Weer helemaal in ons ritme
In de nacht van woensdag op donderdag 12 januari vriest het behoorlijk op de campground in het Brantley Lake State Park en het is dan ook ijzig koud als we ’s ochtends naar het toiletgebouw lopen om te douchen. Natuurlijk heb ik het verst verwijderde plekje op de campground uitgezocht om te gaan staan zodat we een stevige wandeling voor de boeg hebben, maar als beloning krijgen we uiteindelijk een lekkere warme douche. Ook na het ontbijt vriest het nog zeker 6 graden en het dumpen van ons grey- en black water is een koude aangelegenheid maar gelukkig kunnen we lekker opwarmen tijdens de lange rit die we voor de boeg hebben. Na zo’n 80 miles op het grondgebied van New Mexico steken we de staatsgrens van Texas over. Hiermee laten we ook Mountain time achter ons en komen in Central time terecht. Het tijdsverschil met Nederland is thans nog maar zeven uur. Het landschap is desolaat en vlak, eerst lopen er nog wat koeien maar al snel zijn er alleen nog maar ja-knikkers te zien en hoge metalen torens die aangeven dat er olie proef boringen worden verricht. Geen verheffend landschap en we zijn blij als we na vier uur rijden weer in de heuvels terecht komen. Inmiddels heb ik in een van de folders die we onderweg in een laundry hebben opgepikt gelezen dat in het dorpje Langtry, waar 30 inwoners leven, “the Law, West of the Pecos” heerste zodat we een klein omweggetje nemen om hier meer over te vernemen en het gerechtsgebouw te bezichtigen waar Judge Dean, tevens de lokale kroegbaas, deze “wet” hanteerde. Het gebouw waar recht werd gesproken blijkt de kroeg te zijn. Omdat er geen jail was kwam iedere straf neer op een forse boete dan wel de kogel. Uiteraard verdween de eerste straf in de zakken van de judge/kroegbaas. In ieder geval was de rechtspraak hier niet gebaseerd op enige wet en hing af van de luimen van de kroegbaas. Na uitgebreid rondkijken en van de toerist info nog route informatie meegekregen te hebben rijden we weer verder. Niet ver buiten Langtry stroomt de Pecos River en het is duidelijk dat deze rivier met zijn hoge rotswanden moeilijk was over te steken zodat het op bijzondere wijze hanteren van de wet niet geheel onverklaarbaar was. Omdat het al bijna vijf uur is besluiten we in Seminole Canyon State Park te overnachten. We vinden een mooi plekje en ondanks het feit dat het al redelijk laat is kan ik toch nog even anderhalf uur in de zon buiten achter de computer kruipen. Het is wel koud maar met jas en bodywarmer is het redelijk uit te houden. We genieten van een prachtige zonsondergang maar daarna wordt het echt te koud om buiten te blijven en na een praatje met de camp host die alle kranen zachtjes aanzet om bevriezen te voorkomen, gaan we naar binnen.
Als voorzorgsmaatregel tegen de verwachte vorst plaatsen we (ik bedoel natuurlijk Dick) wel nog even onze isolatiemat voor de voorruit. Dat scheelt bij hevige koude een heel stuk in de warmte binnen. Het is erg stil buiten, er staan maar vijf RV’s op deze redelijk omvangrijke campground en het is nu duidelijk buiten het seizoen.
Bij het naar het toiletgebouw lopen op vrijdagmorgen 13 januari merken we dat het aanzienlijk minder koud is geweest dan gisteren. Gelukkig maar want in tegenstelling tot gisteren is de douche- en toiletruimte hier niet verwarmd. Na het ontbijt rijden we naar het Visitor Center van het State Park waar we voor de overnachting betalen en een tour naar de hier aanwezige Petroglyfen maken. We boffen, de tour bestaat uit ons tweeen en gids Lindsay. Alhoewel het boven slechts vijf graden is en er een kil windje waait, wordt het heerlijk warm als we in de canyon zijn afgedaald.
Geen wonder dat de mensen 4000 jaar geleden hier onderdak zochten en vonden onder de uitstekende rotsen. Het is verwonderlijk te zien hoe rotstekeningen uit die tijd nog zo goed bewaard zijn gebleven. Na zo’n anderhalf uur rondlopen, rondkijken en foto’s maken komen we weer terug bij het Visitor Center en zetten onze reis voort, op naar Del Rio. In deze grote stad aan de Mexicaanse grens arriveren we rond 12 uur. Mooi op tijd om weer eens een Subway broodje te eten. Tevens geeft deze lunch pauze Dick, die zich als een echte “carglass expert” heeft ontpopt, de gelegenheid een nieuw verschenen gaatje in de voorruit te repareren. Hij voert inmiddels de reparaties zo vakkundig uit dat we alleen aan plakkertjes op de voorruit zien dat er zich een gaatje heeft bevonden. Voor het eerst in lange tijd kunnen we weer in ons t-shirt buiten lopen, de temperatuur is opgelopen naar 17 graden. Dat we weer vlak bij de grens zijn maakt dat we na enige tijd rijden uiteraard weer bij een inspection station moeten stoppen. De aanwezige hond ruikt echter niets bijzonders en na het gebruikelijke praatje waar we vandaan komen en wat we van plan zijn, alsmede bestudering van onze paspoorten, mogen we verder rijden. In Hondo, Texas, niet ver van San Antonio, houden we het voor vandaag voor gezien en na toestemming van de manager zoeken we een plekje op het terrein van de Wal-Mart om te overnachten. Lekker weer eens bij een supermarket staan. Het geeft me de gelegenheid op mijn gemakje binnen rond te kijken (heb je daarbij gemist, Thecla). Het winkelbezoek duurt wat langer dan verwacht omdat ik als ik aan de verschillende wasmiddelen ruik, Linda tegen het lijf loopt. We raken in gesprek en het klikt tussen ons beiden. Het toeval wil dat haar dochter binnenkort met een Nederlander uit Haarlem trouwt. Na zeker een half uur praten nemen we afscheid van elkaar met de belofte contact te houden. Als ik anderhalf uur later eindelijk Wal-Mart verlaat (het duurde wat langer omdat ik jeans moest passen) blijkt Linda bij de camper aan de praat te zijn geraakt met Dick. Na nog enige tijd gezellig babbelen en uiteraard een foto van ons beiden, nemen we met een echte “hug” afscheid van elkaar.
Het is erg vertrouwd als even later een luid toeterende trein langs komt, een van de vele die de rest van de avond en nacht nog zullen volgen. Hoe Wal-Mart het toch voor elkaar krijgt zijn winkels altijd naast een spoorrail te bouwen? Gelukkig zijn we na een verblijf van vijf weken naast de spoorrails in Terrace, Canada, gewend aan langs denderende en luid toeterende treinen worden we er niet door uit onze slaap gehaald. Omdat onze Wal-Mart in een redelijk bescheiden plaatsje gevestigd was hebben we weinig last gehad van de 24 uur openingstijd en worden we zaterdag 14 januari uitgerust wakker van de zonnestralen die ons bed beschijnen. Het blijkt een voorbode te zijn van het warmere weer wat ons te wachten staat.
Onze nationale park gids heeft aangegeven dat er een National Monument is in San Antonio, bestaande uit vier Missions, overblijfselen van de vele kerken in dit gedeelte van het continent die rond 1700 werden gebouwd. Met de Spanjaarden kwamen ook de missionarissen mee. Er was in deze nieuwe wereld immers niet alleen geld te halen maar ook zieltjes te winnen. De indianen belaagd door de ziekten van de westerlingen en daardoor bedreigd met uitroeiing, wenden zich tot de kerken, kregen er (westerse) kleding, onderdak, werk (missions bouwen, akkers bewerken) en werden tot het nieuwe geloof bekeerd. Tot grote woede van de missionarissen lukte dat laatste maar half en bleven de oorspronkelijke inwoners hun oude indiaanse geloven ernaast aanhangen. Een schitterende film over deze tijd in het Visitor Center van de Mission San Pedro laat deze tijden herleven. We dwalen langs alle vier de missions en maken vele foto’s van de imponerende kerkgebouwen die de tijden hebben getrotseerd. Al met al betekent het dat we pas tegen half drie verder rijden. Twee uur later arriveren we in het plaatsje Columbus in Texas. Daar we ook in Columbus in New Mexico hebben overnacht blijven we hier. Er is geen mooie camping maar hij heeft een laundry, belangrijk bij een volle waszak en dus staan we al snel op een van de weinige lege plekjes tussen de andere RV’s ingeklemd. De eigenaresse is erg aardig en langere tijd praten we met elkaar, uiteraard is de verkiezingsstrijd die inmiddels is losgebarsten, ook onderwerp van gesprek. In dit zeer conservatieve deel van Amerika wordt daar gelukkig toch op verschillende wijze over gedacht.
We zijn van plan om in de buurt een hapje te gaan eten. De wasmachines en drogers doen er helaas langer over dan verwacht zodat we als ik pas om half negen alles weer schoon en droog heb. Niets uit eten, maar gewoon toastjes met kaas en yoghurt.
Zondag 15 januari is de lucht staalblauw en schijnt de zon direct fel zodat, als we om tien uur klaar zijn met skypen en water bijvullen het al 13 graden is. Voordat we naar Houston rijden waar we Iris en Robert en hun twee kinderen, Elfi en Milou, gaan bezoeken (vrienden uit Holland die hier vier jaar geleden zijn gaan wonen) rijden we eerst nog even naar het centrum van Columbus waar zich prachtige oude gerestaureerde huizen bevinden.
Het is inderdaad een mooi stadje en de oude gebouwen zijn de moeite waard om te bekijken. Opvallend is wel dat alle winkels in het centrum gesloten zijn. Maar het is zondagochtend en het aantal auto’s bij de verschillende kerken verraadt de reden. Terwijl we rondlopen in dit stadje neemt de bewolking toe en nadat we in Katy (net voor Houston) in een Camping World nog wat benodigdheden voor de camper hebben aangeschaft is het wolkendek echt dik geworden. We zijn ook wat langer dan gepland in de Camping World gebleven omdat Dick daar een elektrische scooter repareert en verder in elkaar zet voor een verkoper met twee linker handen. Enigszins ongerust was de verkoper (en koper) er wel over toen Dick de scheve stuurstang met een hamer te lijf ging maar uiteindelijk kon er een glimlachje af toen Dick de klus geklaard had en de koper tevreden met zijn aankoop vertrok. Tegen drieen arriveren we bij Iris en Robert. We worden hartelijk verwelkomd en krijgen een rondleiding door hun mooie Amerikaanse huis. Naar de maatstaven van hier is het klein maar wij vinden het groot en erg ruim. We zetten onze camper op de oprit, genieten van de lekkere hapjes, de wijn en bovenal de gezelligheid. We praten heel wat af, spelen met Milou en ik maak met Elfi, de oudste dochter een paar puzzels die zij in een sneller tempo in elkaar zet dan ik zou hebben gekund. Voor we het weten heeft Iris een voortreffelijke maaltijd bereid die we ons goed laten smaken. Nadat de kinderen naar bed zijn gebracht praten we nog lang met elkaar. De tijd vliegt voorbij en het is half een voor we het ons realiseren. Het spreekwoord “gezelligheid kent geen tijd” blijkt waar te zijn. We hoeven gelukkig niet ver naar ons bed te lopen en slapen al snel als een blok.
Maandag 16 januari staan we om half zeven op, op tijd voor het ontbijt bij Iris , Robert, Elfi en Milou. We worden opnieuw verwend, er is zelf gebakken brood en croissants. Het smaakt heerlijk en het is leuk voor we verder trekken nog even na te praten. Ondanks het feit dat het vandaag Martin Luther King Day is gaat Robert ook nog even naar zijn werk maar eerst worden wij door de hele familie uitgezwaaid. Ons doel is Galveston, een plaatsje aan de Golf van Mexico. Voordat we daar naar toe gaan rijden we eerst naar Down Town om voor onze vriend Bob een onderscheidingteken te kopen voor op zijn Stetson hoed. De TomTom brengt ons via het enorm uitgestrekte wegennet van Houston naar Miller Hats. De gewenste band blijkt niet aanwezig maar wel een hoger onderscheidingsteken, dat van Senior Commission Officer. Met onze MiFi kunnen we gelukkig Bob te pakken krijgen en horen dat deze band ook goed is. Blij dat we geslaagd zijn met de aankoop rijden we verder. De lucht is inmiddels staalblauw, de zon brand aan de hemel en het is 22 graden. Als het nu al zo vochtig warm aanvoelt hoe moet het hier dan in de zomerperiode zijn. Galveston is niet heel ver rijden, toch is het een verrassing als de weg opeens tegen de zee rijdt. We rijden langs de boulevard en kijken naar de vele mensen die er rondwandelen. Helaas is er geen plek om langs de zee te overnachten op het 20 mile zuidelijker liggende State Park. Het was de bedoeling het in Galveston aanwezige aquarium en regenwoud (gesitueerd in twee pyramides) te bezoeken maar het is inmiddels knap laat geworden en het vinden van een overnachtingsplek heeft voorrang. We ontdekken dat we via een ferry op de noordelijk liggende landtong Bolivar kunnen komen waar niet ver vandaan een ander State Park ligt met campground. Na een mooie ferry overtocht (langs een battleship wat in beide wereldoorlogen heeft gediend en nu een State Historic site is) en een lange rit deels langs de zee arriveren we bij het ietwat gehavende Sea Rim State Park op een andere doodlopende landtong in zee.
Nadat de orkaan Rita dit State Park ernstig had gehavend bracht orkaan Ike de genadeslag toe met als gevolg dat zowel de bruggetjes van de boardwalks , het Visitor Center als de mooie toiletgebouwen van de aardbodem werden weggevaagd. Tijdens Ike stond het water op de plek waar wij ons nu bevinden 9 meter hoog. Wat overblijft is een stuk kaal strand en enkele parkeerplekken op afgebrokkeld asfalt. Het is inmiddels te laat om nog ergens anders heen te gaan dus we blijven hier overnachten, omringt door zee en binnenzeeën, we staan echt in the “middle of nowhere”. Tegen schemer komt er nog wel een busje aan maar dat gaat een paar mile verder op het strand staan. Met het gewicht van onze camper wagen we ons daar niet aan en dus blijft het hier op het afgebrokkelde asfalt stil, doodstil. Gelukkig maakt de bulderende zee ,op 10 meter afstand van ons, wel geluid wat ons in slaap doet wiegen.
Dinsdag 17 januari is het weer omgeslagen. In plaats van een mooie blauwe lucht en zon hebben we miezer regen. De temperatuur wijst echter 22 graden aan en het voelt ’s ochtends vroeg al klam en warm aan. De camping lag 22 mile op een doodlopende landtong en die afstand moeten we nu weer terug rijden. In de regen rijden we langs een rivier waar de enorme zeeschepen, geladen met olie, door varen, dwars door een gebied met raffinaderijen en na twee hoge bruggen overgestoken te zijn arriveren we in de staat Louisiana. We rijden nu door het gebied van de Bajou’s, kaal en vlak land bespikkeld met grote en kleine waterplassen en erg moerassig, de eerste waarschuwingsborden voor krokodillen dienen zich aan.
Het is ook een gebied waar de hurricanes zich regelmatig doen gelden. Niet alleen zijn er borden die de evacuatieroute aangeven in geval van een hurricane, ook is de dichtheid van travel sleepers en fifth-wheelers (beiden RV types) enorm groot. Een gevolg van de verwoestende kracht van wind en water. De regelmatig aanwezige lege palen waar zich huizen hadden moeten bevinden, de kale betonnen funderingen en dicht gespijkerde huizen met afgerukte wandpanelen zijn de stille getuigen van die alles verwoestende natuurkrachten.
Na een paar uur rijden breekt uiteindelijk de zon door en kunnen we nog even genieten van de zon die de zee beschijnt waar we nu parallel aan rijden. Helaas moeten we al snel weer het binnenland in waar de lucht bijna zwart is en verruilen we de zonnige kust voor de regenbuien verder landinwaarts. Opnieuw rijden we door een kaal landschap met vele watervlaktes en een deel van de weg (18 mile lang) is gebouwd op hoge palen. De moerassige bodem laat het niet toe een weg aan te leggen dus is voor een 18 mile lange brug gekozen. Het is in ieder geval een bijzonder gezicht. Gelukkig is de regen intussen opgehouden. Rond drie uur komen we in Baton Rouge waar we bij een paardencentrum langs de dijk van de Mississippi een camping vinden. Een goede tijd om te stoppen want het wordt hoog tijd om weer eens achter de computer te gaan zitten om het verhaal voor de website te schrijven. Al blijft de temperatuur op 22 graden staan, het is niet lekker om buiten te zitten want de miezer regen is weer begonnen. Pas na een wolkbreuk met donder en bliksem om acht uur ’s avonds wordt het echt droog maar dan is het inmiddels te donker en het gras te doorweekt (eigenlijk veranderd in een mini moerasje) en dus niet prettig om op te zitten. Voor het eerst in maanden kunnen we echter wel tot laat in de avond de deur en ramen openhouden en genieten van het luide gekwaak of is het gebrul van de vele kikkers om ons heen Wel moeten alle horren dicht want door de overvloed van water om ons heen vormt deze omgeving ook een zeer aanlokkelijke broedplek vormt voor vele, grote mosquito’s.
3 Responses to Weer helemaal terug in ons reis ritme