know if I don’t look really ridiculous. So, towards the evening I put that on. If it can go through, Dick has to take a picture, then I won’t take a swimsuit on my Camino walk. My thin white shirt is too transparent, but my green yellow Camino shirt, that Hannah and Henk gave me, is fine. Now I know this too.
Until late in the evening we sit outside, eat food from a Turkish restaurant, watch all the people strolling on the boulevard and enjoy the sunset. We don’t go to bed before 11 pm.

Wonderful Sunset in Bergen op Zoom

The next morning, we get up at 7.30 am, have breakfast with our last survival bread and then we drive home. It is getting warmer and warmer but compared to the temperature in our house, it is 102 degrees there, it’s cool outside. Yet we are getting warmer by carrying stuff back and forth. Not everything goes inside our house. We leave some clothes in the motorhome. After all, Dick will be taking it out again next week. Unfortunately, the parking lot behind our house is so busy with cars and caravans, returning from vacation, that we can’t park our Frankia here overnight. So as soon as Dick has cleaned the carpet with soap (now it can dry in the hot sun) he drives the motorhome to the storage. We did not clean it outside, currently that’s not allowed due to the persistent drought and heat, but it’s clean inside and the beds are covered with fresh bedding, so Dick and Cor will be able to move in next week.

Geplaatst in ENGLISH VERSION | Reacties uitgeschakeld voor Going out again in August 2022

Mini Pilgrimage Maastricht – Roermond July 2022

The Camino is calling

Hannah biked the Camino Frances

I don’t really know how it started. Perhaps the desire to walk this pilgrimage is in my genes. After all, my mother and father also loved to hike and started a walk from my mother’s birthplace in Millingen to look for the sources of the river Rhine.
When I bought the book “A walk for the Sunshine” in the Appalachian Mountains, four years ago, which describes a walking trip on the Appalachian Trail, the desire to walk a Camino became stronger. A factor that may also have played a role was the discovery of a lump in my breast, mid 2018. After the operation I felt, out of gratitude that I was still alive, I had to walk the Camino: “To celebrate life”.

When in October 2021 my sister Hannah and her husband Henk started cycling the Camino to Santiago, I couldn’t get enough of their stories and photos.

The Cruz Ferro

It really becomes clear that the Camino is calling in November 2021. Dick and I arrive, together with my niece Inge and her husband Paul, at the Cruz Ferro, a high point on the Camino Frances. Paul brought his father’s ashes (who also walked this Camino), which, later that week, they would scatter at the end of the world in Fisterre. I got emotional in this remote place and tears streamed down my cheeks, it was so beautiful up here, high in the mountains. And that with winter-, cold weather, the ground covered with snow and surrounded by low-hanging clouds through which every now and then a ray of sunlight managed to get through. It was a magical moment in a magical place and it was nice to share this with my sister Hannah via FaceTime. Our parents would certainly have found this place special.

Dick and I don’t hesitate for a moment when it became clear that in September 2022 Dick is going to make a trip to Northern France with his diving friend Cor.
Now the time has come for me to really start walking the Camino.
Then everything accelerates. Dick and I go to Utrecht where I join the Dutch Society of St. James and buy a pilgrim pass. That same week I attend an information meeting of that society in Delft where I receive a lot of information about what it means to walk a Camino. Before I know it, Dick books the bus to St. Jean Pied de Port in the French Pyrenees and then it is certain that I will start my journey on August 20th, 2022. I am hesitant about participating in the mini pilgrimage from Maastricht to Roermond that is held in honor of St. James and will take place from July 20th to 24th 2022. Do I have to participate in that? Dick puts an end to my hesitation and just sign me up during our vacation. Now, at the beginning of July, I am really happy with this decision because it offers me the opportunity to experience what it is to walk for several days in a row and to camp with a group of people in a tent. After all, I will soon experience that in the albergues along the way.
Ultimately, this decision also means that I have to adjust the vacation route with our motorhome.

On the road to Cap Finistere

Together with Dick, I want to look at a few places where I will walk later this year. And of course, we have to walk, after all, we, I mean I, have to practice. This means that our bicycles are left unemployed during this motorhome trip. So, during our holiday in May 2022, after leaving the southern part of Spain, the northern part is really dominated by the Camino. How special it is to walk with Dick from the town of Fisterre to the Cape. Here, on the coast of the Atlantic Ocean, the end of the world really does exist.
Under the watchful eye of Messire Jacques, (St. James) we unfortunately do not see the sun dying. I am referring here to the third verse of the Pilgrim’s Song: “Ultreia”.
This text of this French song is as follows:

Et tous la bas au bout du continent
Messire Jacques nous attend
depuis toujours son sourire fixe
le soleil qui meurt au Finistere.

The low-hanging clouds cover all the sun’s rays. In this place, where boulders descend to the turbulent ocean, we find the effigy of Saint James under the stone cross. And while Dick waits here on the rocks, I descend further over the large boulders to the ocean. It’s very special here at this end of the world.

Chapel in St. Jean Pied de Port

We continue our motorhome trip in an easterly direction through northern Spain, regularly ending up in places, the Camino Frances (the route I will walk) also follows. Of course, we stop at the monastery in Roncesvalles where we wander, look at the monastery (the place where pilgrims stay overnight) and of course we light a candle. The next day, after a long descent on mountain roads, we arrive in St. Jean Pied de Port where I will start my journey.

The pilgrim shop “Boutique du Pellerin” on the Rue de la Citadelle is too tempting to pass by and so, a few hours later, we leave this outdoor store loaded with stuff. Well helped by the friendly owners, I was able to buy an important part of my equipment.

Pilgrims shop in St.Jean Pied de Port

When, after a fantastic trip, we are back home at the beginning of June, I pack everything in my backpack. It’s the first time but it all fits and the weight around 19.5 pounds should be portable. We will see. And soon too. The Camino group app that regularly keeps me informed about the upcoming mini pilgrimage comes up with news more often and makes me feel more and more excited about it. And then the moment comes when I really try my backpack on a walk with all the stuff, I need on my first pilgrimage.

Wednesday I will take train to Maastricht, so Monday July 18th seems to be the right day to make a test run. Because I’m in the center of Rotterdam anyway, I decide to walk back home. Now I can go to the Decathlon store to buy a mat to sit on (this one was still missing). It is warm and at 12.30 pm the temperature continues to rise; it is now 84 degrees. So, when a bus passes me on the last 1.5 miles, I get in anyway. After all, tonight another walk awaits me.

Training around the Zevenhuizerplas with Geordie

At 7 pm the three of us stay in the parking next to the lake of Zevenhuizen. Besides Dick, Geordie, my diving buddy, also joins us and we start our walk around the lake between the hundreds of sunbathers.
The temperature is still 88 degrees, everyone lies in- or near the water and is enjoying a burger that is cooked on one of the many barbecues that can be found along the lake. In any case, it smells very tempting. Unfortunately, after 3.5 miles of walking I get some trouble with the attachment of my muscle to my hip. Fortunately, we manage to reach the car, walking a little slower. I am now seriously worried because the day after tomorrow my mini pilgrimage starts.

Dick talks to Tekla one of the other walkers

I am relieved when the pain disappears quickly and on Wednesday July 20th 2022 I can leave with a good spirit. Of course, Dick and I arrive too early at the central station of Rotterdam. Fortunately, after a while, the other pilgrims trickle in, one by one. It is not difficult to know who is going to walk, because the backpacks with sleeping mats and mountain boots are easy to recognize. Waved goodbye by Dick, the train to the southern part of our country leaves and we have the opportunity to get to know each other better. Frank, Tekla and I chat without ceasing and before we know we arrive in Maastricht. In a pub, opposite the train station, we are warmly welcomed by the other organizers of this mini pilgrimage.

Netta, Guus, John and Jan, as well as Nine welcome us. We had already acquainted Huub because he was at the train station and arranged that we could leave Rotterdam together on a group ticket. I can’t remember if Tjitske and Gijs were also there, but luckily later on, we get enough time to get to know them too.

 

Netta hands over a Goodie Bag

We are handed a goodie bag with a beautiful St. James shell with our name, a practical small daypack and an information booklet about the festivities in Roermond. After a briefing from John and having coffee with pie, we leave for our first miles. The temperature has risen, but with 75 degrees Fahrenheit and some wind it is good weather to walk. When there is second stop to have lunch, soon after our first stop, I prefer to walk on and because Frans does the same, I ask if I can join him. Frans has been so wise to transfer the route, written by the organization, to his phone. A line shows the road to our final destination, the small town of Catsop, and before we realize, we arrive, after 8.1 miles, at campground Catsop. Here on a large lawn, next to the cooking tent and the shoe tent, two large army tents, called Santiago and Jacobus, are set up.

 

Frans and Tita arrived in Catsop

As we are the first to arrive, we have the luxury of choosing a bed next to the entrance of the tent and after my sleeping bag has been spread over the bed, our first way is to the showers. How wonderful it is to let water run over you after this walk.
Once I have clean clothes on, I’m going to wash out my sweat-soaked clothes.
Unfortunately, when I return to the tent, I seem to have lost my bag with pegs and clothesline, so I have to spread out my wet clothes over the hedge.
The loss of my clothesline does not let me go and I regularly walk back to the showers (they are now occupied) to ask if my clothesline bag is left there. Dick is right when he says that it is very stupid to take something, you need outside, inside the shower. Because it is quite difficult to dry clothes without a line and pegs and no one has seen anything.

Tjitske prepares a delicious meal

 

 

I walk to the campsite manager. No one brought him anything, but 15 minutes later he walks to the tent where he hands me over my clothesline bag so I can finally fix a clothesline and attach my clothes to it.

I’ll have to be more careful with it in the future. When my laundry finally flutters on the line, the other walkers are all arrived and I take a seat to finally drink a glass of beer.
The cans of beer are tirelessly removed from the refrigerator and with a wide smile handed over by Gijs and Guus. What a service. We enjoy a tasty soup. It turns out to be a foretaste of a culinary treat. Tjitske and Nine, supported by Gijs and Guus, appear to be able to prepare delicious meals for all of us. It’s fun every night.

Troubadour Gery Groot Zwaaftink

Although the weather forecast for the evening is not really good and the sky is getting darker due to the oncoming clouds, we seem to keep it dry and, in the evening, we can enjoy the troubadour and storyteller, Gery Groot Zwaaftink from the Achterhoek (region in eastern part of our country). We listen with fascination to his special stories and songs in both Dutch and the dialect, spoken in that part of the country. The story of the passing by camel driver and the wealthy landowner will stay with me for a long time. In short, that story comes down to the following:

A camel driver arrives at an oasis and passes the gardens of a wealthy landowner after a tiring journey through the desert. He thinks how wonderful it is to be able to live there and not have to travel around. At the same time, the wealthy landowner, seeing the herd approaching, thinks how wonderful it must be to roam freely with camels, instead of being stuck in one place. Ripe fruit hangs over the wall of the estate, which is so enticing to the lead camel that it walks up to it and begins to eat it.
The landowner is so angry that he throws a stone at the camel. This stone hits the head of the camel that it kills. Then the camel driver gets so angry that he throws back a stone. Unfortunately, it also ends up unlucky and the landowner falls dead.
The camel driver is taken to court by the landowner’s sons. The judge must sentence him to death. There is no other option, because this punishment is prescribed by law. The camel driver then asks for three days respite to make arrangements at home. He solemnly promises to return after those three days, to serve his sentence. Neither the sons nor the public want to know about this and the judge decides that this is only possible if someone wants to take his place. After a long silence an old man comes forward who wants to do this and he is locked up while the camel driver leaves.

Breathless listening to the story teller

After 3 days the camel driver has not returned and the old man is led to the scaffold. Just before the executioner can do his job, a little boy hears hoofbeats and shouts that the executioner has to wait a little longer. Someone is arriving and sure enough, it is the camel driver on his horse. When the judge asks him why he is coming back to die, he says that he had to find and return jewelry that he had in custody for a widow. If he hadn’t done this, his family would be considered a thief. After returning the jewelry, his youngest son kept clinging to him and would not let him go, so he could only leave his house at night, when his son was sound asleep. When asked, the old man tells the judge that he had faith in the man who gave his word to come back and if he had not returned, then his life had no value because he could no longer have faith in humanity. After hearing the stories, the judge decides to change the death sentence and the camel driver is ordered to pay the sons of the landowner in silver.
In dead silence we hear this fantastic story. After a little break we enjoy still some sensitive songs before a thunderstorm breaks loose and we all go inside our tents.

During the night the temperature dropped enormously and it is very humid too due to the rain. Although my sleeping bag would normally suffice (2 days ago the nights were warm) now, it is really below par and I am freezing. And I have lots of warm sleeping bags at home.  It also doesn’t help that the camp bed is rock hard and I didn’t bring one of my many (soft) sleeping mats either. The cold just soaks into my body and I don’t sleep really well. But that’s part of a pilgrimage, I guess. When we get up at 6.30 am next morning, everything is damp, but a nice warm shower does wonders and a little bit later we sit outside for breakfast. That’s possible because it’s dry. Tjitske and Nine, together with Gijs and Guus, packed large tables with food and in addition to bread, crackers and rusks with different types of toppings, there is also muesli. We are spoiled and soon we sit together, having a good breakfast with a cup of coffee or tea.

Together washing the dishes

After washing the huge numbers of cups, glasses, plates and cutlery, we fold all the beds so they can be placed on the trolleys and then get ready to leave for our next destination. John briefs us on the route to follow and we start our walk. First, I wear my fleece sweater, but soon it disappears into my backpack. Unfortunately, the sun stays behind a thick cloud cover and after some time we are confronted with some drizzle. Not really desirable, at first a rain cover around our backpack is sufficient. There is quite a bit of wind but it is not really cold with 64 degrees Fahrenheit.
Nevertheless, John decides not to have the coffee stop in the parking lot, but to have the coffee in the nearby restaurant de Biezenhof. It serves really excellent cappuccino and we have double the energy to continue. That energy is really needed because not only do we walk the longest distance today, 16.2 miles, but when we leave, the rain also comes pouring down from the sky. Now it’s really necessary to put on a poncho as well. An opportunity to try this one out too.

A wet soaked route description

I join the faster walkers and can keep up with them and with the navigation of both Frans (with his mobile) and Frank (using the, now wet, paper version) we find our way north. We follow a nice path along the small Geleen stream and enjoy walking through nature. It does mean that we repeatedly have to go through narrow turnstiles which is not always easy because sometimes the backpack gets stuck in it, but eventually we arrive in the outskirts of Sittard from where we set course for the center.
It is still raining incessantly and having lunch outside is not really pleasant so John directs us to the inner city, where we walk past the market where St. Michael’s Church is located.
End of August 1938, this church was packed, as always with the annual celebration of the city’s patron, Saint Rose, and the high mass was in full swing. Suddenly a buzz made the people turn, and screams echoed as an escaped lion walked in and trudged leisurely to the altar. Everyone panicked for a safe haven. Fortunately, there were no accidents, but the photo in the church with the lion does refer to this incident.

Walking along the German border

Just outside the city walls we find a terrace in front of the library with huge umbrellas and we soon occupy the terrace chairs. It is not really cold, only wet and so we can hang out our wet ponchos and not much later we enjoy our sandwiches with a nice cup of coffee. I order hot chocolate with whipped cream. Not really good for my body but with this rain it tastes excellent. When everyone has finished their lunch and drink and survived the traffic jam in front of the toilet, we set off again.

 

 

Tjitske and Netta are taking good care for us

 

 

 

 

We continue our route along the small stream and after passing a beautiful Maria chapel, we cross the border to Germany. Finally, after an endless walk along a huge and luxurious holiday park, we arrive at Campground “de Hommelhof”.
A large lawn, where the two large army tents disappear (in each of them 20 people have a sleeping place) is in front of us. Washing clothes makes no sense today. The weather is too unstable and rain falls regularly. This also means that it is not possible to have dinner outside and after a nice cup of soup we enjoy, with plates on our laps, a delicious meal. Again!

This time we get potatoes with creamed spinach and eggs in mustard sauce and cucumber. The beer that Gijs tirelessly takes out of the fridge is also great. Of course, after our meal, we do the dishes together. The men are now adept at transporting the cart with plates, glasses and cutlery over the bumpy grass. Not an easy task. The others, conducted by Tekla, are devoted to washing and drying the huge mountain of utensils. In the end we manage to get everything back to the tents, clean and at one piece.
The permanent residents of the campsite are not really happy with us and grumble. We had so many dirty dishes that we emptied the entire hot water boiler. It’s a good thing we only stay one day. Although, the next morning, we do dishes again and of course, empty the warm water boiler again.
Unfortunately, we can’t enjoy an information evening with pictures from Jan. The connection cables required for this do not fit and the laptop can therefore not be connected to the projector. Unfortunately, but it is no different. We still hold this information.

Frans and Kees sitting on their beds

Since the precipitation has stopped, the rest of the evening is spent outside and the 20 residents of tent “Santiago” can set up their camp beds, something that goes very smoothy if you have built some. Unfortunately, due to the heavy rain, the beds have become a bit damp. I myself am less bothered by this because Netta spoils me with a thin aluminum blanket that can be placed on the camp bed. This also keeps the moisture out of my sleeping bag. However, the night’s sleep remains somewhat irregular because of the cold and damp night. But I sleep enough because the next morning I wake up refreshed. Although that can also be due to the lovely hot shower.

We don’t need to rush the next morning. The first part of the program is a visit to the Basilica and treasury in Susteren. However, due to an unexpected funeral, that visit cannot take place at the scheduled time, so we have enough time to talk to each other after doing the dishes (every day this consists of an endless pile of plates, cups, glasses and cutlery). Riekje gives morning gymnastics on the large field in front of the tents. Not really an unnecessary luxury after the walks of the past few days. In the end, however, we can leave.

Waiting in front of the Cathedral

Unfortunately, the funeral is still in progress so we wait in the square in front of a pub. The manager doesn’t know what hit him when a horde of women storms him and asks to use the toilet.

Fortunately, this is allowed, when we pay each 50 cents, and a long traffic jam forms in the square. Eventually we can continue and the group splits up. We first visit the treasury and have a tour to the special relics and clothing. Everything is explained in a fun and enlightening way. Then the groups switch and we go to see the Basilica. Once again, we are surprised by a nice tour with a lot of clear information that is also given in an appealing way.
It is already around noon when we leave the basilica and on the church square, we are spoiled by Tjitske and Nine with coffee and homemade cookies. It tastes delicious and refreshed we leave to continue our walk. Not directly to the final destination because after a few miles, we have a stop at the St. James church.
While we wait for our “credentials” to be stamped, we take a look around this beautiful church. When everyone has their stamp, we leave immediately. It is hot but walking is doable. Walking this mini pilgrimage together is special because one moment you walk with one and another moment you come into contact with someone else from the group. Talking about the things that are important in life. A very special experience. The road eventually leads through the floodplains and also follows the dyke with a view of the river Maas. It is hardly conceivable that where meadows are now seen, last year everything was flooded around.

Mirjam, Tekla and John in front of the tent in Aldeneik

The surroundings are beautiful and the group meanders like a multicolored ribbon over the dyke, until we arrive at the bridge and enter Belgium. Due to a cultural event, the old church of Aldeneik is open and we quickly take a look inside before finally arriving at the “Boomgaard campsite” in Belgium. We are somewhat tired due to the heat. Day 3 with 8.1 miles of walking has ended successfully. I am pleasantly surprised when I enter our tent, Santiago. Frans has reserved a bed for me next to the entrance, my favorite spot.

After my bed is covered, I walk to the shower which is wonderfully refreshing and when my clothes have smelled the soap, they can be attached to my washing line. I have dirty clothes from 2 days walking so I hope everything dries quickly. I’m glad I have three short-sleeved shirts with me because I wouldn’t have made it with two.
Fortunately, Mirjam is also doing well. She unfortunately had to give up on the way, but arrives safely at the campsite by bus. Unlike yesterday where we had a huge lawn at our disposal, the spot here is like a postage stamp, but the two army tents and the cooking tent, as well as the round tables and chairs, have found a place. Everything is just a little closer together.

Netta treated blistered feet

While Netta is taking care of any blistered feet we talk about the walk and we enjoy a nice cool beer, meanwhile we are treated to delicious food scents. In huge bowls Huub is busy mixing the ingredients for a spiced noodles meal, prepared by Tjitske and Nine. This evening we will be spoiled again.

In the evening we have to bring in our laundry. Tonight, rain is expected again. I don’t notice it myself because I sleep very deeply and only wake up regularly because it is cold.
When we get up on Saturday at 6.30 am, the sun is already shining in a steel blue sky. Like every morning after packing our backpacks, we fold our beds and put them in the trolleys and then have breakfast. It has been arranged that fresh bread and rolls are obtained from the bakery in the village and that tastes good.

Netta and John discussing the route

After Netta and John discussed the route we are on the road again.There is some confusion about whether or not we have to wash dishes. Some of us understood that we didn’t have to do the dishes this morning, so a small group is already leaving, which includes me, while others are busy doing the dishes. Obviously, this is causing some friction. Yet we set off in good spirits, promising that we will do our chores tonight. Immediately after leaving the campsite, we walk over the dyke along the Maas. It is a beautiful route and it promises to be a beautiful (warm) day. We chat with the owners of the nice holiday homes along this part of the Maas and while walking, we also talk a lot with each other and have fun.

I have to laugh when Frans keeps one of the many gates neatly open for Annelies, but assumes that Frank, who, after Annelies, has to go through this gate, has to open it himself. Of course, it leads to hilarity. This part of the Meuse consists of many excavations and we regularly walk on a platform over a gravel hole and enjoy the beautiful flower wealth around us. We also have to keep insects off, but that’s what you get in this water-rich environment. Of course, we can’t help but to stop at a tree with Mirabelle’s. This delicious, plum-like fruit is now ripe and tastes delicious after walking an hour and a half.

Frank, Frans en Tita walking together

Not much later we arrive in the beautiful white town of Thorn. The tourist did not arrive yet, it’s still very quiet and we walk around a bit. Johannes takes a seat on a terrace in front of the church and order some drink. We want to join him, but change our minds when less than a minute later Tjitske drives by with her motorhome. It takes a while to find out where she parked her RV, but a phone call from John provides clarification and we soon walk out of town again on our way to the parking space where the motorhome has found a place. Once again, we are spoiled with coffee, tea or soft drinks and home baked cookies. A lovely break from our walk. From here we stay together more as a group because we don’t walk all the way to the campsite. Somewhere, 5 miles from the next campsite, we will board a cab to campground Hermans, just outside of the city of Roermond. This afternoon we have to be on time at the St James chapel for the opening of the “Shell path”. The last part of this walk is too much for Tekla. She sprained her ankle and cannot continue after more than 6.5 miles, so we walk the last part without her.

Nine and Netta waiting at the campground

Campground Hermans is a surprise. It is located on the shore of a lake and the tents are set up next to the waterline. What a beautiful place. Marianne thinks so too. She arrived together with Tekla by car and is now sitting on a camp bed, enjoying the view of the boats in the lake. Slowly all the walkers trickle in, dropped off by the cab with its friendly Afghan driver. When everyone has a bed and the backpack has been put down, we walk to the center of Roermond at 3.30 pm.

Guards, dressed in colorful uniform, are waiting at the St James Chapel. They will accompany us to the Cathedral. A stop with a minute of silence is made at the house of the late brother Chiel. He died the day before yesterday and was an important member of the order of St. James. After a salute of honour, we continue walking through the center.
Our beautiful St Jacques shells dangle from our green daypacks. The organization really did its best on this. I am really happy with this beautifully described shell, we received from Netta in Maastricht, on behalf of the Rotterdam region of the Dutch Society of St. James. While we wait next to the entrance door to the Cathedral, the carillonneur suddenly starts to play the church bells and we are overwhelmed by the impressive and all-pervasive bell ringing. I myself cannot prevent my tears from streaming down my cheeks. It’s an emotional moment.

The Dean of Roermond blesses the new St. Jacques Shell

After the chime has lasted at least 10 minutes, the Dean of Roermond appears who, after a speech by one of the men of the brotherhood of Saint James, consecrates the newly bricked St. Jacques shell. We, the bystanders are blessed too. The dean says that not only objects but also people should be blessed. Something I totally agree with. After this solemn moment, we all walk together to the Paradies complex, a meeting place in the city center, where we have a nice chat and a drink. Around 6.30 pm we walk back to the campsite at the “Maasplas” where, again, we are spoiled with a delicious meal. This time pasta and a well filled sauce with lots of vegetables. We love it. When we have washed everything, after all those days that runs like a well-oiled machine, we enjoy the evening warmth and drink coffee. Of course, with a homemade delicacy. The beautiful Camino cookies baked by Tjitske look beautiful and taste good too. Of course, like every evening, we are treated to music by Jobea. This time, under the inspiring leadership of Nellie, we also sing a few songs in which we thank our excellent organizers of this fantastic event. We continue to chat with each other until very late in the evening. It stays nice and warm and at night, for the first time during this trip, I don’t feel cold. Today we walked all together almost 13 miles.

Sunday July 24th we all wake up in time and about 7 am all the beds are folded and the backpacks are packed. We all have breakfast with the leftovers, but there is still so much left that everyone has enough to eat. Then we wash dishes for the last time and help folding the tables and pile up the chairs and carry kitchen stuff next to the vans. Then we leave for the Cathedral. We can store our backpacks at the Paradies complex.

Quick visit to the hotel where Hannah and Henk are staying

That gives me the opportunity to enter the hotel, practically next door, where my sister Hannah and her husband Henk are staying. What a surprise that they came to Roermond. Dick is also on his way to this city and I will see him soon. After chatting for almost an hour, Hannah and Henk continue their breakfast and I leisurely walk to the Cathedral. It is still quiet and I quickly discover the places reserved for us in the front of the church. I take a seat and enjoy the singing of the Roermond Men’s Choir. Slowly the other walkers trickle in and high mass can start at 11.30 am. It is very special. Also, because not only the name day of St. James is celebrated, but also that of St. Christopher, the patron Saint of this city and also the protector of travelers. There is no better combination. The service is impressive and after the pilgrims have received a blessing, the church door, only open in the holy year, is opened and we can go outside.

Relic St. James the Greater

I am not one of the first, because in the meantime I discovered Dick in the back of the cathedral. Naturally I want to hug him first. I’m so glad to see him again. And of course, Hannah and I admire the largest relic of “St. James the Greater” outside of Spain.
The relic is tucked into a forearm with an axe, symbol of a martyr. Not really strange when you consider that this apostle of Jesus was the first to be martyred. This in contrast to his brother John, another apostle of Jesus, who lived the longest and was allowed to grow old. When we are finally outside everyone gathers around the Dean and a nice group photo is taken in the presence of the members of the brotherhood of St. James the Great.

Not only is an official photo taken. At the same time, the cell phones of the many visitors to the church are also used to make pictures. Afterwards, we take a leisurely stroll through the sun-drenched streets of the city center of Roermond. It is now 79 degrees Fahrenheit.

 

Official picture

While Dick, Hannah and Henk have lunch on the terrace on the square, I walk to the Paradies where we all the pilgrims have lunch together and then we say goodbye to each other. It feels like I’ve known my fellow pilgrims all my life. This is how we have grown together over the past few days. I will miss everyone. On the way home, Dick and I decide to go to café St. Jacques in the market hall in Rotterdam next Thursday. We hope to see many other participants. Since Dick likes to come along, he immediately becomes also a member of the Dutch Society of St. Jacob when he returns home.

After we have thrown off my backpack at home, we drive to Tekla and Bert. There we hand over Tekla’s luggage and have a nice chat about the past few days in their garden with a cooling drink. When we arrive at home, I tell Dick everything about the wonderful pilgrimage that has now, unfortunately, come to an end. Although, it is also wonderful to be home again and to sleep in a soft and warm bed.

Geplaatst in ENGLISH VERSION | Reacties uitgeschakeld voor Mini Pilgrimage Maastricht – Roermond July 2022

Nog even erop uit, augustus 2022

Nog even erop uit, augustus 2022

Dick kent me goed genoeg om te weten dat het beter is om niet de gehele maand augustus thuis te blijven. Dan wordt ik alleen maar zenuwachtig. Nu al, terwijl ik pas een week thuis ben na mijn minipelgrimage, heb ik de spullen die straks meemoeten naar Spanje al drie keer in mijn handen gehad. Dus besluiten we om nog even twee weekjes erop uit te trekken met onze camper. Snel maak  ik een route naar Frankrijk en als Dick contact gehad heeft met Cor staat ook vast dat we op de terugweg langs Liart gaan. Mogelijk moet er ook nog wat afgesproken worden voor de tocht die Dick en Cor gaan maken.

Verjaardag Henk

Na een heel gezellige verjaardag van Henk op de 29e juli en nog een heerlijke duik in de Oosterschelde op de laatste dag van Juli, zet ik zondagmiddag 1 augustus de spullen die meemoeten in de huiskamer en maandag rond het middaguur vertrekt Dick om onze camper uit de stalling te halen. Hij is nog niet weg of ik zie dat hij de camper sleutels vergeten heeft, dus stap ik snel in de auto en kan hem even later oppikken bij de bushalte voor onze autogarage waarna ik hem afzet bij het metrostation en terug naar huis rij.

Om 2 uur is Dick terug met onze Frankia en kan ik de spullen die meemoeten in de camper laden. Ondertussen laadt Dick de fietsen in en vult hij onze watertank. Half 4 kunnen we ons huis afsluiten en wegrijden. Het is nog vakantie tijd dus kunnen we, ook al rijden we over een van de drukste wegen van ons land,  zonder verkeershinder doorrijden naar Nuenen waar slechts een camper busje staat en we voldoende plek hebben om te overnachten.

Camperplek Nuenen

Deze parking naast het terrein van de scouting is niet bijzonder maar we weten dat hier altijd een plekje is om te staan. De temperatuur is inmiddels gestegen naar 24 graden en zodra we geparkeerd staan gaan alle ramen wagenwijd open. Later in de week blijkt deze temperatuur koel, dan is een temperatuur van 32 graden normaal. Het is inmiddels 5 uur en we vinden dat we voldoende gesjouwd hebben, dus drinken we een lekker glaasje wijn alvorens ik ga koken. De simpele maaltijd met Grieks gekruide aardappelen en kleine worstjes (chipolata’s) smaakt lekker. ‘s Avonds kijken we nog even naar het nieuws maar erg laat wordt het niet want tegen 9 uur lig ik al in bed en val snel in slaap. Dick volgt iets later.

Dinsdagochtend worden we om 7 uur wakker gemaakt door het geluid van ronkende motoren die langs de camper heen en weer rijden. Deze plek is geliefd bij motorrijscholen, maar eigenlijk beginnen die altijd 8 uur. Nu in de zomer wijken ze klaarblijkelijk van deze tijd af. Ach het is niet erg want nu zijn we lekker vroeg weg. De route naar Duitsland is doodstil en bestaat voor het grootste deel uit autobahn waardoor we al eind van de ochtend in Hillesheim in de Vulcan Eifel arriveren. Dat we in vulkaan gebied zitten is te merken ook want hoe dichter we bij onze bestemming komen des te heuvelachtiger wordt het. Op de markt in het centrum is het doodstil, we ontdekken al snel de parkeerplek waar motorhomes kunnen staan en zetten daar onze camper neer tussen de geparkeerde auto’s. Natuurlijk drinken we een kop koffie en dan, het is inmiddels 12 uur en dus het heetst van de dag, wandelen we het stadje in. Overal is het doodstil en nadat we bij de toerist information betaald hebben voor de parking, wandelen we de heuvels in om wat geocaches te zoeken.

Op de berg in Hillesheim

Het is warm, rond de 28 graden maar boven op de berg waait een verkoelend windje dus hebben we er niet zoveel last van dat er in de verste verte geen schaduwplekken zijn. Wel moeten we steil omhoog klimmen om op de hoogvlakte te komen. Maar we genieten, vinden enkele caches en arriveren na 10 km weer bij de camper. Dick vindt dat hij wel genoeg gewandeld heeft vandaag maar ik wil nog even in dit, onverwacht leuke, oude stadje rondkijken. Het wordt gedomineerd door de resten van een kasteel en veel van de muren en torens zijn nog overeind gebleven.

De stadsmuur van Hillesheim

 

Apart om langs deze stadswal te lopen Als ik een outdoor shop zie vraag ik of ze ook stokpunt-beschermers verkopen en als dat het geval blijkt te zijn wandel ik snel naar de camper terug om mijn stokken te halen. Na mijn minipelgrimage waren de rubberpunten tot op de draad versleten en ook de reserve dop die ik van Nel gekregen had vertoont inmiddels diepe slijtage sporen. Gelukkig blijken de rubberdoppen te passen zodat ik tijdens mijn grote tocht niet meer geërgerd hoef te luisteren naar het geklikklak van stokken zonder dop. Uiteindelijk ben ook ik terug bij de camper. Even wat drinken en dan is het al weer tijd om weg te gaan.

 

Eten bij de Thai

 

Dick heeft vlakbij een Thais restaurant ontdekt, ook nog met goede recensies, dus daar wandelen we om 7 uur naar toe. Er blijkt nog een tafeltje beschikbaar en al snel zitten we aan ons voorgerecht gevolgd door Pad Thai en groene Curry met kip. Wat een heerlijk eten. Het is nog wel erg warm en de thermometer geeft nog 30 graden aan. Met een te volle maag, we hebben echt heel veel gegeten, lopen we langzaam terug naar de camper. Genieten van het zicht op de stadsmuur die vanaf de buitenzijde best imponerend is en gaan dan lekker uitbuiken in de camper. Het koelt maar moeilijk af dus houden we ook gedurende de nacht alle ramen wagenwijd open. Pas tegen de ochtend voelt het iets koeler (18 graden) en is het lekker om een dekentje over ons laken te hebben.

Woensdagochtend 3 augustus staan we pas om 8 uur op. Ondanks het feit dat we in het centrum staan is het erg rustig. Zodra we gedoucht hebben en de deur geopend valt de warmte op ons. Het is al 21 graden en het belooft vandaag nog warmer te worden. Nadat we lekker ontbeten hebben en afgewassen dumpen we ons grey en black water (mijn taak) terwijl Dick de camper vult met schoon water en dan rijden we weg. Eerst nog een stop bij de Réwé supermarket om onze lege flessen in te wisselen en dan echt op weg. Omdat we mijn geliefde frühstücksaft niet in dit stadje kunnen kopen parkeert Dick ook nog even in het centrum van Trier maar helaas is daar de soort die ik wil hebben ook niet beschikbaar dus rijden we dwars door de oude stad Trier waar de schitterende oude poort ons toelacht. Hier moeten we zeker eens langer blijven. De weg volgt de rivier de Saar en is stil. Alleen de enorme campgrounds langs de rivier staan overvol.

In Mettlach aangekomen is het inmiddels 31 graden en best warm. Er is werkelijk niemand op dit zonovergoten parkeerterrein en snel zetten we de camper neer langs een rij bomen. Daar kunnen we straks lekker onder zitten. Maar niet nu want net als iedere dag gaan we, op het heetst van de dag, rondwandelen. Eerst naar het centrum waar we de camperplek betalen bij de toerist information en dan wandelen we nog even naar de andere zijde van de rivier om daar de cache te zoeken die we de vorige keer niet konden vinden.

De ” Früchtbecher”

Inmiddels is de cache owner geweest en heeft onderhoud gepleegd en dus is het nu gemakkelijk om deze cache te vinden. Natuurlijk kunnen we het terras in het centrum van Mettlach niet weerstaan en al snel zitten we allebei aan een enorme ijscoupe die overheerlijk smaakt.

Terwijl Dick langzaam naar huis wandelt, met de 8 km van gisteren met steile klimmetjes en de 6 km van vandaag vindt hij dat hij meer dan genoeg gewandeld heeft, loop ik nog even door naar de buiten het stadje gelegen Aldi. Niet dat ik daar wat nodig heb maar het is wel goed om ook in de hitte nog een stukje te wandelen. En dus loop ik met inmiddels 35 graden toch in totaal nog 10 km en het gaat ook nog. Wel ben ik blij dat ik tegen half 5 terug ben bij de camper waar we samen een heerlijk alcoholvrij biertje drinken alvorens ik nog even bij de winkel naast onze parking binnenloop. Ik vind er een mooi tasje waar mijn Ipad mini goed inpast en ook shampoo in vaste vorm alsof het zeep is. Ideaal natuurlijk om mee te nemen op reis want je hoeft het maar even te laten schuimen in je handen en door je haar te masseren en je haar is gewassen. Wat een uitvinding, dat koop ik. Dick heeft inmiddels het zonnescherm neergelaten en daar zitten we heerlijk onder maar het duurt nog tot laat in de avond voor het wat koeler wordt. Voordeel is wel dat we zometeen heerlijk op het terras van de Abtei Brau kunnen eten.

Hmmm, een biertje….

Om 7 uur wandelen we naar het terras waar nog voldoende plek is. Je merkt wel het verschil met een weekenddag, het is nu echt rustig. We kletsen wat met de andere gasten, drinken het heerlijke tapbier, genieten van de warme zomeravond en natuurlijk het voortreffelijke eten. Pas tegen negen uur wandelen we terug naar de camper waar ik even later ons bed induik. Weer staan alle ramen wagenwijd  open en weer is het tot heel laat in de avond warm. Maar desondanks slapen we goed. Ik weet nu dat je pas echt slecht slaapt als het koud is.

 

Water vullen met de gieter

Donderdag 4 augustus worden we rond 8 uur wakker en daar de Netto al open is haal ik daar heerlijke verse broodjes voor ons ontbijt. Na het vullen met water, wat met de gieter moet gebeuren en dus enige tijd kost en het dumpen rijden we weg. Boven op de klif stoppen we bij een Réwé supermarket waar ik er zowaar in slaag  nog enkele flessen frühstücksaft te kopen. Heerlijk want dit was de laatste plek waar dit nog kon. Niet veel later steken we de Moezel over en zijn we in Luxembourg. Alhoewel de brandstofprijzen in Duitsland een stuk lager liggen dan bij ons zijn ze toch nog 15 cent goedkoper in Luxemburg dus tanken we en de reserve tank en onze camper tank vol en vervolgen dan onze weg langs de wijnvelden van Luxembourg. Niet voor erg lang want alweer doemt een landsgrens op en rijden we Frankrijk binnen.
Het is nog steeds niet druk op de weg en om 12 uur rijden we het terrein van de jachthaven op in Pont á Mouson waar we in de volle zon een plekje vinden. We kunnen pas om 2 uur betalen en kijken even rond. Ook al staan we schitterend langs de rivier, we kunnen hier niet het water in om wat af te koelen en ondertussen stijgt de temperatuur naar de 40 graden. Dus na 1.5 uur vertrekken we toch maar en rijden nog wat zuidelijker naar het plaatsje Toul.

Camperplek Toul in de schaduw

We hebben hier jaren geleden al eens gestaan en veel herinner ik me er niet van maar er is wel een schaduwrijk plekje vrij. Helaas moeten we even wachten voor we de camper er kunnen parkeren want er staat een ambulance te picknicken. Echter na een half uurtje is deze uit gepicknickt en kunnen we in de schaduw van de grote oude bomen gaan staan. Het is nu met 37 graden te warm om rond te wandelen dus pakken we onze stoelen en gaan in het perkje naast de camper zitten, wel met een glas frisdrank want daar kunnen we momenteel geen genoeg van krijgen. Om 3 uur wordt de lucht wat bedekter door wolken en lijkt het iets af te koelen. Schijn bedriegt, het is nog steeds zo’n 35 graden maar enkele straten in het stadje liggen gelukkig in de schaduw.

Kloostergang Kathedraal Toul

In de kathedraal en de ernaast gelegen kloostergangen is het heerlijk koel en daar dwalen we dan ook enige tijd rond. Uiteindelijk wandelen we eind van de middag in de nog brandende zon terug naar de camper. Daar wacht gelukkig de schaduw van de bomen en kunnen we uitpuffen. We houden onze bergschoenen nog aan want straks wandelen we weer terug naar het stadje om te gaan eten.

Tegenover het Turkse eettentje waar we eerder eten haalden (nu voor 6 weken dicht wegens vakantie) hebben we een klein Frans restaurant gevonden wat er gezellig uitziet. Dus wandelen we daar om 7 uur naartoe en omdat er een tafeltje vrij is op het terras zitten we even later aan een lekker glaasje wijn. We zitten in de schaduw en er waait een stevig windje maar het is nog 23 graden en dus goed toeven buiten. We bestellen allebei een burger die met zelf gemaakte fritekes geserveerd wordt en heerlijk smaakt. We hebben er geen spijt van dat we dit restaurant hebben uitgekozen.

Beverjong in de slotgracht

 

Op de terugweg zien we in het kleine stroompjes langs de stadsmuur twee beesten. Het lijken ratten maar een Française zegt dat het geen ratten zijn maar dat ze uit Canada komen. Ze kan me de naam niet geven maar als we later in de week een poster zien met dezelfde beesten blijken het Bevers te zijn. Het zijn duidelijk baby exemplaren want bij lange na halen ze niet de meter en ze wegen ook geen 20 kilo. Lang kijken we ernaar en dankzij het feit dat mijn camera 25 x zoom heeft lukt het ook nog een foto te maken voor ze opeens verdwijnen. Thuis blijven we nog lang buiten zitten totdat het het echt te donker wordt. Het blijft erg warm en koelt slecht af. Voor het eerst deze vakantie liggen we echt laat in bed. Net als we in slaap gevallen zijn begint het te donderen en hard te waaien dus Dick zet de dakluiken en ramen op ventilatiestand en niet lang daarna gaat het ook hard regenen. Nu koelt het wel af en vallen we alsnog in een diepe slaap.

Vrijdagochtend worden we pas om half negen wakker. Dat komt ervan als je in de avond zo laat rondspookt. Het is een stuk afgekoeld en de thermometer wijst nog slechts 22 graden aan. Ook is de lucht voor het eerst bewolkt. Als we water tanken breekt onze slang verbinding en pas met veel moeite lukt het Dick een andere verbinding op de slang te zetten. De slangdikte is nl. vele malen dunner dan de verbindingsstukken, dat past dus niet. Maar duct-tape en gloeiend heet water maakt een provisorische reparatie mogelijk dus we kunnen doorgaan met het vullen van de watertank. Helaas kunnen we als de tank vol is nog niet vertrekken omdat aan het einde van de smalle weg een vuilniswagen problemen heeft en alles blokkeert. Pas na 20 minuten is alles opgelost en kunnen we alsnog onze weg vervolgen.

Het is inmiddels half 11. Gelukkig hoeven we niet zo ver te rijden en nog voor het middag uur arriveren we in Remiremont. Er is een grote parking voor campers en nog volop plek op dit moment van de dag dus zetten we de camper neer op een plek waar wel twee exemplaren passen en drinken wat koffie. Ook al is de temperatuur gelukkig niet meer zo hoog, het is nu 25 graden, Dick heeft weinig zin om op het heetst van de dag te gaan lopen, dus wandel ik alleen naar de supermarket die verderop moet liggen. Er komt geen einde aan de weg ernaartoe en nadat ik rondgekeken heb binnen (ik durf niets te kopen omdat ik geen koeltas bij me heb) wandel ik via een andere weg terug naar de camper. Alhoewel deze weg aanzienlijk korter, is het geen succes omdat ik over een smalle rand langs een drukke verkeersweg moet lopen en ook nog een steile helling moet afdalen om weer op het pad naar huis te geraken. Nee, dan was de heenweg toch wel heel wat beter ook al was die twee maal zo lang lopen.

Crypte onder de kerk in Remiremont

Nadat we een kop koffie hebben gedronken wandelen we samen het stadje Remiremont in. Het is niet heel bijzonder maar er is een mooie oude kerk met prachtige crypte en de paleizen van de abdessen die hier gewoond hebben zijn imposant. Omdat we eigenlijk geen geschikte restaurantjes tegen komen halen we wat sla en vleeswaar. Nu hoeven we er vanavond niet meer op uit en kunnen lekker bij de camper blijven zitten. Door de gedaalde temperatuur, het is slechts 28 graden, is het aangenaam om buiten te toeven en tot half 8 blijven we zitten. Onze sla met brood en vleeswaar eten we binnen omdat de wind buiten zitten onaangenaam maakt. Alhoewel ik niet snap waarom Fransen altijd in de avond  vertrekken gebeurt dat ook op deze parking en al snel zijn bijna alle plekken leeg.

Uitzicht op de TGV

Wij hebben nu een ongestoord uitzicht  op de spoorbaan en kunnen goed bekijken hoe imposant de TGV (train grande vitesse) is want deze wordt tegen achten voor onze camper geparkeerd. Omdat het een stuk is afgekoeld hebben we de ramen niet wagenwijd open. Op de ventilatiestand komt er voldoende frisse lucht binnen om het binnen af te koelen.

Zaterdag 6 augustus zijn we pas om half negen wakker. De zon schijnt al volop en het is 24 graden. Echt aangenaam na de hitte van de afgelopen dagen. Na ons ontbijt en natuurlijk het vullen en dumpen van onze tanks vertrekken we uit Remiremont. Het is zwarte zaterdag en dus overvolle wegen door komende en gaande vakantiegangers dus zijn we blij dat we slechts 28 km moeten rijden. Al snel arriveren we in Gerardmer, een op 700 meter hoogte gelegen stadje wat de “parel van de Vogezen” genoemd wordt. Het blijkt een pittoresk plaatsje vol met toeristen aan een meertje wat er erg uitnodigend uitziet. Maar voor water hebben we even geen tijd. Thuis heb ik een puzzel opgelost die ons naar de coördinaten van een cache zal brengen en dat is ons doel vandaag. Nadat de camper geparkeerd staat wandelen we ernaar toe.

En maar klimmend wandelen naar de cache

Eigenlijk is het meer klimmen want de weg voert over een deel van een parcours van de Tour de France en heeft een stijgingspercentage van 13 tot 16 procent. Maar dat is goed want nu kan ik mooi oefenen en we genieten, het uitzicht op het stadje en het meer wordt steeds mooier. Nadat we de cache gevonden hebben moeten we weer terug naar het dorp, ditmaal een eindeloze en steile afdaling en voor het eerst denk ik dat Dick wel gelijk heeft als hij me slavendrijver noemt. Deze klim naar beneden vergt wel heel veel van onze spieren. Voor mij is het een goed training want over twee weken moet ik de Pyreneeën opklimmen maar arme Dick…..
Uiteindelijk komen we met stijve spieren beneden in het dorp en maken om de stijfheid weg te masseren nog een wandeling langs het meer. Het is er druk, iedereen heeft dezelfde gedachte gehad. Dit parcours rondom het meer is dan ook erg aangenaam.

De rots aan het meer is een “Earthcache”

Een grote rots is voor ons het eindpunt en we blijven er lekker even rondhangen voor we op ons gemakje weer teruglopen naar het centrum van het stadje. Na 8 km rondwandelen (klimmen en dalen) zijn we half 4 weer terug bij de camper. Terwijl Dick lekker naast de camper gaat zitten loop ik nog even naar het stadje om en nog wat extra kilometers te maken en eten te halen voor vanavond. Omdat het laat in de middag hard gaat waaien blijven we niet buiten zitten. Zelfs in de camper met alles open voelt het niet echt aangenaam en om 6 uur doen we ook wat ramen dicht. Het is hier in de bergen gewoon koeler. Er zijn heel veel restaurants hier maar we besluiten toch maar niet uit eten te gaan. Eigenlijk heeft geen restaurant de menu combinatie die we zoeken dus eten we gewoon sla en braden daarbij de kleine worstjes die we in Duitsland kochten. De koude wind is eigenlijk niet meer aangenaam maar met enkele ramen dicht is het goed te doen. In de avond kijken we wat TV en ook lezen we wat voor we, zoals bijna elke dag, om 10 uur naar bed gaan.

Een echte Koekoeksklok aan de muur bij de bakker

 

Zondag zijn we pas om 8 uur wakker en ik haal een verse baquette bij de bakker op de hoek. Ik wordt teruggebracht naar mijn jeugd als de hier hangende koekoeksklok, met echte koekoek, 9 maal roept. Wat grappig. Deze klokken had je vroeger overal in Zwitserland maar naderhand heb ik dergelijke klokken nooit meer in werking gezien. Gelukkig staat er een lange rij bij de bakker zodat ik er volop van kan genieten.

Na het ontbijt rijden we weg. De binnenwegen die we volgen zijn erg rustig en we schieten lekker op. Vlakbij onze bestemming, Vaivre et Montoille, wordt het erg druk. Er is een bikersfestival, gezien de vele motoren en tot onze verbazing is er nog een plekje vrij op de parking voor campers en daar zetten we onze Frankia neer. Natuurlijk drinken we een koffie waarbij Dick even de caches die rondom het meertje liggen in de gps kan zetten en dan, het is inmiddels 12 uur, beginnen we onze wandeling langs het meer.

Geocachen langs het meer in Vaivre et Montoille

 

Er liggen een aantal geocaches verstopt en het pad leidt ons langs dit ondiepe meertje. Het is een leuke wandeling en er staat een briesje zodat we het in ieder geval de eerste helft van de wandeling niet te warm hebben. De temperatuur is 25 graden en dat is goed wandelweer. Helaas ligt de andere kant van het meer in de luwte van de wind zodat het daar aanzienlijk warmer is. Dick heeft duidelijk meer last van de warmte dan ik en het water wat we meegenomen hebben verdwijnt snel. Ik moet wel lachen als ik het gezicht zie van Dick als hij drinkt. Hij is toch al niet zo’n liefhebber van water en dit bijna “kokende” water heeft een apart effect. Helaas is het enige terrasje wat we tegenkomen dat van een restaurant. Je kunt er wat drinken maar op dit moment dan wel met een maaltijd en daar we daar nog geen behoefte aan hebben lopen we door. Gelukkig is het rondje rondom het meer slechts 6 km en kunnen we even later uitpuffen in de camper.

Lang willen we er niet blijven want binnen is het pas echt heet, 37 graden en eigenlijk is het er niet uit te houden. Dus wandelen we toch nog even door, nu naar het terrein naast ons waar het bikers festival plaatsvindt. De festiviteiten zijn al afgelopen maar het is leuk om nog even langs de vele kraampjes te lopen vol met artikelen voor de bikers en natuurlijk ontbreekt de Amerikaanse invloed niet.

Paspoppen “American Style” gekleed

Overal zijn petjes in de Amerikaanse vlag, nummerborden uit Amerika en paspoppen met kleding uit de jaren 50. Gelet op de prijzen die overal voor gevraagd worden kun je ze beter zelf in Amerika ophalen. Uiteindelijk, na totaal 8 km wandelen zijn we weer terug bij de camper waar we de stoeltjes buitenzetten en in de schaduw gaan zitten. Het wordt pas koeler als de zon ondergegaan is en dan koelt het erg snel af, in plaats van 30 graden is het ineens 23 graden. Dus gaan we maar snel naar binnen. Het is inmiddels 9 uur en lang hou ik het niet vol op de bank. Langzaam zakken mijn oogleden toe en nog voor 10 uur ben ik diep in dromenland.

Maandagochtend 8 augustus om 8 uur, staat de zon al te stralen aan een staalblauwe hemel. In de verste verte is hier geen winkel te bekennen dus ook geen bakker en opnieuw ontbijten we met overlevingsbrood. Als we vertrekken pakken we weer Franse binnenwegen en rijden opnieuw helemaal alleen over het Franse platteland. Waar is toch iedereen gebleven?
Eind van de ochtend arriveren we in Langres, een zelfde stad als Laon, hoog op een heuveltop gebouwd en ommuurd. Helaas is de camper plek niet echt bijzonder en snel besluiten we verder te rijden.

Camperplek bij jachthaven Chaumont

Onze eindbestemming wordt Chaumont, waar we rond het middaguur arriveren. De parking ligt aan een jachthaventje en ziet er ondanks het feit dat het een kale zonovergoten vlakte is, toch leuk uit. We zetten de Frankia langs het water en gaan lekker buiten zitten. De zon staat aan de andere zijde van de camper dus we hebben volop schaduw en daar er een windje waait is het eigenlijk niet warm.

Omdat Dicks lievelingsshirt vuil is was ik dat even samen met enkele sokken en sporttops van mij en hang deze aan een lijntje. Wind en zon werken goed samen want binnen drie uur is alles droog. Een goede test hoe lang het duurt bij mooi weer om kleding te drogen. Dick vindt het prima hier en blijft lekker bij de camper maar ik wandel naar de dichtbijgelegen supermarkt. Het is slechts 1.5 km lopen en goed te doen dus na twee maal heen en weer wandelen heb ik en lekkere frisdranken voor Dick (agrum zero en tonic zero) en eten voor vanavond want ook in de omgeving van dit haventje, aan het kanaal van Bourgogne naar Champagne, is in de verste verte geen restaurant te bekennen. En als dat er al zou zijn is dat toch op maandag gesloten.

Tegen 8 uur maakt ik burgers, we eten ze met sla en stokbrood. Hopelijk is het genoeg maar Dick vindt van wel want hoe ouder we worden des te minder hebben we nodig. Helemaal ben ik dat niet met hem eens want ik heb best veel trek. Maar mogelijk komt dat door mijn heen en weer gewandel. Gelukkig verdwijnt, als we beginnen te eten, de zon achter de bomen zodat het snel afkoelt. Dit is wel een erg aangenaam plekje zo langs het kanaal en het is rustig alhoewel er later op de avond nog best wat campers arriveren. De volgende ochtend, dinsdag 9 augustus, zijn we om 8 uur wakker en na het ontbijt (weer eens met overlevingsbrood) verzet Dick de camper om bij de waterkraan vol te tanken. Het is al een drukte van belang want er zijn drie Franse campers gearriveerd die bij elkaar willen staan en het plekje voor onze camper is het meest geschikt. We vinden het niet erg dat we vandaag vertrekken want de rust en ook ons uitzicht is nu ver te zoeken. Al snel rijden we over de Franse binnenwegen noordwaarts. Het is opnieuw stil en je merkt dat het nog steeds vakantie tijd is. De weg voert langs eindeloze, pas geoogste, graanvelden en pas als we de hoofdstad van de Champagne naderen, Epernay, verschijnen de eerste druivenranken. Helaas is de camperplek in Hautvillers, gelegen midden tussen de wijnvelden, te smal en te hellend voor onze Frankia zodat we hier niet kunnen overnachten en we rijden door om uiteindelijk in de middag in Laon te arriveren. Langs de stadsmuur is voldoende plek. Geen wonder want de zon zindert van de warmte op deze parkeerstrook maar we zetten desondanks de camper neer en wandelen naar het middeleeuwse stadje.

Wandelen in Laon

Helaas blijkt ons favoriete restaurant Agora gesloten, het gaat pas donderdag weer open en dus zoeken we een andere restaurant. Dat valt niet mee want in de hoofdstraat zijn alle restaurantjes of definitief dicht of gedurende 5 tot 6 weken met vakantie. Wel raar zo midden in het hoogseizoen. Eindelijk, na lang ronddwalen, vinden we toch nog een Italiaan die een aansprekend  menu heeft. Wel is opvallend terwijl we rondwandelen dat er weer meer winkeltjes definitief gesloten zijn. Het is wel jammer want de charme van het ronddwalen door een stadje gaat er wel van af als je van  de ene naar de andere, gesloten, etalage loopt. Natuurlijk brengen we ook weer een bezoekje aan de statige kathedraal. Het blijft bijzonder dat ze in het jaar 1100 al dergelijke imposante bouwwerken wisten te creëren.

Brochette de Boeuf

Terug in de camper arriveren we in een oven, zo heet is het binnen, 40 graden. Gelukkig gaat het een beetje waaien zodat het binnen wat afkoelt. Ach ook warmte went. Als we om 7 uur naar het restaurant wandelen kunnen we dat grotendeels in de schaduw doen  want de smalle middeleeuwse straatjes blokkeren inmiddels de zon. Ook het terras waar we willen eten ligt in de schaduw en er waait een verkoelend windje zodat het hier goed uit te houden is. Het eten smaakt lekker. Mijn Tagliatelli met Carbonara saus is lekker en Dicks eten met een vlees spies is ook erg goed en wordt mooi opgediend. Na een heerlijk dessert wandelen we weer op ons gemakje terug. Zetten alle ramen wagenwijd open en niet veel later slapen we, ondanks het feit dat het binnen nog zeker 32 graden is. Ik denk wel dat de heerlijke wijn hier ook debet aan is.

Woensdagochtend 10 augustus wandel ik weer eens naar de bakker om een vers stokbrood te halen. Wat smaakt dat toch altijd heerlijk. En daarna rijden we de bergpas weer af naar het dal, op zoek naar een supermarket. Stom dat we toch nooit de coordinaten opschrijven van een winkel want nu moeten we echt even rondrijden voor we een grote LeClerc supermarket vinden. Er is een enorme parkeerplaats maar deze staat bijna vol. Gelukkig vinden we in een hoek nog een plekje en wandelen we naar binnen. Alles wat we nodig hebben om straks heerlijk te kunnen barbequen bij Cor en Esmé is aanwezig en niet veel later zijn we weer op weg.

Kippen drinken uit de tankdop bij het waterpunt in Rozoy

Wel nog met een tussenstop in Rozoy om te dumpen. Misschien is het wel goed dat we hier komen want het achttal kippen wat hier rondloopt is duidelijk op zoek. Niet naar mensen maar naar water  en laat dat nu bij ons uit de afvalwatertank  naar beneden kletteren. Ik schenk de dop van onze toilettank vol met water en binnen de kortste tijd is deze leeggedronken door de kippen en hanen. Toch een goede daad verricht. Omdat het straks nog warmer wordt zet ik maar een emmertje gevuld met water in het struikgewas. Nu hebben de kippen de rest van de dag ook nog wat te drinken. Het betekent dat we pas om half een bij Cor en Esmé arriveren. Dat gaat niet helemaal zonder problemen. De smalle weg ernaartoe is eigenlijk slechts geschikt voor een personen auto en laten wij nu net een grote tractor en twee busjes tegenkomen. Gelukkig is het al weken gortdroog en kunnen zowel wij als de tractor de berm  inkruipen en elkaar toch nog passeren. Ik vraag me af of dit ook mogelijk is in het natte seizoen.

Na een lekkere kop koffie kletsen Esmé en ik gezellig door terwijl de mannen zich op het plaatsen van de nieuwe keuken storten. Cor heeft alle voorwerk al gereed. De ventilatie, leidingen en afvoer ligt er allemaal maar nu moet alles nog neergezet worden en ook enkele probleempjes opgelost, zoals de scheef weglopend muur waarvoor toch nog een oplossing bedacht moet worden. Maar met twee technici is dat geen probleem en de mannen vorderen gestadig. Om 7 uur is het einde werktijd en kletsen we heerlijk na op het terras in de tuin.

De BBQ staat klaar voor gebruik

Het is warm, inmiddels geeft de thermometer 35 graden aan, dus het biertje wordt snel gevolgd door een ander. Maar het eten smaakt later op de avond des te beter. Cor is echt een expert met de bbq en de burger en kipspiesen smaken voortreffelijk. Ook al blijven we lang kletsen om half 11 voelen we ons echt slaperig worden en duiken we ons bed in. We merken niet eens dat ons hoofd ons kussen raakt.

Donderdagochtend 11 augustus zijn we om half acht wakker en nadat we aangekleed zijn pakt Dick mijn fiets en rijdt ik naar het dorpje Liart om vers stokbrood te kopen. Het is een leuk tochtje door de weilanden en de afstand is slechts 3 km. Het is al druk bij de enige winkel in het dorp en een lange rij mensen vormt zich voor de  baquettes. Zoals altijd is dit het geval in Frankrijk bij de bakker.

Klussen in de keuken

Na een heerlijk ontbijt storten de mannen zich weer op de keuken terwijl Esmé en ik afwassen en daarna ons op verschillende klusjes storten. Het wordt weer een warme dag. In een uurtje is de temperatuur al van 20 naar 25 graden gestegen en rond het middaguur wijst de thermometer de 30 graden aan. Nadat ik op mijn Ipad mini mijn verhaal heb bijgewerkt kan ik het niet laten even in de bloedhete zon bramen te  zoeken. Ook al heb ik een stok bij me, toch verhindert die niet dat ik op een gegeven moment geen houvast meer heb op de steile heling van de greppel en glijd ik door de doornenstekels naar beneden. Geen echt handige move want mijn beide benen zijn nu bloederig. En de bramen…. Deze liggen overal verspreid in de greppel.

Meer dan genoeg bramen

Hopelijk zijn de mieren er blij mee. Snel loop ik terug naar de camper waar ik mijn benen schoonpoets en ook even het bloed en bramensporen uit mijn kleding verwijder. Nadat ik bij de mannen geklaagd heb (ze hebben geen aandacht want het plaatsen van de keuken is belangrijker) loop ik weer naar buiten, volg de weg een stukje en vind nieuwe bramen die een stuk beter toegankelijk zijn. Uiteindelijk heb ik toch een pan vol bramen. Echt heel lekker zijn ze niet dus nadat ik ze gespoeld heb kook ik ze. Heb nu bramenpuree die mogelijk lekker is in de yoghurt of het ijs. Helaas hebben we geen van beiden. Rond 7 uur stoppen de mannen, douchen ze en gaan we op het terras lekker wat drinken. Pas laat maak ik spaghetti terwijl Esmé een salade maakt. Het smaakt voortreffelijk. Pas als de grote volle maan boven de bomenrij uitkomt gaan we naar bed en slapen als rozen.

De Bazar in Revin

Net als gisteren sta ik vrijdagochtend om 7.30 uur naast mijn bed en na een lekkere douche fiets ik in de nog koele ochtend naar het dorp Liart toe om even later met croissants en vers stokbrood te arriveren. We ontbijten gezellig samen, kletsen en dan vertrekken wij. In Revin stoppen we om te dumpen, altijd belangrijk als we enkele dagen hebben gestaan. We doen natuurlijk ook boodschappen en tanken de camper vol. De diesel is hier nog steeds goedkoper dan bij ons.  Ook snuffel ik nog even rond in de bazar naast de camperplek en daar vind ik waar ik al lang naar op zoek ben. Een granieten grafmonumentje voor op het graf van mijn ouders.

Via Facetime laat ik het Hannah zien die het mooi vindt en dus wandel ik gelukkig terug naar de camper. Het is inmiddels zeker 35 graden maar toch zoeken we nog wat caches. Tot mijn verbazing kunnen we in Bergen op Zoom een plekje vinden aan de boulevard. Voor het eerst zijn we hier in hoog zomer en het is druk. Maar ook gezellig.

Goedgekeurde zwemkleding voor tijdens de Camino

 

Het is heerlijk buiten en omdat we grotendeels in de schaduw van de hoge bomen langs de boulevard staan is het ook binnen in de camper niet echt bloedheet. Nu we zo langs het water staan kan ik mooi uitproberen of het lukt om in shirt en onderbroek te zwemmen.

Met name wil ik weten of ik er niet echt belachelijk uitzie dus tegen de avond doe ik dat aan. Mocht het ermee door kunnen, Dick moet wel een foto maken, dan neem ik verder geen zwempak mee op mijn camino. Mijn dunne witte shirt is te doorschijnend maar mijn mooie Camino-shirt dat ik van Hannah en Henk heb gekregen, kan wel. Dan weet ik dat ook.
Tot laat in de avond zitten we lekker buiten, eten heerlijk eten van de Turk, kijken naar alle mensen die over de boulevard slenteren en genieten van de schitterende ondergaande zon. We gaan niet voor 11 uur naar bed.

Een prachtige zonsondergang

 

De volgende ochtend staan we om 7.30 uur op, ontbijten met ons laatste overlevingsbrood en rijden dan naar huis. Het wordt warmer en warmer maar in vergelijking met de temperatuur in ons huis, het is daar 39 graden, stelt het buiten niets voor. Toch hebben we het wel warm met het heen en weer lopen van de camper naar binnen. Niet alles gaat mee. Er blijft redelijk wat in de camper achter. Dick gaat er zaterdag 20 augustus immers weer mee op stap. Helaas is het zo druk op de parking achter ons huis dat we onze Frankia geen nachtje kunnen laten staan. Zodra Dick dus het tapijt met biotex heeft schoongepoetst en het in de bloedhete zon ligt te drogen, gaat hij de camper naar de stalling brengen. De buitenkant hebben we niet schoongemaakt, dat is momenteel door de aanhoudende droogte en hitte  niet toegestaan, maar wel is deze van binnen helemaal gepoetst en zijn de bedjes gedekt dus Dick en Cor zullen de volgende week er zo in kunnen.

Geplaatst in EUROPA | 2 reacties

Mini Pelgrimage Maastricht – Roermond juli 2022

De Camino roept

Hannah fietst de Camino Frances

Hoe het precies begonnen is weet ik niet echt. Misschien zit de wens om deze pelgrimage te lopen wel in mijn genen. Mijn vader en moeder wandelden immers ook en gingen lopend vanaf de geboorteplaats van mijn moeder in Millingen op zoek naar de bronnen van de Rijn. Toen ik vier jaar geleden in de Appalachian Mountains het boek kocht: “A walk for the Sunshine” waarin een tocht over de Appalachian Trail beschreven wordt, werd de wens om een Camino te gaan lopen sterker. Mogelijk heeft ook meegespeeld dat ik halverwege 2018 opeens een knobbeltje in mijn borst voelde. Na de operatie vond ik dat ik, uit dankbaarheid dat ik nog leef, de Camino zou moeten lopen: “Om het leven te vieren”.

 

De Crux Ferro aan de Camino Frances

Toen mijn zusje Hannah en haar man Henk de Camino naar Santiago gingen fietsen, kon ik geen genoeg krijgen van hun verhalen en foto’s. Dat de Camino je roept werd me duidelijk toen Dick en ik in november 2021 met mijn nichtje Inge en haar man Paul bij het Cruz Ferro stonden, een hoog punt op de Camino Frances.
Paul had de as van zijn vader bij zich (die ook deze Camino liep) en die ze later die week aan het einde van de wereld zouden uitstrooien. Ik raakte hier geëmotioneerd, de tranen biggelden over mijn wangen, zo prachtig was het op deze plek, hoog in de bergen. En dat met winters, koud weer, de grond bedekt met sneeuw en omringt door laaghangende bewolking waar zo nu en dan een lichtstraal doorheen wist te komen. Het was een magisch moment op een magische plek en het was fijn dit via FaceTime met mijn zusje Hannah te delen. Wat hadden mijn ouders het hier ook bijzonder gevonden.

We (Dick en ik) aarzelden derhalve geen moment toen duidelijk werd dat Dick in september samen met zijn duikvriend Cor op stap zou gaan naar Noord Frankrijk. Nu was voor mij de tijd gekomen om echt de Camino te gaan lopen.
Daarop kwam alles in een stroomversnelling. Dick en ik gingen naar Utrecht waar ik lid werd  van het Nederlands Genootschap van St. Jacob en een pelgrimspas kocht. Nog dezelfde week bezocht ik een informatie bijeenkomst van dat genootschap in Delft waar ik veel informatie kreeg over wat het betekent om een Camino te lopen. Voordat ik er erg in heb boekt Dick de bus naar St. Jean Pied de Port in de Franse Pyreneeën en dan staat vast dat ik mijn tocht op 20 augustus 2022 ga starten. Aarzelend ben ik over deelname aan de mini pelgrimage van Maastricht naar Roermond die ter ere van de naamdag van St. Jacob plaatsvindt en van 20 tot 24 juli gelopen wordt. Moet ik daar wel aan meedoen? Dick maakte een einde aan deze aarzeling en geeft me tijdens onze vakantie gewoon op.
Nu, begin juli, ben ik daar echt blij mee want het biedt me de gelegenheid om te ervaren hoe het is enkele dagen achter elkaar te wandelen en met een groep mensen in een tent te  bivakkeren. Straks ga ik dat immers ook ervaren in de albergues onderweg.
Uiteindelijk betekent deze beslissing ook dat ik onze vakantie route met de camper aan moet passen.

Op de weg naar Cap Fisterre

Ik wil, samen met  Dick, op een paar plekken gaan kijken waar ik straks zal gaan lopen. En natuurlijk moet er gewandeld worden waardoor tijdens deze camper-vakantie onze fietsen werkloos achterblijven. Dus staat onze mei vakantie, nadat we vanuit zuid Spanje naar het noorden vertrokken zijn, echt in het teken van de Camino.
Wat is het bijzonder om samen met Dick van uit het plaatsje Fisterre naar de Kaap te wandelen. Hier, aan de Atlantische oceaan, bestaat echt het einde der wereld.
Onder het toeziend oog van Messire Jacques zien we helaas niet de zon sterven.
Ik verwijs hier naar het derde couplet van het Pelgrimslied: Ultreia.
Het luidt als volgt:

Et tous la bas au bout du continent,
Messire Jacques nous attend,
depuis toujours son sourire fixe,
le soleil qui meurt au Finistere.

De laaghangende wolken bedekken alle zonnestralen. Op deze plek, waar rotsblokken tot aan de onstuimige oceaan afdalen, vinden we onder het stenen kruis de  beeltenis van Saint Jacques.  En terwijl Dick hier boven op de rots wacht, daal ik af naar het water. Het is heel bijzonder aan dit einde van de wereld.

Kapel in St. Jean Pied de Port

Onze campertocht zetten we voort in oostelijke richting door Noord Spanje waarbij we regelmatig in plaatsen terechtkomen die de Camino Frances (de route die ik ga lopen) ook volgt. Natuurlijk stoppen we bij het klooster in Roncesvalles waar we rondkijken om uiteindelijk, na een lange afdaling, aan te komen in St. Jean Pied de Port waar ik mijn tocht zal starten.
In de kapel steken we een kaarsje aan.

 

De pelgrimsshop “Boutique du Pelerin” aan de Rue de la Citadelle is te verleidelijk om voorbij te lopen en dus wandelen we enkele uren later, beladen met spullen, de deur uit. Goed geholpen door de vriendelijke eigenaren heb ik een belangrijk deel van mijn uitrusting kunnen kopen.

Pelgrims shop in St.Jean Pied de Port

Als we, na een fantastische reis, begin juni weer thuis zijn ga ik voor het eerst alles wat mee moet in mijn rugzak pakken. Het past allemaal en het gewicht rond de 9 kilo zou draagbaar moeten zijn. We gaan het zien. En ook al snel want de groeps-app van het Genootschap die mij regelmatig op de hoogte houdt van de aanstaande mini pelgrimage komt vaker met nieuws en maakt dat ik daar ook steeds meer zin in krijg. En dan is het moment daar dat ik echt mijn rugzak pak met datgene wat ik de komende dagen op mijn eerste pelgrimage nodig zal hebben.

Woensdag vertrek ik met de trein naar Maastricht dus lijkt maandag 18 juli de juiste dag om een proefloop te maken. Omdat ik toch in het centrum van Rotterdam ben, besluit ik terug naar huis te lopen.  Nu kan ik meteen ook nog langs de Decathlon winkel om daar nog een zitmatje te kopen. Het is warm en tegen half 1 loopt de temperatuur verder op, het is inmiddels 29 graden. Dus als de bus mij passeert op de laatste 2 km, stap ik toch maar in. Vanavond wacht mij immers nog een wandeling.

Trainings rondje Zevenhuizerplas met Geordie

Om half 7 staan we met zijn drieën op de parking langs de Zevenhuizerplas. Naast Dick loopt ook Geordie, mijn duikbuddy, mee en we starten onze loop rondom de plas tussen de honderden badgasten. De temperatuur is nog 31 graden en iedereen ligt aan het water of geniet van een burger die op een van de vele barbecues die overal langs het water te vinden zijn, ligt te garen. Het ruikt in ieder geval erg aanlokkelijk. Helaas krijg ik na 6 km lopen wat last van de aanhechting van de spier naar mijn heup. Het lukt gelukkig wel om, iets langzamer lopend, de auto weer te bereiken. Wel maak ik me nu ernstig zorgen want overmorgen begint mijn mini pelgrimage.

Dick praat nog even met Tekla voor het vertrek naar Maastricht

 

Gelukkig verdwijnt de pijn snel en woensdag 20 juli 2022 kan ik vol goede moed op stap. Natuurlijk arriveren we te vroeg op het centraal station van Rotterdam. Maar gelukkig, na even wachten, druppelen de deelnemers aan de pelgrimage een voor een naar binnen. Het is niet moeilijk te weten wie meeloopt want de rugzakken met slaapmatjes en bergschoenen zijn makkelijk te herkennen. Nagezwaaid door Dick vertrekt uiteindelijk de trein waar we verder kennis kunnen maken met elkaar. Frank, Tekla en ik kletsen wat af en voor we er erg in hebben arriveren we in Maastricht. In een café tegenover het station worden we hartelijk ontvangen door de rest van het bestuur.

Netta, Guus, John en Jan en ook Nine verwelkomen ons. Huub hadden we al leren kennen want hij had geregeld dat we met elkaar op een groepsticket vanuit Rotterdam konden vertrekken. Ik kan me niet meer herinneren of ook Tjitske en Gijs er waren, maar gelukkig krijgen we later genoeg tijd om ook met hen kennis te maken.

Verwelkoming door Netta met Goodie Bag

We krijgen een goodie-bag overhandigd met een mooie Jakobsschelp met onze naam, een praktisch klein dagrugzakje en een prachtig info boekje over de festiviteiten in Roermond en na een briefing van John en een lekkere koffie met vlaai vertrekken we voor onze eerste kilometers. De temperatuur is gestegen, maar met 24 graden en een licht windje is het toch goed wandelweer.

Als er, kort na de eerste stop tussen de bomen, al snel weer een stop is, nu om ons brood te kunnen eten, wandel ik liever door en daar Frans dat ook doet vraag ik of ik me bij hem aan kan sluiten. Frans is zo verstandig geweest om de door de organisatie uitgeschreven route naar zijn telefoon over te zetten in een streepje waardoor de weg naar ons einddoel, het mini plaatsje Catsop,  goed te vinden is en voor we er erg in hebben arriveren we, na 13 km, al bij camping Catsop waar op een groot grasveld, naast de kooktent en de schoenen tent, ook twee grote legertenten, genaamd Santiago en Jacobus, opgesteld staan.

Met Frans aangekomen in Catsop

Omdat we de eersten zijn die arriveren hebben we de luxe om een mooi bed naast de ingang van de tent uit te zoeken en nadat de slaapzak uitgespreid is over het bed, is de eerste gang naar de douches. Wat is het heerlijk om met deze warmte water over je heen te laten lopen.  Zodra ik schone kleding aan heb, ga ik mijn met zweet doordrenkte kleding uitwassen. Helaas blijk ik bij terugkeer bij de tent mijn zakje met knijpers en waslijn te hebben verloren dus mijn natte kleding wordt uitgespreid over de heg.
Het verlies van mijn knijpers laat me niet los en regelmatig loop ik terug naar de douches (ze zijn inmiddels bezet) om te vragen of mijn waslijnzakje daar niet achtergebleven is. Dick heeft gelijk als hij zegt dat het ook wel erg dom is om iets wat je bij de tent nodig hebt, mee te nemen naar de douche. Omdat het toch wel lastig is om kleding te drogen zonder lijn en knijpers en niemand iets heeft gezien, wandel ik ten einde raad naar de beheerder van de camping.

Hij weet van niets maar wandelt 15 minuten later toch naar de tent waar hij mij mijn knijperzakje overhandigt zodat ik uiteindelijk toch een waslijn kan spannen en mijn was eraan kan hangen. Ik zal in het vervolg er echt voorzichtiger mee moeten omgaan.
Als mijn was eindelijk aan de lijn wappert, de andere lopers zijn inmiddels ook allemaal binnen, schuif ik aan om een glaasje bier te drinken. Onvermoeibaar wordt deze telkens weer opnieuw door Gijs of Guus uit de koeling  gehaald. Wat een service.

Tjitske maakt een culinaire verrassing

We genieten van een voortreffelijke soepje. Het blijkt een voorbode te zijn van een culinaire verwenning. Tjitske en Nine, ondersteund door Gijs en Guus blijken in staat heerlijke maaltijden te bereiden voor ons allen. Het is iedere avond smullen.

Alhoewel het weerbericht voor de avond niet echt gunstig is en de lucht steeds donkerder wordt door de aanstormende wolken blijken we het toch droog te houden en kunnen we in de avond genieten van de  troubadour- en verhalenverteller, Gery Groot Zwaaftink uit de Achterhoek.

Troubadour Gery Groot Zwaaftink vertelt

 

We luisteren geboeid naar zijn bijzondere verhalen en liedjes in zowel het Nederlands als het Achterhoekse dialect. Het verhaal over de rondtrekkende kamelendrijver en de rijke landeigenaar zal me nog lang bijblijven.
In het kort kwam dat verhaal neer op het volgende:

Een kamelendrijver komt na een vermoeiende tocht door de woestijn in een oase langs de tuinen van een rijke landeigenaar en bedenkt hoe heerlijk het is om daar te kunnen wonen en niet hoeven rond te trekken. Tegelijkertijd denkt de rijke landeigenaar, die de kudde aan ziet komen, hoe heerlijk het moet zijn om in vrijheid rond te trekken met een kudde kamelen in plaats van vast te zitten op een plek. Over de muur van het landgoed hangt rijp fruit wat zo aanlokkelijk is voor de leidende kameel dat deze ernaar toe loopt en ervan begint te eten. De  landeigenaar wordt daar zo boos om dat hij een steen naar de kameel gooit. Deze steen komt tegen het hoofd van de kameel terecht die erdoor gedood wordt. Daarop wordt de kamelendrijver zo boos dat hij een steen teruggooit. Helaas komt deze ook ongelukkig terecht en de landeigenaar valt dood neer. De kamelen drijver wordt voor de rechter gesleept door de zoons van de landeigenaar die hem moet veroordelen tot de doodstraf. Er is geen andere mogelijkheid want deze straf wordt in de wet voorgeschreven. Daarop vraagt  de kamelen drijver drie dagen respijt om thuis wat te kunnen regelen. Hij belooft plechtig na die drie dagen terug te keren om zijn straf te ondergaan. De zoons noch het publiek wil hiervan weten en de rechter beslist dat dit alleen kan als iemand zich in zijn plaats wil stellen. Na lange stilte meldt zich een oude man die dit wil doen, hij wordt opgesloten terwijl de kamelen drijver ervan door gaat.

Ademloos luisteren we naar het verhaal

Na 3 dagen is de kamelendrijver nog niet terug en wordt de oude man naar het schavot geleid. Net voordat de beul zijn werk kan uitvoeren hoort een jongetje hoefgetrappel en schreeuwt dat de beul nog even moet wachten. Er komt iemand aan en ja hoor, het is de kamelendrijver op zijn paard. Als de rechter hem vraagt waarom hij terugkomt zegt deze dat hij thuis juwelen die hij in bewaring had voor een weduwe moest opzoeken en teruggeven. Zijn zoontje bleef zich echter aan hem vastklampen en wilde hem niet loslaten zodat hij pas in de nacht, toen zijn zoon vast in slaap was, zijn huis kon verlaten. De oude man zegt desgevraagd tegen de rechter dat hij vertrouwen had in de man die zijn woord gaf om terug te komen en als deze niet teruggekeerd was, dat dan zijn leven geen waarde meer had omdat hij dan geen vertrouwen meer kon hebben in mensheid. Na de verhalen aangehoord te hebben besluit de rechter toch het doodsvonnis te wijzigen en wordt de kamelendrijver veroordeeld tot het betalen van zilverlingen aan de zonen van de landeigenaar.
Onder doodse stilte horen we dit fantastische verhaal aan en kunnen daarna nog genieten van enkele gevoelige songs voor een onweersbui losbarst en we allemaal onze tenten opzoeken.

De nacht is wel afzien want de temperatuur is enorm gezakt en daarbij is het door de regen ook vochtig geworden. Alhoewel mijn slaapzak normaliter goed zou voldoen is hij in deze koude toch echt onder de maat. En dan te weten dat er thuis nog heel veel extra warme exemplaren liggen. Ook werkt niet mee dat het veldbed keihard is (heb ook niet één van de vele matjes vanuit huis meegenomen). De koude trekt gewoon mijn lichaam in dus echt goed slaap ik niet. Maar dat hoort ook bij een pelgrimage denk ik maar. Als we de volgende ochtend om half zeven opstaan is alles vochtig maar een lekkere warme douche doet wonderen en enigszins opgeknapt zitten we even later buiten te ontbijten.
Tjitske en Nine hebben samen met Gijs en Guus, grote tafels volgeladen met eten en naast brood, crackers en beschuit met verschillende soorten beleg is er voor de liefhebbers ook muesli. Wat worden we verwent en al snel zitten we met een kop koffie of thee heerlijk te ontbijten.

Samen afwassen

Na de afwas van de enorme aantallen kopjes, glazen, borden en bestek klappen we alle bedden in zodat ze op de rolkarren geplaatst kunnen worden en maken ons dan op om te vertrekken naar onze volgende bestemming. John brieft ons over de te volgen route en we vertrekken. Eerst nog met een fleece-trui aan maar al snel verdwijnt deze terug in de rugzak. Helaas blijft de zon achter het dikke wolkendek en worden we na enige tijd geconfronteerd met wat miezerregen. Niet echt gewenst maar in eerste aanleg volstaat een hoes om de rugzak. Er staat een aardig windje maar het is niet echt koud met 18 graden. Toch wordt besloten de koffiestop niet op de parking van een parkeerterrein te houden maar de koffie te nuttigen in een nabijgelegen uitspanning.

Het restaurant de Biezenhof ziet er mooi uit en serveert werkelijk voortreffelijke cappuccino en het geeft dubbele energie om verder te gaan. Die energie is echt nodig want niet alleen lopen we vandaag de grootste afstand, 26 km, als we willen vertrekken komt de regen ook met bakken uit de hemel vallen. Het is nu echt nodig om ook een poncho aan te trekken. Eigenlijk is het fijn dat het nu niet droog is want nu kan ik deze ook uit proberen.

Een natte papieren route beschrijving

Ik sluit me aan bij de wat snellere lopers die ik gelukkig kan bijhouden en met de navigatie van zowel Frans (via zijn mobieltje) als Frank (met behulp van de natte papieren versie) vinden we onze weg naar het noorden. We volgen een mooi paadje langs de Geleenbeek en genieten van het lopen door de natuur. Wel betekent het dat we herhaaldelijk door smalle draaihekjes moeten wat niet altijd meevalt want soms blijft de rugzak er in steken maar uiteindelijk arriveren we in de buiten wijken van Sittard vanwaar we koers naar de binnenstad zetten.
Het regent nog steeds onophoudelijk en buiten lunchen is niet echt aangenaam dus dirigeert John ons naar de binnenstad, waar we langs de markt lopen waar de St. Michielskerk staat.
Eind augustus 1938 was deze kerk afgeladen vol, zoals altijd bij de jaarlijkse viering van de beschermheilige van de stad, Sint Rosa, en de hoogmis was in volle gang. Plotseling geroezemoes deed de mensen omdraaien en gegil en geschreeuw weerklonk toen een ontsnapte leeuw  binnenliep en op zijn gemakje naar het altaar sjokte terwijl iedereen in paniek een veilig heenkomen zocht. Gelukkig gebeurden er geen ongelukken maar de foto in de kerk verwijst wel naar dit voorval.

Wandelend langs de grens van Duitsland bekijken we de route

Iets buiten de stadswallen vinden we voor de bibliotheek een terras met enorme parasols en al snel bezetten we daar de terrasstoelen. Het is niet echt koud, alleen nat en dus kunnen we onze natte poncho’s uithangen en niet  veel later genieten we van onze meegebrachte boterhammen bij een lekker kopje koffie. Zelf bestel ik warme chocolade melk met slagroom. Niet echt goed voor de lijn maar met deze regen smaakt het voortreffelijk. Als iedereen zijn brood en drinken op heeft en de file voor het toilet heeft doorstaan, gaan we weer op pad.

We vervolgen onze route langs de beek en na een mooi Maria kapelletje te hebben gezien trekken we de grens over naar Duitsland. Uiteindelijk, na een lange, eindeloze, wandeling langs een enorm groot en luxueus vakantie park arriveren we bij Camping de Hommelhof waar een groot grasveld op ons wacht en de twee grote legertenten in het niets verdwijnen. Kleding wassen heeft vandaag geen zin. Het weer is te instabiel en regelmatig valt er regen. Dat betekent ook dat er niet buiten gegeten kan worden en met onze borden op schoot, genieten we, na een kop soep, opnieuw van een heerlijke maaltijd.

Tjitske en Netta zorgen goed voor ons

Ditmaal krijgen we aardappels met roomspinazie en eieren in mosterdsaus en komkommer. Heerlijk smaakt ook het biertje wat Gijs  onvermoeibaar voor ons uit de ijskast tevoorschijn tovert. Natuurlijk gaan we na afloop van de maaltijd met elkaar afwassen. De mannen zijn inmiddels bedreven in het over het hobbelige gras vervoeren van het wagentje met borden, glazen en bestek. De anderen, gedirigeerd door Tekla, wijden zich aan het afwassen en drogen van de enorme berg etensgerei. Uiteindelijk lukt het om alles weer schoon en heel terug bij de tenten te krijgen. De vaste bewoners van de camping zijn niet echt blij met ons en mopperen. We hadden zoveel vuile afwas dat de gehele warm waterboiler leeg getrokken is. Het is maar goed dat wij slechts een dag blijven. Helaas kunnen we niet genieten van een foto-informatie avond van Jan. De connectie kabels die hiervoor nodig zijn passen niet en de laptop kan derhalve niet verbonden worden met de projector. Helaas, maar het is niet anders. We houden deze informatie nog tegoed.

Frans en Kees praten even zittend op hun bed

Daar de neerslag inmiddels is opgehouden wordt de rest van de avond buiten doorgebracht en kunnen de bewoners van tent Santiago zich bezig houden met het opbouwen van hun veldbedden, iets wat, als je eenmaal de slag te pakken hebt, heel makkelijk gaat. Helaas zijn door de vele regen de bedjes wel wat vochtig geworden. Zelf heb ik daar wat minder last van omdat Netta mij verwent met een dun aluminium dekentje wat op het veldbed gelegd kan worden waarmede ook het vocht uit mijn slaapzak blijft. Toch blijft de nachtrust wat onregelmatig vanwege de koude en vochtige nacht. Maar ik slaap voldoende want de volgende ochtend wordt ik verfrist wakker. Alhoewel dat ook kan liggen aan de heerlijke warme douche. We hoeven ons deze ochtend niet te haasten. Het eerste programma onderdeel is het bezoek aan de Basiliek en schatkamer in Susteren. Dat bezoek kan door een onverwachte begrafenis echter geen doorgang vinden op de geplande tijd en dus hebben we voldoende tijd om na de afwas (die iedere dag weer uit een onafzienbare stapel borden, kopjes, glazen en bestek bestaat) met elkaar te praten. Ook geeft Riekje ochtend gymnastiek op het grote veld voor de tenten. Niet echt een overbodige luxe na de wandelingen van de afgelopen dagen. Uiteindelijk kunnen we echter op weg.

Wachten op het plein voor de Basiliek

Helaas is de begrafenis nog bezig dus wachten we op het pleintje voor het café. De uitbater weet niet wat hem overkomt als een horde vrouwen hem bestormt en verzoekt gebruik te mogen maken van het toilet. Gelukkig wordt dat, tegen betaling van 50 cent, toegestaan en een lange file vormt zich op het plein.

Uiteindelijk kunnen we door en splitst de groep zich waarbij wij eerst de schatkamer bezoeken. We krijgen een rondleiding langs de relikwieën en bijzondere kledij. Leuk en verhelderend wordt over alles uitleg gegeven. Daarna wisselen de groepen en gaan wij de Basiliek bekijken. Opnieuw worden we verrast door een leuke rondleiding met veel en heldere informatie die ook op aansprekende wijze gegeven wordt.
Het is al rond het middaguur als we de basiliek verlaten en op het kerkplein worden we door Tjitske en Nine verwent met koffie en zelfgebakken koekjes. Heerlijk smaakt het en verfrist gaan we even later op stap. Niet direct naar de eindbestemming want eerst hebben we nog een stop bij de Jacobskerk. Terwijl we wachten tot onze “credentials” afgestempeld zijn, kijken we even rond in deze mooie kerk maar als iedereen zijn stempel heeft vertrekken we toch direct. Het is warm maar met het lopen is het goed te doen.
Bijzonder is dat je iedere keer weer met iemand anders van de groep in contact komt en een stuk samen oploopt. Pratend over de dingen die belangrijk zijn in het leven. Een heel bijzondere ervaring. De weg voert uiteindelijk een stuk door de uiterwaarden en volgt ook de dijk met uitzicht op de Maas. Het is nauwelijks denkbaar dat waar nu weilanden liggen vorig jaar rond deze tijd alles onder water stond.

Mirjam, Tekla en John voor de tent in Aldeneik

De omgeving is mooi en de groep kronkelt zich als een veelkleurig lint over de dijk, tot we bij de brug arriveren en België  inlopen. Vanwege een culturele manifestatie is het oude kerkje van Aldeneik open en snel werpen we daar nog een blik naar binnen voor uiteindelijk toch wel enigszins moe door de warmte op de camping de Boomgaard arriveren. Dag drie met 13 km wandelen is ook al weer gelukt. Ik ben blij verrast als ik onze tent Santiago binnenkom. Frans heeft een bed voor mij vrijgehouden naast de ingang, mijn favoriete plekje.

Nadat mijn bed gedekt is wandel ik naar de douche die heerlijk verfrissend is en als de kleding de zeep heeft geroken kan deze snel aan mijn gespannen lijntje bevestigd worden. Het is was van twee dagen dus ik hoop dat alles snel droogt. Ik ben nu wel blij dat ik drie shirtjes met korte mouw bij me heb want met twee stuks had ik het nu niet gered.
Gelukkig gaat het ook goed met Mirjam. Zij heeft onderweg  op moeten geven maar is weer veilig op de camping gearriveerd.
In tegenstelling tot gisteren waar we een enorm grasveld tot onze beschikking hadden is het plekje hier net een postzegel, maar zowel de twee legertenten en de kooktent als de ronde tafels en stoelen hebben een plekje gevonden. Alles staat alleen wat dichter op elkaar.

Netta verzorgt de blaren

Terwijl Netta bezig is met het verzorgen van vele voeten met blaren en we napraten over de wandeling, genieten we van een lekker koel biertje en worden we getrakteerd op heerlijke etensgeuren. Huub is bezig om in enorme schalen de door Tjitske en Nine klaargemaakte ingrediënten voor een Indische maaltijd door elkaar te roeren. We worden vanavond weer verwent!

’s Avonds moeten we wel ons wasgoed binnenhalen. Er wordt vannacht weer regen verwacht. Zelf merk ik daar niets van want ik slaap heel diep en wordt alleen regelmatig wakker omdat het koud is. Als we zaterdag om half zeven opstaan schijnt de zon al weer aan een staalblauwe hemel. Zoals iedere ochtend vouwen we onze bedden op en bergen deze in de rolwagens nadat we onze rugzakken hebben ingepakt en gaan dan ontbijten. Er is geregeld dat er vers brood en broodjes bij de bakker in het dorp gehaald wordt en het is heerlijk smullen. Wel is er wat verwarring over het al dan niet afwassen. Enkelen van ons hadden begrepen dat we vanochtend niet hoefden af te wassen dus vertrekt er al een ploeg, waar ik ook toe behoor, terwijl anderen druk bezig zijn met afwassen. Het is duidelijk dat dit wat wrijving geeft.

Netta en John nemen de route door

Nadat de route is besproken door Netta en John gaan we toch welgemoed op weg, belovend dat wij vanavond weer ons corvee zullen doen. Direct na het verlaten van de camping wandelen we over de dijk langs de Maas. Het is een prachtige route en het beloofd een schitterende (warme) dag te worden. We maken een praatje met de eigenaren van de schitterende vakantie woningen langs dit deel van de Maas  en al lopend praten we ook veel met elkaar en hebben plezier.
Lachen moet ik wel als Frans één van de vele hekjes keurig open houdt voor Annelies maar ervan uitgaat dat Frank, die daarna het hekje doormoet, dat wel zelf open kan maken. Het leidt uiteraard tot hilariteit. Dit deel van de Maas bestaat uit veel afgravingen en regelmatig lopen we over een plankier over een grint gat en genieten van de schitterende bloemenweelde om ons heen. Wel moeten we ook insecten van ons afslaan maar dat krijg je in deze waterrijke omgeving. Natuurlijk kunnen we het niet laten te stoppen bij een boom met mirabellen. Deze heerlijke, pruim-achtige  vrucht, is inmiddels rijp en smaakt heerlijk na anderhalf uur lopen.

Frank, Frans en Tita onderweg

Niet veel later arriveren we in het mooie witte stadje Thorn. Het is er nog heel stil en we wandelen wat rond. Johannes vindt het best en gaat op een terras voor de kerk zitten wat wij ook willen doen, maar we veranderen van gedachten als nog geen minuut later Tjitske met haar camper langs komt rijden. Het is even zoeken waar ze gaat staan maar een telefoontje van John geeft opheldering en al snel wandelen we weer het stadje uit op weg naar de parkeerplek waar de camper is aangeland.

Opnieuw worden we verwent met koffie, thee of fris en eigen gebakken lekkers. Een heerlijke onderbreking van onze wandeling. Vanaf hier blijven we meer als groep bij elkaar want we wandelen niet helemaal door naar de camping. Ergens, 8 kilometer verwijderd van de camping, stappen we op een busje naar camping Hermans net buiten Roermond. We moeten vanmiddag namelijk op  tijd bij de Jacobus kapel zijn om bij de opening van het “Schelpenpad” aanwezig te kunnen zijn. Het laatste stuk van de wandeling is teveel voor Tekla. Zij heeft haar enkel verzwikt en kan na meer dan 10 km niet verder zodat we het laatste stuk zonder haar lopen.

Nine en Netta wachten op camping op ons

Camping Hermans is een verrassing. Het is gelegen aan de plas en de tenten zijn naast het water opgezet. Wat een prachtige plek. Dat vindt  Marianne ook die tegelijk met Tekla is ingestapt en nu op een veldbed zittend, geniet van het uitzicht over de bootjes die in het verkoelende water liggen. Nine, de voortdurend helpende hand in de keuken en Netta wachten de langzaam binnen druppelende wandelaars op, die zijn opgehaald door het taxibusje met zijn aardige Afghaanse chauffeur en nadat iedereen een bedje heeft en de rugzak neergezet is, wandelen we om half 4 naar de binnenstad van Roermond.

Bij de Jacobus kapel wacht de in kleurige uniform getooide garde, die ons zal begeleiden naar de Kathedraal. Een stop met een minuut stilte wordt ingelast bij het huis van de eergisteren overleden broeder Chiel en na een eresaluut, wandelen we verder, door het centrum. Onze prachtige Jakobsschelpen bengelen aan de groene dagrugzakjes. Wat heeft de organisatie hier zijn best op gedaan. Ik ben echt blij met deze prachtig beschreven Jakobsschelp die we, namens de afdeling Rotterdam van het Nederlands Genootschap van St. Jacob, in Maastricht van Netta hebben gekregen. Terwijl we naast de toegangsdeur tot de Kathedraal wachten begint opeens de beiaardier de kerkklokken te bespelen en we worden overdonderd door het indrukwekkende en alles doordringende klokgelui. Zelf kan ik niet verhinderen dat de tranen mij over de wangen stromen. Het is een emotioneel moment.

De Deken in Roermond zegent de nieuw ingemetselde Jakobs schelp

Nadat het beieren zeker 10 minuten voortgeduurd heeft verschijnt de deken van Roermond die na een toespraak van één van de mannen van de broederschap van de heilige Jacobus, de nieuw ingemetselde Jakobs schelp inzegent. Ook wij  worden gezegend. De deken is de mening toegedaan dat niet alleen voorwerpen maar ook de mensen gezegend moeten worden. Iets waar ik het helemaal mee eens ben. Na dit plechtige moment wandelen we met zijn allen naar het zalencomplex ‘t Paradies in de binnenstad waar we gezellig napraten en een drankje drinken. Rond half zeven wandelen we weer terug naar de camping aan de Maasplas waar we opnieuw verwent worden met een heerlijke maaltijd. Ditmaal pasta met een overheerlijke saus  met heel veel groente. We smullen ervan. Als we alles hebben afgewassen, wat loopt dat toch als een geoliede machine, gaan we lekker genieten van de avond warmte en drinken lekker koffie. Natuurlijk met een zelfgebakken lekkernij. De prachtige door Tjitske gebakken Camino koekjes zien er prachtig uit en smaken ook goed. Natuurlijk worden we zoals iedere avond getrakteerd op muziek van Jobea. Dit keer zingen we onder de bezielende leiding van Nellie ook een paar liederen  waarbij we onze voortreffelijke organisatoren van dit fantastische evenement, bedanken. Nog tot heel laat in de avond blijven we gezellig met elkaar praten. Het blijft lekker warm en ’s nachts heb ik het, voor de eerste maal tijdens deze tocht, niet koud. In twee etappes hebben we bijna 20 km gelopen. Zondag 24 juli zijn we allemaal bijtijds wakker en iets over 7 uur zijn alle bedden ingevouwen en de rugzakken ingepakt. We ontbijten allemaal met de restjes die er nog zijn maar die zijn zo veel dat iedereen voldoende te eten heeft . Daarna wordt alles afgewassen en klaargezet om in de busjes te pakken en kunnen we op weg naar de Kathedraal. Afgesproken is dat we onze rugzakken achterlaten bij ‘t Paradies.

Even snel een bezoekje aan Hannah en Henk

Dat geeft mij gelegenheid om in het er praktisch naastgelegen hotel binnen te gaan waar mijn zusje Hannah en haar man Henk verblijven. Wat een verrassing dat zij hier naar toe gekomen zijn. Ook Dick is inmiddels op weg en die ga ik straks zien. Na bijna een uurtje gezellig kletsen zetten Hannah en Henk hun ontbijt voort en wandel ik op mijn gemakje naar de Kathedraal.
Het is er nog stil en snel ontdek ik de voor ons gereserveerde plekken voorin de kerk waar ik plaatsneem en geniet van de zang van het  Roermondse Mannenkoor. Langzaam druppelen de andere wandelaars binnen en om half 12 kan de hoogmis beginnen. Het is bijzonder. Ook omdat niet alleen de naamdag van St. Jacobus gevierd wordt maar ook die van St. Christoffel, de patroonheilige van deze stad en ook de beschermer van reizigers. Een betere combinatie is er niet. De dienst is indrukwekkend en na de pelgrimszege wordt de kerkdeur geopend die alleen in het heilig jaar open is en kunnen we naar buiten.

Relikwie Jacobus de Meerdere

Ik ben niet één van de eersten want heb inmiddels achterin de kathedraal Dick ontdekt die ik natuurlijk eerst wil omhelzen. Wat ben ik blij hem ook weer te zien. En natuurlijk bewonderen Hannah en ik nog even het grootste relikwie van “St. Jacobus de Meerdere” buiten Spanje. Het relikwie is gestopt in een onderarm met een bijl. Niet echt vreemd als je bedenkt dat deze apostel van Jezus als eerste de marteldood stierf. Dit in tegenstelling tot zijn broer Johannes, de andere apostel van Jezus, die als langste geleefd heeft en echt oud mocht worden. Als we eindelijk buiten zijn verzamelt iedereen zich rondom de deken en wordt in het bijzijn van de leden van het broederschap van St. Jacobus de Meerdere een mooie groepsfoto gemaakt.

Er wordt niet alleen een officiële foto gemaakt. Tegelijkertijd knippen ook de vele mobieltjes van de vele bezoekers aan de kerk. Daarna wandelen we in kleine groepjes op ons gemakje door de zonovergoten straten van de binnenstad van Roermond. Het loopt inmiddels tegen de 26 graden.

Groepsfoto bij de uitgang van de Kathedraal

 

Terwijl Dick, Hannah en Henk op het terrasje op het plein gaan lunchen wandel ik naar ‘t Paradies  waar we met elkaar lunchen en daarna afscheid van elkaar nemen. Het voelt alsof ik mijn mede pelgrims al mijn hele leven ken. Zo zijn we deze afgelopen periode naar elkaar toegegroeid. Ik zal iedereen missen. Op weg naar huis besluiten Dick en ik komende donderdag naar het café St. Jacques te gaan in de markthal in Rotterdam om nog even na te genieten. Daar Dick ook graag meegaat wordt hij bij thuiskomst direct ook lid van het Nederlands Genootschap van St. Jacob. Nadat we thuis de rugzak hebben afgegooid, rijden we nog even naar Tekla  en Bert, waar we haar bagage afgeven en nog even gezellig napraten over de afgelopen dagen in de tuin met een verkoelend drankje. Thuis gekomen praat ik Dick de oren van zijn hoofd over de prachtige pelgrimage die nu, helaas, achter de rug is. Alhoewel het ook heerlijk is om weer thuis te zijn en in een zacht bed te slapen.

Geplaatst in CAMINO | 3 reacties