Terwijl het zaterdag 3 september overdag hoogzomer lijkt (het wordt zelfs 25 graden) zodat de nog niet volledig droge was in de zon verder kan drogen, we in ons T-shirt fietsen en nog meer ontkleed buiten kunnen zitten, komen er ’s avonds donkere wolken aan waar wat druppels uit vallen waardoor we toch maar niet de barbecue ontsteken, maar onze Coho Salmon in de oven garen. Gelukkig smaakt dat net zo goed en eten we even later van deze verrukkelijke rode zalm wiens smaak goed past bij de “home grew vleestomaten en romano sla”.
Helaas regent het zondag 4 september als we tegen half negen wakker worden (schrikken hoor, zo laat) maar gelukkig stopt die regen snel en wanneer we om tien uur naar het Visitor Center fietsen is het droog, al staat er een harde wind, zodat de temperatuur niet hoger dan 15 graden komt. Bij het Visitor Center zitten we uit de wind zodat we zonder jas kunnen skypen en Dick weer eens een stukje op de website kan plaatsen.
Buiten mailen en skypen is heerlijk, maar werkt wel op onze blaas zodat we, omdat we niet iedere dag bij het Visitor Center van de restroom gebruik willen maken, om twaalf uur naar de ernaast gelegen Wal-Mart fietsen. Naast gebruik van restroom biedt dat ook weer even de gelegenheid rond te kijken naar aanbiedingen. We hebben inmiddels ontdekt dat niets zo grillig is als het prijsverloop van bepaalde artikelen. Yoghurt en vruchtensap bijvoorbeeld zijn de ene dag een dollar goedkoper dan de volgende dag. Zoals altijd is er wel een aanbieding die we kunnen gebruiken en even later staan we te wachten tot op een televisie scherm wordt afgeroepen bij welke kassa we ons kunnen vervoegen om af te rekenen. Alles gaat erg gedisciplineerd in dit land en iedereen wacht ook op zijn beurt. In bijna iedere winkel worden de gekochte artikelen in plastic tasjes gedaan maar omdat Canada wel wat meer milieu bewuster is dan de USA wordt eerst gevraagd of we wel een plastic bag willen. In tegenstelling tot veel Canadezen zeggen wij altijd ja, want de tasjes gaan, nadat de goederen in de camper zijn opgeborgen, een tweede leven leiden als vuilniszak. Zelf boodschappen in tasjes doen is er niet bij. De cassiere (of soms een inpakker) pakt de boodschappen van de band en stopt deze in plastic tasjes. Meestal zijn de artikelen zo gesorteerd bij elkaar geplaatst dat je de tasjes direct in kast of koelkast kunt plaatsen.
Terug bij de camper schijnt de zon alweer en kunnen we heerlijk buiten in het zonnetje koffie drinken en in onze spannende boeken lezen. In jaren heb ik niet zoveel tijd gehad om lekker te lezen.
Maandag 5 september is alles uitgestorven en veel winkels zijn dicht vanwege Labourday. Ook de garage is gesloten wat een zeldzaamheid is want zelfs op zondag wordt er regelmatig gewerkt. Het weer is niet aanlokkelijk, de regen wordt afgewisseld met miezer, dus tijd voor binnenklusjes, schoonmaken van kastjes, de koelkast, de vloer en vloerbedekking en weggooien van grey water, waarbij we de afvalwatertanks extra doorspoelen. Al gauw zien we er niet meer uit en als alles schoon, leeg en opgeborgen is wordt het tijd om de vuile, natte kleding en doeken naar de laundry te brengen, zelf schone kleding aan te trekken en nog even wat rond te neuzen bij de koopjes afdeling van Canadian Tyre waar we een ronde metrische sleutel voor Dick vinden. Een zeldzaamheid, want ook al heeft Canada het metrisch stelsel, toch worden hier veel Engelse maten gebruikt, zelfs schroeven hebben vierkante gaten en worden met vierkante schroevendraaiers vastgedraaid.
Met al deze bezigheden is deze regenachtige feestdag snel ten einde en voor we het weten is het dinsdag 6 september en horen we van Rien dat de nieuwe onderdelen onderweg zijn, nu met FedEx die onze bestemming hopelijk sneller zal weten te vinden.
De week vliegt voorbij. Terwijl ik, Tita, heen en weer fiets tussen de camper, Downtown en het Visitor Center, om te mailen, te skypen, boodschappen te doen, te wassen, de propane tank te wisselen, black water weg te gooien en leeg fust te retourneren, brengt Dick het merendeel van zijn tijd door in de garage waar hij naast het bouwen van magazijn stellingen allerlei hand en span diensten verleend aan de monteurs. De coverall doet goede diensten.
Is het dinsdag en woensdag nog erg wisselvallig weer waarbij het in de vroege ochtend regent en later op de dag de wolken dreigend blijven hangen, het blijft 18 graden. Vanaf donderdag 8 september klaart het op en schijnt de zon weer uitbundig waarmee de temperatuur boven de 25 graden komt.
Alhoewel we dagelijks de reis van de onderdelen volgen, van Harderwijk via Amersfoort naar Keulen, door naar Memphis, Tenessee en Vancouver om ingeklaard te worden is het toch een verrassing als er vrijdag 9 september om 8 uur ’s ochtends op de deur wordt geklopt met de mededeling dat het pakket gearriveerd is. Een prachtig in elkaar gezette cylinderkop met nokkenas komt uit de doos.
Dick begint (van tijd tot tijd geholpen door Ron) direct met simpele montageklussen, terwijl Ron checkt, specialistische onderdelen monteert en de momentsleutel hanteert. Het gaat niet altijd even makkelijk, het vergt uiterste precisie en dat terwijl er bijna geen ruimte onder de motorkap is om er goed bij te kunnen komen. Daarbij is het bloedheet zodat Dick en Ron bijna uit hun coveralls drijven.
Maar Dick gaat gestaag door en stopt pas als Bob om half zeven met de truck arriveert en tegelijkertijd ook zijn vrouw Gerry met Tammy en Cathy aankomt. Even later verschijnt Marianne (Emil is in Fort Nelson, Noord Canada, aan het werk) en Darwin, de trucker waar Dick een dag mee op stap is geweest, komt met zijn ruim 40 jaar oude Camaro voorrijden. We zetten stoelen en een tafel neer en gaan in het zonnetje voor de camper zitten.
Tot onzer grote verrassing heeft Gerry een enorm grote bak Lasagna gemaakt die met een heerlijke sla van Tammy voor een voortreffelijk (afscheids) feestmaal zorgt. Het is heel gezellig samen en het blijft lang warm zodat we, zelfs als de maan vol aan de hemel staat, nog steeds buiten kunnen zitten alhoewel dan wel met een trui aan. Na het eten wordt er nog even aan de auto gewerkt door Ron en de distributieriem wordt gemonteerd zodat, als Dick morgen koelvloeistof in de tank heeft gedaan, de motor proef kan draaien.
Zaterdag staat Dick al vroeg onder de motorkap gebogen en tegen 10 uur draait de motor. Nu moet er nog veel gemonteerd worden maar na een lange dag monteren en controleren kunnen we om 18.00 uur een proefrit maken. We rijden een rondje van 13 km door Terrace en alles lijkt het goed te doen, er zijn er geen lekkages, olie en koelvloeistof blijven op peil en de motor klinkt als vanouds. Alle gereedschap wordt opgeborgen, de twee oude cylinderkoppen worden ingepakt, de rekening wordt betaald en samen met Ron, zijn vrouw Kim en haar vriendin drinken we buiten een glaasje op de goede afloop. Als Ron, Kim en haar vriendin om half tien weggaan rest ons nog verder op te ruimen en na het vastzetten van de fietsen is het bedtijd.
Zondag 11 september begroet ons met stralend weer en voor de laatste keer rijden we de ons zo vertrouwde weg naar het Visitor Center, eindelijk gemotoriseerd.
Na een kort mailbericht, inname van water en het dumpen van grey en black water laten we om negen uur Terrace achter ons. Regelmatig stoppen we om de koelvloeistof en het oliepeil na te kijken, maar alles ziet er goed uit. Alhoewel we in een rustig tempo onze weg vervolgen rijden we gestaag door een inmiddels herfstachtig uitziende landschap. Overal liggen de balen hooi op het land, verscheidene bomen zijn geel gekleurd en bloemen zijn of verdord of zien eruit als pluizenbalen. Bij Morricetown stoppen we even om naar de opspringende zalmen te kijken. Wat een enorme (sprong)kracht moeten die beesten hebben om tegen deze zware stroming op te kunnen zwemmen en de hoogteverschillen te overwinnen. Alleen Natives mogen hier vissen en het is leuk dat we een van hen bezig zien deze opspringende Coho zalmen in zijn net te vangen. Na een uurtje gefascineerd rondkijken vervolgen we onze weg en omdat het zulk mooi weer is rijden we tot Quesnel door waar we op het parkeerterrein van de Safeway overnachten. Alles ziet er nog steeds goed uit, de motor maakt geen rare geluiden en de eerste 700 km van onze reis naar San Francisco hebben we overleefd.
Omdat we midden in het centrum staan worden we al vroeg wakker van al het verkeerslawaai met als gevolg dat we al voor acht uur op weg zijn. Ook nu weer stoppen we na een half uurtje om de olie en koelvloeistof te controleren en rijden verder naar Williams Lake. Daar halen we bij het Visitor Center een stempeltje in ons BC paspoort en mailen naar tante Ank dat alles goed gaat en de camper inmiddels 840 km heeft gereden zonder problemen. Dat laatste hadden we misschien beter niet kunnen mailen want om elf uur, 45 km ten zuiden van Williams Lake, horen we een vreemd geluid. Dick stopt meteen, kruipt onder de auto en ziet dat de multiriem (voor de koelvloeistof en dynamo) gebroken is. We besluiten geen meter verder te rijden en bellen het filiaal van Freightliner in Williams Lake. Deze stuurt een sleepwagen, die als hij gearriveerd is, te zwaar blijkt te zijn voor onze camper, hij kan ons niet slepen. Er wordt een andere, lichtere, sleepwagen gebeld die uiteindelijk tegen half twee arriveert en ons 40 minuten later bij de garage dropt. Net als bijna 6 weken geleden kruipt een monteur onder de auto en haalt daar een in flarden gescheurde multi riem tevoorschijn. In tegenstelling tot de vorige keer is de distributieriem gelukkig niet kapot gegaan en kan de motor nog draaien. We hebben nog geen reserve riem (zouden we pas in September meenemen) maar dankzij het artikelnummer op de factuur van de vorige riem, kan men deze in Edmonton traceren, over twee dagen kunnen de belts (voor alle zekerheid heeft Freightliner er twee besteld) in Williams Lake aanwezig zijn.
We zullen nu bij Freightliner in Williams Lake zeker twee nachten overnachten.
Dick gebruikt de rest van de middag om de twee voorwielen van de camper om te wisselen met onze goede reservewielen waar beduidend meer profiel op zit en ik ga buiten in het zonnetje achter de camper ons verhaal voor de website bijwerken.
Tegen zes uur lopen we nog even naar onze buren, een Wholesale market die food en non food artikelen verkoopt en Canadian Tyre, maar ik moet eerlijk bekennen dat ik momenteel niet zo “in the mood” ben om te genieten van dit rondsjouwen in de winkels.
We eten een restje chinees van gisteren en gaan niet te laat naar bed.
Van slapen komt echter weinig want de spanning en het lawaai buiten houdt ons wakker. We staan achter de garage naast een houtpulp verwerkingsbedrijf en de hele nacht door hoor je grote trucks en bulldozers de houtpulp brengen en wegschuiven en wat erger is hun piepjes. Het lijkt wel of iedere truck alleen achteruitrijdt. Om twee uur staan we op om te kiiken of we Rien, (die de garage zou bellen om de oorzaak van de breuk te achterhalen) moeten beantwoorden. We hebben helaas geen internet maar kunnen wel via de telefoon zijn mailbericht lezen. Het is niet nodig te antwoorden dus we gaan weer in bed liggen wakker gehouden door de indringende piepjes van de achteruitrijdende truckers naast ons. Gelukkig vallen we uiteindelijk toch in slaap en worden pas om zeven uur wakker.
Terwijl we aan het ontbijt zitten komt Joanne, de parts manager, zeggen dat de belts zijn gearriveerd. We “huggen” elkaar maar de vreugde is van korte duur want ondanks het goede partnummer blijken deze belts veel te lang te zijn. Dit schudt wel iedereen wakker en na een meting met een touwtje en na enig rondbellen komen er twee belts tevoorschijn die misschien passen. Brian, de monteur die ahet meeste van Fiat weet kruipt direct onder de camper om te proberen deze riem aan te brengen en zowaar het lukt en na enig proefdraaien en het betalen van de rekening kunnen we om 11 uur Williams Lake achter ons laten. Het is prachtig weer dus we rijden lang door. Wel luisteren we naar elk afwijkend geluidje en na zo’n 100 km kijkt Dick onder de mortorkap terwijl ik nog even tante Ank mail dat het toch gelukt is met een belt. We doen nu even niet toeristisch en rijden stug door het prachtige dal van de Fraser river met als gevolg dat we om 18.00 uur bij de grens van Amerika staan. We moeten even apart gaan staan en naar het douanegebouw om onze papieren te laten zien. Hoe kan het nu dat er een camper met een Nederlands kenteken in de USA rijdt? Nog nooit heeft men dat gezien en de douanebeambte wil alles weten, hoe we hier gekomen zijn, waar we naar toe gaan en wanneer we de camper weer uitvoeren. Na enig wachten in het douanegebouw en geblader in de stapel douane inklaringspapieren uit Baltimore wordt alles toch goed bevonden en kunnen we een half uur later de staat Washington binnenrijden. In de eerste grote stad, Bellingham, niet ver van Seatle besluiten we naar Wal-Mart te rijden waar we de camper tussen zeker 25 andere RV’s (Recreational Vehicles) parkeren, opnieuw dus camping Wal-Mart. We halen nog een lekker flesje wijn (kan hier in de supermarket gekocht worden in plaats van in een liquor store)en lopen in het donker terug naar de camper. Het is echt najaar want iets over achten is het al donker. In de camper eten we onze uit Canada meegenomen worstjes met sla en tomaat en praten nog even gezellig met onze Canadeze buren uit Vancouver Island op de “camping” en dan is het al snel bedtijd. Woensdag 14 september gaan we na het opstaan nog even wat boodschappen doen,. Praten we met andere buren en na getankt te hebben begeven we ons op weg. De beste manier om naar het zuiden te komen is toch de Interstate 5, die redelijk druk is zeker na het verkeer wat wij de afgelopen 3 maanden gewend zijn geweest.
We zijn weer in de “lower 48”. In Alaska zijn alle andere staten van de USA de “lower 48 of down 48”. Bij rustplaatsen in de staat Washington langs de snelweg zijn naast “Pet exercise places” ook dumpplaatsen voor grey water en kan er ook drink water worden verkregen. Op de weg worden we links en rechts ingehaald omdat we zo rond de 55 mile, dus 88 km per uur rijden en dus langzamer dan de meeste Amerikanen.
Bij stoplichten staan mannen met borden , soms om ons te wijzen op onze zonden of het feit dat de wereld zal vergaan, soms om te zeggen dat ze homeless zijn en diabetic en dat alleen onze steun aan hun ons kan redden,
Kerken hebben uithangborden waar staat dat zij het antwoord weten dat “Google” niet kan geven.
Niemand stoort zich meer aan snelheidsborden en politiewagens rijden voorbij met gillende sirenes.
Regelmatig rijden we langs enorm grote winkelcomplexen met een overdaad aan eetgelegenheden.
Maar, de weg rijdt wel goed door en we komen snel vooruit zodat we iets over drie uur de staat Oregon binnenrijden dwars door de drukke stad Portland. Om zes uur houden we het voor gezien en stoppen in het plaatsje Eugene waar we een camping opzoeken want er moet gewassen worden en morgen willen we even skypen. Als de drie wassen om acht uur schoon in de kasten opgeborgen zijn hebben we geen zin meer om te koken maar met enkele warme worstjes en wat toast hebben we toch een lekker (misschien wat ongezond) avondmaal.
1 Responses to Van Terrace via Williams Lake naar de US