6 juli tot 15 juli 2017 – Alaska
Het parkeerterrein bij Cabela’s in Anchorage is gisteren helemaal volgelopen met campers en caravans maar als we donderdag 6 juli wakker worden rijden de eerste wagens al weer weg. Ook wij zijn vroeg op en na een lekker ontbijt rijden we naar een laundry (er moet echt gewassen worden), zoeken een postkantoor om brieven te frankeren (heel ouderwets), een kapper om mijn haar te laten knippen (geen succes, veel te kort en heel duur) en verder kijken we rond in Anchorage en natuurlijk bij Cabela’s waar we een prachtige broek voor Dick vinden. Cabela’s is een wereld op zich. De meest mooie buitensport artikelen kun je hier vinden naast fantastische outdoor kleren, eigenlijk is er voor iedere sport wat wils, je kunt er uren ronddwalen. Het is wel even schrikken als we bij de jachtspullen en camou-kleding rondlopen en er boven ons een beer luidkeels brult. Maar het is gelukkig een opgezet exemplaar, een van de velen die hier staan, ik denk dat je hier ieder wild opgezet kunt vinden. Vrijdagochtend staan we natuurlijk al om half acht bij de garage. Niemand weet nog iets van onze afspraak maar om 8 uur komt Talon, met wie we de afspraak gemaakt hebben en wordt onze camper naar binnen gereden. Er blijkt in Anchorage luchtvering op voorraad te zijn die op onze camper past dus ik kan mijn geluk niet op. Helaas als beide luchtveringen bevestigd zijn wordt gezegd dat er toch nog wat mis is. De torsievering is kapot en onderdelen om dat te maken zijn in de USA niet aanwezig. Ze kennen zelfs dit systeem niet. We zullen derhalve een andere as uit Europa moeten laten komen, zodat ze die kunnen monteren.
Als we ’s middags de garage verlaten rijden we naar de bibliotheek (die wegens verbouwing gesloten is) maar ernaast blijkt een winkel met koffiebar en goede wifi zodat we de ANWB kunnen bellen en om hulp te vragen voor ons technisch probleem. Het duurt een half uur voor we verbinding krijgen maar uiteindelijk is onze hulpvraag doorgegeven en kan Dick onze camper dealer een mail sturen met het verzoek zo spoedig mogelijk actie te ondernemen. Het is nu wachten wat er gaat gebeuren. Voorlopig is het nog nacht in Nederland dus we zullen geduld moeten oefenen voor we iets horen. Zaterdagochtend besluiten we toch maar terug naar Seward te rijden naar onze vrienden Dick en Kaye en daar spullen af te gooien die we voorlopig niet nodig hebben zodat we wat minder belast in de omgeving kunnen rijden. Ondertussen blijft er contact met Nederland en onze dealer. Aan een nieuwe as moeten we niet denken want dat duurt weken voor er één te krijgen is, maar de torsie staven kunnen vervangen worden en er wordt een handleiding gestuurd. Alvorens er uit Nederland nieuwe onderdelen verstuurd kunnen worden moet Dick eerst een kleurcode en lengte doorgeven. Om die te weten te komen zullen de torsie staven gedemonteerd moeten worden. Dick en Dick denken, na de handleiding bestudeerd te hebben, dat te kunnen maar Dick wil wel weten of de staven dan ook weer herplaatst kunnen worden, want zonder torsiestaven kunnen we niet meer rijden.
Terwijl we weer op antwoord uit Nederland wachten nemen Dick en Kaye ons zaterdagmiddag mee op een sightseeing tour in de omgeving. Ondanks het feit dat we al veel hier gezien hebben komen we toch op plekken waar we nog niet geweest zijn en wat is leuker dan zo’n gezellige rit af te sluiten met een bezoek aan de haven van Seward waar de vissers hun vangst tonen en schoonmaken en ook een voortreffelijk restaurantje is waar we met zijn vieren van een enorme versbereide Pizza genieten. Het gezelschap van Dick en Kaye leidt ons af van de problemen. En als Dick en Kaye ons ook nog zondag mee uit rijden nemen naar Cooper Landing zijn we helemaal vergeten waarom we terugkwamen naar Seward. We rijden eerst naar de Princess Lodge, gebouwd voor de passagiers van de cruiseschepen die in Seward arriveren.
De lodge ligt hoog op de berg ver weg van alles en de passagiers worden hier vanaf hun cruiseschip naar toegereden, de plek is bij uitstek geschikt om de passagiers hun geld in de lodge te laten uitgeven in plaats van in een leuk stadje. Als beloning heb je vanaf het terras van het restaurant van de lodge wel een schitterend zicht op de Kenai river. Na heerlijk geluncht te hebben bij een klein tentje in Cooper Landing pakken we een met gravel bedekte weg op die ons langs verschillende afgelegen meertjes en campgrounds leidt. Woest en verlaten is het. Helaas komen we geen beren of zalmen tegen. Maar we genieten van de schitterende natuur en hebben een ongelooflijk gezellige dag met elkaar. Terug in Seward ga ik een keer eten klaarmaken. Ben wel wat gespannen want wie kan zo’n fantastische kok als Dick evenaren, maar uiteindelijk is de macaronie schotel uit de oven niet slecht.
Maandagochtend 10 juli is er nog niet echt veel nieuws vanuit Nederland behalve dat de ANWB om een lijst vraagt met onderdelen die opgestuurd moeten worden. En die onderdelen weten we natuurlijk niet want eerst moet daarvoor de kleurencode en lengte bekend zijn van de torsiestaven en dus bekend zijn of we deze staven ook weer terug kunnen stoppen. Ik heb het gevoel dat we allemaal op elkaar wachten. Nadat Dick maar weer een mailtje naar de dealer stuurt gaan we in en rond Seward fietsen. Het is prachtig buiten, niet warm, rond de 15 graden, maar de wolken hangen hoog dus de woestheid van de bergwereld hier is heel goed zichtbaar. Dat het niet echt warm is, is geen wonder als je overal om je heen de enorme gletschers naar beneden ziet komen.
Eind van de middag verzamelen we allen om het houtvuur in de tuin. Ook Shelley, de dochter van Kaye en Dick komt met een vriend. We kletsen gezellig met elkaar, horen hun belevenissen van een zeer inspannende klim omhoog naar een van de toppen en genieten van heerlijke zalm die Dick op de barbecue bereid heeft. Omdat ik geen gerust gevoel heb over het zomaar verwijderen van torsiestaven staan we ’s nachts op en bellen met de dealer. Die vertelt hoe de torsievering te verwijderen is, met een slagpen, en geeft aan dat het haast onmogelijk is dat torsiestaven kapot gaan. Hij heeft er in ieder geval nog nooit van gehoord. Opnieuw moeten we vertellen hoe de garage in Anchorage dat heeft kunnen vaststellen. Nadat we weer in bed zijn gedoken, het is pas 4 uur ’s ochtends, malen de opmerkingen van onze dealer door mijn hoofd. Klaarblijkelijk ook bij Dick want als we om 8 uur aan het ontbijt zitten en met Dick en Kaye de bemerkingen van onze dealer bespreken, komen we tot een plan A: Zoeken naar een recht plekje liefst op beton, leeg laten lopen van onze luchtbalgen en meten of er verschil in hoogte tussen de beide wielen is. Niet snel na het ontbijt rijden we gevieren naar een nabij tankstation, doen zoals afgesproken en meten praktisch geen verschil. Ook bij opgepompte luchtbalgen is er nauwelijks een verschil te meten. Ook als we weer terug zijn bij het huis en de wielen eraf gehaald zijn is er niets zichtbaar wat direct verontrustend is, dus besluiten we morgen te vertrekken, rondkijken op de Kenai en kijken hoe de camper zich houdt. De rest van de middag fietsen we heerlijk rond in de omgeving van Seward, het blijft een heerlijk stadje om rond te kijken.
Vaste plek om elkaar weer te zien is ’s avonds bij het houtvuur. Natuurlijk moeten we ook even bij buurman Kevin kijken die een boot met (kapotte) trailer heeft gekocht. Het is een koopje want de boot met motor is zeker meer waard dan de 1000 $ die hij ervoor betaald heeft. Om de trailer met boot van de aanhangwagen te krijgen is een ander ding, zeker omdat één wiel van de trailer in de aanhanger staat en het andere wiel op de rand van de aanhanger. Maar “Alaskans” zijn niet voor één gat te vangen en met veel touwwerk en technisch inzicht lukt het de mannen de trailer op de grond te zetten. Na zulke inspanningen smaakt de op de grill bereide burger meer dan lekker. We boffen dat het weer duidelijk verbetert want ook woensdag 12 juli schijnt de zon volop. Nadat Dick en Dick extra airbags besteld hebben, dan kunnen we in ieder geval vooruit als onze nieuwe luchtvering kapot zou gaan, en we heerlijk ontbeten hebben met elkaar We proberen “baconjam”, een ondefinieerbare jam met brokjes maar absoluut niet onsmakelijk, nemen we afscheid van Dick, Kaye en Carl en verlaten Seward. Niet echt voor lang want als alles goed gaat hopen we over een weekje weer terug te zijn om onze achtergelaten spullen op te halen. Zodra we dieper het dal landinwaarts rijden verdwijnen alle wolken en schijnt de zon in de staalblauwe lucht.
De afstand naar Hope is niet zo groot dus eind van de ochtend arriveren we daar al. Alhoewel we bij Resurrection Creek willen slapen, waar je mag goudpannen wordt dat door de inwoners afgeraden. Onze camper is niet echt geschikt voor die weg dus gaan we op ons vertrouwde plekje aan de baai in Mainstreet staan. Zo midden in de week is er voldoende plek. Nadat we heerlijk koffie gedronken hebben pakken we onze fietsen en gaan in de omgeving rondrijden. Er zijn enkele caches verstopt die we graag willen vinden. Het brengt ons in de bossen langs snelstromende beekjes en uiteindelijk terug naar de campground en de er vlakbij aanwezige library waar Dick de mail gaat ophalen en ik lekker tussen de te koop aangeboden boeken ga snuffelen. Eind van de middag gaan we buiten de camper zitten, eten wat en kijken naar de drukte van aankomende campers en vissers die in de creek zalm proberen te strikken. Pas tegen half 12, de zon schijnt dan nog, gaan we slapen. In de loop van de avond is de wat koude wind gaan liggen en is het buiten heerlijk vertoeven. Donderdag 13 juli worden we pas om 8 uur wakker. We ontbijten samen, maar dat is saai want niet alleen missen we de voortreffelijke Bacon en Eggs van Dick en Kaye, ook hun gezelschap en de gesprekken met elkaar.
Tegen 9 uur pakken we de fietsen en rijden naar het einde van de baai waar op de Porcupine campground een trail langs het water van de Turnagain Arm begint. De trail is op sommige plekken erg smal en ook moeten we regelmatig afstappen vanwege de grote wortelstronken over het pad maar merendeels kunnen we blijven fietsen. Halverwege de trail vinden we onze cache, diep verborgen in de bossen en we zijn duidelijk de eerste levende wezens hier in maanden gelet op de duikvluchten die de vele aanwezige muggen op ons uitvoeren. Laat ik nu wel “Bearspray” maar geen “muggenspray” bij me hebben! Dus na het vinden en loggen van de cache besluiten we toch maar terug te rijden en deze ietwat hinderlijke bijters achter ons te laten en gaan kijken bij het museum van Hope wat klein maar interessant is.
Goldpanning ernaast doen we niet. Je krijgt, afhankelijk van wat je betaalt, een klein plastic bakje of een wat groter emmertje gevuld met zand en steentjes om te pannen. Ja, er zit duidelijk wat goudstof in maar het is toch minder avontuurlijk dan wanneer je zelf uit een hoop “dirt en zand” kan scheppen en dan moet zoeken en dat je het zand zodanig in water moet laten draaien dat uiteindelijk de goud deeltjes op de bodem van je goud pan achterblijven. Goud is namelijk 18 keer zwaarder dan zand en blijft op de bodem van je goud pan liggen. De rest van de middag zitten we bij de camper, kletsen met andere camperaars en Dick helpt een Amerikaan om zijn caravan van de trekhaak te krijgen, recht te zetten en aan de elektra aan te sluiten. Dat laatste had hij nooit gedaan en wat dan het verschil is tussen 15, 30 en 50 ampere?
Ik fiets nog een keer naar de heerlijke Library in het stadje waar ik wel even zoet ben in de schuur met te koop staande boeken. Heerlijk is het rond te scharrelen tussen boeken, daar krijg je nooit genoeg van. Ondanks het feit dat ik nog best wat ongelezen boeken in de camper heb liggen komen er toch nog een paar bij. Alhoewel we ’s avonds uit eten willen is het menu in het enige eettentje van Hope niet echt aanlokkelijk en dus wordt onze 39-jarige trouwdag gevierd naast de camper met op de grill bereide worstjes en gebakken aardappeltjes alsmede twee glaasjes wijn. Tot laat in de avond kunnen we buiten zitten, zo aangenaam is de temperatuur (22 graden). Vrijdag 14 juli is het erg bewolkt maar na wat miezer in de nacht wel droog en niet echt koud (17 graden). We rijden langs het water van de Turnagain Arm, het dal van Hope uit.
Op verschillende plaatsen langs deze zee-arm zijn parkeerplaatsen waar je een prachtig uitzicht hebt. Niet voor niets worden deze vaak gebruikt om te overnachten. In Alaska is dat vrijwel overal toegestaan tenzij er een speciaal “No overnight parking” bord staat. Rond het middaguur zijn we in Soldotna waar we besluiten te blijven. Het parkeerterrein van Fred Meijer, een enorme winkel, staat vol maar we vinden nog een mooi plekje. De zalmen zijn gearriveerd op de Kenai Peninsula en dat is te merken. Overal rijden wagens met dipnetten, hengels en enorme koelboxen. De waadpakken zijn afgeprijsd en worden met ladingen tegelijk aangeschaft. De “roep van de zalm” heeft geklonken en de “zalmkoorts” heeft toegeslagen in Alaska. Rivieren staan vol met vissers, campgrounds zijn vol of verdriedubbeld in prijs en als je in plaats van $95,- gratis op parkeerplaatsen van winkels mag staan, waar ook nog eens water te verkrijgen is en een dump mogelijkheid is, begrijp je dat velen ervoor kiezen op het parkeerterrein van Fred Meijer of Walmart te bivakkeren. Natuurlijk doen we boodschappen in de winkel en lopen we rond in de omgeving.
Ik vergeet natuurlijk weer mijn bear- en muggen spray. Dat eerste is niet zo erg want we zien nergens beren, de muggenspray vergeten is zeer kwalijk want als we door de bossen rondlopen op zoek naar geocaches storten honderden uitgehongerde muggen zich op ons en binnen de kortste tijd zitten we onder de bloedvlekken van doodgeslagen bijters die ons eerst te pakken hebben gekregen. Ik kan jullie verzekeren dat we zeer snel weer onze weg terugvinden naar de gewone weg. Desondanks kan ik het niet laten om toch nog snel een foto te maken van een bloem die prachtig in bloei staat. Daar het eind van de middag gaat regenen zoeken we lekker onderdak in de camper, eten er heerlijk en lezen in onze spannende boeken.