Van Australië naar Bali

Van Australië naar Bali

Een pioniers begraafplaats

Een pioniers begraafplaats

Om nog wat tijd samen met Petra en Edwin te kunnen doorbrengen besluiten we in één dag terug te rijden naar Willunga. De afstand is best wel groot (op de heenweg hebben we er anderhalve dag over gedaan) en omdat ik graag onderweg nog wat caches zoek en de laatste brug van de oude Ghan spoorlijn en  de laatste cemetaries in de outback wil bekijken rijden we met wat veel tussenstops naar het zuiden.
In vele stadjes waar we doorkomen zou ik graag nog een dagje willen blijven maar dat is nu helaas niet aan de orde. In Jamestown stoppen we om lekker even te lunchen. Het is onvoorstelbaar dat alle stadjes waar we doorheen rijden ingesteld zijn op picknicks.

Lunch plekje in Jamestown

Lunch plekje in Jamestown

Overal  staan barbeques en bankjes en ook is gedacht aan onze menselijke behoeften. In ieder stadje maar ook in de outback zijn prachtige toiletgelegenheden, schoon en met toiletpapier en je hoeft er zelfs niet voor te betalen. Daar moet je eens in Europa mee aankomen. We hebben geen Hakuna (Tomtom) en dat geeft soms wat problemen omdat de weg niet overal even duidelijk is aangegeven. Natuurlijk is het ook mogelijk dat ik wat verwend ben door onze Hakuna en niet meer zo goed in staat ben de kaart te lezen. Uiteindelijk lukt het gelukkig overal de juiste weg te vinden en arriveren we rond 6 uur ’s avonds in Willunga. We worden met open armen door Petra en Edwin ontvangen en nadat we verhaald hebben over onze belevenissen in het “Red Center” krijgen we een werkelijk voortreffelijke soep met garlic bread. De soep heeft Petra gemaakt  van zucchini, squash en aardappelen uit eigen tuin. Nog nooit heb ik zulke lekkere soep gegeten. Ons gebrek aan verse groente (niet te koop in de afgelegen streken waar wij ons hebben bevonden) wordt echt ruimschoots goedgemaakt. Nadat we als uitgehongerde leeuwen genoten hebben van deze heerlijke maaltijd genieten we van onze veilige terugkeer hier en de avond vliegt om. Het is ongelooflijk hoeveel we elkaar te vertellen hebben. Zondag 1 december slapen we uit tot half acht. Het weer is hier echt van slag want door de raampjes van de camper zie ik een grijze, grauwe lucht. Nog nooit heb ik hier in dit jaargetijde iets anders dan een blauwe lucht mogen aanschouwen. Het waait ook hard maar desondanks is het gelukkig niet echt koud. Na een heerlijk uitgebreid ontbijt gaat Edwin eerst nog even wat werken aan de computer. Er is een probleempje bij een van zijn klanten met de server en dat moet natuurlijk opgelost worden. Tegen de middag werkt alles naar behoren zodat we gezellig met zijn vieren erop uit kunnen trekken.

Wandelen in Kyeema Forst - De Agave bloeit

Wandelen in Kyeema Forest – De Agave bloeit

Niet ver van hun huis ligt een groot bos, het Kyeema Forest waar we gaan wandelen. Er liggen ook wat caches die we en passant meepakken. De wandeling voert ons over smalle dalende en stijgende paadjes dwars door het bos. Het contrast met de plekken waar we vandaan komen had niet groter kunnen zijn. Hier groeien bomen en soms moeten we onze weg banen door het dichte struikgewas, niets geen prikkels en stekels meer of rode zanderige bodem maar een tropisch regenwoud. Het regent ook regelmatig maar gelukkig niet zo hard dat we door en door nat worden en de temperatuur blijft op 24 graden steken dus een regenjas over een t-shirt is voldoende. Na 6 kilometer lopen arriveren we weer bij de auto, ietwat vochtig maar voldaan over de tocht met toch wel heel wat klimmetjes. Thuis eten we het restje soep op die nog immer voortreffelijk smaakt. We drinken we een wijntje en praten veel. De tijd vliegt werkelijk want voor we er erg in hebben is de zon in de zee gezakt en begint Petra aan ons avondeten. Ook al heb ik het gevoel dat ik nog helemaal geen behoefte heb aan eten. Maar als de maaltijd bestaande uit kip tenderloins, sla met feta en niet te vergeten tomaatjes uit eigen tuin en de heerlijke dampende aardappelschotel op tafel staat doen we deze dis heel veel eer aan. En lekker dat het smaakt……..
Ondanks het feit dat Edwin morgen gewoon weer aan de slag moet blijven we toch tot tegen twaalven op. Het kussen in de camper zie ik nog liggen maar dan verdwijn ik in een droomloze slaap. Na enkele weken rond negen uur, half tien naar bed te zijn gegaan is dit tijdstip toch wel erg laat. Maandag worden we pas  om zeven uur wakker. Op weg naar de douche zien we Edwin al hard aan het werk achter de computer. Toch vindt hij tijd om gezellig met ons te ontbijten. Van Petra mag ik mijn was (je snapt niet dat ik al weer een volle waszak heb) in de machine gooien en die draait er inmiddels lustig op los. In tegenstelling tot gisteren is er gelukkig weer blauwe lucht en zon. Ook waait er een windje waardoor de was zodra deze is opgehangen lekker wappert, met als resultaat dat ik anderhalf uur later alle wasgoed droog van de lijn kan halen.

Caches loggen na het ontbijt

Caches loggen na het ontbijt

Terwijl Dick achter de computer gekropen is om onze 80 caches te loggen die we de afgelopen weken hebben gevonden en Petra bezig is met het bewerken van foto’s (ze maakt gewoon kunst van een foto) pak ik een emmer met sop en begin de camper te boenen. Deze dient immers schoon terug gebracht te worden. Binnen in de camper valt het vuil wel mee maar als ik aan de buitenkastjes begin blijken deze toch wel erg vuil te zijn. Ze sluiten niet echt goed af zodat de halve woestijn aan zand (waar we doorheen zijn gereden) zich hier verzameld blijkt te hebben. Na eerst het ergste rode zand weggeveegd te hebben lukt het om na een paar maal soppen deze kastjes schoon te krijgen zodat rond twee uur alles weer spic en span is. De buitenzijde mogen we vuil laten, dat wordt door het verhuurbedrijf gedaan. Nu resteert het pakken van de tassen die weggestopt waren in de diepe bank. Het is inmiddels buiten rond de dertig graden en erg veel zin om netjes te pakken heb ik niet, dus ik smijt alles wat mee moet gewoon in de tas. Morgen nadat we de camper ingeleverd hebben zal ik (het zal wel erop uit draaien dat Dick dat moet doen) de tassen vliegreis klaar maken. Tegen zessen stopt Edwin met werken (alle programma’s draaien weer op de computer) en we maken ons klaar om naar McLarenVale te rijden. Op deze laatste avond willen we met elkaar uit eten.

Lekker eten bij Oscar's in Mc LarenVale

Lekker eten bij Oscar’s in Mc LarenVale

Het is een mooie avond en we kunnen heerlijk buiten op het terrasje zitten uitkijken de over de wijnranken van het wijngoed Hardys, wijn die we ook regelmatig in Nederland drinken. De aangename sfeer en het vele praten met elkaar (wat hebben we elkaar veel te vertellen) maakt dat het pas tegen tienen is als we weer terug zijn in Willunga. Terwijl we nagenieten van een glaasje “Ammehula” ( het heet anders maar tante Ank noemt het zo) en regelmatig een slappe lach hebben met elkaar horen we opeens gefladder en getik tegen de ruit. Een uil is naar het verlichte raam gevlogen en tikt met zijn poten en snavel tegen de ruit. Hij kan er niet zitten dus valt op de grond en blijft daar geruime tijd zitten onderwijl ons vieren aankijkend. Heel bijzonder, ik heb nog nooit zoiets meegemaakt. Helaas kan ik door het raam alleen een wazige foto maken en ook als we naar buiten lopen en de uil naar de dichtstbijzijnde boomtak is gevlogen lukt het niet een scherpe foto te maken. Het is te donker en mijn fototoestel wil niet scherp stellen. Vanaf de boomtak staart de uil ons nog geruime tijd aan voordat deze wegvliegt. Nog lange tijd praten we na over deze bijzondere gebeurtenis. Uilen zijn immers nachtdieren en vliegen nooit naar licht toe. Unaniem zijn we het erover eens dat wat we net gezien hebben heel bijzonder is en een betekenis heeft. Dat wij dat met zijn vieren hebben mogen meemaken.
“s Nachts ben ik regelmatig wakker vanwege de verschijning van de uil en ondanks de late bedtijd staan we om 7 uur al naast ons bed. Tijdens het gezamenlijke ontbijt praten we opnieuw na over de gebeurtenissen van de afgelopen dagen en pas tegen 11 uur rijden wij weg. Het valt niet mee om afscheid te nemen van deze goede vrienden.

Dreigende wolken over de wijnvelden

Dreigende wolken over de wijnvelden

Terwijl de zon nog volop scheen kwamen de donderwolken opzetten met als gevolg dat we, zodra we Mc LarenVale achter ons hebben gelaten en nog wat de wijnvelden gefotografeerd met een dreigende zwarte lucht op de achtergrond, we verzeild raken in een stortbui. Het lijkt wel nacht en je kunt geen hand voor ogen zien. Lang duurt de regen gelukkig niet en al snel rijden we weer in de zon. Van onze laatste camping hebben we een goede kaart meegenomen zodat de route naar ons motel in Glenelg goed te vinden is en een uurtje later kunnen we onze bagage kwijt in de voor ons gereserveerde kamer. Met een lege wagen rijden we verder naar Apollo in Noord Adelaide. Ook dit is een rechte weg en nadat we bij een gasstation de dieseltank hebben volgetankt leveren we de camper in. De camper blijkt bij controle geen “new damage” te hebben en na het benodigde papier werk (we krijgen ook de gescheurde band vergoed) kunnen we in de inmiddels gearriveerde taxi stappen die ons terug naar ons motel brengt. De rest van de middag lopen we rond in Glenelg, het Zandvoort van Adelaide. Het blijkt een leuk plaatsje te zijn. Het weer is nog steeds niet opgeknapt en het is zwaar bewolkt maar de thermometer wijst 25 graden aan dus een heerlijke temperatuur om in rond te lopen.

De pier in Glenelg

De pier in Glenelg

De pier hier is het eindpunt van de tramlijn uit Adelaide en we lopen tot het eind om te kijken of er nog vissers aktief zijn. Het is er rustig en we wandelen wat rond terwijl we ook nog wat caches onderweg zoeken.Na rond vijf uur nog even een koffie te hebben gedronken in onze kamer, wat mailtjes te hebben gelezen en de tassen door Dick keurig zijn herpakt lopen we opnieuw het centrum in. Daar vinden we een cafetaria waar we onder harde en doordringende pop muziek ( de muziek die je ook hoort bij Abercrombie en Fitch) onze giros met sla en fritekes eten. Na afloop kijken we nog even bij de jetty waar de zon langzaam doorbreekt en onder een schitterende regenboog ( het regent weer) lopen we weer terug naar ons motel. Buiten zitten is er  nu niet meer bij. Het regent en waait en de temperatuur is bijna 10 graden gedaald. We moeten morgen vroeg op dus als het niet lukt om met T. Ank te skypen sluiten we de computer af, bergen alle nog rondslingerende zaken in de tassen en duiken ons bed in. Woensdag 4 december gaat de wekker om 6 uur. Lang tevoren ben ik al wakker. Heb ik altijd als we op reis moeten, bang dat ik te laat kom. We ontbijten met het laatste restje fruitcake uit Hawker en drinken daar een lekkere nescafe bij. Kwart voor zeven staan we bij het hek te wachten op de taxi die ons naar de airport zal brengen. Er staan ook 4 Australiërs die, omdat onze taxi maar niet komt, ons uitnodigen om met hen in de grote taxibus naar de airport te rijden, wat we graag accepteren. Terwijl we wegrijden zie ik in de achteruit plotseling een taxi het terrein van het hotel opdraaien. Waarschijnlijk de onze maar wij hebben inmiddels transport. Iets over zevenen staan we op het vliegveld. Er is geen rij en we kunnen direct inchecken. Beide tassen wegen iets meer dan 20 kilo en worden zonder problemen doorgelaten. Na een heerlijke ice coffee in de vertrekhal en enkele laatste appjes uit Australië lopen we naar de douane. Ondanks het feit dat er een lange rij staat beweegt deze redelijk snel zodat we op tijd bij de gate zitten. Het vliegtuig blijkt niet helemaal vol te zitten en wij hebben met zijn tweeën drie stoelen. Heerlijk want dat geeft veel meer bewegingsvrijheid. We vliegen met Virgin Australia en het is verbazend hoeveel beenruimte we in dit toestel hebben. Daar zou de KLM eens een voorbeeld aan mogen nemen. Tijdens de vlucht vliegen we een stukje boven de woestijn waar we gereden hebben. Helaas is het niet heel echt helder (het regent in Alice Springs) zodat de foto’s wazig zijn. De vlucht vliegt om. We lezen wat, lossen sudoku’s op en ik schrijf een stukje voor de website.

Vlak voor de landing is Bali goed te zien.

Vlak voor de landing is Bali goed te zien.

Bali komt in zicht en is duidelijk te zien tijdens de landing. Rond 13.15 uur plaatselijke tijd landen we. Het tijdsverschil met Nederland is inmiddels  nog slechts 7 uur. Voor we het land in mogen moeten we eerst onze visa betalen. Ik heb helaas onze dollars vergeten maar gelukkig is het nu ook mogelijk om in euro’s te betalen zodat we enige tijd later bij de bagageband wachten. Omdat ons vliegtuig op een uithoek van het vliegveld is geland kost het wel enige tijd voor we onze gele zakken op de band ontdekken. Na ook nog wat rupia’s gepind te hebben bij de ATM kunnen we rond 2 uur de taxi naar Gang Puspa Ayu in Kuta nemen. Er zitten hier enkele hotels en guesthouses bij elkaar zodat we kunnen kiezen waar we gaan slapen. Puspa Ayu Bungalows wordt het niet want het ziet er wat verwaarloosd uit maar het Flamboyan Hotel, verderop in het steegje heeft wel een mooie kamer. We besluiten dan ook hier de komende dagen te blijven.

Hmm, lekker genieten

Hmm, lekker genieten

Even de tassen neerzetten en dan op naar een heerlijke koffie in een voor ons zo’n bekende plaats. De Discovery Mall ligt vrijwel tegenover het straatje waaraan ons hotel ligt en is flink uitgebreid. Wel waren we verbaasd dat ze van de strandkant naar de straatkant zijn verhuisd maar de koffie smaakte er niet minder om.

Dit bericht is geplaatst in AUSTRALIE en BALI. Bookmark de permalink.

4 Responses to Van Australië naar Bali