Op naar Mont St. Michel in Frankrijk

Op weg naar Mont St. Michel in Frankrijk

Frankrijk, januari 2019

Het is niet anders, bij tijd en wijle heb ik last van “zwerfdrift” of “wegwee”. Voor degenen dat niet weten wat dit inhoudt: het beschrijft mijn gemoedstoestand die maakt dat ik weg wil van mijn thuisomgeving, verlangend naar verre horizonten.  Na 40 jaar huwelijk is Dick inmiddels gewend aan deze afwijking dus biedt hij ruimte aan mijn drang om weg te willen. Wel stelt hij de eis, vanwege het feit dat het hartje winter is, het is januari 2019, en omdat hij mijn voorkeuren kent, dat we wegblijven uit Duitsland. Ik moet me concentreren op de kust. Liever was Dick naar warmere oorden vertrokken maar als er slechts een tijdsbestek van 9 dagen beschikbaar is om met de camper rond te trekken zit dat er niet in. Snel stort ik mij op de voorbereidingen van een nieuwe reis en zoek naar haalbare bestemmingen. Of het nu de kust is waar ik van Dick bij moet blijven of de documentaire over de abdij van Mont Saint Michel, ik weet het niet, maar zonder enige moeite komt het reisplan op papier.

We gaan de kust van Normandië langs met als eindpunt Mont Saint Michel. Natuurlijk doen we dit schitterende stukje Frankrijk eigenlijk geen recht om het in een dergelijk korte tijd te doorkruisen maar we hebben niet langer de tijd en kunnen natuurlijk altijd terugkeren. Omdat reisvoorbereidingen een bron van vreugde voor mij vormen, de voorpret is al vakantie voor mij, ben ik wel even bezig, ook omdat er natuurlijk ook gekeken moet worden naar goede overnachtingsplekken en mooie wandel- fiets- en cacheroutes ter plekke, maar na enkele dagen ligt er een plan op papier waar Dick zijn goedkeuring aan kan hechten. Niet dat hij daar veel tijd aan besteedt want hij heeft ook de documentaire over de abdij op Mont Saint Michel gezien en wil deze net zo graag bezoeken als ik. Daarbij komt dat de reisroute een plan is waar net zo makkelijk van afgeweken kan worden.

Terwijl ik maandag 21 januari op bezoek ga bij tante Ank haalt Dick onze camper, vult de propaantanks, zorgt ervoor dat alle batterijen opgeladen zijn, zorgt voor een technisch optimale uitrusting en pakt het merendeel van de spullen in zodat ik dinsdagochtend 22 januari alleen nog eten de camper in moet dragen waarna we “On the Road” zijn. Er geldt een weeralarm “code geel” en iedereen wordt afgeraden de weg op te gaan. Gevolg is dat we, als we om half 10 in de ochtend vertrekken, praktisch alleen op de weg rijden en de eerste natte sneeuw op de camper zien neerdalen.

Onderweg naar Frankrijk

De weg blijft stil en schoon tot dat we de Belgische grens overgestoken zijn. De intensiteit van de neerslag neemt nu toe, het autoverkeer op de snelweg is tot praktisch nul gedaald en weldra rijden we door een besneeuwd landschap. Tot aan de Franse grens rijden we autoweg en daarna voert onze route over Franse N- en D-wegen, verder naar het zuid-westen. Tegen twee uur lijkt het op te klaren als we in Saint Pol arriveren. Bij het stoplicht worden we aangehouden door een Fransman die ons vraagt waar we naartoe gaan. Als we Montreuil aangeven klaart zijn gezicht op en vraagt hij of hij mee kan liften. Zeer tegen onze gewoonte laten we hem met zijn bagage binnen en rijden verder. Het is een Parijzenaar die naar zijn voormalig ouderlijk huis in Hesdin gaat, ongeveer 25 km verderop. Als gevolg van de weersverwachtingen, sneeuw en nog eens sneeuw, rijden er vandaag geen bussen en dus is hij zeer verheugd dat wij hem meenemen. Als we hem in Hesdin afgezet hebben breekt de lucht open, komt blauwe lucht tevoorschijn en gaat de zon schijnen. Wat een weer. Om drie uur arriveren we bij de camperplek in Montreuil sur Mer. Er is niemand dus we hebben keus te over waar we de camper neerzetten en lopen dan Montreuil in.

Vesting wallen in Montreuil sur Mer

Het is een oud vestingstadje en over de stadswallen kun je er bijna omheen lopen. Hoewel we door de zon beschenen worden op onze wandeling en (natuurlijk) geocache tocht, is het bitterkoud en er waait een fel windje wat de gevoelstemperatuur nog meer doet dalen, maar het weerhoudt ons niet om enkele caches te zoeken, te genieten van de omgeving en de blauwe lucht en zon. Graag zou ik hier in de zomer terugkeren wanneer er evenementen zijn rondom het bekende boek van Victor Hugo: “les Miserables”. Het verhaal uit dit boek heeft zich immers hier afgespeeld. Met deze verdedigingswallen, fort en abdijkerk voel je je gewoon teruggezet worden naar de tijden van weleer. Om half zes zijn we terug bij de camper, we zetten de standkachel op hoog, brengen de buiten-isolatiemat voor het voorraam aan en warmen dan ons tot op het bot verkleumde lijf terwijl we een heerlijk glas wijn drinken.

 

’s Nachts vriest en sneeuwt het zodat we woensdag 23 januari in een witte wereld wakker worden. Nadat ik in een miniatuur sneeuwstorm een baquette bij de bakker in het stadje gehaald heb en we heerlijk ontbeten hebben, rijden we verder. Niet echt lang want snel staan we in een eindeloze rij vrachtwagens vast op de weg. Na een halfuur wachten worden we één voor één de snelweg afgehaald, verderop is de route geblokkeerd en er is geen doorkomen aan. Snel pakken we de kaart en zoeken een paralelweg op die ons naar Rouen kan brengen. Niet echt een gelukkige keuze want de omgeving hier is erg vallonnée (heuvelachtig) en samen met sneeuw betekent dat gladde wegen. Gelukkig kan Dick nog net naar de tegenovergestelde rijbaan uitwijken als de vrachtwagen voor ons midden op de steile weg omhoog stil komt te staan. Hij zal pas verder kunnen als de chauffeur de helling voor de wagen met zijn hamer ijsvrij heeft geslagen.

De D929 richting Honfleur

Het weer wordt slechter en slechter maar de plaatjes van dit winter wonderlandschap zijn schitterend en de camera maakt overuren. Op een gegeven moment is voor Dick de maat vol. We rijden inmiddels al enige tijd over witte wegen waarbij de sneeuw mooi de zich eronder bevinden ijslaag bedekt en Dick heeft moeite de camper met zijn wielen recht op de weg te houden. De grom van mijn echtgenoot is genoeg om de dichtstbijzijnde oprit van de vrijwel sneeuwvrije tolweg te zoeken en na enige tijd een sneeuwstorm doorkruist te hebben, komen we zo ver westelijk dat de invloeden van de zee merkbaar worden en de weg en de omringende weilanden eruitzien alsof het voorjaar is. Er is geen sneeuw meer te bekennen.

Pont de Normandie

Na via de enorme Pont de Normandië de Seine te zijn overgestoken arriveren we in Honfleur, een van de schitterende vissersdorpjes in Normandië. Op de camper plek waar zich in andere jaargetijden zeker zo’n 150 campers bevinden staan er nu slechts tien dus we hebben alle mogelijkheid een mooi plekje te zoeken en lopen niet veel later rond door de pittoreske smalle straatjes over keitjes en langs schilderachtige huizen. Wat een verschil met de zomermaanden wanneer deze plaats overladen is met toeristen. Nu, met temperaturen onder het vriespunt en een ijzige wind, lopen we er bijna alleen rond. Nadeel is wel dat veel winkeltjes dicht zijn.

 

Middeleeuwse klokkentoren Honfleur

Maar de grootste Franse houten kerk Sainte Catherine, met zijn apart staande klokkentoren is wel open en te bezichtigen. Om 6 uur komen we bij een eettentje waar Kebab verkocht wordt. Beiden vinden we dat heerlijk dus snel zoeken we een plaatsje in de volledig lege ruimte die net opengegaan is en genieten van een heerlijk maal. De laatste 10 minuten teruglopen naar de camper zijn niet erg want, opgewarmd door het binnen zitten en het smakelijke eten, lukt dat goed. We hebben de isolatiemat vanmiddag toen het zonnetje nog scheen al over de voorruit aangebracht dus kunnen binnen ons meteen opwarmen en genieten van onze boeken.

‘s Nachts vriest het enkele graden en donderdagochtend worden we wakker in koud winters landschap beschenen door de opkomende zon. Terwijl ik naar de bakker loop, in Frankrijk moet je natuurlijk iedere dag een vers stokbrood halen, haalt Dick de isolatiemat weg en in het warme zonnetje beginnen we de dag goed met vers stokbrood en koffie. We vullen ons water bij (dat is op deze camperplek aanwezig) en dumpen ons black- en grey water en rijden dan verder door verstilde Franse stadjes waar het enige verkeer bestaat uit een groot everzwijn dat voor ons de weg oversteekt.

Rondom het Memorial in Caen zijn bouwwerkzaamheden en de camperplek is niet echt aanlokkelijk dus rijden we verder naar Arromanches les Bains waar we in het centrum een plekje vinden. Graag wil ik het strand op om naar de caissons te lopen die de geallieerden hier in juni 1944 dropten om zo een tijdelijke haven te creëren waardoor troepen en materieel aan land gebracht konden worden en zo de bevrijding van Europa in gang gezet kon worden. Helaas, het water staat tot aan de boulevard en we kunnen de caissons die zich nu grotendeels onder water bevinden alleen vanaf de kade aanschouwen. Na enkele caches te hebben gezocht en gevonden lopen we terug door het uitgestorven Arromanches en na enig beraad besluiten we door te rijden naar Barfleur, een klein havenstadje in de noordwestelijke punt van Normandië en behorend tot de mooiste dorpen in Frankrijk. Daar we er in Aromanches al een wandeling van twee uur op hebben zitten komen we pas om 4 uur in Barfleur aan. Naast het haventje, tegen de zeedijk, vinden we ons plekje voor de nacht tussen enkele op de wal liggende vissersboten. Net als overal waar we komen is het stil, doodstil en alleen de plaatselijke vissers zijn op de kade aanwezig om hun netten in orde te brengen voor de volgende afvaart.

Eb in de haven van Barfleur

Die laat nog even op zich wachten want voorlopig liggen alle schepen in de haven droog. Ze zullen tot hoog water moeten wachten om weer vaarbaar te worden. Hoewel het nog steeds koud aanvoelt, het loopt tegen het vriespunt, er waait een harde ijzige wind en de zon is achter de wolken verdwenen, genieten we toch van dit gezellige stadje en het uitzicht op de zee. Omdat het inmiddels is begonnen te schemeren zien we de vuurtoren van Gatteville die met zijn lichtstralen de zee maar ook onze tegen de dijk staande camper met zijn felle licht beschijnt. Ik denk niet dat er een stillere plek bestaat dan hier langs de zeedijk omringt door zee en verder niets. We slapen dan ook als rozen en worden vrijdag 25 januari pas om 8 uur wakker. Buiten is het wat mistig maar de wind is eindelijk gaan liggen en het is 7 graden. Heerlijk weer om naar de bakker in het dorp te wandelen om ons een baquette te verschaffen zodat we kunnen ontbijten. Om 9.15 rijden we de twee kilometer naar Gatteville waar we aan de voet van de Phare ook de nacht hadden kunnen doorbrengen op een schitterende plek aan zee maar wel iets voor warmere dagen.

Phare de Gatteville

Helaas is deze tweede hoogste vuurtoren van Frankrijk, bijna 75 meter hoog, gesloten. Alleen aan de buitenkant kunnen we hem bewonderen. Maar wel liggen hier een paar caches die we, lopend over het strand, natuurlijk eerst zoeken voor we onze weg vervolgen. Naar Fermanville waar het niet aanlokkelijk is om te blijven, het is inmiddels begonnen te miezeren, zodat we uiteindelijk in Cherbourg, naast het ferry-terrein, een camperplek vinden. Niet alleen is deze camperplek heel gunstig gelegen, op loopafstand van het stadje Cherbourg, ook is er water en dumpgelegenheid. Elkaar aankijken is al voldoende om te besluiten hier te blijven.

 

Op weg naar het centrum met leuke winkeltjes staan we even stil bij het monument voor de Titanic die in 1912 vanaf deze plek vertrok om in de diepten van de zee ergens in de nieuwe wereld zijn einde te vinden. Gelukkig bestaan er caches anders waren we nooit van dit gegeven op de hoogte geweest. De rest van de middag dwalen we door de straten van het centrum van Cherbourg en kijken rond. Terug bij de camper gaan we niet meteen luieren maar halen water om het ergste vuil van de camper te poetsen. De afgelopen dagen met sneeuw en regen waren funest voor het uiterlijk van de camper en dat willen we eerst fatsoeneren alvorens tegen de avond opnieuw naar de binnenstad te lopen waar we werkelijk voortreffelijk eten in een onooglijk eettentje. Helaas is de “Cité de la Mer” dicht in dit jaargetijde. Wel jammer want graag hadden we het aquarium evenals de zich hier bevinden Franse onderzeeër bezocht. Nu zullen we morgenochtend verder reizen. Maar er is weer een reden om terug te keren. Zaterdagochtend, 26 januari, is het nog steeds aangenaam weer en de temperatuur ligt rond de 8 graden.

Stalletje in Cherbourg

Op weg naar de bakker kom ik langs een kraampje vol met krabben en kreeften. Er is veel belangstelling voor en de visserskraam heeft veel aanloop. De dieren zien er dan ook erg vers uit en komen waarschijnlijk zo uit zee. Zelf laat ik de krabben en kreeften voor wat ze zijn, de bereiding ervan is niet mijn sterkste punt. Om 10 uur, na nog onze watertank gevuld te hebben, zetten we onze tocht langs de kust voort. We rijden nu in het uiterste puntje van Normandië. Helaas miezert het als we onderweg zijn, in ieder geval is het niet echt aanlokkelijk om hier in de buurt te stoppen en een overnachtingsplek te zoeken. In Auderville, de andere punt, gaan we wel even kijken en zien midden uit zee een vuurtoren uit de over zee hangende mist opdoemen. Tegelijkertijd worden we op onze telefoons welkom geheten in het Verenigd Koninkrijk. We verwonderen ons, zo dichtbij is Engeland toch niet maar na het goed bekijken van de kaart zien we dat, niet echt ver van de kust verwijderd, de kanaal eilanden Alderley, Guernsey en Jersey liggen. Het brengt ook Engelse radio zenders binnen ons bereik. Niet echt vervelend want de Franse zenders zijn weliswaar goed voor onze taalkennis, maar er wordt enorm veel gekletst en weinig goede muziek gedraaid terwijl deze krachtige Engelse zender heerlijke Ierse muziek laat horen, echt passend bij het landschap wat we nu doorkruisen. We rijden over een zeer smalle kustweg. Het is maar goed dat er geen toeristenverkeer is en komen aan bij de “Nez de Jobourg” in zee uitstekende kliffen met hoogtes tot 128 meter, behorende tot de hoogste van Continentaal Europa. Natuurlijk lopen we naar de kliffen toe. Door de vele bewolking weet zo nu en dan een enkele zonnestraal door te dringen zodat we genieten van de smalle paadjes die ons dichter bij de klif brengen. Gelukkig is het droog want op sommige plekken verdwijnen de kliffen wel steil onder ons maar langzaam komen we dichter bij de “Nez” waar zich twee caches bevinden. Na de vondst van één cache klim ik alleen het laatste stukje naar boven. Dick houdt het voor gezien en loopt langzaam terug maar blijft wel een oogje in het zeil houden. Door mijn fel oranje jack is dat niet zo moeilijk en hij kan mijn vorderingen goed volgen. Terwijl ik langs de kliffen loop, helemaal alleen want buiten Dick en mij is er niemand te bekennen, overvalt mij een geluks gevoel. Dit is waarom ik regelmatig aanvallen van “zwerfdrift” heb en weg wil van huis. Dit is leven, één zijn met de natuur en Dick hoort, vanaf boven op de klif kijkend, mijn vreugde kreten aan. Door en door verkleumd, maar zeer voldaan, arriveren we uiteindelijk terug bij de camper. Hier komen we zeker terug in een iets warmer jaargetijde. Niet alleen om die ene cache te zoeken die ik uiteindelijk niet kon vinden, maar ook om de hier aanwezige legendarische grotten te bezichtigen.

Net breed genoeg voor de camper

Via zeer smalle weggetjes, door haakse bochten waar de camper net niet de huizen en stenen muurtjes raakt (Dick is gelukkig een uitstekend chauffeur) arriveren we tegen vier uur in Carteret. De wind is inmiddels in storm veranderd en de gevoelstemperatuur daalt tot ver onder het vriespunt. Het is even zoeken in Carteret voordat we het plekje vinden waar de camper enigszins beschut tegen de storm staat. Dan lopen we naar buiten om de omgeving te verkennen en natuurlijk wat caches te zoeken. Je voelt je hier teruggezet in de tijd. Carteret is de plek waar de Parijzenaars in vroeger eeuwen naar toe kwamen om vakantie aan zee te vieren. De ouderwetse badhokjes staan nog tegen de kliffen. De zandstranden zijn, nu het laag water is, goed beloopbaar. We dwalen rond samen met een enkele diehard die ook de storm en kou trotseert. Beklimmen de kliffen, kijken neer op onze in de diepte staande camper en wandelen via de boulevard naar het stadje. We moeten immers weten waar de bakker zich bevindt. Uiteindelijk zijn we als het donker wordt terug bij de camper waar we een simpele maaltijd bereiden en daarna genieten van onze spannende boeken.

Zondag worden we pas om half negen wakker. De storm raast nog in volle hevigheid en het is zwaar bewolkt. Geen weer om de kilometer naar de bakker te lopen dus, nadat we ons gedoucht hebben, rijden we met de camper naar de bakker en ontbijten op een pleintje in het centrum. Om 10.15 uur rijden we weg over binnenwegen naar Pontorson. In dit jaargetijde een uitgestorven stadje, 10 km van Mont Saint Michel. Hoewel het weer in de middag wat opklaart vallen er regelmatig regenbuien zodat we na een blik op de weersverwachtingen van morgen besluiten om nu niet meer naar de Mont te gaan maar in Pontorson rond te lopen. Morgen wacht Mont Saint Michel op ons. Veel is er niet in Pontorson te doen maar de parking bij de Carrefour is groot en daar waar we staan zijn we beschut tegen de harde wind. Doordat alle winkels dicht zijn is het op de camperplek doodstil en we slapen diep. Maandag 28 januari staan we pas om 8.30 op. We hebben bijna het klokje rond geslapen. Nadat we heerlijk met vers stokbrood hebben ontbeten maken we ons klaar om naar de bushalte te lopen. Het waait nog heel hard en we hebben weinig zin om tegen deze koude wind in naar Mont Saint Michel te fietsen. Natuurlijk staan we veel te vroeg bij de bushalte

, nog geen 200 meter verder, maar na 10 minuten kleumen, arriveert toch de bus en binnen 15 minuten stappen we uit op de brug om het laatste stukje naar de Mont te lopen.

Zicht op Mont St. Michel

Ondanks het feit dat we al een aantal malen op deze plek geweest zijn blijft de Mont met zijn hoog uittorende abdij zeer indrukwekkend. Het is geen wonder dat deze Mont Saint Michel een symbool van Franse nationale eenheid werd. Al voor het jaar 1000 werd op de in zee uittorende rots een heiligdom gebouwd ter ere van de aartsengel Michael wat uitgroeide tot een van de belangrijke christelijke bedevaartsoorten. Vandaag gaan wij de prachtige abdij ontdekken. Door een wirwar van smalle steile straatjes, volgens de gendarmerie zitten we op de goede weg, klimmen we omhoog naar de abdij. Stonden er bij eerdere bezoeken urenlange rijen, nu loopt er een eenzame Japanse toerist rond en kunnen we, na een veiligheidscontrole van mijn rugzak, direct doorlopen. De abdij is gebouwd over drie niveaus en ontzaglijk groot. We dwalen bijna alleen rond in dit immense complex, door de abdijkerk, kloostertuin, kloosterruimtes, gangen en cryptes.

Eetzaal in de Abdij St. Michel

Van zalen met ranke slanke pilaren komen we in zalen met enorme pilaren. De lichtinval is fascinerend. Verbijsterd kijken we rond. Deze abdij is een betoverende bezienswaardigheid met unieke architectuur en het is geen wonder dat deze abdij in de middeleeuwen beschouwd werd als de afspiegeling van het paradijs. We genieten enorm van het ronddwalen en kunnen, ondanks de barre kou die overal heerst, geen genoeg krijgen van deze ontdekkingstour. Pas na meer dan 2 ½ uur verlaten we dit complex en lopen langzaam door de smalle steile straatjes weer terug naar de toegangspoort. Eten slaan op de Mont maar over. Veel restaurantjes zijn op deze maandag dicht en de prijzen van de (soms zeer simpele) maaltijden zijn torenhoog. Daar het opkomend water is kunnen we helaas niet meer de buitenzijde van de Mont rondlopen. Mogelijk ook geen strak plan met de huidige temperaturen, maar wel jammer want hier bevindt zich ook nog een cache. Na nog een laatste blik op dit monumentale monument, sinds 1979 werelderfgoed van Unesco, lopen we terug naar het einde van de brug die het eiland met het vaste land verbindt. We komen erachter dat onze bus net vertrokken is en de volgende pas over twee uur vertrekt dus in een van de horecagelegenheden bij de grote parkeerterreinen zoeken we een restaurantje op. De prijzen hier zijn duidelijk aangenamer en we genieten van ons Franse menu. Uiteindelijk, na ook nog even heerlijk genoten te hebben van het heerlijke zonnetje, zijn we kwart over 4 weer terug bij de camper. We doen nog wat inkopen en warmen ons dan op bij de kachels, die op volle tour draaien. Deze fascinerende dag zal ons nog lang bijblijven. Dinsdag 29 januari is het weer tijd de terugreis te aanvaarden. In tegenstelling tot gisteren is de lucht grauw en bewolkt. Op de autoweg lichten borden op met de tekst “pas op sneeuwval verwacht” dus we besluiten onze route naar het noorden aan te passen en opnieuw de kust te volgen. Enkele camperplekjes langs de kust zijn gelet op het weer, koude wind en natte sneeuw, niet echt aangenaam maar uiteindelijk vinden we naast de kerk in het stadje Berneval Le Grand een mooi plekje. Net op tijd want het begint te sneeuwen. Helaas is alles uitgestorven en zelfs de pizzaboer maakt geen pizza’s, dus van uit eten komt niets maar met een kop soep en wat Franse kaas zijn we ook tevreden. Midden in de nacht worden we wakker door de enorme wind die rond de camper waait en de camper heen en weer laat deinen. Overal om ons heen is het wit. Zelfs hier vlak aan de kust is de sneeuw blijven liggen. Niet voor heel lang want als we woensdag 30 januari opstaan is praktisch alle sneeuw verdwenen hoewel het slechts 2 graden is. Na een heerlijk ontbijt met (natuurlijk) vers stokbrood rijden we weg en langzaam zien we het uit helderen. Steeds meer blauwe lucht verschijnt voor en boven ons en de zon warmt ons heerlijk op. Als we Boulogne doorrijden zien we in de verte witte kliffen opdoemen aan den einder. Meer aanmoediging hebben we niet nodig om de kustweg te vervolgen, op naar een van de hoog boven zee uitstekende “Caps”. Helaas blijkt de weg geblokkeerd maar vlakbij Wissant lukt het ons wel een schitterende blik te werpen over het kanaal met zijn drukke scheepvaartverkeer én de witte krijtrotsen van Dover aan de overkant. Een prachtige aanblik.

Beschermde ingang Kanaaltunnel

Verder voert de weg ons langs de kust, naar Calais en Dunquerque, langs de hekken die de Kanaaltunnel tegen vluchtelingen beschermt en even later passeren we de grens met België. Terwijl we verder van de kust afrijden neemt de bewolking toe en als we in Grobbendonk arriveren sneeuwt het. Het verhindert niet dat we nog even rondlopen door het stadje. Altijd handig te weten waar zich bakker en eettentjes bevinden. ’s Avonds, inmiddels bevinden we ons opnieuw in een witte wereld, eten we de Belgische specialiteit: fritekes met stoofvlees. Het smaakt voortreffelijk en omdat er een zodanige hoeveelheid eten is verstrekt, ook genoeg voor een maaltijd morgen.

 

Gelukkig hebben we in Cherbourg onze watertank volledig vol kunnen gooien zodat we donderdagochtend 31 januari nog steeds voldoende water hebben om te douchen en af te wassen. Over besneeuwde binnenwegen, ja overal ligt sneeuw, rijden we langzaam noordelijk en zijn half 12 weer thuis. Hoewel de camper stinkend smerig is besluiten we de buitenkant, gelet op de nog vieze wegen, nu niet te wassen. Dat zal moeten wachten tot over twee weken wanneer we met Wim en Marjo even op stap hopen te gaan om net over de grens in Duitsland te gaan geocachen. Dat betekent dat Dick om twee uur de camper al naar de stalling kan brengen.

Dit bericht is geplaatst in EUROPA. Bookmark de permalink.

2 Responses to Op naar Mont St. Michel in Frankrijk