Wyoming, Utah en Colorado

Maandag 28 augustus tot 8 September 2017

Wyoming, Utah en Colorado

 

Ranger talk in Yellowstone

Zondagavond 27 augustus hebben we nog een leuke lezing van een ranger over de veiligheidsaspecten van Yellowstone. Daarbij wordt duidelijk dat de meeste ongelukken in het park niet veroorzaakt worden door wilde dieren of de soms ijzig koude waterstromen en ontzagwekkende watervallen maar de thermale plekken, de pools en geysers waarvan de watertemperatuur bijna altijd boven het kookpunt komt, zijn de boosdoeners. Dat is meteen de reden dat honden niet zijn toegestaan in Yellowstone op de boardwalks omdat die soms de neiging hebben in het water te springen (en zijn baasje springt deze dan achterna) met gevolg ernstige brandwonden of erger.

 

Nadat we maandagochtend onze Ierse buurman Vincent en de host gedag hebben gezegd en natuurlijk wat blijven praten, rijden we toch eindelijk weg. Het is erg druk op weg naar het zuiden en ja, driemaal passeren we op onze weg de Continental Divide.

Voor we er erg in hebben rijden we Tetons National Park in waar het zelfs nog drukker is. Het lijkt hier een beetje op Zwitserland, een enorm groot meer met hoge bergpieken. Alhoewel er bij Colter Bay voldoende plaats op de campground is vinden we het hier met al deze drukte niet echt aangenaam en de campground iets zuidelijker, bij Signal Mountain, is vol met bijzonder kleine plekken dus besluiten we, na nog een laatste blik op de hoge bergen van de Grand Tetons, dit park te verlaten.

 

View on Snake River at campground

In Jackson, Wyoming stoppen we even om informatie te vragen over de campsites in de National Forests en daarmee vinden we rond half 4 een prachtige grote plek opnieuw aan de Snake River. Heerlijk rustig en afgelegen. Heel wat beter dan die hectische en weinig aanlokkelijke Teton NP campground. Het is er zo rustig dat we dinsdag zelfs tot 8 uur slapen maar dan, na een snel ontbijt, rijden we verder door een schitterend dal en ontdekken dat we weer eens door een steen geraakt zijn zodat Dick in Alpine, terwijl ik wat eten haal, zijn raam reparatie vaardigheden kan tonen.

 

 

Antler bow in Afton

In Afton begint het enorm te regenen en te onweren. Wel jammer want hier staat in het stadje de grootse geweienboog van Amerika maar nu heb ik echt geen zin om uit te stappen dus wassen we even onze kleding en beddengoed en bij een tweedehands boekwinkel lukt het me weer een boek uit de serie “Wagons West” van Dana Fuller Ross op de kop te tikken en dan rijden we naar een ander National Forest plekje. We moeten er wel eerst een steile bergweg voor beklimmen en wel erg onze remmen op de proef stellen bij een steile afdaling. Ook deze campground is bijna leeg en we genieten van de rust om ons heen. Het is weer warm geworden, 28 graden, en de wolken hebben plaats gemaakt voor blauwe lucht zodat we heerlijk buiten kunnen zitten. Als de zon achter de bergkam verdwijnt koelt het wel erg af zodat we vanaf 7 uur toch heerlijk binnen in de camper zitten maar wel ’s avonds even nog genieten van een stralende sterrenhemel. De volgende dag staan we bijtijds op. Als we Geneva intikken wil onze Hakuna ons over de oceaan brengen zodat we snel de staat Idaho erbij tikken wat ons meer in de juiste richting brengt. Montpellier, iets verderop gelegen heeft een National Oregon Trail center (het onderwerp in mijn serie Wagons West dus natuurlijk stoppen we daar even) maar het valt wat tegen omdat er eigenlijk teveel schilderijen hangen die het leven tijdens zo’n trail laten zien.

 

Tabernacle Organ in City of Paris

Dus na even rondkijken vervolgen we onze weg door de Bear Valley tot we in de City of Paris arriveren. Een grotere tegenstelling met haar Franse zusterstad kan er niet zijn. In dit idyllische boerendorpje worden door cowboys te paard (ja, dat zien we hier nu wel) de koeien door de straten gedreven. Er is slechts één groot gebouw, een Mormonenkerk. Daar we toch op weg zijn naar Salt Lake City waar we de Temple Square van de Mormonen willen bezoeken is dit een mooie tussenstop. We krijgen een leuke rondleiding van Spencer en zijn vrouw Laurie voegt zich even later bij ons om op het orgel te spelen.

 

De kerk is eenvoudig maar schitterend gemaakt en doet ons aan de Protestantse kerken in Nederland denken. Wel is het orgel vooraan in de kerk geplaatst in tegenstelling tot in de Hollandse kerken. Spencer vertelt ons veel over het Mormoonse geloof en de stichter ervan, Joseph Smith en krijgen ook het “Boek van de Mormonen” mee. Het is een bijzonder moment om even een kijkje te hebben in een ander geloof en pas 1 ½ uur later rijden we verder tot we in Logan, Utah aankomen waar we op het terrein van Walmart mogen overnachten. Gelukkig komen er snel wat wolken waardoor de warmte wat verdwijnt en het goed toeven is op het parkeerterrein.

 

Road to Antelope Island, salt and salt water

Donderdag 31 augustus is het zwaarbewolkt maar toch nog 18 graden. Daar we weer eens wifi hebben heeft Dick kunnen publiceren maar helaas lukte het niet Tante Ank op de skype te pakken te krijgen. Om half 10 rijden we verder. We moeten er gewoon even aan wennen om weer door druk stadsverkeer te rijden. Bij Syracuse, Utah begint een dam die het vaste land met Antelope Island verbindt. Er blijkt gelukkig plek te zijn op de campground van dit State Park en dus rijden we even later door zoutvlaktes en later langs water naar het eiland toe. Het is even zoeken waar de campground is maar dan blijkt dat de enige plek met boom precies op de ons toegewezen plek staat (wat we niet aangenaam vinden) dus rijden we de 11 km lange dam weer terug om van plaatsje te wisselen. Ondanks het feit dat er al veel gereserveerd is kunnen we een ander, mooier, plaatsje krijgen en nadat we daar even van het uitzicht en koffie hebben genoten rijden we weg om het eiland verder te verkennen.

Het is pas 12 uur maar toch al warm en de temperatuur loopt op naar 33 graden. Er blijken hier heel wat geocaches te liggen zodat we al rijdend over het eiland zo nu en dan een cache traceren. Uiteraard zien we enkele kuddes Buffalloo’s rondlopen op de uitgestrekte glooiende hellingen van het eiland. In 1893 zijn die op Antelope Island geïntroduceerd en ook een kudde Pronghorns rent langs de waterkant. Het eiland, nu helemaal een State Park, heeft prachtige glooiende hellingen maar door de enorme droogte, de huidige hitte en de kale hellingen ziet het er woest en verlaten uit.

 

Sheep shaving tool at Garr ranch

Op bijna het zuidelijkste puntje zien we aan de overzijde van het Great Salt Lake, wat door 4 rivieren gevoed wordt maar geen uitgangen heeft, de vage contouren van de stad Salt Lake City en we bezoeken de Garr Ranch waar we op ons gemakje kunnen rondlopen en een indruk krijgen van het leven op een ranch op een zo afgelegen plekje. De ranch werd in 1848 gesticht door de Mormonen zodat hier de kuddes van de kerk gehoed konden worden. Daarbij maakten de opbrengsten van de ranch verdere emigratie van de Mormonen mogelijk. Pas eind van de middag zijn we terug bij de campground. Het blijft heet en we genieten de hele avond van het uitzicht over het meer. Door de hitte, het is nog steeds 36 graden, hebben we geen zin meer om nog naar de waterkant te lopen (meer dan 2 km), dus we weten nog steeds niet of het zoutgehalte van het meer zo hoog is dat je erin blijft drijven. Ach nu hebben we een reden om hier terug te keren. Pas tegen elf uur gaan we naar bed. Er is inmiddels een klein windje opgestoken zodat het enigszins aangenaam wordt in de camper.

 

Buffalo’s X-ing

Als we vrijdag om 6.30 uur wakker worden is de lucht weer staalblauw en de thermometer staat op 23 graden. Naast de camper lopen de Buffaloo’s rond en natuurlijk moeten we daar foto’s van nemen. Het geklik van de camera’s maakt ze echter onrustig en snel draven ze weg van de campground. Wat kunnen deze beesten rennen. Na eerst wat inkopen te hebben gedaan in Syracuse, Utah rijden we naar het centrum van Salt Lake City. We moeten even wat rondrijden maar dan vinden we niet ver van de Temple Square een plaatsje waar we 2 uur mogen staan. Het is niet lang maar voldoende om even rond te lopen in dit centrum van het Mormoonse geloof. De Temple van de Mormonen is niet toegankelijk (misschien wel voor de vele bruidsparen die hier rondlopen) maar de ernaast staande Tabernacle mogen we wel in.

 

Big organ in Mormon temple SLC

Deze ziet er hetzelfde uit als de kerk in de City of Paris en opnieuw kunnen we genieten van een schitterend orgelspel. Helaas zingt het beroemde Tabernacle Choir alleen op zondag en dan zijn we al elders. Nadat we nog een trap omhoog zijn gelopen in het Visitor Center en daar het Christusbeeld hebben bewonderd, lopen we terug naar onze camper en rijden de stad uit. Er heersen hoge temperaturen en dat merken we als we een eindeloos steile helling opklimmen. Voor het eerst in deze vakantie gaat er een rood lampje branden, onze motor is oververhit. We zijn klaarblijkelijk niet de enigen die dat op deze helling overkomt want als we even op de vluchtstrook stilstaan om de motor te laten afkoelen zien we voor en achter ons andere wagens stilstaan. Gelukkig koelt de motor snel af en kunnen we snel verder rijden. We houden nu wel nauwlettend de temperatuur in de gaten. Het achterland van Salt Lake City is erg woest en we beklimmen de ene na de andere bergpas.

 

View from Ashley campground

Op een van de passen ligt een campground (op 2880 meter hoogte) maar deze is weinig aanlokkelijk dus rijden we verder en even later vinden we in Ashley National Forest een andere, wel mooie campground , Aspen Campground , waar we heerlijk in de schaduw van de hoge bomen gaan zitten (ja, zo heet is het). Om ons heen is geen enkel plekje bezet dus het is er ongelooflijk stil en alleen de Squirrels hoor je rondrennen. Pas tegen 8 uur koelt het af naar 20 graden.  Zaterdagochtend 2 september rijden we vroeg verder. Om ons heen is het dor en droog behalve in het plaatsje Hanna waar wel 80 sproeiers de landerijen bevloeien, een leuk gezicht. Terwijl we over doodstille wegen rijden zonder enig verkeer, horen we opeens een enorme knal en ja hoor, midden op de voorruit een giga ster. Waardoor dat veroorzaakt is? In Duchesne, Utah kunnen ze het niet maken maar In Roosevelt 20 km verderop blijkt wel een glasreparatiebedrijf te zijn. De eigenaar ervan kijkt somber, gezien de grootte van de ster kan hij geen garantie geven op de reparatie dus, nadat hij zeker een half uur bezig geweest is dit gat vol te spuiten met een acrylic substantie, mogen we zonder dat we maar iets hoeven te betalen onze reis vervolgen. Helaas blijft deze ster zichtbaar. Nu maar hopen dat de ruit niet verder gaat scheuren.

 

Fossil Head Diplodocus

Nadat we in het volgende plaatsje Vernal nog even genoten hebben van een veel te grote Sonic milkshake (met stukjes ananas) rijden we door een dor en droog landschap naar Dinosaur National Monument. Het is een lang weekend want maandag is het Labor Day dus waarschijnlijk is er geen plek op de campground maar tot onze vreugde hebben we om 2 uur ’s middags zelfs nog een keuze tussen mooie plekjes. Daar het nog steeds 36 graden is doen we de rest van de dag niets meer en gaan lekker lui in de schaduw van de camper lezen. Pas de volgende morgen rijden we naar het Visitor Center en met een shuttlebus rijden we naar de Fossil Bone Quarry, in 1909 ontdekt. De Morrison formatie waarin deze rots laag zich bevindt herbergt vele fossielen van Dinosaurs uit de Jurassic periode en we zien werkelijk enorme beenderen in de rotswand zitten.

 

149 Million year old Fossil Bone

We mogen zelfs de botten aanraken van een Allosaurus, een griezelig beest. Wel apart als je bedenkt dat deze Dinosaurs hier 150 miljoen jaar geleden rondliepen. Lang kijken we rond, voelen botten en luisteren naar het verhaal van een Ranger over de verschillende soorten Dinosaurs voordat we verder rijden, rotstekeningen bekijken en merken dat we de Box Canyon aan het einde van de trail niet kunnen bereiken door het slechte wegdek. Dus rond 1 uur zijn we terug op een zinderend hete campground. Gelukkig stroomt de Green River naast de campground. Helaas is zwemmen in dit snelstromende water niet mogelijk maar omdat mensen van grote stenen dammetjes hebben gebouwd in de rivier is het wel mogelijk in het water te zitten. Zeker drie uur zit en lig ik in het rustige deel van de rivier te lezen voordat we in de koelte van de avond, 25 graden, lekker buiten eten. Inmiddels hebben we structureel een gasfailure en ik ben blij dat we opnieuw een Amerikaanse propaan tank gekocht hebben zodat we aan de buitenzijde van de camper ons propaan kunnen aansluiten.

 

Colorado National Monument

Maandag 4 september rijden we om 10.00 uur Colorado in. Hier ligt een andere deel van Dinosaur National Monument maar dat bestaat uit diepe kloven en we hebben eigenlijk geen tijd om daar ook rond te kijken dus vervolgen we onze weg naar het zuiden. Het landschap is erg desolaat, om ons zien we het grote niets en afgeplatte bergen (Mesa’s). Zo nu en dan zijn er pompen zichtbaar waar Natural Gas mee verder gepompt wordt en een enkele ja-knikker. Een levenloos landschap. Geen wonder dat de vroegere inwoners zeiden dat dit landschap door God was vergeten. Om 1 uur arriveren we in Colorado National Monument waar volop plekjes te vinden zijn op de campground. Natuurlijk zoals altijd als we de keuze hebben duurt het bijna een uur voordat we dat ene mooie plekje met prachtig uitzicht en zon en schaduw gevonden hebben en dan is het aan Dick om de camper recht te zetten. Helaas we hebben geen levelers om de camper met pootjes recht te zetten. Ik was te krenterig om die aan te schaffen en dus wordt er veel, heel veel, heen en weer gereden alvorens de camper echt mooi staat naar de zin van Dick. Ik bemoei me hier maar weinig mee want heb niet dat inzicht hoe de camper het beste neergezet kan worden en leg alleen planken en blokken neer waar Dick dat aangeeft.

 

Rimwalk Colorado National Monument

Nadat we onze gebruikelijke koffie hebben genuttigd wandelen we naar het Visitor Center en bekijken de film over dit monument wat in 1907 door John Otto ontdekt werd. Die was zo onder de indruk van de woeste, desolate en prachtig gekleurde canyons hier dat hij bleef ijveren om dit stuk grond te behouden en dankzij zijn inspanningen kreeg het in 1911 de status van National Monument en mocht hij voor 1 dollar per maand de caretaker van het park zijn wat hij tot 1927 met plezier deed. Nadat we alle informatie hebben opgezogen wandelen we langs de rim van een van de canyons hier. Het is ontzagwekkend en betoverend. Rode gladde klifwanden aan alle kanten en te midden van valleien torenen enorme rotsformaties verticaal omhoog. Ons pad voert langs de klifrand en op sommige plekken is het te eng om erlangs te lopen en naar beneden te kijken. We genieten van de wandeling en nog meer van de tocht de volgende dag die ons langs de randen van alle canyons in het park voert. De weg, Rimrock drive, is in de jaren dertig tijdens de grote depressie aangelegd en biedt ons op verschillende plekken een schitterend zicht op de canyons.

 

Mountain Goat

Een rotsformatie ziet er zelfs uit als een Egyptische mummie. En we hebben geluk want op een van de steile rode rotsformaties langs de weg zien we drie Mountain Sheep rondwandelen. Ze tarten echt de zwaartekracht want ze doen het voorkomen alsof ze over vlak terrein rondhuppelen. We kunnen er geen genoeg van krijgen wandelingen te maken naar de randen van de canyons. Telkens weer doemen nieuwe gladde rode formaties op die echt aanschouwd moeten worden. Pas in de middag hebben we alles bekeken en na wat inkopen in Grand Junction en kleding wassen in Fruita, Utah, rijden we terug naar de campground in het National Monument waar we opnieuw een ander mooi plekje voor de nacht vinden.

 

Mummy Colorado National Monument

Na woensdag 6 september opnieuw een tevergeefse poging te hebben gedaan om tante Ank op de skype te krijgen (haar computer staat uit) en Dick onze camper dealer heeft gebeld om te vragen wat er nog gedaan kan worden aan onze voortdurende gasfailure, rijden we opnieuw door Colorado National Monument naar het zuiden. Het is nu bewolkt en daardoor zijn de kleuren minder mooi te zien maar desondanks is deze weg over de rim van de Canyon leuker. Om 10.00 uur verlaten we het monument en rijden opnieuw door desolaat landschap, het grote niets, naar het zuiden. Dit is echt gebied om een gevangenis neer te zetten en ja hoor, net voor Delta zien we grote borden langs de weg dat we niet mogen stoppen voor hitch hikers (lifters) vanwege een Correctional Facility.

 

Very deep canyon overlooking Gunnison River

Om 12.00 uur zijn we bij Black Canyon of the Gunnison, een National Park wat we nog nooit hebben bezocht. Nadat we eerst een plekje op de campground hebben vastgelegd rijden we naar het Visitor Center. Dit National Park bestaat uit een diepe canyon met verticaal oprijzende, grillige rotsen. De canyon is zo diep en smal dat slechts weinig zonlicht tot aan de bodem komt zodat het Black Canyon genoemd werd. Pas in 1873 werd een deel van deze canyon ontdekt, voor het grootste deel bleek het ontoegankelijk. De rit over de rim is onvoorstelbaar. We hebben al heel wat canyons gezien maar deze canyon is een van de mooiste. Vanaf de vele uitzichtpunten aan het eind van kleine wandelingen kunnen we een glimp opvangen van de woest stromende Gunnison River diep onder ons. Het is bijzonder imponerend en zeker indrukwekkender dan de Grand Canyon.

 

Ranger Molly

Wat een diepte, sommige paadjes zijn best eng. Pas tegen de avond zijn we terug op een inmiddels volledig bezette campground en na wat toastjes met franse kaas, ons avond eten, lopen we naar het amphitheater om het avondprogramma bij te wonen. Ranger Molly vertelt ons alles over het nachtleven in dit park en natuurlijk de sterrenhemel. Ze doet het fantastisch en zeer tevreden lopen we beschenen door een knalrode maan (gevolg van de rook door de vele branden in Montana) terug naar de camper. Het is beduidend koeler als we donderdag wakker worden. We hebben ons dekbed afgegooid gisteren maar vannacht was het zo koud dat we een dikke deken over ons hebben gelegd. Na een steile afdaling uit het National Park waarbij we duidelijk onze remmen ruiken, arriveren we in Montrose en even later zijn we in Ouray, Colorado. Daar Susan ons verteld heeft dat ze het laatste plekje op de KOA campground hadden, rijden we meteen door naar een Forest camp boven Ouray, ook wel het Zwitserland van Amerika genoemd.

 

View on Ouray from campground

We rijden een steil pad omhoog en op de campground zijn de paden smal maar we vinden er een schitterend grote plek om te staan. Weliswaar een invalideplek maar de camphost vindt dat geen probleem en nog voor 10 uur staat de camper. We bellen meteen naar Mike en Susan en als die niet reageren pakt Dick de fietsen zodat we naar hun camping kunnen rijden. Terwijl Dick het ergste vuil verwijdert van de fietsen komen Mike en Susan en Penny (hun Beagle puppy) al aanrijden. Het is inmiddels lunch time en voordat we naar hun plaatsje rijden halen we eerst een heerlijke burger in het stadje Ouray en eten die met smaak op in de camper van Mike en Susan. Dan, met gevulde magen, rijden we met Mike’s Jeep Rubicon, de Yankee Boy trail op. Langs afgronden, onder overhangende rotsen en door beekbeddingen kruipt de jeep steeds hoger en hoger tot we niet verder kunnen.

 

Jeeping on Yankee Boy trail

We zijn inmiddels aangekomen op 3760 meter en om ons heen heersen hoog alpine condities. Wat is het hier schitterend. Ondanks het feit dat de zon niet schijnt en er donkere wolken zijn waar zo nu en dan wat sneeuwvlokken uit vallen hebben we een schitterend zicht op de nog steeds boven ons uittorende bergwereld. Wel is het wat koel op deze hoogte en een hoodie is aangenamer dan een enkel T-shirt. Na wat foto’s kruipt de Jeep weer terug over de losse rotsblokken. Het is ongelooflijk hoe zachtjes deze Rubicon zich een weg baant over de grote overal verspreid liggende rotsblokken. Mike beheerst de Jeep volledig, het besturen van deze auto zit in zijn genen.

 

Tita’s birthday cake

Maar volgens hem moet Dick ook een stuk rijden want die is immers hiervoor geclassifeerd vanwege zijn rijbewijs voor grote trucks van 50 ton en ook Dick stelt ons niet teleur want hij brengt ons laat in de middag veilig terug naar de KOA campground waar we genieten van de Birthday Cake die Susan voor mij heeft gebakken. De taart is niet alleen verrukkelijk maar ik voel me ook (opnieuw) jarig als ik het kaarsje midden op de taart uitblaas. Begin van de avond rijden Mike, Susan en natuurlijk Beagle Penny, ons terug naar onze campground. Vrijdag staan Mike en Susan rond half 10 op onze campground. Een nieuwe dag wacht ons in deze “Jeep Capital of the World”. Voordat we echter de trail oprijden naar de Red Mountains rijden we eerst naar Ridgeway.

 

Maker of Grammy Awards for 41 years

Daar is een onooglijk zaakje waar al 41 jaar de “Grammy’s” (je weet wel van de Grammy Awards) worden gemaakt. Alhoewel de zaak eigenlijk gesloten is mogen we toch even binnen een kijkje nemen en nadat we ook nog even een foto hebben gemaakt van het landgoed van Ralph Lauren wat er vlakbij is, rijden we weg uit Ridgeway, de Million Dollar Highway op tot we bij het begin van de “Corkscrew trail” zijn. Een steil stenig pad voert ons omhoog door de bossen. We stijgen zeer snel en verwonderen ons over de enorm hoge Spruce tree’s die op deze hoogte nog groeien. Uiteindelijk komen we boven de boomgrens en wacht ons een schitterend gekleurd landschap. Kale hellingen rijzen omhoog grijs en rood geleurd. Het is een haast onaards landschap, schitterend. De camera blijft klikken.

 

Red Mountain view

Op pashoogte, we zitten opnieuw op 3700 meter hoogte, lopen we wat rond en genieten van het uitzicht naar beide kanten. Het is tot op heden redelijk stil geweest op deze trail maar dat verandert als we aan de andere zijde naar beneden rijden. De ene na de andere jeep en ATV komt ons voorbij waarbij soms slechts enkele centimeters overblijven tussen de Jeep en de steile afgrond. Het is echt spectaculair om hier te rijden maar ik ben wel blij dat ik niet achter het stuur zit. Langzaam kruipen we naar beneden, rijden voorbij goudmijnen en arriveren dan in Silverton waar we een tijdje rondlopen en natuurlijk winkeltjes kijken en een T-shirt kopen. Ook zoeken we er een adres voor bouten en moeren want onderweg zijn we wat bouten kwijtgeraakt. Weliswaar is het betreffende onderdeel met het koordje van Dick’s Hoodie weer vastgezet maar dat is slechts een noodoplossing.

Daar noch Susan, noch ik, eten uit de vriezer hebben gehaald halen we, als we terug zijn in Ouray, opnieuw een burger. Deze blijkt smakelijker te zijn dan die van gisteren en we eten er met genoegen van. Nog lang kletsen we na over de fantastische dagen in de bergen alvorens Mike ons ’s avonds opnieuw terugrijdt naar onze campground hoog boven Ouray.

Dit bericht is geplaatst in USA en CANADA 2017-2018. Bookmark de permalink.

3 Responses to Wyoming, Utah en Colorado