Eindelijk er weer op uit !!!

Via Sevilla naar Gibraltar

Het is bijna zover. We gaan er weer eens op uit met de camper. Dick’s knie is zodanig hersteld dat zijn laatste fysiotherapie erop zit en dus ga ik me over een reisroute buigen. We hebben nog even tijd want het is 23 december 2023.
Omdat Hugo ons graag weer wil hebben in het vuurwerk wordt onze voorlopige vertrek dag bepaald op 3 januari 2024.

Ons reisdoel wordt Spanje. Niet omdat het daar zo lekker warm is in dit jaargetijde, die illusie heb ik inmiddels laten varen, maar omdat ik in 2024 opnieuw een pelgrimstocht loop, de “Via de la Plata” en de “Camino Sanabres’” die vanaf Sevilla naar Santiago de Compostela voert en 1000 km lang is.

Sevilla – Alberque Triana

Ik loop deze Camino samen met Netta, die ik van het Genootschap van St. Jacob ken.
We hebben al de vlucht naar Sevilla geboekt en ook is in albergue Triana in Sevilla een slaapplek gereserveerd. Onze route passeert enkele plaatsen langs deze Camino zodat Dick, maar ook ik een idee kan krijgen wat deze te bieden heeft. Het is best puzzelen.
Ik ben het maken van een route helemaal verleerd want afgelopen jaar zijn we slechts twee maal een weekje erop uit getrokken met de camper. Uiteindelijk heb ik dan toch een idee hoe de route zal lopen en net voordat we de vuurwerkperikelen ingaan is deze zodanig klaar dat ik er niet meer veel aan hoef te sleutelen. 

En dan is het nieuwe jaar ingegaan, het is 3 januari 2024. Dick is beroerd. Tijdens het werken met allemaal snotterende mensen heeft hij teveel bacteriën opgepikt en dus pakt hij niet de bus naar de stalling maar rijden we met onze auto er naar toe. Eigenlijk is dit ook fijner want het regent inmiddels hard.
Gelukkig is op deze eerste dagen van het nieuwe jaar nog niet veel verkeer op de weg dus zijn we om 09:00 uur al bij de stalling waar we even met de medewerkers praten.

Wachten op een nieuwe accu

Helaas start de camper niet dus nadat we gebruik hebben gemaakt van een elektronische  starthulp rijden we naar onze Fiat garage die twee km verderop ligt. Na bijna 5 jaar en een lange tijd stilstaan in het voorbije jaar heeft de auto accu het begeven. Mogelijk houdt de oude accu het deze vakantie nog vol omdat we iedere dag rijden maar we nemen liever het zekere voor het onzekere. Veel erger is het als we straks ergens op een afgelegen plekje staan en niet verder kunnen. Na anderhalf uur wachten kunnen we naar huis rijden met een nieuwe accu.

Thuis laad ik alles in wat mee moet, terwijl Dick het water gaat vullen. Helaas lukt dat niet zo goed want met dikke stralen verlaat dit water de tank via de bodem. Aan welke  knopjes we ook draaien het water blijft wegstromen. Zelfs een telefonische hulpkreet naar onze camperdealer biedt geen soelaas. Zonder water is het vervelend rondtrekken dus als alles ingeladen is besluiten we naar Raema te rijden en daar hulp te zoeken.
Eerst is het plan er pas morgenochtend vroeg naar toe te rijden maar omdat het doodstil op de weg is lijkt het vandaag nog te lukken en ja, om 17:00 uur rijden we het terrein van onze dealer op. Daar blijkt dat tijdens de camperbeurt knoppen opengezet zijn die wij  niet eens kennen, laat staan dat we ze ooit gebruikt hebben. Een half uur later kunnen we dan toch echt vertrekken met een lopende motor en een volle watertank.
Het is inmiddels donker maar we hoeven slechts een half uur te rijden en om 18:00 uur arriveren we in Thorn. Het stortregent en het water stroomt van de camper af. Het is dus niet verwonderlijk dat er verder niemand hier geparkeerd staat.

Alles staat klaar voor de maaltijd

We staan vlakbij de Maas maar gaan ervan uit dat de dijk het hoge water zal houden. Als een kritische waterstand  bereikt wordt (wat met de vele regen die de afgelopen maanden is gevallen niet ondenkbaar is) zullen we ongetwijfeld bijtijds geïnformeerd worden.

Donderdag 4 januari is het bewolkt maar storm “Henk”, die de afgelopen dagen heerste is gelukkig gaan liggen. Ons reisschema volgen heeft nu geen zin want we bevinden ons te ver naar het oosten en na even de kaart te hebben geraadpleegd vertrekken we. Ons einddoel vandaag is  Beauvais in Frankrijk. Een goede keuze want zodra we de grens over zijn verschijnt wat blauwe lucht en we koesteren ons in de zonnestralen. Normaliter rijden we zo’n 150 tot 200 km per dag maar de gekozen bestemming ligt wat verder weg en dus arriveren we pas om half 4 op de parking in Beauvais.
We hebben geen zin meer om naar de kathedraal te lopen en dus wandel ik, als de camper geparkeerd staat, naar de grote supermarkt aan de overzijde van de weg. Ik vind het heerlijk om in die grote supermarkten rond te kijken. Dick vindt dit niets dus blijft hij in de camper. Als ik uiteindelijk weer terug ben is het al donker. Tijd om lekker bij de kachel te zitten. We openen een fles wijn om op een goede reis te drinken. Als ik de fles probeer te openen met de lichtgewicht kurkentrekker die ik net gekocht heb, blijkt deze voor geen meter te werken. De kurk wordt verpulverd. Ik kan het vergeten om deze opener mee te nemen op de Camino.

De volgende dag staan we pas om 8 uur op. De zon schijnt dus het is heerlijk om even aan de overkant een vers stokbrood te halen. Na het ontbijt vertrekken we. Al snel merken we dat de boeren ook hier protesteren tegen het landbouwbeleid. De plaatsnaambordjes van ieder dorpje en stad die we passeren zijn omgedraaid. Wel een beter protest dan in ons land waar de boeren onze nationale vlag omdraaien. Terwijl we zuidelijker rijden trekt de lucht steeds verder dicht en al snel kunnen we schitterende regenbogen bewonderen maar ook zien we uitgestrekte landerijen die volledig onder water staan. Heel West  Europa is de afgelopen periode door regen geteisterd.

Haven van Honfleur

Bij aankomst in Honfleur trekt de lucht weer deels open en worden we met wat blauwe lucht en zon ontvangen. Helaas trekt na anderhalf uur de lucht weer volledig dicht en gaat het wat regenen. Gelukkig heb ik een regenjack aangetrokken over mijn donsjack zodat, als ik de  heuvels boven Honfleur beklim, ik niet direct doorweekt raak.
Dick is thuis (lees: camper) gebleven want wilde zich nog niet wagen aan de steile beklimming over de hobbelige keitjes. Ik wil echter de twee geocaches zoeken die hier sinds ons laatste bezoek verstopt zijn. Gelukkig stopt de regen snel en kan ik genieten van het uitzicht over Honfleur en de Seine. Ook de twee caches vind ik snel.
Nadat ik afgedaald ben naar het stadje en nog wat levensmiddelen heb gekocht, loop ik terug naar de camper om even later al weer  terug te lopen. Ons kebab restaurant is open en we kunnen het niet weerstaan daar eten te halen. Een goede keuze want de maaltijd smaakt heerlijk.

Zaterdagochtend regent het en omdat ik geen zin heb om naar het stadje te lopen eten we vla en yoghurt en gaan dan op weg. Natuurlijk nadat we eerst ons grey- en black water gedumpt hebben en ook schoon water hebben getankt. Met name dat laatste is belangrijk want in deze tijd van het jaar is op veel camperplekken het water afgesloten. Ondanks het feit dat we 200 km rijden zijn we om 13:15 uur al in Pontorson. Nadat de camper achter de Carrefour geparkeerd staat lopen we naar de “laverie” en al snel draait de wasmachine. Ons beddengoed zit nog niet in de was want we zijn pas enkele dagen onderweg, alhoewel, met al dat gesnotter van ons, het beter zou zijn dat ook te wassen. Als alles schoon, droog en opgeborgen is loop ik nog even naar de supermarkt om stokbrood te halen. Nu kunnen we dat vanavond met een kop soep en het restje vlees eten. Wel prettig want ik voel me wat gammel en heb weinig zin om uitgebreid te koken. Omdat het buiten waterkoud is stoken we de kachel extra hoog. Erg laat maken we het niet. Dick is weliswaar een stuk opgeknapt, ook hij is nog niet 100% hersteld.

Zondagochtend 7 januari worden we wakker als het licht wordt en in dit jaargetijde betekent dat tot half negen slapen. In tegenstelling tot de voorgaande dagen is er geen wolk meer te zien. De lucht is staalblauw en de zon schijnt volop. Helaas blijft de thermometer steken op 2 graden.

De zoutwinning in Guerande

Na een ontbijt met vers stokbrood gaan we op weg. Eindelijk  is het Dick gelukt ook mij aan te steken en ik hoest en proest naar hartenlust. Voor mijn omgeving ben ik een wandelende bacteriën bom.

Maar de zon heeft een louterend effect en naarmate we zuidelijker komen knap ik aanzienlijk op. Om half drie zijn we in Guerande, de streek waar zout gewonnen wordt.

Zout kopen bij Terre de Sel

Bij “Terre de Sel” stoppen we om zout te kopen. Geen gewoon zout maar zout verrijkt met kruiden. We kopen enkele busjes zodat Henk voorlopig voldoende heeft voor zijn pizzadeeg en rijden dan verder tussen de waterbassins, in de volle zon. Voor de camperplek in Guerande moet inmiddels betaald worden en daar we hier geen zin in hebben besluiten we nog 17 km door te rijden naar Pornichet, waar vlakbij de renbaan een gratis parkeerplek is. De plek is niet echt bijzonder en er staan al veel campers maar we weten toch een plekje te vinden. Omdat rondom de renbaan enkele caches liggen en ik ook kilometers moet maken ga ik nog een rondje te lopen. Helaas zijn de meeste races al geweest. Als ik bijna terug ben zie ik mensen naar de tribunes lopen. Er zal dus waarschijnlijk vanavond nog een paardenrace volgen. Daar ik inmiddels door en door koud ben, heb ik geen zin om daar op te wachten en ik zoek onze lekkere warme camper op waar Dick mij verwent met een glaasje rode wijn.

De koude blijft. Ook maandag 8 januari waait er nog een ijzige wind.
We eten overlevingsbrood (lang houdbaar brood) en gaan dan op weg. Helaas verdwijnt de blauwe lucht snel achter een dik wolkendek zodat het zicht op de hoge brug bij St. Nazaire wat somber is. In La Roche sur Yon stoppen we om te dumpen en rijden dan nog even over doodstille wegen naar Marans. Hier kunnen we achter de supermarche overnachten en wat nog belangrijker is, onze camper afspuiten. En dat is met de vele regen van de afgelopen dagen niet overbodig. De buitenzijde is ontzettend smerig. Dus al snel neemt Dick de hoge druk spuit en ik een borstel ter hand en nemen we de buitenzijde van onze camper ter hand. Je ziet het vuil verdwijnen en uiteindelijk kunnen we een redelijk schone camper op zijn plekje rijden.

Parkeren in Marans

Zodra we onze welverdiende koffie op hebben zetten we samen de isolatie mat voor de voorruit. Geen overbodige luxe want de temperatuur is inmiddels naar 2 graden gezakt en dan wandel ik nog even naar het centrum van dit stadje om hoestsiroop te kopen. Onderwijl zoek ik ook nog een geocache die ik nog net kan bereiken. Op de terugweg lukt het niet meer. Het waterpeil in de rivier is inmiddels zover gestegen dat de vlonder naast de kade ondergelopen is en daar moet je echt over om de cache die in de kademuur verborgen is te pakken. Niet alleen hier is het hoog water.
Van Hannah en Henk, die in midden Nederland aan het fietsen zijn, krijgen we foto’s waarop duidelijk zichtbaar is hoe complete bospaden onder water staan. In de camper heeft Dick de verwarming inmiddels goed opgestookt en de heerlijke warmte doet goed aan mijn verkleumde lijf. Het eten in een Thais afhaal tentje naast de camper ziet er niet echt aanlokkelijk uit dus koken we zelf. De burger met sla en stokbrood smaakt prima.

Zodra we dinsdag gedoucht hebben halen we de isolatiemat van de voorruit. Het was geen overbodige luxe deze voor de ruit te hebben want vannacht was het slechts 1 graad. Nu we dit al enkele keren gedaan hebben is het zo gebeurd. Na het ontbijt gaan we op weg. Al snel rijden we door de nu nog kale wijngaarden van de Bordeaux. Is de lucht eerst nog grijs, al snel breekt de zon door de wolken en is overal staalblauwe lucht te zien.
We arriveren vroeg in Artigues pres Bordeaux en besluiten toch nog even door te rijden. Niet veel later rijden we door Les Landes, de uitgestrekte vlaktes ten zuiden van Bordeaux.

Wandelen door Pissos

Het is duidelijk het zuidelijkste deel van Frankrijk en om ons heen zijn veel Spaanse en Portugese vrachtwagens te zien, allemaal terugkerend naar hun vaderland. We hebben inmiddels een nieuwe overnachtingsplek gevonden en na nog een stuk over smalle binnenwegen, waarbij we door eindeloze bossen rijden, arriveren we in Pissos.

Een klein dorpje waar je achter de kerk mag parkeren. Als we even later door het mini stadje dwalen blijkt het enige restaurant gesloten maar er is gelukkig een kleine winkel waar we eten kunnen kopen.

We steken een kaars aan

Onze noodvoorraad eten hoeven we dus niet aan te spreken. Nadat we ook nog een kaars hebben aangestoken in de kerk om dank te zeggen voor het leven, lopen we terug naar de camper.
Dick gaat de ramen poetsen en ik loop nog een stukje door het bos om een geocache te zoeken. Net voor vijven zijn we beiden weer in camper en hebben ook de isolatiemat weer aangebracht. Ook vannacht wordt het hier niet warmer dan 1 graad en de zon die de hele middag uitbundig heeft gestraald is inmiddels achter de bomen verdwenen.

Woensdag 10 januari zie ik als ik ’s ochtends met mijn verse stokbrood nog even de kerk inloop, dat onze kaars weer is aangestoken. Heel sympathiek want gisteren kon deze totdat de kerkdeuren dicht gingen, nog maar even branden. Na het ontbijt vertrekken we van deze rustige plek. Omdat we gisteren een stuk zuidelijker zijn gekomen dan gepland rijden we vandaag korter. Het weer is omgeslagen en het is mistig met zon en zo nu en dan wat sneeuwvlokken. Langdurig rijden we over door bomen omzoomde wegen.
Als we in Irun, Spanje arriveren zoeken we eerst een tankstation op. We worden verrast door de lage prijs van de diesel. Deze ligt zeker 35 cent onder de prijs in Frankrijk. Later blijkt dit tankstation een uitzondering want dergelijke lage prijzen vinden we slechts zo nu en dan. Gelet op de laaghangende bewolking en de miezerregen denken we er niet aan om over smalle bergpassen te gaan rijden om hoog in de bergen op een parking te gaan staan. Alhoewel ik graag op dat plekje zou overnachten, ontdekt toen ik in mei over de Camino del Norte liep. Nu rijden we door naar San Sebastian waar we de parking nabij de universiteit opzoeken. Weliswaar is dit een betaalde parking, de ligging is gunstiger dan de parking bij de arena op de berg.

Fruit kleurrijk uitgestald.

Nadat een plekje is gevonden tussen veel andere geparkeerde campers, lopen we San Sebastian in.
Het miezert wat, er waait een koude wind en het is 3 graden maar desondanks zitten de mensen buiten op de terrasjes voor de overal aanwezige barretjes. Wel met dikke jassen aan.

Voor ons gaat dat wat te ver en dus kijken we alleen maar en wandelen verder. Ook zijn er vele winkeltjes met fruit, buiten op rekken uitgestald. Een kleurrijk geheel. Na 3 km houden we het voor gezien en lopen terug.
In de camper zie ik dat de boulevard niet echt ver weg is dus wandel ik opnieuw naar buiten. Nu zonder Dick want die weet wel hoe de boulevard en zee eruit ziet van eerdere bezoeken aan San Sebastian.

Ruwe zee met flinke golven

En misschien heeft hij wel gelijk want aangekomen bij de zee zie je een grauwgrijze lucht en beukende golven op de kust. Niet echt aanlokkelijk dus. Nadat ik de hier verborgen geocache heb gevonden wandel ik weer terug.

Eten bij “The Good Burger”

 

 

 

 

 

 

Een uurtje later lopen we opnieuw naar buiten. Nu naar “The Good Burger”. Weliswaar zitten we er alleen, het eten smaakt goed en de frisdrank bij het menu kan vervangen worden door een glas wijn dus we kunnen ook nog op onze reis klinken.

De volgende dag is het nog steeds grijs, koud en het miezert wat.
We ontbijten inmiddels met Oroweat, meergranen brood dat we ook vaak in de USA hebben gegeten en lekker smaakt. Daarna dumpen we en vullen met schoonwater en verlaten San Sebastian. Al snel rijden we door de mist op een autoweg. Is dit nu wel of geen tolweg. Dick’s Hakuna wil deze weg verlaten, mijn Hakuna wil erop blijven rijden. En beiden hebben we “tolwegen vermijden” ingesteld. Soms zien we borden die aangeven dat er tol betaald moet worden maar dat kan ook voor vrachtwagens gelden. We blijven maar doorrijden en klimmen hoger de bergen in. Op 650 meter hoogte gaat de miezer over in sneeuw. Nu snappen we de aanwezigheid van sneeuwschuivers overal langs de weg. Ze wachten tot ze in actie kunnen komen. Voor het zover is hebben wij deze hoogte en de snelweg weer verlaten en arriveren in Vitoria Gasteiz.

Camperplek Vitoria-Gazteiz

 

Een van onze favoriete plekken. Niet alleen vanwege de fijne parking, ook is er een goede supermarket en een “lavanderia”. Van wassen zal vandaag echter niets komen. Ik voel me  beroerd. Heb de hele nacht rondgespookt en moest overgeven. Zou de melk en vla die beiden over datum waren dan toch de boosdoeners zijn?
Aan het avondeten heeft het in ieder geval niet gelegen want Dick heeft nergens last van, maar Dick weigert iets te eten of te drinken wat over de datum is.
Als de camper op zijn plekje staat duik ik achterin onder de wol en laat me de rest van de middag niet meer zien. Tegen de avond voel ik me wat beter en samen lopen we naar Eroski (de supermarkt) om wat licht verteerbaars te kopen.
Het wordt sla en stokbrood. Arme Dick zal het hier mee moeten doen.

Vrijdag12 januari staan we om half negen op. Wat ik al een week dacht, blijkt juist. Ik heb blaasontsteking. Alle symptomen wijzen erop. Gelukkig heb ik nog medicatie die ik mee kreeg voor het geval mij dit zou overkomen tijdens de Camino en dus kan ik meteen beginnen aan een antibiotica kuur. Het brengt direct verlichting.
Om 10:00 uur verlaten we Vitoria en 2,5 uur later arriveren we in Burgos. Eerst kijken we bij het grote winkelcentrum La Plata maar we blijven hier niet omdat er morgenochtend markt is en deze plek voor zessen vrij moet zijn. We parkeren dus op de andere parking en wandelen vervolgens terug naar het grote winkel centrum. Het is slechts 5 graden maar de lucht is staalblauw en de zon schijnt volop. Eind van de middag zijn we weer terug en genieten van de zon en rondslenterende Spanjaarden. Pas als de zon achter de ons omringende flats is gezakt brengen we de isolatiemat aan en genieten we van een zelf gekookte maaltijd, burgers met brood.

Naar de lavanderia inZamora

We worden zaterdag 13 januari wakker doordat de zon de camper beschijnt. Het is al half negen. Wat maakt een zonnetje verschil. Helaas kunnen we niet lang genieten van de zon want als we onderweg zijn naar onze volgende bestemming krijgen de wolken de overhand en worden we zo nu en dan verrast met een regenbui. Om 13:00 uur arriveren we in Zamora waar keus te over is om te parkeren. We ontdekken dat zich op nog geen 200 meter een lavanderia bevindt dus, nadat we koffie hebben gedronken, verzamel ik al ons wasgoed en met twee volle waszakken lopen we daar naar toe. Helaas is slechts 1 wasmachine vrij dus moet ik wachten tot de andere machine ook vrij komt maar dat  is inherent aan het wasproces in de kleine lavanderia’s. Uiteindelijk, ook dankzij de hulp van Dick die wel drie maal heen en weer loopt en alles opvouwt, zijn we om half 5 klaar. Ons bed is gedekt en alles weer schoon opgeborgen in de kastjes.

Kasteel in Zamora

Omdat het nog steeds droog is besluiten we het stadje te gaan verkennen. Per slot van rekening kom ik hier tijdens mijn pelgrimage. Het biedt tegelijkertijd de gelegenheid om mijn “Camino app” uit te proberen. We zien slechts een klein deel van het oude stadje, maar het is voldoende om er verliefd op te worden. Bij de supermarkt halen we een pizza die, als we terug zijn, in de oven terechtkomt en ons een lekkere maaltijd biedt. ‘s Nachts regent het langdurig, de temperatuur zakt niet verder dan 6 graden.

Dumpstation Zamora

Zondagochtend 14 januari regent het nog steeds zodat we echt ons regenjack nodig hebben als we dumpen en water vullen. Gelukkig stopt de regen als we vanuit Zamora hoger de bergen inklimmen. Al snel zie ik op mijn “Buen Camino app” dat we de Camino de la Plata kruisen. Het lukt om enkele foto’s van de paden te maken waarover Netta en ik in april zullen lopen. Dick kan nu het landschap zien waar we doorheen zullen lopen. Het is wel erg geaccidenteerd.
Volgens mij heeft Dick, na eenmaal aanwijzen, de paden wel gezien en ondergaat hij gelaten dat ik blijf aanwijzen waar ik zal lopen.

Om 13:00 uur arriveren we in Ciudad Rodrigo, een mooi oud stadje niet ver van de Portugese grens verwijderd. Op de  parking staat slechts een camper en opnieuw hebben we alle keus om een mooi plekje te vinden. Terwijl ik koffiezet gaat Dick de Spanjaard uit de andere camper helpen. Het lukt hem niet satelliet ontvangst te krijgen maar na Dicks uitleg dat hij echt bij de kale boom weg moet, verplaatst hij zijn camper en krijgen we een blij gezicht en uitgestoken duimpje.

Nauw straatje in Ciudad Rodrigo

Omdat het droog is wandelen we na de koffie het oude vestingstadje in. We moeten daarvoor wel klimmen maar al deze oude stadjes zijn nu eenmaal boven op de berg gebouwd en laat onze parking helemaal beneden aan de weg gesitueerd te zijn. Maar het lukt en we arriveren tegen tweeën in de vesting. Helaas gaat de kerk net dicht dus die kunnen we niet bezoeken. Dan blijkt dat alles hier gesloten en daarmee ook uitgestorven is. En dat terwijl het zondag en 13 graden is.  Na lang rond dwalen over de vestingmuur en door de smalle middeleeuwse straatjes, komen we op de Plaza Mayor waar we in een restaurant wat gaan eten. Het menu is absoluut niet slecht maar wel drijven de gebakken eieren in het vet en de rest van de middag hebben we daar last van.  Terug in de camper blijkt onze Franse gasfles leeg te zijn. De kou in aanmerking nemend heeft deze fles het best wel lang volgehouden.

Als we maandag 15 januari opstaan regent het weer. Niet alleen Nederland heeft dag in, dag uit regen, ook deze streek wordt erdoor geteisterd. Maar na de lange warme zomer is men er hier waarschijnlijk blij mee. Eindelijk kunnen de waterreservoirs op peil komen.
Opnieuw rijden we door dichte mist en wolken. Het is bergachtig en de smalle binnenweg klimt tot 980 meter hoogte. Gelukkig klaart het wat op als we langs de grote stuwmeren rijden waar ik straks zal lopen. En ik kan dankzij mijn app de Camino paden ontdekken. We rijden inmiddels in de Extremadura, klimmen en dalen voortdurend en pas na eindeloze afdalingen laten we de bergen achter ons en arriveren in Merida.
Daar vinden we al snel de bewaakte parking midden in het centrum. We willen poolshoogte nemen in deze stad. Iedere straat gaat of steil omhoog of omlaag. Dicks knieën krijgen het zwaar te verduren. Maar er zijn wel leuke straatjes en overal zie je een verleden van de Romeinen.

De tempel van Diana in Merida

De tempel van Diana is indrukwekkend, de oude Romeinse brug is prachtig maar ook de oude vestingmuur van Al Razi is indrukwekkend. Ook valt op dat in de hele stad verspreid sinaasappelbomen staan vol hangend met deze heerlijke oranje vruchten. Natuurlijk pakt mijn app ook hier weer de Camino route op. Wel is verwarrend dat op de bordjes alleen de naam “Camino Mozarabe de Santiago” staat. Uiteindelijk zijn we eind van de middag, na 6 km lopen, weer terug bij de camper. Daar praten we nog even met Engelse buren die ook een Frankia camper hebben. Net als wij zijn ze daar bijzonder tevreden mee. Voor het eerst is het buiten aangenaam warm, de thermometer wijst 18 graden aan.

Dinsdag 16 Januari is het al 14 graden ook al staat er een windje. Helaas is het wel bewolkt maar naarmate we zuidelijker komen klaart de lucht op en breekt toch de zon door. Het is hier erg heuvelachtig dus we klimmen en dalen veel.

Jambon Iberico – Monesterio

 

Bij het stadje Monesterio buigen we af. Het stadje is beroemd om zijn Jamon Iberico en ik wil graag een kijkje nemen in het Museo de Jamon. Maar hoe we ook kijken, geen museo. Wel staan overal bussen, waarschijnlijk benemen deze ons het zicht. Dus rijden we verder. Mogelijk kan ik er een kijkje nemen als ik hier doorheen loop. Na een laatste helling op 670 meter hoogte beginnen we aan een constante afdaling naar Sevilla. Dick die altijd al een goed richtingsgevoel heeft, rijdt feilloos naar het havengebied. Zelf herken ik pas waar we zijn als we de afslag nemen naar de parking bij het autobedrijf. Het is er druk maar we vinden gelukkig nog een plekje. Het is nog droog als we op weg gaan naar het centrum maar al snel begint het te regenen. Eerst is het nog miezer maar al snel valt er serieuze regen. Gelukkig hebben we een regenjack aangetrokken.

Torre del Oro – Sevilla

Door schilderachtige straatjes lopen we richting rivier en passeren albergue Triana. Wanneer de deur open gaat kan ik het niet weerstaan om even binnen te lopen en Dick moet natuurlijk mee. We praten even en gaan dan weer verder. Aan de overkant van de rivier bij de Torre del Oro is de halte van de airport bus. We zien hem net wegrijden. Wel fijn om deze bus stop te zien want vanaf hier kun je goed naar de albergue wandelen. Omdat het water inmiddels in stromen neer gutst besluiten we terug te lopen naar de camper waar we na 8.5 km lopen drijfnat arriveren.
Inmiddels kunnen we de camperdeur alleen nog van binnen openen zodat we via de bestuurderskant de camper in moeten. Al vanaf ons vertrek werd het steeds lastiger de zijdeur aan de buitenkant te openen maar nu lukt het helemaal niet meer. Dick zet direct de standkachel aan en al snel warmen en drogen we op. Het heeft zo hard geregend dat in ieder geval mijn regenjack ook wat natte plekken aan de binnenkant vertoont. Langzaam worden we rozig en om half 10 liggen we al onder de wol.  

Als we woensdag 17 januari opstaan is het droog, schijnt de zon en is zelfs wat blauwe lucht te zien. Toch vertrekken we vandaag maar eerst willen we dumpen. Het is druk dus we moeten even wachten maar dat is niet erg want dat geeft de gelegenheid met andere wachtenden te praten. Er staat niet alleen een rij campers te wachten tot ze het terrein kunnen verlaten ook staat er een rij vrachtwagen te wachten tot zij hun lading personenauto’s (die hier gestald worden) kunnen lossen. Het raadsel hoe het autobedrijf in deze complete chaos weet of al die vertrekkende campers betaald hebben wordt opgelost als we aan het einde van de toegangsweg een busje dwars over de weg zien staan die pas de weg vrijmaakt na controle van zijn papieren.

Door de bergen naar Ronda

Het waait best hard en er zijn nog veel wolken maar het is 18 graden dus we klagen niet.  Dwars door de bergen rijden we naar Ronda. We laten de bewoonde wereld achter ons en genieten van de hoge rotspartijen die in de verte opdoemen. Zo nu en dan laat een felle regenboog merken dat er nog regen in de lucht is. Maar door de zware bewolking schijnt ook de zon. In Ronda is het erg druk op de camperplek maar we weten nog een plekje te vinden en wel tegenover de wasmachines wat natuurlijk heerlijk is want nu kan ik uit de camper ons was proces in de gaten houden.
Het is lekker weer en zeker 18 graden dus heerlijk om in mijn T-shirt heen en weer te lopen tussen camper en wasmachine.

Zicht op de wasmachine’s

Omdat er slechts 1 wasmachine en 1 droger is en een Noor langdurig bezig is met drogen kost het wassen veel tijd. Uiteindelijk is om 17:00 uur alles schoon en droog en heeft Dick de camper gestofzuigd. Hij doet dat veel zorgvuldiger dan ik dus ik laat het graag aan hem over. De gehele middag is het een komen en gaan van campers maar nu, 18:00 uur, is toch echt het bord “completo” tevoorschijn gehaald en de slagboom gaat niet meer open.
Dreigende wolken hebben inmiddels de overhand gekregen en het is gaan regenen maar we hebben nog zuurkool dus hoeven er niet meer uit om boodschappen te doen.

Nadat we donderdag 18 januari opstaan ga ik eerst Dicks haren snijden. Dat is dringend nodig want hij heeft inmiddels een dikke haardos gekregen en omdat we toch nog een dagje blijven hebben we alle tijd. Tijdens het ontbijt hebben we zicht op de was gelegenheid die deze camperplek heeft en we verbazen ons over het grote aantal mensen die in badjas hiernaar binnengaat. Ook de afwas gelegenheid wordt zeer druk gebruikt. Bijzonder want in de camper heb je toch gewoon een douche en afwasbak?

De beroemde kloof in Ronda

Als wij (in de camper) afgewassen hebben wandelen we naar het centrum van Ronda. De zon schijnt een beetje en het is aangenaam om buiten te wandelen. Ronda wordt in tweeën gedeeld door een diepe kloof, die prachtig is om te bekijken. Ditmaal lopen we, mede door een geocache, vanaf een andere zijde ernaartoe waardoor we langer langs de kloof lopen en ondanks de miezerige regen genieten we. De wolken hangen laag maar toch genieten we van de diepe en woeste kloof. Met al dat rondwandelen hebben we wel trek gekregen in koffie en bij een bakker vinden we er ook nog een heerlijk gebakje bij. Wel zitten we binnen want de temperatuur komt niet boven de 12 graden en wij hebben niet de Spaanse genen. We hebben 10 km gelopen maar Dick vindt dat niet genoeg, volgens hem kom ik nog niet aan het vereiste aantal loop kilometers, dus vertrek ik opnieuw, nu naar de Lidl. Deze heb ik in de verte gezien en ik wil er even polshoogte nemen. Het kost wat moeite om er te komen omdat ik niet de normale weg pak maar over onontgonnen terrein loop waardoor ik, zowel op de heen- als terugweg tegen een hek aanloop, maar uiteindelijk vind ik de juiste route. Het gevolg is dat we ’s avonds heerlijk aardappelsalade, sla en bratwurst eten en ik uiteindelijk 14 km loop.

Vrijdag 19 januari waait er een harde wind maar het is droog en na dumpen en water vullen vertrekken we. We rijden door het schitterende berglandschap van de Sierra de los Neves. Helaas hangen de wolken laag en miezert het wat. Dan arriveren we bij de kust in Marbella waar alle heuvels volgebouwd zijn. Er is geen stukje groen meer te zien. Zo nu en dan zien we een glimp van de zee maar de bebouwing blijft alles verhullen tot we uiteindelijk voor ons de rots van Gibraltar zien opdoemen. Achter enkele campers, waaronder één van Amerikaans formaat, rijden we naar de toegangsweg van de parking in La Linea de Conception, het Spaanse stadje aan de grens met Gibraltar.
Omdat onze voorgangers hier klaarblijkelijk niet bekend zijn, op een kruising aarzelen en stil gaan staan, rijden we hen voorbij waardoor wij een mooi plekje aan de haven weten te krijgen. De oversized camper is hier niet blij mee want moet op het terrein achter ons staan. Ik vraag me trouwens af of deze kolos aan de haven had kunnen staan zonder de gehele weg te blokkeren. Het is maar goed dat er een extra terrein is opengesteld. We zijn hier toch al verschillende malen geweest maar zo druk hebben we het nog nooit gezien. Gelukkig trekken de zwarte wolken in de middag weg zodat we in de zon naar Gibraltar kunnen lopen.

Wandelend over de start-landingsbaan

De verkeerssituatie is drastisch gewijzigd, autoverkeer wordt omgeleid en rijdt niet meer over de startbaan. Alleen voetgangers en fietsers traverseren nog de start- en landingsbaan van Gibraltar. Het is niet zo druk in Gibraltar en we dwalen door het centrum. Bij een bakery gaan we even zitten en eten een heerlijke croissant alvorens weer terug te lopen naar Spanje. In de verte zien we het regenen maar wij houden het gedurende onze 6,5 km lange wandeling gelukkig droog. Omdat je uit Gibraltar geen melk of vlees naar Spanje mag meenemen loop ik eind van de middag nog even naar de Mercadona.
Het is inmiddels 5 uur en gezellig druk. Wat ziet het straatbeeld in Spanje er eind van de middag toch anders uit. Tegen de avond gaat het alsnog regenen en zo hard waaien dat zelfs onze dakluikjes niet op de ventilatiestand kunnen blijven staan.

Als we 20 januari opstaan schijnt de zon aan een strakblauwe hemel. Er is weinig wind en het is al 12 graden. Wat een schitterend weer. Na het ontbijt pakken we onze fietsen om in Gibraltar rond te rijden. Al snel zijn we, wapperend met onze paspoorten, de grens over.

Afrika ligt aan de overkant

 

We zijn vandaag fietser 314 en 315 die hier komen. We crossen door het drukke verkeer en rijden door steile straten omhoog en omlaag naar de zuidzijde van de stad. De kust van Afrika steekt donker af tegen de blauwe lucht en we genieten van een hoge waterval. Uiteindelijk, na een lange tunnel doorgefietst te hebben arriveren we op het zuidelijkste puntje van Gibraltar.

Waterval op de Rots van Gibraltar

Wat is het schitterend weer en wat leuk om zo naar een ander continent te kijken. Op de terugweg stoppen we even bij een baai waar een cache moet liggen. Helaas is het water te hoog om er naar toe te lopen. Ik heb ook geen waterschoenen of waadpak bij me, dus deze cache proberen we een volgende keer te pakken te krijgen. Vanwege het mooie weer staan in de winkelstraat enkele terrasjes en daar de “fish and chips” verleidelijk is zetten we de fietsen aan elkaar vast en gaan te midden van de vele Spanjaarden eten. Zij zien Gibraltar klaarblijkelijk ook als uitje. Uiteindelijk fietsen we einde van de middag terug naar de grens, wapperen opnieuw met onze paspoorten, die niemand een blik waardig keurt en arriveren weer bij onze camper. Dick bergt de fietsen op en samen genieten we eind van de middag van een schitterende zonsondergang aan de haven. Het was heerlijk om weer eens een stuk te fietsen.

Het weerbeeld is beduidend anders op zondag en uit de grijze wolkenlucht valt zo nu en dan wat regen. We moeten geduld hebben om water te tanken en te dumpen wat we zijn nr. 3 in de rij. Gelukkig zijn we vroeg want als wij eindelijk na 20 minuten aan de beurt zijn staan achter ons 8 campers te wachten. Om 10 uur zijn onze tanks vol/leeg en vertrekken we in de miezerregen. Tot onze verrassing verdwijnen de wolken al snel en als we in Cadiz arriveren is de lucht opnieuw staalblauw en in de volle zon parkeren we onze camper op het parkeerterrein in het havengebied. Al snel daarna wandelen we het stadje door de smalle straatjes.

Plein voor de Kathedraal in Cadiz

Het is overal druk. Bankjes zitten vol mensen en daar waar terrasjes zijn is het moeilijk nog een stoel te bemachtigen. Het lijkt wel of alle inwoners van Cadiz buiten op straat zijn. Op het plein voor de Kathedraal weten we een tafeltje te bemachtigen waar we wat drinken en een tosti eten. Er is hier weinig wind en de zon schijnt volop dus de temperatuur bereikt hier zelfs 20 graden. Uiteindelijk lopen we verder, zoeken nog wat geocaches en om 16:00 uur, na 8 km lopen, zijn we weer terug bij de camper.
Vanwege het mooie weer kijk ik nog even op de in zee stekende pier. Ook hier is het druk met wandelaars. Iedereen geniet van het schitterende weer op deze zondagmiddag. Nadat de zon ondergaat en we de schitterend gekleurde lucht mogen bewonderen eten we rijst en kip en kijken TV. Heel laat maken we het niet.

Ook maandag staat de zon al aan een strakblauwe lucht. Wat hebben we dit weer de afgelopen maanden, waarbij het heel veel regende, gemist. Nadat we de parking betaald hebben vertrekken we. Al snel rijden we langs Sevilla waar we een prachtig zicht hebben op onze camperplek aan de haven en om half 1 arriveren we in Ayamonte waar het gasbedrijf zit waar we onze tanks met propaan kunnen vullen. Heel prettig want op dit moment van de reis kunnen onze gastanks wel wat vulling gebruiken. Nadat alle drie de tanks gevuld zijn en we betaald hebben rijden we naar de supermarkt om inkopen te doen en dan rijden we naar de parking in Ayamonte.

Camperplek Ayamonte

 

Het is wat lastig om op het terrein te komen want de ene slagboom moet dicht voordat de volgende slagboom open kan maar met wat manoeuvreren lukt het en kunnen we in de volle zon een schitterend plekje bemachtigen naast de rivier. Het is 22 graden. Nadat we iets gedronken hebben wandelen we door Ayamonte.

Boulevard Ayamonte

Langs de rivier blijft het redelijk vlak maar als we aan het einde van de haven langs een andere weg terug willen moeten we enorm klimmen. Er bevindt zich nl een halve berg tussen ons en de rivier.

Arme Dick, met zijn nieuwe knie gaat het klimmen nog niet zo soepel. Uiteindelijk zijn we om half zes weer terug bij de camper waar we genieten van het  bootverkeer op de rivier. De ferry naar Portugal aan de overkant, vaart best vaak. Na opnieuw een prachtige zonsondergang daalt de temperatuur snel. Wij heffen het glas op een heerlijke tijd.

Helaas is het dinsdag 23 januari een stuk kouder ondanks het feit dat de zon volop schijnt. Een kil windje maakt dat de temperatuur niet hoger dan 10 graden komt. Als ik na het ontbijt wil betalen blijkt dat niet te lukken. Volgens de computer is onze camper niet aanwezig en zonder kenteken kan ik niet betalen. Op welk knopje ik ook druk niets lukt dus ten einde raad probeer ik het telefoonnummer te bereiken wat op de computer staat. Ook daar krijg ik niemand te pakken en weer ik druk ik op enkele knopjes. En dan is er plotseling beweging in de slagbomen en weer na enig manoeuvreren en knopjes drukken, lukt het Dick langs de slagbomen buiten de camperplek te komen. Uiteindelijk zijn we het terrein af en ook nog zonder betalen. Hier zal ik niet gauw weer gaan staan.
Aan de overzijde van de rivier ligt Portugal dus zodra we over de grens zijn verlaten we de autoweg. Op de parking kunnen we in een automaat mijn Visacard aan ons kenteken te koppelen. Mochten we nu per ongeluk op een tolweg belanden dan wordt de tol gewoon afgeschreven. Direct hierna verlaten we de tolweg en rijden over smalle binnenwegen langs eindeloze kurkwouden naar het noorden. Opvallend is het grote aantal ooievaars. Iedere 20 meter is wel een paal te vinden waar een ooievaars echtpaar een nest heeft gebouwd.

Helaas lukt het niet om in Evora een parkeerplekje te vinden. Alle plaatsen zijn bezet en nergens is beweging te zien die tot een mogelijk tot vertrek leidt. Jammer. We kijken nog bij de andere parking in dit stadje maar de ongelijke zandvlakte vol kuilen is niet echt aanlokkelijk dus rijden we verder.

Toegangspoort in Estremoz

In het vestingstadje Estremoz lukt het nog wel de toegangspoort door te rijden maar dan moeten we toch zelf onze weg zoeken. Onze Hakuna brengt ons naar steeds smallere straatjes waardoor we telkens achteruit moeten. Uiteindelijk lukt het op het grote stadsplein in het centrum van het stadje te geraken en parkeren we de camper. De temperatuur is inmiddels opgelopen naar 17 graden en we genieten van onze wandeling door dit Portugese stadje. Opnieuw staan overal bomen met appelsienen en ik vraag me af of de vruchten eetbaar zijn. Volgens Dick niet want anders zouden ze wel van de bomen worden gehaald. Terwijl we rondlopen zoeken we naar een restaurant maar deze zijn of gesloten of de gerechten vallen niet in de smaak dus vanavond bereiden we zelf ons eten.

Estremoz, verlicht kasteel op de achtergrond

 

 

 

’s Avonds hebben de vele geparkeerde auto’s het plein verlaten en staan we bijna alleen. Het is gewoon feeërieke met de verlichte kerken en op de berg achter ons het mooi verlichte 13e-eeuwse kasteel van Estremoz. Vanuit dit kasteel gaf koning Manuel opdracht aan de ontdekkingsreiziger Vasco da Gama om India te ontdekken. Ondanks het feit dat we vandaag een extra uur hadden (het is een uur vroeger in Portugal) hebben we geen tijd gehad om ook nog naar dit kasteel te lopen dus komen we zeker terug.

De volgende ochtend rijden we om 9:00 uur al door Elvas waar de zon al het prachtig gerestaureerde aquaduct beschijnt. Half 10 steken we de grens met Spanje weer over en is het weer half 11. Over een smalle stille weg rijden we noordelijk, opnieuw door wouden van kurkbomen. Opvallend is het vele water wat langs de weg ligt.

Steile straatjes in Caceres

Om 12:00 uur arriveren we in Caceres. Maar goed dat we zo vroeg zijn want nu zijn er nog enkele plekjes vrij. Na een kop koffie wandelen we dit oude stadje in waar ik straks ook zal doorlopen. Om in de stad te geraken moeten we omhoog klimmen door smalle steile straatjes. Vaak is naast de knobbelsteentjes een platte steen aangebracht zodat we niet over deze ongelijke stenen moeten lopen. Uiteindelijk arriveren we in het Centro Historico waar de terrasjes op het plaza Mayor te aanlokkelijk zijn om te negeren. Dus even later zitten we in de zon aan het “Menu del Dia”. Het is 21 graden, we kunnen zelfs in ons T-shirt zitten. Het eten smaakt prima en we genieten!
Vol energie klimmen we na deze voortreffelijke lunch verder omhoog om de verdere smalle straatjes te verkennen. De hier verborgen geocaches brengen ons door de mooiste straatjes naar de mooiste gebouwen en natuurlijk komen we tijdens dit ronddwalen regelmatig de gele camino pijl tegen. Uiteindelijk zijn we eind van de middag weer terug bij de camper waar nu snel de zon achter de bergen verdwijnt. Het koelt meteen af maar het is heerlijk om naar de overal twitterende vogels te luisteren. Omdat we om 14:00 uur zo uitgebreid hebben gegeten hoeven we niet meer te koken.

Donderdag 25 januari schijnt de zon al vroeg aan de blauwe lucht en omdat er geen wind is geeft de thermometer al 11 graden aan. Het is een verademing om weer iedere dag blauwe lucht te zien. Nadat we ontbeten, afgewassen, water gevuld en gedumpt hebben, vertrekken we. Om 10:00 uur duiken we de mist in die over de velden hangt. Het is dus goed dat we niet de binnenweg langs het stuwmeer hebben genomen. Daar zouden we nu geen enkel zicht hebben. Het is hier erg heuvelachtig en daarom klimmen we na enige tijd weer uit deze dikke mist. Langs de weg zien we regelmatig kuddes schapen vergezeld van een schaapsherder die, leunend op zijn stok, zijn kudde in de gaten houdt.
Om half 1 rijden we in de stralende zon Salamanca binnen. Allereerst kijken we bij de parking aan de rivier aan de voet van het centrum maar daar vertrekken we snel. De rivier staat erg hoog en sporen van recente overstroming zijn op deze hobbelige plek overal zichtbaar. Dus even later zetten we onze camper op de parking naast het benzinestation van Repsol waar we in 2016 ook al verbleven.

Oude Romeinse brug in Salamanca

De afstand naar het centrum is zo’n 5 km dus haalt Dick de fietsen tevoorschijn en al snel fietsen we over aparte fietsstroken naar het oude centrum. Het is 16 graden. Over de “Puente Mayor”, de oude Romeinse brug waarover ook de Camino voert, fietsen we naar het centrum.

Salamanca heeft een hoog “woooow” gehalte met zijn vele kerken en monumentale gebouwen. Dwalend door de smalle straatjes waan je je in de middeleeuwen. Het is echt genieten en we kijken ons ogen uit. Als we bij de indrukwekkende facade van de oudste Universiteit van Espana komen (uit 1218) zoeken we de “Rana de la Suerte”, de piepkleine geluks-kikker die zich ergens op een doodskop bevindt. Helaas kunnen we hem niet ontdekken. Wel jammer want er wordt beweerd dat het ontdekken van de kikker geluk en een lang leven meebrengt. Een meer logische verklaring is dat de kikker jonge mannelijke studenten waarschuwde tegen de verleidingen van het leven, teveel bier drinken maar ook geslachtsziekten die de vroegere prostituees met zich meedroegen. Elders in de stad, op het rijk gedecoreerde portaal van de Catedral Nueva vind je een astronaut. Het roept vragen op want dit gebouw is eeuwenoud. Maar tijdens de restauratie in 1992 wilde de kerk laten zien dat ze met de tijd meegaat en werd het hedendaagse symbool van de astronaut toegevoegd. Als ik tijdens mijn Camino in Salamanca arriveer moet ik er toch eens naar zoeken.

De Rana de la Suerte

 

Helaas wordt ook gezegd dat als je enige hulp krijgt bij het zoeken naar de kikker “geluk” of  “lang leven” niet van toepassing is. Dus of ik hiervoor in aanmerking kom na op ansichtkaarten en foto’s gekeken te hebben hoe de kikker eruit ziet?
Salamanca is een echte studentenstad, overal is het levendig en alle terrasjes zitten vol.

Cafe con Leche met gebak.

Dus als er in de zon een tafeltje vrijkomt gaan we lekker zitten.
Eind van de middag fietsen we terug naar de camper. Terwijl Dick de fietsen opbergt loop ik nog even naar de Lucky shop. Het is heerlijk om in deze Chinese bazars rond te dwalen en ik vergeet de tijd want als ik na 1,5 uur weer buiten kom is het al donker. Gelukkig hebben we door de middag maaltijd niet veel trek en bestaat ons avondeten uit slechts toast en kaas. Op deze parking aan een rotonde is wel veel verkeer maar de buitenlucht maakt toch dat we snel inslapen.

Vrijdag 26 januari worden we ondanks het verkeerslawaai pas om half 9 wakker. Buiten is het mistig en koud, de temperatuur ligt niet hoger dan 4 graden. Het is een heuglijke dag want vandaag, na 5 jaar kan ik mijn laatste pil slikken tegen borstkanker. Helaas is na het breken van mijn pols in mei er wel een nieuwe pil gekomen om botontkalking tegen te gaan maar die hoef ik gelukkig maar 1 x per week in te nemen.
We dumpen ons grey- en black water, vullen met schoon water en vertrekken dan in dikke mist. Zelfs de Kathedraal die normaliter van verre af zichtbaar is, kun je niet zien.

Met volle waszakken naar de Lavanderia

Vergezeld door deze mist arriveren we een uur later in Zamora. Wel fijn dat we hier om 11:00 uur al zijn want het geeft ons de gelegenheid om te wassen. Inmiddels zijn er twee waszakken vol. Dus nadat de camper op zijn plekje staat en we koffie hebben gedronken lopen we naar de lavanderia. De twee wasmachines die ik nodig heb zijn vrij dus ik kan meteen alle wasgoed inladen. Doordat de plaatselijke bevolking hun was hier komt drogen is, als onze was klaar is, nog slechts 1 droger beschikbaar. Dus duurt het nog tot 2 uur voordat alles droog is en opgeborgen. Dick heeft ondertussen de hele camper gestofzuigd, mijn sporttops en camino sokken opgehangen (mogen niet in de droger) en is diverse malen  in de lavanderia komen kijken of hij al kon helpen met opvouwen en terug sjouwen.

In dit straatje is de Alberque van Zamora

 

Ondanks de kou en mist (het is inmiddels wel 7 graden) wandel ik in de middag toch nog even Zamora in. Dick blijft liever in de camper. Het geeft me de gelegenheid om mijn Camino app ook in de stad te proberen. Ik loop naar de route en er weer vanaf en neem een kijkje bij de leuke albergue de peregrino in het centrum.

De ooievaars in Zamora

De ooievaars hebben het hier ook naar hun zin want vanaf iedere kerktoren hoor je hun geklepper en zie je deze iconische vogels staan. Uiteindelijk ben ik uitgewandeld en zoek de warmte van de camper weer op. Samen heffen we het glas en eten heerlijk spaghetti. Zamora heeft mijn hart gestolen. Wat is dit een heerlijk plaatsje.

Vroeg op zaterdagochtend 27 januari zien we de eerste zonnestralen door de mist heen breken. Het heeft vannacht gevroren en het is 2 graden. De bevroren mistdruppels op onze isolatiemat glinsteren ons tegemoet. Na een heerlijk ontbijt met een door Dick gekookt eitje vertrekken we en al snel rijden we door een verlaten heuvelachtig landschap. Alleen de overal opgestapelde stenen muurtjes geven blijk van bewoning. We klimmen en dalen in dit bergachtige landschap en zien in diepliggende dalen de bewolking hangen. Om ons heen is een staalblauwe lucht en zon. Al snel steken we opnieuw de grens over naar Portugal en zetten onze camper neer aan de voet van de heuvel waar bovenop het Castelo de Braganca staat. Het is er doodstil en ik heb eigenlijk geen zin om hier te blijven. Dick snapt er niets van en ik kan ook niet uitleggen waarom ik door wil maar na wat discussiëren vertrekken we toch en rijden verder door de bergen, soms in de zon soms duiken we de mist in.
Uiteindelijk zijn we om half 1 in Chaves, Portugal. Daar vinden we op de parking van een duidelijk gesloten museum een plekje. Deze parking is niet ver van het centrum en al snel lopen we in het zonnetje langs de rivier naar het centrum waar we een kijkje willen nemen bij de Agua Termal Quente” de heetwaterbronnen die water geven van 73 graden Celsius. Bij de buitenkraan proef ik het hete water, het smaakt zoutig. Helaas kunnen we in de nabije thermen geen bad nemen.

Langs de rivier in Chaves

Per 1 februari gaan de deuren pas weer open. Dus wandelen we rond door het stadje, langs de rivier en door de parken en zoeken geocaches. Als we bijna thuis zijn splitsen onze wegen. Dick gaat terug naar de camper terwijl ik nog een kijkje neem bij de Decathlon aan de rand van het stadje. Het is een stukje lopen en uiteindelijk teleurstellend want de Decathlon is erg klein. Gelukkig is er vlakbij ook nog een grote Leclerc supermarkt waar ik een aanbieding literflessen Cola Cola Zero vind en dus Dick kan verrassen met zijn favoriete frisdrank. Nadat ik mijn inkopen thuis heb afgeleverd loop ik opnieuw terug naar het stadje waar Dick een Kebab restaurant heeft ontdekt. Even later zitten we in de camper aan een heerlijke maaltijd en genieten van een mooie zonsondergang. In de nacht blijkt dat de omgeving gebruikt wordt om rond te scheuren met auto’s want het is erg lawaaierig maar desondanks hebben we een goede nachtrust.

Als we zondagochtend opstaan is het erg mistig en slechts 5 graden. Het is maar goed dat we gisteravond onze isolatiemat bevestigd hebben. Na het ontbijt vertrekken we en door spookachtige dorpjes rijden we verder naar het westen. De weg kronkelt in deze grensstreek, dan weer rijden we in Spanje dan weer in Portugal. Een enkele maal lukt het de zon om even door de mist te dringen maar pas als we hoger de bergen inklimmen laten we de mist onder ons en hebben we zon en blauwe lucht. Om 11:00 uur zijn we in Ourense. Op de parking is geen plekje vrij om onze camper neer te zetten. Gelukkig ziet Dick beweging in één van de campers. Als ik ernaar toe loop blijkt dat deze binnen een kwartier vertrekt, dus wachten we geduldig totdat de camper vertrokken is en parkeren onze camper op dit, voor een grote camper, uitermate geschikte plekje.

Oude brandweerwagens in Ourense

We zijn nog vroeg, het is pas half 12, en wandelen op ons gemak naar het centrum. We pakken het wandelpad langs de rivier die ons bij oude brandweerwagens brengt. Het is leuk om deze oude auto’s te zien en te fantaseren hoe het zou zijn om ermee uit te rukken.

Nadat we een futuristische brug gepasseerd zijn die op een achtbaan lijkt en je waarschijnlijk kunt beklimmen, wandelen we over de Ponte Vella, de oude Romeinse brug, de binnenstad van Ourense in. We hoeven niet de weg te zoeken want overal zijn Jacobsschelpen in het trottoir gemetseld.

Oude centrum van Ourense

Opnieuw wandelen we over de Camino de la Plata. Tijd dus om weer eens een foto te nemen. Het centrum van Ourense is op een heuvel gebouwd, we moeten stevig klimmen om er te komen. Als we in de zon een net vrijgekomen tafeltje vinden op het Plaza Mayor puffen we daar even uit terwijl we een Cafe con Leche drinken. Wij blijven niet zo lang hangen als de Spanjaarden, die uren van een koffie genieten. Zodra de koffie op is vertrekken we weer om een ander deel van de stad te verkennen. Ook hier zijn smalle straatjes en imposante gebouwen. Een geocache brengt ons naar een pleintje met een heetwaterbron. We kijken er rond en komen dan langs de “albergue de peregrino”. Als we er kijken komt de beheerder net aan. We maken een praatje en op mijn vraag hoe het met de bezetting is verneem ik dat hier altijd wel een slaapplek beschikbaar is. Geruststellend om te weten. Als we terugwandelen zijn de straten bijna uitgestorven. De terrasjes worden weggehaald, de tafels en stoelen opgestapeld. Het is siësta en alles sluit, dus wandelen we op ons gemakje terug naar de camper. Daar Dick geen behoefte heeft aan de beklimming van de “Puente del Milenio” loop ik weer terug.

Puente de Milenio

Deze futuristische brug werd in gebruik genomen op 1 september 2001 en werd een symbool van het eigentijdse Ourense. Het in een ellips-vorm gemaakte pad leidt, middels 100 treden, 22 meter omhoog naar de hemel en daalt dan weer 22 meter omlaag naar de rivier. Bij de start van de beklimming moet ik even slikken. De traptreden leiden steil omhoog. De klim is echter goed te doen en boven word ik beloond met een schitterend uitzicht.

Na de klim komt de afdaling

 

Maar dan komt de steile afdaling, mijn hart bonkt in mijn keel en ik ben blij als ik weer op rivierniveau sta. Toch moet ik dezelfde gevoelens opnieuw ondergaan nu met de beklimming en afdaling aan de andere zijde. Maar veel inwoners doen dit en uit het feit dat ze zich makkelijk bewegen kun je afleiden dat het niet de eerste keer is dat ze deze brug beklimmen. En de zon die inmiddels volop schijnt is de beloning. Als ik de hele ellips heb voltooid loop ik op mijn gemakje weer terug naar de camper. Wat was dit een leuke belevenis, jammer dat Dick er niet bij was. Onze maaltijd (rijst met groente, sla en gehaktballetjes) smaakt na al die buitenlucht van vandaag zeer goed.

Maandag 29 januari rijden we direct na het ontbijt weg uit Ourense. We zullen hier zeker terugkeren. Niet alleen om de brug opnieuw te beklimmen maar ook om een bad te nemen in de hier aanwezige warmwaterbronnen. Door een prachtig woest berglandschap rijden we naar Santiago de Compostella.
Middels blauw-gele borden met een Jacobsschelp worden we er regelmatig aan herinnert dat we langs een Camino rijden (nu genaamd: Camino Sanabres). Nu kan ik ook het laatste deel van mijn route verkennen. En dan arriveren we bij de grote parking vlakbij het centrum. We betalen het dagtarief, maken een praatje met de bewaker en parkeren dan de camper op het bijna lege parkeerterrein. Terwijl Dick koffie maakt ga ik ons black water dumpen. Daar hebben we de afgelopen dagen geen gelegenheid voor gehad. Na de koffie wandelen we naar de bushalte die zich aan de weg bevindt. Bus #1 komt er net aan dus we stappen in. Echt nodig is het niet om de bus te pakken want het is slechts 1.5 km lopen naar het centrum maar als de bus er toch aankomt…

Bij de markthal stappen we uit en kijken rond. Helaas zijn we te laat, Er zijn nog slechts enkele stalletjes open. De meesten zijn inmiddels gesloten. Dus al snel wandelen we verder en dwalen door de smalle straatjes van Santiago.

Bar “La Tita”

Kijken rond bij winkeltjes en dan wijst Dick naar Bar “La Tita”. Het is er druk en alle tafeltjes zijn bezet maar als buiten een tafeltje vrijkomt heeft Dick er al plaatsgenomen. Op dit tijdstip, nog voor enen, kan dat nog. Iets later, als wij al heerlijk smikkelen van “Hamburguesa Tita”, zien we mensen op de rand van de tegenoverliggende arcades wachten tot ze eindelijk aan de beurt zijn om hier wat te eten of te drinken. Het eten smaakt goed en natuurlijk stuur ik een foto naar Hannah en Henk. Die hebben, toen ze met de fiets in Santiago aankwamen, ook hier gegeten. Zij hadden toen regen terwijl bij ons een vaag zonnetje tevoorschijn komt en de temperatuur op 16 graden ligt. Gesterkt door het lekkere eten dwalen we verder door Santiago.Omdat alle straatjes naar de Kathedraal leiden duurt het niet lang of we kunnen deze imposante kerk betreden.

Helaas hangt de Botafumeiro er niet, het grootste wierookvat ter wereld. Volgens overlevering werd het gebruikt om de lucht in de Kathedraal te zuiveren van onreinheden en onwelriekende geuren van de pelgrims. Nu is het rondslingeren ervan meer een toeristische attractie. Helaas weet je nooit of het plaatsvindt. Gelukkig hebben wij het wierookvat in bedrijf gezien. Zeer imposant want het enorme wierookvat komt heel hoog tijdens het slingeren.

Apostel Santiago in de kathedraal

Terwijl we ronddwalen door de stille kathedraal zien we dat het weer mogelijk is het beeld van Santiago te omhelzen, een emotioneel gebaar wat staat voor dankbaarheid, respect en het einde van een lange reis. Helaas was het niet mogelijk apostel Santiago te omhelzen toen ik mijn pelgrimstocht voltooid had. Al sinds de uitbraak van Corona was de gang ernaartoe afgesloten. Nu is het wel mogelijk en het is stil dus beklimmen we de trap op naar het beeld. Ik snap niet waarom maar terwijl ik de trap beklim stromen de tranen uit mijn ogen en huilend omhels ik de apostel. Het is echt een moment van grote emotie. Zelfs voor iemand die niet met heiligen is opgevoed.    
Dick heeft duidelijk minder met heiligen en loopt achter mij aan zonder zelfs te denken aan een omhelzing. Nog enige tijd vertoeven we in de Kathedraal en dan lopen we weer naar buiten waar we een kijkje nemen bij het Pelgrimsbureau. Vandaag zijn daar 43 pelgrims aangekomen. Hoe anders was dit toen ik hier in september 2022 arriveerde na de Camino Frances te hebben gelopen. Toen stonden binnen en buiten lange rijen pelgrims te wachten tot zij hun Compostella konden halen.
Op de Credencial de Peregrino, een geloofsbrief, uitgegeven door de kerk die aantoont dat je pelgrim bent, krijg je iedere dag op je route een stempel bij kerk of herberg. Bij aankomst in Santiago is dit een bewijs dat je het vereiste aantal kilometers hebt gelopen of gefietst en kun je een Compostella krijgen, een certificaat dat aangeeft dat de pelgrimstocht volbracht is. Hopelijk sta ik hier eind mei weer om een Compostella in ontvangst te nemen na het voltooien van de Camino de la Plata en Camino Sanabres. 

Plein voor de Kathedraal in Santiago

En dan komen we op het grote plein voor de Kathedraal. Het is altijd een magisch moment als je hier aankomt, ook al is het nu niet lopend. We zitten enige tijd op een randje en kijken over het bijna lege plein. Uiteindelijk hebben we genoeg rondgedwaald en lopen we weer terug naar de straat vanwaar de bus vertrekt naar de parking. Daar aangekomen wandel ik nog even naar de supermarket verderop terwijl Dick bij de camper blijft. Hij vindt dat hij met 11 km genoeg heeft gelopen. Als ik weer terug ben is het een stuk koeler geworden en de temperatuur komt niet hoger dan 10 graden. De verwachting is dat het vannacht nog kouder wordt. We plaatsen derhalve onze isolatiemat voor de ruit en drinken dan een glaasje wijn waarbij we napraten over deze bijzondere dag in Santiago de Compostella.

Dinsdag 30 januari is het al licht als we om half negen opstaan. Je merkt wel dat we westelijker zitten, ’s ochtends blijft het langer donker maar in de avond hebben we langer licht. Na het ontbijt, het dumpen, water vullen (is een sleutel voor nodig) en betalen, verlaten we deze fijne parking en rijden door het bergachtige landschap van Galicia langs eindeloze eucalyptus bossen.

Camperplek met uitzicht in Fisterra

Om half 12 rijden we de camperplek met uitzicht op zee in Fisterre op. De lucht is staalblauw, de zon schijnt volop, het is windstil en 16 graden.
We staan op de plek waar we altijd staan en maken een praatje met onze Duitse buren die hier al zeker 6 jaar wonen. Terwijl we praten komt de camperbeheerder eraan die ons direct herkent en er volgt een omhelzing. Nadat we even gezellig praten en koffie gedronken hebben, vaste prik als we ergens aankomen, wandelen we dit leuke stadje in. We kijken bij de haven en slenteren door de smalle straatjes. De weersvooruitzichten zijn gunstig dus morgen zullen we zeker nog blijven.

Kapper Victor in Fisterra

 

Al weken probeer ik mijn haren te laten snijden maar telkens lukt dat niet omdat veel mensen wachten of de kapper gesloten is. Maar als we rondlopen ziet Dick een kapper die net open is dus, terwijl Dick terug wandelt naar de camper loop ik de trap op waar ik een deur open. Na een kwartier kan ik plaatsnemen in de kappersstoel en worden mijn lange lokken eindelijk afgeknipt. Wat ben ik blij als ik een uur later weer buitensta met een geknipt koppie. Klaarblijkelijk is het niet te kort want zelfs Dick, die van lang haar houdt, knikt goedkeurend als hij het werk van de kapper aanschouwt. Samen lopen we naar de vismarkt maar omdat we nergens een plek vinden die hieraan voldoet gaan we weer onverrichterzake terug. ’s Avonds lopen we opnieuw naar de haven, nu om te eten. Het seizoen is duidelijk nog niet begonnen want veel restaurants zijn aan het verbouwen maar gelukkig vinden we één restaurant dat open is. Het eten is er voortreffelijk.

Zonsopkomst Fisterra

 

Na een prachtige zonsopkomst op deze laatste dag van Januari en een heerlijk ontbijt met een gekookt eitje wandelen we met onze twee waszakken naar de lavanderia. Terwijl ik het was proces opstart loopt Dick terug naar de camper waar hij de vloer stofzuigt. Regelmatig komt hij even terug om te kijken of hij al kan helpen met opvouwen (we gebruiken onze benen in plaats van onze mobieltjes) en rond twaalven is alles opgeborgen in de kastjes en ons bedje schoon gedekt. Nu onze chores (klusjes) gedaan zijn is het tijd om erop uit te gaan. Als Dick de fietsen tevoorschijn haalt blijkt zijn voorband lek.

Band plakken op de camperplek

Gelukkig is het stralend weer dus kan hij buiten zittend de band repareren en niet veel later kunnen we op weg. Door het stadje rijden we op ons gemakje naar de Cabo de Fisterre, in vroeger tijden het einde van de wereld. Beneden bij het water is niet alleen de geocache verstopt, overal zijn ook schoenen achtergelaten en vind je onder rotsen verstopte kleding. De traditie wilde namelijk dat pelgrims hier hun kleding en schoenen verbrandden. Tegenwoordig is dat verboden. Er is waarschijnlijk een schoonmaakactie geweest want er ligt aanzienlijk minder dan toen we hier twee jaar geleden rond klommen. Natuurlijk neem ik ook een kijkje bij Apostel Santiago die bij het kruis op de rotsen staat.

Mijn geliefde pelgrimslied verhaalt hierover:

“Et tout la bas au bout du continent
“Messire Jacques nous attend            
“Depuis toujours son sourire fixe      
“Le soleil qui meurt au Finisterre.

En ginds aan het einde van het continent
wacht ons heer Jacobus
sinds altijd zijn glimlach gericht
op de zon die ondergaat in Finisterre.

Het is prachtig hier op de Cabo met de zon die in het water weerkaatst en we blijven  enige tijd rondhangen. Natuurlijk maken we nog een foto bij km 0,0 en het beeld van de pelgrim die zich tegen de wind in zijn weg baant en dan fietsen we op ons gemakje weer terug naar de camper. Natuurlijk kan ik de Chinese bazars niet weerstaan, er zijn in dit stadje zelfs twee stuks, en daar loop ik even later rond. Dan praten we nog even wat met de beheerder die ons vertelt waar we (onze inmiddels smerige) camper kunnen wassen.
Hij adviseert ons vandaar nog een stukje door te rijden en de waterval van Ezaro te bezoeken die de moeite waard is. Dus besluiten we nog een dag te blijven. Ons plekje zal worden vastgehouden dus daar hoeven we ons geen zorgen over te maken.
We vertrekken (al is het maar voor een ochtend) maar hoeven nog niet te betalen. Hier, aan het einde der wereld is nog vertrouwen in de mensheid. ’s Avonds zijn alle restaurants gesloten in het haventje. Gelukkig is een Turkse snackbar open waar we kebab eten. Door een doodstil Fisterre lopen we laat in de avond weer terug naar de camper.

Speciale camper wasbox in Cee

De eerste dag van Februari begint opnieuw met een staalblauwe lucht en zon maar als we op weg zijn naar Cee geraken we toch in een dik wolkendek. De wasplaats is hoog genoeg voor onze camper en nadat we euro’s in de machine hebben gestopt verschijnt er veel en groen schuim en kan onze camper ingezeept worden. Je ziet het vuil gewoon losweken van de camper. Uiteindelijk na veel inzepen, boenen en spuiten is de camper weer stralend schoon en rijden we verder langs de baai vanwaar we regelmatig een blik op de Cabo Fisterre kunnen werpen.

Waterval in Evora

In Evora moeten we de afslag zoeken naar de waterval maar uiteindelijk kunnen we de camper parkeren en lopen we naar het begin van de waterval. Met veel kracht stort het water zich naar beneden en tegen de rotswand en is imposant, we voelen de waterspetters. En we zijn echt een stuk van de waterval verwijderd. Het oorspronkelijke pad naar de voet van de waterval loopt verder door maar is vermolmd en dus hermetisch afgesloten. Jammer dat we met de laagstaande zon in dit jaargetijde nog in de schaduw staan. Hier kom ik hoogzomer zeker nog eens terug. Na veel foto’s uit verschillende hoeken lopen we uiteindelijk terug naar de camper en rijden weer terug naar de camperplek waar we de camper terugzetten op het voor ons gereserveerde plekje.
Omdat het nog vroeg is loop ik in de middag nog naar het mooie kerkje aan het einde van Fisterre maar als ik daar ben zie ik dat het slechts een klein stukje is om bij de Ermida de San Guillerme te klimmen. Daar heb ik een schitterend uitzicht op de hele baai. En dan blijkt het nog maar een klein stukje naar landpunt zodat ik doorloop. Het is leuk om vanaf de berg naar de oceaan af te dalen.

Cabo Fisterra

Als je de eindeloze watermassa ziet is begrijpelijk dat deze plek aan de Costa da Morte in vroeger tijden als ”het einde der wereld” aangeduid werd. Niet voor niets zie je vanaf hier de laatste zonsondergang van het Europese vasteland. Met de staalblauwe lucht en zon is het betoverend. Na een laatste blik op de apostel Santiago wandel ik weer terug naar de camper. Wel fijn dat ik nu én naar de Cabo ben gefietst én ernaartoe ben gelopen.

Afscheid van de camp beheerder

 

 

 

Op de camperplek praten we nog gezellig met de beheerder, betalen voor de nachten dat we hier hebben gestaan en beloven snel weer terug te keren. Om 19:00 uur wandelen we opnieuw naar de haven waar ons restaurant gelukkig weer open is en we opnieuw van een goede maaltijd kunnen genieten.

Vrijdag 2 februari vertrekken we om half 10 uit Fisterre. De zon schijnt volop maar er waait een ijzige wind. Dwars door het bergachtige Galicia rijden we naar de noordkust waar we in Foz, op een groot grasveld aan de baai, een parking vinden. Het is eb en voor ons strekt zich een kale zandvlakte uit alleen doorkruist door enkele waterstroompjes die richting zee afvloeien. Na de vele mist in de bergen hebben we hier staalblauwe lucht en zon dus gaan we het stadje verkennen. Ik kan maar één woord uitbrengen: het is hier dodelijk saai, er is geen winkel te zien, geen supermarket en er zijn geen mensen op straat.

Strand met rosten in Foz

Gelukkig komen we uiteindelijk bij de kust waar we naar het strand afdalen en tussen de rotspartijen en grotten een cache vinden. Dit stuk van Foz alsmede de woeste rotsblokken in zee maken dat onze wandeling toch nog leuk wordt. Helaas zijn er steeds meer wolken gekomen en als we weer bij de camper arriveren is het grijs en ijzig koud. Het duurt enige tijd voor we weer opgewarmd zijn.
’s Avonds gaan we er niet meer op uit. Ik heb nog wat blikjes Chili con Carne die we opwarmen en met brood eten. Het is niet slecht. Dat dit wel een plek is waar veel mensen graag staan blijkt wel als eind van de middag de een na de andere camper aankomt. ‘s avonds staat alles vol en hebben we zeker 40 Spaanse buren.

Als we zaterdag 3 februari om 8:00 uur opstaan is het nog donker. Alhoewel de zon de hemel probeert te kleuren rukt een dik wolkendek op en als we om 9:00 uur vertrekken zien we alleen nog een vaag zonnetje. Door soms zware mistbanken rijden we dwars door de bergen naar Ponferada waar de zon weer tevoorschijn komt en om 13:00 uur parkeren we onze camper tussen de flatgebouwen in Astorga. De lucht is inmiddels staalblauw, de zon schijnt volop en het is 18 graden. Goed dat we de noordkust hebben verlaten. Ook al hebben we al heel vaak door Astorga rondgedwaald toch blijft dit een plaatsje waar we iedere keer graag komen. We drinken wat op een terrasje op de Plaza Mayor, genieten van de zon en de overal rond slenterende mensen.
’s Avonds lopen we opnieuw naar het centrum waar we, niet ver van de albergue peregrino in de Irish tabern eten. Een goede keuze, het eten is goed, niet voor niets zijn alle tafeltjes bezet. Langs de prachtig verlichte Kathedraal en het Palacio van Gaudi lopen we ’s avonds terug. Het is druk op straat en overal zitten de mensen nog buiten op de terrasjes en dat bij 10 graden. In Spanje is echt een ander levenspatroon.

Zondag 4 februari zijn we voor achten op en na het ontbijt rijden we naar de arena waar we ons grey- en black water droppen. Het vriest dus het is de vraag of er wel water is maar als we de kraan opendraaien blijken we te kunnen vullen.

Valverde La Virgin

We stoppen in het kleine stadje Valverde La Virgin, aan de Camino Frances, om foto’s te maken van de zich op de kerktoren nestelende ooievaars. Doordat er geen wind is en volop zon voelt het niet echt koud hoewel de temperatuur nog steeds 5 graden aangeeft.

Om 13:00 uur arriveren we in Burgos waar we naast het winkelcentrum La Plata onze camper parkeren. Omdat het zulk mooi weer is wandelen we naar het centrum. Daartoe hoeven we alleen maar de overal aanwezige gele pijlen te volgen, we lopen immers over het traject van de Camino Frances. Alvorens bij de kathedraal te arriveren komen we langs de albergue municipal. We kijken in de ontvangsthal en vanaf de straat laat ik Dick het dakterras zien waar ik mijn was ophing. Ik praat Dick de oren van zijn hoofd. Arme Dick, waarschijnlijk heeft hij dit al diverse keren gehoord. Alleen heeft hij er nu een beeld bij.

Kathedraal in Burgos

Niet ver van de albergue is de kathedraal waar we naar binnen lopen. Onze credentials heb ik meegenomen (ja, Dick heeft er ook één) dus krijgen we, naast een stempel, beiden pelgrimskorting op de toegangsprijs en wandelen dan naar binnen. De buitenkant is al indrukwekkend, binnen is niet te geloven hoe rijk deze kerk gedecoreerd is. Overal zijn zijbeuken met beelden, rijk gedecoreerde altaren en schitterende schilderingen. We raken niet uitgekeken, het is indrukwekkend.

Pracht en praal in de kathedraal

Nadat we door eindeloze kloostergangen hebben gelopen, vol met marmeren beelden en prachtige wandkleden en na nog een laatste zicht op de binnenplaats van de kathedraal verlaten we deze schitterende kathedraal weer.
In het warme zonnetje wandelen we op ons gemakje terug. Omdat het al half 6 is lopen we op de terugweg het winkelcentrum in waar we bij het restaurant een menu bestellen. Na de 11 km rondlopen smaakt de, uit drie gangen bestaande, maaltijd prima.’s Avonds drinken we alleen nog koffie en kijken TV. Het was een heerlijke dag.

Gelukkig hebben we gisteravond de isoleermat voor de voorruit bevestigd want als we maandagochtend om 8:00 uur opstaan wijst de thermometer -1 graad aan. De geparkeerde auto’s om ons heen hebben een dikke ijslaag op de voorruit. Iets over elven arriveren we in Vitoria Gasteiz. Het is nog erg stil maar gaande de dag lopen steeds meer campers binnen en tegen de avond staan bijna alle plekken vol. Helaas hebben we de zon en blauwe lucht in Burgos achtergelaten, hier is het grijs. Erg is dat niet want het is weer eens wasdag. Ik hoef alleen de parking over te steken en ben dan bij de lavanderia. Dick gaat onderwijl de ramen onderhanden nemen want die zijn stinkend smerig maar heeft ook nog tijd om de camper te stofzuigen en mij te helpen met opvouwen van het wasgoed als dat uit de droger komt. Om drie uur zijn we klaar met al onze chores en wandelen we nog even langs enkele geocaches. De zon is gelukkig weer doorgebroken en het is buiten erg aangenaam. Natuurlijk gaan we samen ook nog even naar Eroski de prachtige supermarket aan de overkant. We halen avondeten en zoeken een dessert uit. De Judia Plana (snijbonen) met gebakken aardappel en gehakt smaakt prima.

Helaas is het dinsdag 6 februari als we om 8:00 uur opstaan weer mistig en het is koud. Na het ontbijt dumpen we en vullen met water en vertrekken. Op de tegenoverliggende rijbaan komen we enorme rijen tractoren tegen en we zien lange files ontstaan. Boeren protesten vinden hier dus ook plaats. Gelukkig arriveren we vroeg in Pamplona want daar staan al rijen tractoren klaar om de weg te blokkeren. Pamplona heeft verschillende camperplekken en we kiezen degene die het dichts bij het centrum is. Gelukkig is er een plekje. Nadat we hebben betaald wandelen we naar de lift die ons naar de bovenstad brengt. Wel fijn want nu hoeven we niet de steile stadsmuren te beklimmen. Door de smalle straatjes van Pamplona slenteren we rond. Natuurlijk laat ik Dick de albergue zien die in een oude kerk gevestigd is en arriveren uiteindelijk op het mooie plein in het centrum.

Bocadillo in Pamplona

De aanblik van een heerlijke Bocadillo met Jamon kunnen we niet weerstaan en nadat we bij de Pharmacia eerst crème voor pijnlijke spieren gekocht hebben, smullen we op een bankje van het verse brood. Inmiddels zijn alle barretjes dicht dus kunnen we nergens meer wat nuttigen. Met een gevulde maag wandelen we nog de stadsmuren rond en uiteindelijk arriveren we weer bij de lift die ons naar de benedenstad brengt.

Om 16:00 uur zijn we terug bij de camper. Omdat we op onze weg naar de camperplek langs een Decathlon kwamen en die slechts 2.5 km weg is besluit ik nog even daar rond te kijken. Het blijkt een prima idee want ik vind er een mooie dunne wandelbroek en een nieuw oranje regenjack. Dat laatste is wel belangrijk want de ritsen op de zakken van mijn oude regenjack zijn kapot gegaan. Ik mag de aankoop indien hij niet bevalt terug brengen. Dat hoeft echter niet want mijn aankoop valt ook bij Dick in de smaak. Omdat we pas tegen drieën de enorme Bocadillo aten hebben we weinig trek meer en dus wordt er niet meer gekookt. ’s Nachts daalt de temperatuur tot het vriespunt en de verwarming slaat weer eens aan.

Woensdag 7 februari schijnt de zon, is de lucht staalblauw maar is het met 2 graden wel koud. Echt weer om de Pyreneeën over te steken. Dus gaan we na dumpen en water vullen op weg. Nadat we heel Pamplona zijn doorgereden komen we op de smalle N 135 die naar Frankrijk leidt. Om ons heen zijn de velden wit van de vorst en regelmatig kruisen we de Camino Frances.

Op 800 meter nu zonder sneeuw

Op 800 meter hoogte stoppen we op de pas en genieten van de zon. In tegenstelling tot afgelopen jaar ligt hier nu geen sneeuw. In Roncesvalles is alles uitgestorven dus rijden we verder. We stoppen even bij het monument van Roldan. In het jaar 778 vond de slag bij Roncevaux plaats waarbij een Baskische strijdmacht het leger van Karel de Grote versloeg. Legerleider Roeland sneuvelde daarbij. Het epische “Chanson de Roland” is hierop gebaseerd.
We kijken even rond over de schitterende bergwereld en dan volgt een steile afdaling naar Saint Jean Pied de Port of in het Baskisch: Donibani Garazi. Op de camperplek parkeren we onze camper. Het is heel stil want er is slechts één andere camper.

Saint Jean Pied de Port

Ook al is het een klein dorpje toch is het erg pittoresk en zeker nu de zon schijnt is het heerlijk om hier rond te lopen. Helaas is, net als vorig jaar, onze sportzaak, Boutique du Pellerin nog gesloten. Het zal dus niet lukken om hier een nieuwe poncho te kopen. Wel jammer want het exemplaar wat ik graag wil kopen staat aanlokkelijk in het voorportaal. Dick die deze sluiting voorzag heeft derhalve een mail gestuurd maar daar evenmin enige reactie op gehad. Het is trouwens niet de enige winkel die gesloten is. Op onze tocht door het stadje blijken veel meer winkels gesloten te zijn. Na natuurlijk een kaars te hebben opgestoken in de kerk wandelen we langzaam weer terug. Daarna loop ik toch nog even naar het andere einde van het stadje waar nog twee geocaches verborgen zijn en ook een Lidl is waar ik nasi haal die ‘s avonds goed blijkt te smaken.

Donderdag 8 februari is er veel meer bewolking maar het is met 13 graden niet koud. Over smalle binnenwegen rijden we naar het noorden. Op een gegeven moment missen we een bord want we arriveren bij een brug die verboden is voor meer dan 3.5 ton. Maar nu omrijden kost wel heel veel extra kilometers dus wagen we het erop en steken de smalle brug over. Gelukkig komen er pas tegenliggers als we bijna aan de overzijde zijn en met wat manoeuvreren lukt het elkaar aan het begin te passeren. Niet veel later zetten we de camper neer bij het voormalige station in Creon. De camper plek is helemaal leeg. Na een kop koffie lopen we rond in het doodse stadje. Het is ook somber weer dus niemand gaat voor zijn plezier naar buiten. Als we dus terug zijn  besluiten we verder te rijden naar Artigues pres Bordeaux.

Artiques pres Bordeaux

Om 17:00 uur arriveren we bij de parking naast de oude Romaanse kerk. Gelukkig vertrekt net een grote groep wandelaars die hier hun auto’s geparkeerd hadden zodat plek vrijkomt om onze camper te parkeren. Wel fijn want we hebben weinig zin om nog verder te rijden. Wel loop ik nog een stukje om een cache te zoeken die ik voor een challenge nodig heb. Omdat we pas laat aankwamen wordt het al schemerig als ik weer terug ben. We eten lekker bratwurst en sla en kijken TV.

Vrijdag 9 februari maken de kerkklokken ons wakker, ze  slaan 8 maal. Veel van de campers die hier vannacht op doortocht gestaan hebben zijn al vertrokken. Om 9:00 uur zijn ook wij op weg. We rijden door de wijnstreek van de Bordeaux. In dit jaargetijde zijn de wijnranken nog kaal en ook de lucht is grijs bewolkt dus het ziet er wat somber uit. Terwijl we verder naar het noordwesten rijden regent het regelmatig. Ook het landschap verandert, de wijnranken maken plaats voor het vlakke kustlandschap met waterbassins waar schelpdieren worden opgekweekt. Iets voor twaalven rijden we de brug over naar Ile d’ Oleron. Het is laag tij. Boven het eiland zien we blauwe lucht verschijnen. Werkzaamheden maken dat we praktisch het hele eiland moeten omrijden alvorens aan te komen in St. Pierre d’Oleron. Op het grote parkeerterrein van LeClerc zetten we de camper neer. Op borden staat dat langere tijd parkeren niet toegestaan is maar wij denken dat dit niet op ons slaat, zeker in dit jaargetijde, want morgen vertrekken we weer. Na de koffie wandelen we het stadje in. Helaas ligt het in het binnenland dus merk je hier niet dat we op een eiland staan. De zon schijnt echter en het is heerlijk om buiten rond te wandelen.

Laterne des Morts

Geocaches brengen ons op mooie plekjes in het stadje. Bijzonder is “Laterne des Morts” de hoog oprijzende stenen toren als voortdurende herinnering aan de overledenen. Het vuur dat hoog bovenin brandt is het symbool van de onsterfelijkheid van de geest. Prachtig.
Eind van de middag zijn we weer terug bij de camper, de zon schijnt nog steeds en is het 18 graden. We boffen. Omdat ons Franse gas op is lopen we samen naar het benzinestation waar we onze fles kunnen omwisselen. De propaan is goedkoper geworden want we betalen enkele euro’s minder dan begin januari. Natuurlijk loop ik ook nog de grote supermarket in. Niet alleen om eten voor vanavond te halen maar ook om lekker rond te snuffelen. Jullie zullen begrijpen dat Dick liever thuis blijft. Pas als het donker wordt kom ik weer tevoorschijn. Thuis kan ik meteen aan het eten beginnen. Gelukkig vindt Dick de bloemkool, burgers en gebakken aardappeltjes goed smaken. “s Nachts regent het lang en hard. Het is maar goed dat de camper jaarlijks een waterdichtheidstest ondergaat.

Als we zaterdag 10 februari om 8 uur opstaan is het droog. Weer moeten we het halve eiland omrijden om de brug te bereiken naar het vasteland. Overal om ons heen zie je in dit door getijde getekende land, bassins waar schelpdieren gekweekt worden. Voor ooievaars is dit gebied klaarblijkelijk ook aanlokkelijk want op iedere hoogspanningsmast zijn wel enkele ooievaarsnesten gebouwd en al deze nesten worden ook bevolkt.

Kaart in La Roche sur Yon

Voor we er erg in hebben zijn we al in Rochefort. Bij de capitainerie kunnen we dumpen en water vullen en omdat onze tanks vol/leeg zijn komt dat goed uit. Na 20 minuten rijden we verder en om 12:00 uur komen we aan in La Roche sur Yon. Wel fijn dat we zo vroeg zijn want nu kunnen we op de laptop de uitvaart van de lieve, oude Francien volgen die 1 februari op hoge leeftijd is overleden. Na afloop van de uitvaart lopen we het stadje in.

Vanavond hebben we in het centrum een geocache event en we willen kijken waar dat is. Daarbij verblijven in de Bassins op de Place Napoleon verschillende mechanische dieren. Ze zijn verbonden met een bedieningspaneel waarmee het publiek delen van het dier kan bewegen. Dat willen we natuurlijk zien. Een smal pad langs de rivier leidt naar het centrum. Alhoewel er veel wolken zijn schijnt de zon dus is het heerlijk buiten. Als we bij de bassins aankomen blijken veel bedienings panelen nog buiten bedrijf. 

Mechanische Nijlpaard in park Place Napoleon

 

Wel teleurstellend want ook al is het leuk een enorm nijlpaard in het water te zien, hij kan niet tot leven gebracht worden. Alleen delen van kikkers kunnen bewogen worden. Snel zijn we dus uitgekeken op deze beestenboel en omdat we plotseling worden overvallen door een regenbui duiken we een boulangerie in waar we koffie drinken en natuurlijk ook een gebakje bestellen. Als we weer buiten zijn schijnt de zon weer, dus goed getimed. We slenteren nog even door de straatjes alvorens terug te keren naar de camper.
Om half 7 lopen we opnieuw naar de stad waar we op een winderig en koud plein wachten op andere geocachers. Echt aangenaam is het niet buiten en we zijn dan ook aangenaam verrast als de aanwezigen op een gegeven moment de kroeg induiken.

Geocache event in het café

 

 

 

Op onze navraag blijkt dat gebruik. Eens in de twee maanden komen ze hier samen, drinken een biertje en praten over hun geocache ervaringen en reisplannen. Het is gezellig om met elkaar te kletsen en we warmen heerlijk op.
Om 8 uur nemen we als vrienden afscheid van elkaar. Mochten we ooit weer in de buurt zijn dan komen we zeker weer langs. Binnen samen een biertje drinken is, zeker als de weersomstandigheden niet optimaal zijn, wel een heel goede tip voor onze geocache events. In Nederland staan we namelijk regelmatig buiten te kleumen. Vol van deze ervaring lopen we weer terug naar de camper waar we nog wat toast en soep eten. Alle restaurantjes zaten namelijk overvol en we konden nergens terecht voor ons avondeten.

Zondag 11 februari zijn we voor tien uur al op weg. Er is weinig verkeer dus binnen 4 uur hebben we de 260 kilometers naar St. Malo afgelegd. Op de parking bij zee zetten we onze camper neer. Er staat slechts een andere camper. Wel raar want andere keren was het hier altijd druk. De donkere wolken die we onderweg nog zagen zijn allemaal verdwenen en we zien nu veel blauwe lucht en zon. Wel is het koud door een ijzige wind en de temperatuur komt niet hoger dan 9 graden. Dick blijft liever in de camper maar ik wil graag een kijkje nemen op een landtong waar een geocache verborgen is, dus wandel ik even later naar het strand.

Baai bij Saint Malo

Het is eb dus ik probeer de route over het drooggevallen deel van de baai te nemen. Niet alleen is dat veel leuker, het is ook aanzienlijk korter. Wel vergt het veel klimmen en klauteren over drooggevallen rotspartijen en moet je oppassen waar je je voeten neerzet want tussen de rotspartijen zijn overal waterpoeltjes. Leuk om te speuren en tot mijn grote plezier vind ik enkele mooie Jacobsschelpen. Ik ben niet de enige die hier rond klautert. Hele families klimmen de rotsen op en af.
Niet om Jacobsschelpen te zoeken maar naar krabbetjes en andere zee-beesten zodat ze vanavond een maaltijd hebben. Uiteindelijk heb ik er genoeg van en klauter naar de andere rand van de baai waar ik middels enkele door de zee uitgesleten stenen treden op het begin van de landtong kom. Daar wandel ik door naar het uiterste puntje. Ook deze wandeling blijkt, gezien de drukte om me heen, een favoriet uitje voor de Fransen. Na heel veel zoeken en speuren vind ik uiteindelijk de geocache, die listig tussen de rotsblokken verborgen ligt en wandel dan weer terug. Daal weer af naar het strand loop over het drooggevallen deel van de baai en arriveer uiteindelijk bij de camper, uitgewaaid en tevreden met mijn expeditie. De macaroni ’s avonds met kip en spekjes smaakt voortreffelijk.

Alhoewel maandag 12 februari eerst nog wat wolken te zien zijn trekken die al snel weg en kunnen we blauwe lucht en zon begroeten. We eten ons laatste Spaanse Oroweat brood. Wel jammer want het is lekker brood en dit soort brood kun je niet in Frankrijk kopen. Dan lopen we naar de bushalte aan de rand van het parkeerterrein en pakken bus 6 naar de binnenstad van St . Malo. Door de koude wind voelt de temperatuur als 7 graden en we hebben geen zin om met deze kou te fietsen. Ondanks het feit dat het maandagochtend is zijn we niet alleen in de smalle straatjes van de ommuurde binnenstad van St. Malo. Er lopen best wel wat mensen. Wel is het koud en regelmatig zoeken we een zonnig plekje om even op te warmen.

Kathedraal St. Vincent

 

De Kathedraal St. Vincent blijkt open en daar kijken we natuurlijk even rond. In 1944 is deze kerk ernstig beschadigd maar na restauratie is een prachtig Godshuis ontstaan. Iets verderop zie ik in de etalage een mooie hoodie en ik kan de drang niet weerstaan te passen. Het blijkt perfect te zitten en is heel warm en als er ook nog 50% korting is kan ik het niet weerstaan deze schitterende hoodie te kopen. En dat terwijl Dick degene is die nieuwe hoodies nodig heeft. Die heeft echter geen zin om naar nieuwe exemplaren te zoeken. Om weer wat op te warmen wandelen we naar de pier die ver de zee insteekt en die volledig in de zon ligt.

 

De pier in Saint Malo

 

 

 

Het is heerlijk om hier te wandelen na de kou in de smalle, in de schaduw gelegen, straatjes binnen de muren. Uiteindelijk wandelen we weer terug de ommuurde stad in.
Als een menu er goed uitziet lopen we een restaurant in. We eten lekker en met een vol buikje verlaten we rond drie uur weer het restaurant. Over de stadsmuren wandelen we richting bus onderwijl genietend van het uitzicht op zee en strand. Iets voor vieren zet de bus ons weer af bij Parking Le Davier. Daar ontdekken we de oorzaak van het uitblijven van campers, het blijkt “verboden” om hier te overnachten. Omdat we ons geluk niet willen tarten besluiten we niet nog een nacht te blijven maar te vertrekken. Helaas is de parking bij de supermarket in Cancale te klein dus rijden we door naar Pontorson waar we om half 6 aankomen. Wel fijn want nu kan ik mooi nog even wat inkopen doen. Niet voor het eten van vanavond want we hebben al gegeten maar voor de komende dagen. Onderwijl logt Dick de geocaches die we in St. Malo hebben gevonden.

Dinsdag 13 september is het grauw en grijs, echt weer om te wassen dus na het ontbijt verzamel ik al ons wasgoed, haal de bedden af en samen we lopen naar de laverie die zich aan de weg bevindt. Op dit vroege uur is er nog niemand anders dus ik kan de door mij gewenste machines gebruiken. Terwijl Dick terugloopt naar de camper, daar de ramen poetst en stofzuigt wacht ik bij de machines tot ze klaar zijn. Enkele kledingstukken hebben vieze strepen. Het gebeurt bijna nooit maar nu heb ik toch een vervuilde machine getroffen. Ik stop toch alles in de droger, bij een volgende wasbeurt verdwijnt dit wel weer. Zoals altijd is Dick op tijd weer bij de laverie om alle wasgoed te helpen opvouwen en samen lopen we alle schoon goed terug naar de camper. In de middag wandel ik nog even naar de andere kant van Pontorson waar zich een Lidl supermarket bevindt. Wel raar natuurlijk als je naast een supermarket geparkeerd staat, maar het geeft een doel aan een wandeling. Dick loopt niet mee maar gaat de voor en achterkant van de camper schoonmaken. Die is na de vele regen van de afgelopen dagen weer heel smerig. Opvallend is wel dat er  erg veel water op de landerijen ligt. Het heeft hier dus ook heel veel geregend. Als ik terug ben lopen we samen ook nog even onze supermarket in. Het TjingTao bier is in de reclame dus ’s avonds drinken we bij de nasi een heerlijk Chinees biertje. Net als in veel steden in France gaat de straatverlichting om 8 uur uit dus we staan in het aardedonker.

Helaas voor Dick, die zo zijn best heeft gedaan om de camper weer toonbaar te maken, staat er als we woensdagochtend op weg zijn naar Cherbourg een harde wind en regent het zo nu en dan. Om 12:00 uur arriveren we in Cherbourg. De camperplaats bevindt zich naast het met hoge hekken en veel consertines omheinde haventerrein. Helaas worden veel van de voor campers bestemde parkeerplekken bezet door gestalde campers en anderzijds door veel, heel veel geparkeerde auto’s. Maar we boffen, er vertrekt net een auto zodat we onze camper kunnen neerzetten.

Bunker bij passagiersterminal “Cité de la Mer”

We nemen een kijkje op de kade waar zich het museum “Cite de la Mer” bevindt. Het is gehuisvest in het “Gare Transatlantique de Cherbourg” waar de grote cruise schepen aanleggen en waar op het buitenterrein de onderzeeer “Le Redoutable” zich bevindt. Het is de eerste nucleaire onderzeeër van Frankrijk, die van 1971 tot 1991 dienst deed en plaats bood aan een bemanning van 135 personen. Gedurende die tijd heeft het ongeveer 90.000 uur onder water doorgebracht. Eerder hebben we deze indrukwekkende onderzeeër al eens van binnen bezocht, nu nemen we alleen een kijkje aan de buitenkant (ook omdat zich hier een geocache bevindt).

Omdat aan het einde van de lange kade de hekken openstaan lopen we erdoor. Het mag niet want we zijn niet geautoriseerd maar de plaatselijke vissers doen het ook. We bevinden ons nu op de kade waar onder andere de Titanic aan zijn grote reis over de Atlantische Oceaan begon. Hoe die fatale reis verliep en wat er gebeurde na een botsing met een ijsberg is in het museum heel aanschouwelijk te volgen. Ook al is het 5 jaar geleden dat we die film hebben gezien nog steeds zie ik hem op mijn netvlies. Omdat het eigenlijk te koud is om slechts in een hoodie rond te lopen wandelen we terug naar de camper, halen ons jack en lopen dan door naar het centrum van Cherbourg. Beiden vinden we dat je hier altijd weer kunt rond slenteren.

Te koop “schilderij 1400 Euro”

In een etalage zie ik een schilderij waar ik op slag verliefd wordt. Helaas blijft het erbij want als ik binnen naar de prijs vraag blijk ik 1400 euro te moeten betalen. Beiden vinden we dit te duur. Helaas want ik zag het al bij ons aan de wand hangen. Om op te warmen drinken we koffie in een patisserie en wandelen dan weer verder door de stad. Als we bij de Montagne du Roule (een hoge rots) arriveren gaan we ieders ons weegs. Dick wandelt op zijn gemakje terug naar de camper terwijl ik de berg beklim. In het hart van deze berg bevinden zich verdedigingswerken met een gangenstelsel en op verschillende plaatsen uitzichtpunten. In de 2e wereldoorlog werd het gebruikt ter verdediging van de haven van Cherbourg.

Uitzicht op Cherbourg

 

 

 

 

De steile klim is een goede oefening voor mijn pelgrimstocht en boven aangekomen word ik niet alleen beloond met een schitterend zicht op Cherbourg maar ook met een geocache. Eind van de middag ben ik pas terug maar wel tevreden. Om 19:00 uur lopen we langs de haven naar onze Thai. Ook al zijn we er anderhalf jaar niet geweest het eten wat we voorgeschoteld krijgen smaakt nog onveranderd goed. Alleen al voor dit Thaise restaurant rijden we telkens weer naar Cherbourg.

Omdat donderdag 15 februari wat blauwe lucht en zon te zien is en we ook nog voorlopen op ons reisschema besluiten we nog een dag te blijven. Na het ontbijt haalt Dick de fietsen tevoorschijn en even later fietsen we in het zonnetje. Rond half 1 passeren we een boulangerie waar het erg druk is en nadat de fietsen aan de ketting liggen lopen we naar binnen. De heerlijk belegde baquettes halen ons over en al snel smullen we van onze baquettes. We zijn nu vlakbij de Montagne du Roule en besluiten omhoog te fietsen zodat we nog van het uitzicht kunnen genieten. Helaas is de bewolking toegenomen en is het zelfs gaan miezeren, dus het uitzicht valt tegen. We fietsen terug naar de camper waar ik besluit om nog even naar de Action te lopen. Het betekent dat ik half Cherbourg door moet maar dan kan ik ook lekker rondsnuffelen. De zon is weer doorgebroken en het is aanzienlijk warmer dus het is een aangename wandeling en voldaan kom ik om 18:00 uur weer thuis waar Dick met warme chocomel op mij wacht.

Eten bij de “Thai”

Om 7 uur lopen we opnieuw naar ons Thais restaurant en opnieuw krijgen we een voortreffelijke maaltijd voorgeschoteld. De groene curry die ik besteld heb is zelfs nog beter.  Als we weer thuis zijn maken we het niet laat, beiden zijn we rozig.

Vrijdag 16 februari staan we om 07.45 uur op en het is nog donker maar als we om 09:00 uur vertrekken zien we blauwe luchten, alleen aan den einder zijn enkele wolken te bespeuren. Tot Caen rijden we over een 4-baans weg maar daarna volgen we soms zeer smalle wegen naar het noorden. Het laatste stukje naar Honfleur moeten we tolweg rijden. Ik blijf het raar vinden dat er geen tolvrije route is voor wagens boven de 3.5 ton. In Honfleur is volop plek dus we kunnen onze camper op ons vaste plekje neerzetten. Omdat het zulk mooi weer is wil ik erop uit, Dick blijft liever bij de camper. Dus besluit ik naar de grote supermarket van Leclerc te lopen. Als ik daar bijna ben zie ik dat de Pont de Normandie niet meer zo ver is dus ik wandel door. Helaas verdwijnt de zon achter een dik pak wolken als ik de brug oploop maar nu ga ik door want bij de eerste pilaar is een geocache. Je moet daar een foto van jezelf op de brug maken.

Pont de Normandië

De tolbrug bestaat uit 2 rijstroken, er pal naast een smalle fietsstrook en na een smalle stenen richel een voetpad. Ondanks de klim omhoog is er goed te lopen maar je wordt bijna duizelig door de oneindige stroom vrachtwagens die met 100 km per uur langs razen. Uiteindelijk ben ik toch bij de eerste pilaar waar ik een foto maak en in de huiveringwekkende diepte onder mij kijk. Het is niet meer zo ver naar het midden van de brug maar zo hoog op de brug staat een stevige wind dus dat komt wel een andere keer bij minder wind. Het liefst met Dick want zo hoog boven de Seine is het ook wel eng. Het is een verademing om weer van de brug af te zijn en na ook nog even wat eten gehaald te hebben bij Leclerc wandel ik op mijn gemakje weer terug huis waar blijkt dat ik pas 10 km heb gelopen.
‘s Avonds loop ik naar het Kebab restaurant om eten te halen. Helaas, het blijkt net na ons laatste bezoek in januari gesloten wegens renovatie. De zich ernaast bevindende kleine supermarket krijgt een nieuwe eigenaar en is ook helemaal onttakeld dus het is maar goed dat ik vanmiddag na de brug-escapade nog even wat eten heb ingeslagen. We eten wel simpel, brood met vlees en sla want eigenlijk heb ik niet zoveel zin om uitgebreid te koken.

Helaas is het grijs en grauw als we 17 februari om 08:00 uur opstaan. Ons plan was om aan de Le Havre zijde samen de Pont Normandië op te lopen maar als we over de brug rijden regent het en hangen de wolken over de bovenkant van de brug. We laten ons plan derhalve varen en rijden door naar Fecamp. Volgens onze camper-app bestaat de parking hier niet meer maar als we aankomen zien we nog steeds een parking voor campers en auto’s, wel is deze kleiner, zijn er geen dumpvoorzieningen meer, maar het is nu wel gratis. Terwijl wij koffie drinken trekken de wolken deels weg dus lopen we ’s middags in een heerlijk zonnetje door Fecamp. Ook hier is het toeristenseizoen nog niet begonnen en alleen de plaatselijke bevolking loopt rond. Bij een restaurant aan de haven reserveren we voor alle zekerheid een tafeltje voor vanavond. Afwisselend wandelen we door smalle straatjes, over pieren en langs de brede boulevard.

Krijt rotsen in Fecamp

 

De krijtrotsen die zich aan beide kanten van het strand bevinden zijn imposant en omdat het strand alleen uit kiezels bestaat hoor je voortdurend het heen en weer rollen ervan als de overigens kalme zee zich op het strand werpt. We genieten en net als in Finisterre voelt het hier als voorjaar. Als we terug bij de camper zijn weten we aan de hand van gegevens die we onderweg hebben gevonden de vindplek van een geocache te ontraadselen dus wandel ik eind van de middag nog even naar de boulevard.

Zonsondergang Fecamp

 

Daar blijkt net de zon steeds verder richting zee te zakken. Het is druk op het kiezelstrand, veel mensen willen dit magische moment niet missen. Ook ik blijf enige tijd staan en maak foto’s maar uiteindelijk ruk ik mij los en wandel terug.
Om 19:00 uur lopen we opnieuw richting strand en gaan ons restaurant binnen. Het eten is erg lekker. Hier komen we zeker terug.

Zondag 18 februari regent het en er hangt een dik wolkendek. Over binnenwegen rijden we naar Boulogne sur Mer. Zo nu en dan zien we een glimp van de grijze zee. Ook hier zijn de landerijen bedekt met een laag water. Als we Boulogne naderen is het zicht 0,0 door mistbanken. Helaas is de parkeerplaats voor campers achter het casino niet beschikbaar. Er wordt een nieuw flatgebouw gebouwd en het is de vraag of je hier ooit nog kunt parkeren.

Regenboog op camperplek in Wissant

Dus rijden we verder en 25 km noordelijker parkeren we onze camper in Wissant. Aan de hand van enkele geocaches wandelen we door dit, voor ons onbekende, stadje. We blijken vlakbij het strand te staan. Omdat de wolken steeds meer verdreven worden is het heerlijk rondwandelen en op de boulevard is het zelfs druk met flanerende mensen. Eind van de middag zijn we weer terug bij de camper. Net op tijd want even later gaat het heel hard regenen. Tegelijkertijd kleurt de lucht door de bomen rood oranje wat vreemd afsteekt tegen de zwarte lucht boven onze camper. Gelukkig hoeven we er niet meer uit.

Helaas is de lucht grijs als we maandag 19 februari om 08:00 uur opstaan. Helaas is hier geen water, wel kunnen we ons grey- en black water dumpen. Daarna gaan we op weg en na Calais gepasseerd te zijn rijden we het binnenland in. Onze bestemming is Revin en de weg ernaartoe leidt ons een stuk door België. Overal langs de weg zijn sporen van boerenprotesten te zien, bergen aan de kant geschoven tractorbanden maar op diverse rotondes ook bergen hooi onder de autobanden die nog steeds smeulen. Blij dat we hier niet waren toen de protesten bezig waren. Om 14:00 uur arriveren we in Revin. Tot onze verbazing is de camperplek helemaal verlaten. Dat hebben we hier nog nooit meegemaakt. Het wordt onze laatste dag in Frankrijk dus terwijl Dick de ramen poetst loop ik naar de supermarkt om nog wat laatste inkopen te doen. Als die in de camper zijn opgeborgen neem ik ook nog even een kijkje aan de andere zijde van de rivier de Meuse. Op enkele regendruppels na blijft het gelukkig droog maar de zon die onderweg nog even scheen laat zich helaas niet meer zien. Thuis gekomen is Dick ook klaar, hij heeft weer vuil van de voor- en achterzijde van de camper gepoetst. We hebben gezien dat er een Kebab restaurant in het dorp is dus ’s avonds loop ik daarnaartoe. Er is even wat verwarring over de gekozen maaltijd (ik wil een schotel in plaats van gevuld broodje) maar uiteindelijk vertrek ik met twee “Assiettes Kebab”. Het smaakt prima. Na onze maaltijd brengen we de isolatiemat voor de voorruit aan want de temperatuur daalt vannacht naar 5 graden.

De wolken hangen dinsdag laag over de rivier en na een ontbijt met weer eens een vers gekookt eitje vertrekken we. Na een uurtje rijden over binnenwegen en door eindeloze bossen verlaten we Frankrijk, en een autoweg brengt ons naar Arlon in België. Opnieuw verbazen we ons dat de parkeerplek achter de brandweer kazerne zo leeg is. Meestal is het op deze plek vlak bij de autobaan naar het zuiden drukker.

Wandelen in Arlon

Na de koffie stuurt Dick mij erop uit. Ik moet immers kilometers maken en al snel wandel ik aan de hand van enkele geocaches door Arlon. Helaas is het door de ijzige wind koud. De thermometer staat weliswaar op 7 graden, de gevoelstemperatuur ligt beduidend lager. Gelukkig heb ik onder mijn regenjack een donsjack aangetrokken. Natuurlijk moet ik naar de kerk hoog boven op de heuvel klimmen. Helaas zijn de wolken gezakt dus heb ik geen mooi uitzicht over de stad. Wel wordt ik door het vele klimmen in Arlon lekker warm. Maar wat echt warmt is de kop soep die Dick maakt als ik terug ben. Samen met het restje macaroni hebben we een goede avondmaaltijd. ‘s Avonds laat blijkt de parking waar 5 campers kunnen staan toch vol te staan, bij de ingang is een groot hek, het is vol.

We hebben klaarblijkelijk het mooie weer in het zuiden achtergelaten want als we woensdag 21 februari op staan is het weer bewolkt en grijs en slechts 6 graden. Het was dus goed om ook vannacht onze isolatiemat te bevestigen. De weg vanuit Arlon voert ons naar Martelange, een klein stukje door Luxemburg, niet meer dan een straatlengte maar voldoende om tenminste 12 tankstations te herbergen. Daar de brandstof in Luxembourg goedkoper is dan in de omringende landen tanken we vol en rijden dan verder. In Sittard parkeren we onze camper. Gelukkig verschijnt er een vaag zonnetje als we rondlopen door het grensgebied van Nederland en Duitsland. Gezien de paden waar we op lopen is dat lange tijd niet tevoorschijn gekomen want overal soppen onze schoenen door de zeer drassige bodem.

Pieterpad en Camino pad

Soms liggen er zelfs zulke diepe plassen op de paden dat we ons een weg dwars door het bos moeten banen. Wel is leuk dat we op een gegeven moment op het Pieterpad belanden en aan de Jacobsschelp is te zien dat dit ook de pelgrimsroute is naar Santiago de Compostella. Na 7,5 km een weg banen door de drassigheid zijn we weer thuis. Dick heeft geen zin meer maar ik loop nog even naar het centrum van Sittard waar zich een webcam cache bevindt. Dat is een geocache waarbij je een foto maakt van jezelf terwijl je op een webcam verschijnt. Het is een type cache die in het buitenland nog wel te vinden zijn maar in Nederland zijn er nog slechts twee webcams. Mogelijk als gevolg van onze privacy wetgeving.
Nadat ik in de camper weer opgewarmd ben, buiten voelt het nog steeds als 4 graden, wandel ik toch weer naar de stad. Ditmaal om Chinees eten te halen. Tot op heden was het altijd lekker maar na de maaltijd concluderen we dat het eten veel minder van kwaliteit is. Hier zullen we niet snel meer komen. Om 10 uur duiken we ons bed in.

Donderdag 22 februari zitten we om half acht al aan het ontbijt en na het afwassen en dumpen van ons grey- en black water, dan hoeft dat thuis niet te gebeuren, rijden we naar huis. Het is grijs weer maar het regent niet en ook als we eind van de ochtend de camper uitladen blijft het droog. Nadat de camper van binnen en buiten schoongepoetst is zetten we hem achter ons huis. Er blijkt gelukkig een plekje waar we de camper vannacht kunnen laten staan.

Onderweg naar de dealer in Nederweert

Morgen brengt Dick hem naar Nederweert naar onze dealer waar het slot van de camperdeur nagekeken zal worden. Wat zal het fijn zijn als we weer gewoon via de zijdeur de camper kunnen betreden.

We kijken terug op een heerlijke vakantie. Weliswaar hebben we niet echt warm weer gehad, wel was er regelmatig zon en blauwe lucht. Na maanden grijze lucht en regen in West Europa was dat een verademing. We hebben 8434 kilometer gereden, slechts 55 kilometer gefietst en 239 kilometer gelopen.  

Dit bericht is geplaatst in EUROPA. Bookmark de permalink.

1 Responses to Eindelijk er weer op uit !!!