Van Greenbelt naar Acadia

Van Greenbelt National Park naar Acadia National Park

Woensdagmorgen 30 april nemen we in stromende regen afscheid van Christa en Heinz die hun reis naar het zuiden vervolgen. Wij blijven nog een dag in Greenbelt staan om de laatste spullen een plekje te geven. Het is echt weer om in en rond de camper te scharrelen. Bij tijd en wijle stortregent het, lijkt het bos rondom de camper in een meer te veranderen maar even later stopt de regen even zodat alles kan opdrogen, maar helaas nooit voor lang. Bij het opbergen blijk ik toch wel wat te veel spullen te hebben meegenomen. Gelukkig is de camper redelijk groot en zijn er veel plekken waar ik wat kan stouwen maar als we in Oktober terug naar huis komen zal ik wel wat spullen terugnemen.
’s Middags doen we nog wat inkopen bij de Safeway vlakbij en praten met Duitsers die tegelijkertijd met ons hun camper ophaalden en nu, na een nacht op de luxe maar peperdure KOA camping te hebben verbleven, toch ook hun heil zoeken op deze mooie campground in het National Park. Door de regen is een verblijf buiten de camper telkens maar kort dus gaan we maar eens ons mobile internet uitproberen. Het blijkt goed te werken en ik kan tante Ank op de hoogte brengen van onze belevenissen. De avond is slechts kort want om 9 uur vallen we of van vermoeidheid of vanwege de spanning van de afgelopen dagen als een blok in slaap. Tot onze grote vreugde is donderdag 1 mei de regen gestopt. Wel hangen er nog zware wolken maar de temperatuur voelt goed aan en we kunnen gewoon in ons t-shirt lopen. Na het ontbijt rijden we naar het noorden en komen in een enorme file terecht. Het lijkt wel of heel Washington DC op weg is naar Baltimore. Nog niet helemaal gewend aan het kaart lezen, wegnummers zijn hier belangrijker dan plaatsen en natuurlijk niet vertrouwend  op onze Hakuna’s (TomTom),  geef ik Dick een verkeerde afslag op waardoor we even later dwars door het centrum van Baltimore moeten rijden. Wel leuk maar we schieten geen meter op. Iedere 50 meter is er een stoplicht en natuurlijk springen die bij onze nadering allemaal op rood. Een voordeel is wel dat we nu ook een ander deel van Baltimore zien zoals de eerste kathedraal die ooit in Amerika gebouwd is.

Wachten op een lekker maaltje
Wachten op een lekker maaltje

Uiteindelijk lukt het ons de stad achter ons te laten en komen we in het buitengebied waar we, net voor we de staat Pensylvania inrijden, de eerste Bald Eagles zien zitten bij de rivier, hongerig wachtend op een maaltijd. Het is een prachtig gezicht deze majestueuze vogels op de rotsblokken in de rivier te zien. Opeens stopt US Route 1 door wegwerkzaamheden en worden we gedwongen een andere weg te zoeken.  Blind vertrouwen hebben we nu in onze Hakuna en verwachten dat deze ons uiteindelijk weer op de juiste weg zal brengen. Helaas grote delen van de weg  waar we ons nu op bevinden zijn onder water gelopen. De Bradywine Creek in de staat Delaware is buiten zijn oevers getreden en niet zo’n beetje ook. We zijn niet de enigen die de oversteek door de kolkende rivier niet durven wagen en dus rijden we terug vanwaar we gekomen zijn.

Waar loopt de weg ?

Waar loopt de weg ?

Het wordt veel  ronddwalen over de plattelandswegen van Delaware maar uiteindelijk vinden we, nu ja de Hakuna,  weer een weg die naar Philadelphia leidt. Opnieuw rijden we dwars door een enorme stad met als gevolg dat het al 4 uur is wanneer we in Noord Philadelphia arriveren. De Walmart langs de weg biedt ons de mogelijkheid tot overnachten dus besluiten we dat het genoeg geweest is voor vandaag en onder een grote fel schijnende lantaarnpaal vinden we een mooi overnachtingsplekje. Na een heerlijke nachtrust, het is zeer veilig op parkeerterreinen van Walmarts omdat er de hele avond en nacht bewaking rondrijdt, en nog wat kleine aankopen van levensmiddelen laten we de volgende dag Philadelphia achter ons. Na een kleine omweg, net voor Jersey City, om een tunnel te vermijden waar wij met onze camper met gasflessen absoluut niet doorheen mogen, rijden we om 11 uur het parkeerterrein op van Liberty Harbor RV park. Na 3 jaar blijken we nog in het computersysteem te staan van deze campground en we krijgen een mooi plekje toegewezen, helemaal vooraan met zicht op the Statue of Liberty. Nadat de camper aangesloten is aan de electra en naar Dick’s mening recht staat lopen we naar het metrostation van Jersey City, 10 minuten van de campground. Het is even uitzoeken hoe het zit met de kaartjes maar al snel hebben we dat door en kunnen we de naderende Path train instappen. Deze Path train heeft op werkdagen een rechtstreekse verbinding met het World Trade Center waar we even later uitstappen. Wat een verschil met 3 jaar gelden toen zich hier nog een bouwput bevond. Van mijn bezoek met tante Ank en zusje Hannah 1 ½ jaar geleden herinner ik me dat je de kaartjes voor het 9/11 Memorial elders moet halen en na even lopen herinner ik me de plek waar en ja hoor even later lopen we gewapend met de toegangs tickets naar de ingang van het Memorial waar we dankzij deze kaartjes direct kunnen doorlopen. Slechts mensen die geen ticket hebben moeten eindeloos lang in een rij staan. Uiteindelijk komen wij ook vast te staan als we moeten wachten voor de security controle maar dat stelt eigenlijk niet veel voor zodat we al snel bij de Memorial Pools lopen, gebouwd op de plekken waar tot september 2001 de twee torens van het WTC stonden.

Witte roos bij de memorial Pools
Witte roos bij de memorial Pools

Rondom de Pool zijn de namen gegrafeerd van degenen die hier omgekomen zijn. Er stroomt overal water wat in een peilloos diep gat verdwijnt. Erg indrukwekkend. Zo nu en dan is in een naam een roos bevestigd. Het blijkt dat op de geboortedag van deze slachtoffers er een witte roos geplaatst wordt. Helaas is het museum wat ook op deze plaats gevestigd nog niet open, een goede reden om hier toch nog terug te keren. Na uitgebreid rondgekeken te hebben lopen we in stilte weer terug naar de drukte van de stad. Het is lekker om even bij een Deli wat te eten voordat we verder up town lopen naar het stadhuis waar New Amsterdam gegrafeerd staat en herinnert aan de tijd dat wij Nederlanders hier gevestigd waren. Het weer is prachtig, er waait wel een kil windje maar als we Brooklyn Bridge oplopen is het toch wel zo lekker dat we zelfs  onze truien uit kunnen doen.

Wandelen over de Brooklyn Bridge

Wandelen over de Brooklyn Bridge

Wij zijn niet de enigen die op het idee gekomen zijn over deze beroemde brug te lopen zodat de fietsers die ook gebruik maken van hetzelfde pad er haast niet door kunnen. Het uitzicht op Lower Manhattan is prachtig en we genieten van de wandeling. Aan de overkant wandelen we nog een stukje door DUMBO een andere wijk, deels gelegen onder een brug van New York, waarvan de oude vemen worden opgeknapt tot woningennen een echt “strand” is aangelegd, genietend van deze zonovergoten middag. DUMBO betekent dan ook “Down Under Manhattan Bridge Overpass”. En passant laat ik Dick ook nog even de cache zien waar tante Ank, Hannah en ik destijds onze Travel Bug “Auntie Ank goes to New York” verstopt hebben. De namaak steen ligt er nog maar de cachedoos is weg, weggespoeld bij de overstromingen die in mei 2012 dit deel van Brooklyn onder water zetten. Tegen zessen hebben we zolang  gelopen dat we eigenlijk geen zin meer hebben om de brug ook nog terug te lopen. Gelukkig stopt hier ook de ferry die ons naar de overkant kan brengen zodat we, na snel bij de automaat een kaartje gekocht te hebben, naar de bijna vertrekkende ferry rennen. Door onze haast letten we er niet op waar deze ferry heen gaat en als we niet de rivier oversteken blijkt dat we de verkeerde kant opgaan. Niet echt erg want uiteindelijk blijkt deze ferry ook naar de overkant te varen maar pas nadat alle havens aan de Brooklyn- en Long Island kant zijn aangedaan. We krijgen wel waar voor ons geld met dit boottochtje. Bij de 33e straat worden we uiteindelijk afgezet waarna we nog vele avenuen moeten oversteken voor we weer bij het warenhuis Macy de Path train terug kunnen nemen naar onze camping. Het is nog net licht als we daar aankomen. Pal naast ons is een enorme RV (Recreational Vehicle) bus komen te staan die ons helemaal overschaduwt. De eigenaar vindt zijn plekje klaarblijkelijk ook niet helemaal gelukkig, zo pal op onze camper en komt een praatje maken. Zeer slim want hij is erg aardig en mijn verontwaardiging over deze plaatsing verdwijnt derhalve als sneeuw voor de zon. Gelukkig blijft naar de andere zijde ons zicht wel onbelemmerd zodat we kunnen genieten van de fel verlichte Freedom Tower, een van de torens van het nieuwe WTC. Zaterdag schijnt de zon weer volop en is het zelfs zo warm dat we buiten de camper kunnen ontbijten. Wat heerlijk. We hebben onze afritsbroeken aan als we even later naar de Path train lopen en terwijl we kijken naar het LaCrosse spel, een “Native American” spel waarbij de spelers een bal met een net vangen en weer wegwerpen, rits ik mijn pijpen al af. Het is ochtend en al 22 graden. Omdat het weekend is stopt de train niet bij het WTC maar moeten we doorrijden tot de 33e straat.

Op het Empire State Building

Op het Empire State Building

Dat is niet echt erg want we willen graag een kijkje nemen op het Empire State Building in dezelfde straat, alleen een paar avenues verder. Natuurlijk staat er een rij om boven te komen maar om deze tijd, half 10 in de ochtend, is deze nog te overzien zodat we na een uur wachten eindelijk de lift in mogen die ons eerst naar de 80e en na nog een korte wachtrij voor de volgende lift, naar de 86e verdieping brengt vanwaar we New York kunnen bewonderen. Het is erg helder en we kunnen ver kijken. Het blijft verbazingwekkend om vanaf deze hoogte neer te kijken op Manhattan. De taxi’s in de straten ver onder ons lijken miniatuur exemplaren. Na toch wel wat foto’s te hebben genomen en elkaar bekende gebouwen te hebben aangewezen, nemen we de lift weer naar beneden. Vanuit grote hoogte hebben we bestudeerd hoe we naar de wijk Chelsea kunnen lopen en ja hoor, met Dicks ingebouwde richtingsgevoel, arriveren we na een redelijk stevige wandeling bij het Meatpackers district en de Chelsea Market. Omdat alle eetplekjes bezet zijn in de market zoeken we buiten een tafeltje waar we, nadat ik bij een stalletje langs de weg eten heb gehaald, een heerlijke maaltijd nuttigen. De zon is inmiddels overschaduwd door dreigende wolken en een opkomend windje maakt het ook kouder, dus het is fijn onze pijpen weer aan de broeken te ritsen en onze hoodie aan te trekken. Gelukkig blijft het droog als we de High Line overlopen helemaal tot aan de 32e straat. Degenen die destijds geijverd hebben voor het instand houden van deze hoogliggende spoorlijn en op het railtraject een park met zitgelegenheden hebben gecreeerd hebben er zeer goed aan gedaan want dit boven de straten van New York hangende park heeft veel aftrek, zowel bij de eigen inwoners als van toeristen. Nadat we de High Line verlaten begint het te regenen. Gelukkig zijn het slechts enkele druppels zodat we niet al te nat bij de Path train aankomen. In Jersey City blijkt helemaal geen regen gevallen te zijn zodat we droog bij de camper aankomen. Toch wel erg moe van de meer dan 12 kilometers die we in onze benen hebben houden we het in de behaaglijke warmte in de camper niet echt lang vol en nog voor negenen vallen onze ogen toe boven de toch wel spannende boeken van Clive Cussler. Als we zondag 4 mei de Path trein naar de 33e straat pakken is het erg druk en we zijn blij dat we toch besloten hebben onze fietsen niet mee te nemen maar te lopen. De ondergrondse verbindingen zijn heel goed zodat we na wat zoeken al snel een subway naar Harlem vinden. Helaas blijken we in de express trein te zitten zodat we van de 124e straat toch nog een locale trein iets zuidelijker nemen en op de 116e straat uitstappen. Als we al zin hadden om bij een neger kerkdienst aanwezig te zijn vergaat de lust ons wel vanwege de enorm lage wachtrijen bij iedere kerk. Dan maar geen  swingende kerkdienst maar genieten van het mooie weer. De bewolking die net nog zwaar over de stad hing heeft namelijk plaatsgemaakt voor blauwe lucht en zon. Natuurlijk maken we een praatje met de overal aanwezige en altijd even vriendelijke New Yorkse politiemannen die wel erg massaal aanwezig zijn vanwege een fietstocht door New York van duizenden mensen. Later blijkt dat er één dag in februari is waar je je hiervoor kunt inschrijven. Je moet er dan wel snel bij zijn want bij de 32000-ste inschrijving gaat alles op slot. Toch iets om een keer te doen in de toekomst. Na even na de massale aantallen voorbijrijdende fietsers gekeken te hebben lopen we verder naar de noordzijde van Central Park. De lucht is nu echt staalblauw en samen met joggers, wandelaars en fietsers beklimmen we het hoogste punt van Central Park waar we ook nog even een Earth cache vinden. Langzaam genietend van de kleine kronkelpaadjes lopen we richting zuiden, dwars over de speelvelden, allen bezet met softballers en over rotspartijen. We kunnen het niet laten om ook even een blik te werpen op het beroemde Castle destijds gebouwd als uitkijktoren en horen dat een maand geleden hier nog zeker een meter sneeuw lag. Met de huidige temperatuur kunnen we ons dat ook wel voorstellen want er is een ijzig koude wind gaan waaien en de wolken hebben de staalblauwe lucht helaas helemaal overschaduwd.

Imagine, beroemd door John Lennon

Imagine, beroemd door John Lennon

We hebben inmiddels een heel eind gelopen maar voor we het park bij de 72e straat verlaten lopen we nog even door de Strawberry Fields en het monument van “Imagine”. Als je uit de tijd van John Lennon stamt moet je dat toch gezien hebben. Moe, maar voldaan hijsen we ons de subway in en na twee maal overstappen, in de Pathtrain die ons naar Jersey City brengt. We drinken even wat bij de camper en pakken dan onze fietsen om ook nog een stukje door het Liberty Park in Jersey City te fietsen. Het stormt inmiddels en het is erg koud maar de zon schijnt wel volop. Dat kun je niet van Manhattan zeggen waar we een schitterend zicht op hebben vanaf de overkant van de Hudson. Daar hangen dreigende wolken en je ziet gewoon dat het er regent. De Freedom Tower staat nog wel in de zon maar ook daar verschijnen de eerste zwarte wolken. We hebben er goed aan gedaan de laatste paar uur van de middag, het loopt inmiddels tegen vieren, naar de overkant van de Hudson te verhuizen. De fietstocht door het nieuw aangelegde park is schitterend maar zwaar tegen de storm in.

Empty Sky Memorial, wijst op de plek waar eens de WTC torens stonden

Empty Sky Memorial, wijst op de plek waar eens de WTC torens stonden

We bewonderen het Liberty Monument  “Empty Sky” , Ellis Island, waar we vlak langs fietsen en natuurlijk the Statue of Liberty. Nu vanaf een andere kant dan wanneer je met de ferry er langs vaart. Dit beeld overheerst werkelijk het havenbeeld en is overal vandaan te zien. Tegen half zeven rijden we terug naar de campground waarbij we er helaas niet aan ontkomen dat ook wij nog enkele regendruppels opvangen. Gelukkig zijn het er niet veel en is door de harde wind bijna alle regen naar Manhattan geblazen. Voldaan en weer erg moe, we hebben naast 11 km wandelen ook nog 15 km fietsen in onze benen, zet Dick de fietsen terug in het rek achterop de camper. De rest van de avond doen we niet veel meer dan een lekker Coors light drinken en lezen. Nu ja, ik stop nog wel 2 wassen in de machine om voor het vervolg van onze reis weer een lege waszak te hebben. Maandag zijn alle wolken opgelost en schijnt de zon weer uitbundig. Alvorens te vertrekken was ik ook nog even onze lakens en dan laten we New York achter ons. Niet helemaal want op onze weg naar het noord oosten moeten we of heel veel miles omrijden of dwars door Harlem en de Bronx rijden. Dat laatste blijkt de beste oplossing. Gelukkig kijkt Dick smekend naar de tol mevrouw en pleit hij dat onze camper geen vrachtwagen is zodat we niet de 52 dollar voor 3-assige wagens moeten betalen maar kunnen volstaan met 27 dollar voor een twee assige voor het gebruik van de George Washington Bridge.
De staat Connecticut, die we even later binnenrijden heeft niet alleen het hoogste inkomen van Amerika maar naar het lijkt ook de grootste verkeersdrukte, zodat we op onze US route 1 niet vooruitkomen. Telkens lopen we vast in het drukke verkeer. En dat niet alleen, de door ons gekozen weg blijkt ook onverwacht lage bruggen te hebben. Nadat de hoogte van de bruggen steeds lager wordt (we zijn gewaarschuwd voor low bridges maar rijden gewoon door) en plotseling een brug opdoemt met 9 ft en 7 inches) waarbij het dak (dat 10 feet hoog is) gelukkig nog op de camper blijft,  heb ik het helemaal gehad met deze weg en vluchten we, na wat zoeken, naar de Interstate. Ons geluk met lage bruggen kan immers niet altijd maar voortduren. Het heeft wel tot gevolg dat we de staat Connecticut doorracen. Omdat ik opnieuw een navigatiefout maak (ja, dat overkomt de beste) rijden we wel Mystic voorbij waar in de haven de oudste houten Whaler ligt en zijn we tegen vijven al in de staat Rhode Island. Overnachten bij de Walmart wordt niet toegestaan maar na even zoeken vinden we vlakbij Charlestown het mooie Burlingame State Park waar we bijna de enige camper zijn en een prachtig stil plekje vinden naast een meer. Het is helaas te koud om buiten te zitten dus koesteren we ons achter glas aan de laatste zonnestralen van de dag en kunnen we, omdat het hier ’s nachts pikkedonker is, genieten van een prachtige sterrenhemel. Dinsdag 6 mei is er iets minder wind waardoor de temperatuur al snel oploopt naar 17 graden. Het is dus heerlijk om, voor verder te rijden een wandeling door het bos van het State Park te maken waarbij we en passant ook nog wat caches vinden. Uiteindelijk roept een nieuwe bestemming ons en rijden we het kleine, maar zeer aangename staatje, Rhode Island uit. De weg naar Boston voert door een paar tunnels, verboden voor propaan tanks, dus moeten we met een grote boog om de stad rijden. Een slaapplek bij de Walmart in Salem, aan de rand van Boston, wordt  niet toegestaan en het dichtstbijzijnde State Park is nog gesloten zodat we uiteindelijk pas tegen vijven in Salisbury Beach eindigen waar een State Park aan de oceaan wel open is. Ik kan het niet laten van de overal rondslingerende takken van dennenbomen een vuurtje te stoken. Het brand als een tierelier maar is ook snel weer uit wat, gelet op de ijzige temperaturen hier, niet echt erg is dus de rest van de avond zitten we opnieuw in de camper waar betere temperaturen heersen. De volgende morgen is het nog steeds koud maar de zon die aan de hemel straalt verwarmt al snel de lucht en als we even later de staat Maine inrijden is het al 18 graden. Het grootste deel van onze tocht voert langs kleine dorpjes liggend aan de Atlantic Ocean. Je merkt dat het vacantieseizoen nog lang niet begonnen is. Overal wordt gewerkt om alles voor het toeristenseizoen gereed te hebben.
In Scarborough stoppen we even om een levensgrote chocolade Moose te bewonderen in een chocoladewinkel.

Moose van chocolade 1600 kg zwaar

Moose van chocolade 1600 kg zwaar

Hij ziet er inderdaad schitterend uit maar de chocolade vinden we er te apart uitzien en dus verlaten we na enig rondkijken de winkel weer. Wel met blueberrie siroop wat ’s avonds bij yoghurt en verse blueberries heerlijk blijkt te smaken. Tegen half 4 hebben we genoeg van het rijden. We mogen op het terrein van de Walmart in Brunswick blijven overnachten waar we graag gebruik van maken. Het is een prettig plekje en het geeft me de gelegenheid om ’s avonds langdurig rond te dolen in deze giga winkel terwijl Dick lekker in de camper blijft lezen. Het blijkt ook handig bij een winkel te overnachten want de volgende dag kunnen we direct onze gasfles, die na een week intensief gebruik leeg is, omwisselen.
We merken dat we nu veel noordelijker zijn, het wordt stiller, er is beduidend minder verkeer, de stadjes zijn kleiner, de bossen worden omvangrijker en de natuur loopt achter. Waren rondom Baltimore de tulpen al uitgebloeid, hier zijn de bomen nog kaal en moeten de bloemen nog boven de grond komen. Rond 2 uur zijn we op Mount Desert Island  en vinden op de campground van Acadia National Park een mooi plekje. De rest van de middag zitten we buiten in het zonnetje. Helaas verdwijnt de zon na enige uren achter de bomen, de camping heet niet voor niets Black Wood campground, waarna buiten zitten alleen nog mogelijk is als een vuurtje gemaakt wordt. Dankzij een vriendelijke Ranger mogen we door hem gespleten hout opbranden zodat we ook daadwerkelijk een houtvuur kunnen maken. Het blijkt niet echt verstandig onze worstjes ook buiten op tafel te laten ontdooien want als we even niet kijken blijken onze half bevroren worstjes door beesten ( Raccoons?  Vogels? Eekhoorns? ) aangevreten te zijn. Gelukkig waren ze nog niet helemaal ontdooid zodat we toch wat vlees voor ons avondeten overhouden. Het is behoorlijk koud wanneer we ons restant worstjes boven het houtvuur bereiden maar ze smaken heerlijk naar verbrand hout. Zo ruiken onze kleren ook als we even later de camper induiken maar zo’n lucht van buitenleven hoort er nu eenmaal bij. De kou is beduidend minder als we de volgende dag naar het Visitor Center rijden om een stempeltje te halen voor  ons National Park Passport. We bekijken de film over Acadia National Park, het enige National Park aan de Oostkust van de US en rijden dan het park in. Acadia kenmerkt zich door schitterend roze gekleurde brokken graniet langs de kustlijn en op enkele plekken kunnen we die bewonderen. Helaas is de zee zo glad als een spiegel en wordt het ook nog eens eb zodat we weinig spectakel zien bij Thunderhole, een spleet in de rotsen waar de zee normaal met donderend geweld op de rotsen te pletter slaat. Regelmatig stappen we uit om foto’s te nemen en uiteraard om een praatje te maken want onze camper baart wel opzien en iedereen wil natuurlijk het zijne weten van zo’n exoot met onbekend nummerbord. Na een zeer groot deel de kust gevolgd te hebben laten we de Atlantic Ocean uiteindelijk achter ons en rijden we het binnenland van het park in, op naar Mount Cadillac, met zijn 467 meter de hoogste berg langs de oostkust van Amerika. Dé plek waar je moet zijn om de eerste zonnestralen op te vangen die het Amerikaanse continent beschijnen. Daar de zon al om 05.10 uur opkwam hadden wij geen zin om toen al op deze berg aanwezig te zijn dus moeten we het doen met de middagstralen.

Uitzicht vanaf Mount Cadillac

Uitzicht vanaf Mount Cadillac

Het is er niet minder mooi om. We maken een prachtige wandeling om de top en genieten van het uitzicht op de baai en de vele eilanden. Voldaan rijden we uiteindelijk naar beneden waar we even later het park verlaten en naar Bar Harbor rijden, een klein maar o zo gezellig dorpje aan de rand van Acadia National Park. Overal wordt druk getimmerd en geschilderd om alles gereed te maken voor een nieuw toeristenseizoen. Veel eetgelegenheden en motels zijn nog dicht en zullen pas na volgende week geopend worden. Ach, wij vermaken ons prima in de leuke winkelstraatjes. We drinken er de lekkerste coffee milkshake ooit, kopen een mooi hoodie vest voor Dick in de National Park winkel en slenteren over een droogliggende landtong een stuk de zee in. Dat kan omdat het eb is. Uiteindelijk rijden we tegen zessen terug naar onze campground. Ik wil nog even wat verder schrijven aan ons stukje voor de website dus kruip buiten achter de laptop.

Het is inmiddels veel kouder geworden dus er zal wel een vuurtje gestookt moeten worden. We hebben gelukkig nog hout over en na overal kleine takjes en houtsnippers verzameld te hebben lukt het opnieuw een fel brandend vuur te krijgen wat me lekker verwarmd. Helaas beginnen na anderhalf uur dikke druppels te vallen en is het uit met het buiten zitten. Binnen wacht echter een lekker glaasje Coors Light bier en met enkele waxinelichtjes aan hebben we geen last van de steeds vaker vallende druppels regen.

Dit bericht is geplaatst in USA en CANADA 2014-2015. Bookmark de permalink.

2 Responses to Van Greenbelt naar Acadia