Van New Mexico naar San Diego
De nacht is helder met een prachtige sterrenhemel en vrijdagochtend 23 januari lijkt het er meer op dat we ons op de noordpool bevinden, zo ijzig koud is het hier in het Oliver Lee Memorial State Park. Gelukkig beschijnt de zon de bergen al aan de overzijde van de woestijn in de vallei dus zodra de zon achter de bergen tevoorschijn komt zal het wel warmer worden. We douchen ons met lauwkoud water. De warm watervoorziening wordt gevoed door solarpanels en daar er geen zonnetje schijnt moeten we het maar met een kouder water doen. We bevriezen zowat in de koele voorruimte maar gloeien daarentegen als we de doucheruimte weer verlaten. Vanuit het park rijden we naar Alamogordo waar we de nodige brandstof inslaan voor de motor en de verwarming en rijden dan naar White Sands National Parks. Helaas blijkt het park gesloten. Door de vele gevallen sneeuw, tijdens de ergste blizzard in jaren, is de silica (grondstof voor het spierwitte zand) die op de weg ligt spekglad geworden en het niet verantwoord wagens over deze ijsvloer te laten rijden.
Teleurgesteld verlaten we dit wondermooie park en alleen dankzij de film en enkele witte zandduinen langs de weg krijgen we er een indruk van. We rijden de bergen in om even later naar Las Cruces af te dalen. Omdat het pas twee uur is als we Leasburg Dam State Park inrijden kunnen we nog net het allerlaatste plekje bezetten en even later koesteren we ons in de sneeuw in het zonnetje wat hier overdadig schijnt. Er is gisteren 22 centimeter sneeuw gevallen, meer dan ooit gedurende het bestaan van dit park. Gelukkig is al wat sneeuw weg gedooid zodat we ons toch enigszins een weg kunnen banen door dit park. Nadat we een heerlijke soep hebben gegeten doezelt Thecla weg in het zonnetje, werkt Dick aan het publiceren van een stukje en banen Thomas en ik ons een weg door de sneeuw om de twee hier verborgen caches te zoeken. Ik ben er nu van overtuigd dat ik toch ook waterdichte Keens moet kopen want bij terugkeer soppen mijn sokken in mijn schoenen.
We zitten nog even buiten in het zonnetje maar al snel verdwijnt dat achter de bergen waarna het aangenamer is om binnen bij de standkachel te zitten. Allen doen we onze administratie en na het eten van de heerlijke Johnson Brats (worstjes), die Dick en Thomas buiten op de grill bereiden, helaas is het nog steeds te koud om buiten bij een houtvuur te zitten, lezen en kletsen we. Net als iedere avond maken we het niet al te laat en om half tien is de gehele camper in diepe ruste. Zaterdag 24 januari staan we zoals altijd om 7 uur op. Het lijkt wel of we over een interne wekker beschikken die ons rondom die tijd wekt. Opnieuw is het buiten ijzig koud en de gewatteerde deken over de voorruit is zwaar bevroren. Nadat we geskyped hebben met het thuisfront en grey- en black water gedumpt, vertrekken we uit dit aangename State Park.
We rijden langs omgeploegde katoenvelden (alleen witte plukjes zijn nog zichtbaar) en langs uitgestrekte chilivelden waar de rode chili goed boven de sneeuw zichtbaar is. Vandaag rijden we niet ver en na wat eten gehaald te hebben bij Walmart in Deming arriveren we in Columbus, aan de Mexicaanse grens, waar de camper opnieuw een schitterend plekje vindt. We lopen naar het Visitor Center waar we door een van de vrijwilligers direct meegenomen worden om haar ART project te bezoeken. Het betekent dat we aan het knutselen gezet worden. Ik blijk toch niet de artiest te zijn die ik gehoopt had, heb duidelijk niet de genen van mijn ouders meegekregen, want de kaart die ik maak, middels scheuren en plakken van papierstroken, stelt niet datgene voor wat ik me ervan had voorgesteld. Ik vind eigenlijk alleen het, vanuit pulp, maken van papier leuk doch dat is te nat om mee te nemen dus ik kan dat jullie nooit laten zien. Heel gelukkig ben ik als ik verlost wordt van dit Art project omdat Dick en Thomas de State Park cache gaan zoeken, cachen is meer aan mij besteed.
Dit in tegenstelling tot Thecla die gewoon blijft knutselen en dus terugkomt met twee mooie zelfgemaakte kaarten. Als we terug zijn bij de camper schijnt de zon nog volop maar door de koude harde wind is buiten zitten niet echt aangenaam. Toch is het leuk om nog wat rond te lopen en te genieten van de verscheidenheid aan cactussen die zich hier in het park bevinden en natuurlijk foto’s te maken. Zondag 25 januari worden we wakker gemaakt door de vele gillende sirenes die naar de grens rijden, een incident met illegalen? Helaas is de blauwe lucht verdwenen maar de wind is gelukkig gaan liggen en de temperatuur voelt aangenamer aan, zelfs met slechts 10 graden. Parallel aan de Mexicaanse grens rijden we naar het westen en zien plotseling een veld vol met migrerende kraanvogels. Al eerder hebben we velden met deze mooie vogels gezien, meestal bij special “Wildlife Refuges” maar nog nooit eerder zo langs de weg.
Het is een schitterend gezicht deze meer dan tienduizenden vogels te zien fourageren. Als we wat teveel heen en weer lopen vliegen enorme aantallen kraanvogels op om iets verder weer neer te strijken. We bevinden ons met recht op de New Mexico Birding Trail. Enkele kilometers verderop doemt een grote kudde Pronghorns op in het veld. Helaas is er geen mogelijkheid om hier langs de kant van de weg stil te staan zodat we geen foto’s kunnen maken. Het verkeer is te frequent op deze weg om zomaar te stoppen. Om 12 uur rijden we Arizona binnen waar we in het grensplaatsje Douglas stoppen om nog wat levensmiddelen in te slaan. We rijden nu bij de grens en zien de Mexicaanse vlag wapperen. We bezitten echter geen verzekering voor Mexico en zijn niet van plan deze zwaar bewaakte grens over te steken. Veel Mexicanen komen op deze (inmiddels zonnig en warme) zondag wel naar de USA om in de rijk gesorteerde winkels inkopen te doen en met armen vol tassen zie je ze weer vertrekken. We bevinden ons op de “Pan-Americana”, maar verlaten deze beroemde weg al snel om de bergen in de klimmen, langs de kopermijnen van Bisbee en arriveren uiteindelijk in Thombstone. De campground “Stampede” (ik vond de naam erg leuk dus heb deze uitgekozen) bevindt zich midden in het stadje maar is erg zooierig. Overal ligt oude troep en de wasruimte bestaat uit één wc en één douche. Het is niet erg bijzonder en ik snap dat de waardering die deze campground gegeven wordt erg laag is. Ach het is maar voor één nacht en we kunnen op ons gemakje naar Mainstreet lopen. Helaas zijn we eigenlijk te laat aangekomen want nadat Dick en Thomas even hebben rondgekeken in het historische gerechtsgebouw blijken de winkeltjes in Mainstraat te sluiten. Slechts in één winkeltje kunnen we nog even rondkijken voor alles echt dicht gaat en het hier een dooie boel wordt. Terwijl de schemer invalt lopen we terug naar de camping waar Dick en Thomas op de grill onze smakelijke steaks en burgers bereiden. Maandag is de zon, waar we ons gistermiddag nog in konden koesteren, helaas achter een dik wolkendek verborgen. Al snel bevinden we ons op Interstate 10. Er vallen zo nu en dan wat spetters regen maar gelukkig niet hard en lang en als we Tucson naderen klaart het op. Via binnenwegen waar, gedurende tientallen kilometers het ene aanlokkelijke winkelcentrum met het andere verbonden is, zelfs met een Macy en Cheesecake factory, waar de mannen helaas niet stoppen (volgens hen hebben we daar geen tijd voor) en rijden we naar het plaatsje Oracle waar zich Biosphere 2 bevindt.
Volgens Time Life Books één van de “50 must see wonders of the world”. Het complex begon met een studie naar de mogelijkheden van ruimte kolonisatie. Daartoe werden 8 mannen en vrouwen gedurende twee jaar in deze luchtdichte structuur ingesloten waar ze, volledig afgesloten van de buitenwereld, in leven probeerden te blijven. Tegenwoordig behoort dit complex aan de Universiteit van Arizona en worden er studies gedaan naar klimaat veranderingen en andere “environmental isssues”. In het complex bevindt zich een regenwoud, een oceaan met coralreef, wetlands, grasslands en een woestijn. Helaas moeten we enige tijd wachten tot we mee kunnen met een tour, zo druk is het, maar om twee uur mogen we ons vergapen aan de wonderlijke wereld van de wetenschap en horen we alles over de onderzoekingen die gedaan worden . Weinig informatie wordt gegeven over de tijd van de “Human enclosure” want nog immer geldt die periode als een mislukking, alhoewel daar zeker geen sprake van was. Pas om 4 uur verlaten we Biosphere 2 om ons weer op “Biosphere 1” te begeven, onze aarde. Het is inmiddels spitsuur op de weg en zodoende arriveren we pas iets over vijven bij Mike en Susan. We worden allerhartelijkst ontvangen en onze camperplek naast hun huis staat al gereed. Wat hebben we elkaar veel te vertellen. Samen bereiden we het avondeten, bratworst, beefburgers, gebakken aardappels en sla en we genieten met en van elkaars gezelschap. De avond vliegt om en pas om middernacht zoeken we ons bed op. Desondanks zijn we dinsdag 27 januari gewoon om 7 uur wakker en na heerlijk gedouched te hebben lopen we naar binnen waar we Mike al het beslag voor de pancakes zien maken. Om extra lekker pancakes te krijgen wordt eerst de bacon op een grote plaat knapperig gebakken waarna Mike de pancakes met de precisie van een echte chef op dezelfde plaat giet. Het uitgebakken vet zorgt ervoor de pancakes een extra lekkere smaak meekrijgen. We genieten allemaal van dit luchtige en zeer smakelijke ontbijt en eten onze vingers er bijna bij op. Als ik deze uitspraak in het Engels probeer te vertalen blijkt er toch wat verwarring te ontstaan. “I am eating my fingers” is toch heel wat anders dan “Fingerlicking good”. Louis van Gaal blijkt niet de enige met rare Engelse uitspraken. Na lang getafeld te hebben gaan we samen op stap. Met zes mensen is een jeep niet echt handig dus pakken Mike en Susan hun Motorhome en nadat ons “kleine” campertje plaats gemaakt heeft (we staan immers op de oprit) en we allemaal een plekje gevonden hebben in hun luxueuze RV rijden we naar het zuiden waar we de “Boneyard” bekijken, de gigantische opslagplaats van vliegtuigen in de woestijn.
Duizenden vliegtuigen staan hier te wachten tot ze weer in gebruik genomen worden of om als ander doel te dienen (zoals reserve onderdeel of gerecycled tot scheermesje). Nadat we uitgebreid foto’s hebben gemaakt rijden we verder in een inmiddels zonovergoten landschap waar de temperatuur steeds verder stijgt. Bij San Xavier Mission stoppen we. Het biedt ons de gelegenheid een kijkje te nemen in deze oude missiepost en tevens om enkele inkopen te doen in het rijk voorziene souvenirs winkeltje. Natuurlijk nemen Susan en ik ook wat kaarsenglazen mee die zulk schitterend licht verspreiden. De glazen zijn gratis mee te nemen, de kaarsen kopen we nog wel bij Walmart. Als we onderweg de uitgestrekte pecannoten boomgaarden zien stoppen we wel even. De pecannoten oogst is inmiddels achter de rug zodat we slechts kale bomen zien maar we kunnen nog wel kennismaken met de vruchten en ik kan jullie verzekeren dat de met chocolade omhulde pecannoten heel erg lekker smaken. Rond twaalf uur komen we bij het Titan Missile Museum, natuurlijk stoppen we hier ook even om een kijkje te nemen in de ondergrondse gewelven vanwaar de enorme Titan II Missiles gereed stonden om afgevuurd te worden, mocht daartoe aanleiding voor zijn.
Het blijkt een indrukwekkend bezoek, waarbij we eindeloos diep onder de grond afdalen, vuren een gefingeerde raket af en worden horendol van de sirenes die dan gaan loeien. We zijn blij dat we dit relikwie uit de koude oorlog hebben bekeken. Alhoewel we geen tijd meer hebben om het uitgebreide museum op de luchtmachtbasis nog een bezoekje te brengen blijkt het wel mogelijk om nog een bus tour te maken langs de vele opgeslagen vliegtuigen die we vanochtend vanaf de weg hebben zien staan. Thomas en Dick maken van deze gelegenheid gebruik en laten zich op een 75 minuten durende tocht langs de verschillende Boneyard vliegtuigen voeren. Thecla en ik blijven bij Mike en Susan in de RV waar we en uitgebreid met elkaar praten en genieten van een heerlijke lunch die Susan heeft meegebracht. Uiteindelijk zijn we pas tegen vijven terug bij hun huis, na een heel gezellige dag met elkaar. Uitgebreid eten is niet meer nodig want we hebben een overdadige lunch gehad maar de toastjes met salami, hollandse kaas en de voortreffelijke chili-kaas dip smaken voortreffelijk. Net als de avond tevoren genieten we van de muziek van Marc Knopfler, die we alle zes zeer waarderen. Het is pas 10 uur als we ons bed opzoeken maar veel later hadden we niet gered. Woensdag de 28e ontbijten we opnieuw voortreffelijk. Ditmaal met zelfgemaakte wafels en bacon. Het is weer “fingerlicking good”. Aan alle gezelligheid komt echter een einde en zo ook aan het fantastische bezoek bij onze vrienden Mike en Susan. Nadat de camper reisklaar is, Lucy, de Beagle, een extra knuffel heeft gehad en we elkaar gehugd hebben, verlaten we Tucson. De fijne herinneringen aan ons bezoek nemen we met ons mee, net als heel veel foto’s. Alvorens echt de Sonoran desert te verlaten stoppen we wel nog even bij Saquarro National Park. Natuurlijk willen we de “loop” rijden die ons langs het icoon van Arizona voert, de Saquarro Cactus. Wie kent deze niet uit de stripboeken van Lucky Luck. Regelmatig stoppen we om foto’s te maken en te genieten van de hoge temperatuur die hier heerst. Inmiddels wijst de thermometer 23 graden, het wordt tijd voor korte broeken. Helaas komt een einde aan de schitterende weg door dit Nationale Park en over een binnenweg rijden we parallel aan de Mexicaanse grens naar Organ Pipe National Monument. Regelmatig zien we de auto’s van de Border Control langs de weg staan en ook worden we zo nu en dan aangehouden door de Border Control, maar na bestudering van onze paspoorten en een praatje kunnen we altijd weer onze weg vervolgen. De afstand is toch wat groter dan we verwacht hadden en pas tegen vieren arriveren we bij de campground van Organ Pipe.
Deze is erg vol door de vele aanwezige “SnowBirds” maar toch lukt het om een mooi plekje te bemachtigen naast een Organ Pipe cactus. We proberen nog even buiten te zitten maar de wind is aangewakkerd en de temperatuur gekelderd dus al snel zitten we lekker binnen. Om 7 uur is er praatje van de Ranger waar we graag naar toe willen zodat we onze avondmaaltijd uitstellen tot erna. Dat hadden we beter niet kunnen doen want het praatje blijkt verschrikkelijk. Een van de oudere vrijwilligers vertelt over drie in dit park voorkomende cactussen. Het is een zeer warrig verhaal en al na 3 minuten zouden we het liefst zijn weggelopen. We zitten echter helemaal vooraan en van wegsluipen is helaas geen sprake. Dus blijven we de 45 minuten, kleumend van de kou en balend van de spreker uitzitten en zijn heel erg blij als we uiteindelijk het amphi theater kunnen verlaten en naar de camper terug kunnen lopen. Ook donderdag 29 januari laat de zon zich niet zien. De wind is echter gaan liggen zodat we wel buiten kunnen ontbijten.
Het is niet echt heel koud. Na nog even een bezoekje aan het Visitor Center verlaten we Organ Pipe en rijden naar Ajo waar we onder de arcades van het Mexicaans aandoende pleintje heerlijk een cappucino drinken onder het toeziend oog van een echte Mexicaan. De zanderige grond van de woestijn is bedekt met een groene waas, teken dat er de afgelopen tijd best wel wat regen is gevallen en ook nu, nadat we heerlijk droog hebben rondgelopen in Ajo, begint het weer te spetteren. Het blijft echter bij enkele druppels zodat we het merendeel van onze tocht verder naar het westen niet door druppels regen gehinderd worden. Het klaart zelfs een beetje op en de temperatuur stijgt naar 20 graden. In Yuma stoppen we bij een mobile home park dat zich, volgens Thomas, in de slumps van Yuma bevindt. Er blijkt nog een plekje voor onze camper en al snel genieten we, buiten zittend, van de aangename temperatuur. Thecla en ik draaien een paar wassen en tegen zevenen bereiden we onze maaltijd, zuurkool, gebakken aardappeltjes en Casseler Rib. Eigenlijk erg on- Amerikaans maar desalniettemin erg smakelijk. Wel is de zuurkool erg zuur maar met wat mayo is dat toch nog te eten. Omdat we pas laat eten is de avond erg kort maar toch weten we nog wat administratie te doen en gezellig met elkaar te kletsen alvorens we ons bed induiken. De volgende ochtend hangen de wolken bijna tot op de grond dus, nadat we ontbeten hebben, vertrekken we nadat we wel nog even enkele citrusvruchten hebben meegenomen uit de overal hier groeiende bomen. Het blijkt niet echt handig want al na een half uurtje, bij het passeren van de staatsgrens met California, worden we staande gehouden bij een “agriculture border” en moeten we onze citrusvruchten weer inleveren. Het is namelijk verboden deze California binnen te brengen. Nadat een bewijs van inname is overhandigd mogen we onze weg vervolgen. We hebben weer eens een uur gewonnen omdat we ons inmiddels in Pacific time bevinden. Het tijdsverschil met Nederland is weer 9 uur. Na even een korte stop in El Centro en enkele stops bij de regelmatig opdoemende Border Controls waar onze paspoorten minutieus onder de loupe worden genomen, rijden we opnieuw de bergen in.
Het landschap waar we door heen klimmen is wel apart, om ons heen zijn alleen grote rotsblokken te zien. Het weer is enorm opgeknapt en de zon schijnt inmiddels alhoewel er in de verte nog wel donkere wolken te zien zijn. Helaas dalen we af naar de bergzijde die naar de Pacific Ocean gekeerd is waar de grote dikke zwarte wolken tegenaan klimmen en al snel merken we dat ze daarbij ook ontladen zodat we tijdens het afdalen in steeds harder neervallende regen rijden. Desondanks nemen we toch de afslag Cleveland National Forest in en na een kronkelweg van 5 mile arriveren we te midden van de bergen bij een schitterende afgelegen National Forest campground. Het is niet echt koud maar de regen is toch erg onaangenaam dus we zijn wel blij als deze halverwege de middag stopt en we buiten lekker nog een stukje kunnen wandelen en klimmen. In tegenstelling tot de voorgaande dagen bevinden we ons nu op 1280 meter hoogte en dat is wel te merken aan de temperatuur want het wordt ’s avonds en ’s nachts redelijk koud. Alhoewel we erg afgelegen staan is het toch ’s nachts niet donker, de bijna volle maan beschijnt de vele wolken dus zelfs zonder zaklantaarn kunnen we buiten lopen en nog goed onze weg vinden. De laatste dag van januari begint schitterend. Tegen een blauwe lucht steken de omliggende heuvels goed af maar als we ontbeten hebben dan rollen de wolken vanuit de Pacific alweer tegen de hellingen omhoog en wordt het somber weer maar het blijft gelukkig droog. Na een eindeloze afdaling en wat binnenweggetjes afgewisseld door interstates (wat zijn we blij met onze Hakuna) arriveren we eind van de ochtend in San Diego. We halen bij Albertson wat lekkere stokbroden en rijden dan naar Mission Bay Campground waar we na een eindeloos durende administratie eindelijk ons plekje kunnen betrekken. Daar de temperatuur naar 22 graden is opgelopen kunnen we heerlijk buiten lunchen. Pas nadat we ons buikje vol hebben gegeten, we lijken wel uitgehongerde leeuwen zoveel stokbrood eten we, lopen we de campground af naar de bushalte, vanwaar buslijn 30 ons naar Old Town San Diego brengt, een State Historic Park. Het is hier enorm druk en overal lopen mensen in kleding van eind 1800. Wat precies gevierd wordt is niet echt duidelijk maar het heeft te maken met een overwinning op de Mexicanen en ingelijfd worden bij de USA. Niet voor niets krijgen we de grondwet van de USA in onze handen gedrukt. We genieten van de drukte en wandelen de rest van de middag rond, kijken bij kraampjes, zingen liederen uit die tijd, bewonderen het speelgoed wat de kinderen hadden en natuurlijk lopen we langs de vele winkels en restaurantjes die zich hier bevinden.
Ook de snoepwinkel mag zich verheugen in een bezoek. Pas als het schemerig wordt lopen we weer naar de bushalte waar de bus al gereed staat om ons naar de campground terug te brengen. Het is even zoeken in het donker waar de ingang zich precies bevindt maar als we die eenmaal gevonden hebben zijn we snel bij de camper waar we heerlijk onze avondmaaltijd nuttigen. De rest van de avond lezen we wat, doen we administratie en kletsen met elkaar.
2 Responses to Van New Mexico naar San Diego