En alweer op weg naar het zuiden – deel 1
April tot juni 2022
We zijn net twee weken thuis en gedurende deze weken hebben we het best druk gehad want we hadden veel te doen en te regelen. Definitief hebben we besloten dat ik de Camino Frances ga lopen, een 800 km lange wandeltocht door Noord Spanje beginnend in Saint Jean Pied de Port in de Franse Pyreneeën. Dick heeft de busreis ernaartoe al geboekt. En natuurlijk hebben we afgelopen zondag de verjaardag van mijn zusje Hannah gevierd wat weer heel gezellig was.
Gelukkig lukt het nog om net voor ons vertrek in Alblasserdam voor ons allebei bergschoenen te kopen. Ze zijn wat saai, nu ja, Dick heeft mooi gekleurde schoenen maar de mijne zijn grijsblauw en springen er niet uit. Maar op het eerste gevoel zitten ze lekker wat natuurlijk het meest belangrijke is met schoenen.
Nu, dinsdag 12 april is het zover en vertrekken we opnieuw richting zuiden. Het weer ziet er voor de komende dagen goed uit dus, nadat we een bezoek aan onze tandarts Mariska hebben gebracht, rijden we door naar de camperstalling, praten even gezellig met Betty en rijden dan naar huis waar we alle spullen die mee moeten (en zoals altijd is dat best veel) in de camper laden. Na 2,5 uur heeft alles een plekje en kunnen we vertrekken. We willen in Zaltbommel overnachten maar helaas, als we daar om 18.30 arriveren, staan alle plekken vol. Daar je op het nabijgelegen parkeerterrein niet mag overnachten, rijden we door naar Nuenen, de geboortestad van Vincent van Gogh, waar wel plek is. We eten lekker ragout met rijst en komkommer en genieten van weer eens een verblijf in onze Frankia.
Om 8 uur de volgende dag worden we wakker door het geluid van motoren die langs de camper rijden. Deze parking is een geliefde plek voor motorrijscholen om te oefenen maar omdat ze pas tegen achten starten geeft het ons geen overlast, het is toch opstatijd. In de verste verte is hier geen winkel te bekennen en daar we geen brood bij ons hebben eten we wat yoghurt en drinken sap en een kop koffie en vertrekken dan. We stoppen onderweg bij een grote kampeerwinkel maar kunnen daar ons zo gewenst extra deurslot niet kopen dus rijden al door naar Bruggen in Duitsland. Net voor we bij de camperplek arriveren zien we onze vrienden Marjo en Wim op de fiets voorbijrijden. Zij zijn hier gisteravond al aangekomen en samen zullen we de komende dagen doorbrengen. Terwijl zij nog even door fietsen parkeren wij de camper op de toch wel drukke camperplek en brengen dan ons lege fust naar de Rewe supermarkt aan de overkant van de weg. Meteen slaan we ook wat eten in voor de komende dagen. Het is immers bijna Pasen en dan is in Duitsland alles dicht.
Om 2 uur zijn Wim en Marjo terug en nadat we gezellig bijgepraat hebben onder het genot van een kop koffie wandelen we met zijn vieren het stadje Bruggen in. Het is heerlijk weer, de zon schijnt en de temperatuur loopt op naar 18 graden. Zowel Dick als ik moeten de bergschoenen die we net aangeschaft hebben, inlopen, maar dat is geen probleem want ze zitten super. Het blijft een gezellig stadje om rond te lopen, zeker met dit lekkere weer. Eind van de middag keren we terug bij de camper en drinken gezellig een wijntje. Omdat we geen van beiden zin hebben om te koken haal ik bij de Turk aan de overkant eten voor ons vieren. Ik vind in ieder geval dat het heerlijk smaakt. We kletsen nog wat maar om 9 uur nemen we afscheid en nog voor tienen duiken wij ons bed in.
Omdat er bouwwerkzaamheden zijn naast de camperplek worden we donderdag 14 april al vroeg wakker. Ik haal brood bij de bakker en na de afwas dumpen we en vullen ons schoon water. We rijden apart naar Julich en omdat onze snelheid lager ligt dan die van Marjo en Wim arriveren zij sneller op de grote camperplek aan de rand van Julich. Op dit moment van de dag is er nog voldoende plek zodat we onze campers naast elkaar kunnen parkeren en al snel zitten we heerlijk op stoeltjes in het zonnetje koffie te drinken. In de middag wandelen we naar het oude centrum van Julich dat gedomineerd wordt door een grote vesting.
Maar wij hebben meer oog voor de leuke kleine straatjes en de prachtige beeldengroepen die overal in het stadje staan. Eind van de middag kunnen we de lok van een terrasje niet weerstaan. Het is namelijk een stuk koeler geworden en de zon is practisch achter de wolken verdwenen dus de cappuccino en warme chocolademelk smaakt prima. Omdat het morgen goede vrijdag is en alle winkels dan gesloten zijn wandel ik bij een kruising richting winkel terwijl Marjo, Wim en Dick langzaam terug naar de camper wandelen. De winkel ziet eruit alsof deze geplunderd is dus zijn verse groenten of sla helemaal niet meer te koop, slechts een lichtgewicht slaapmatje verdwijnt in mijn winkelwagentje. Dus eten we ’s avonds nadat we heerlijk nog een uurtje buiten hebben gezeten met elkaar (in het terugkerende zonnetje) slechts wat goulash en brood. Maar het is voldoende.
Als we vrijdag 15 april opstaan schijnt de zon maar al snel wordt de lucht nevelig en grijs. De thermometer wijst slechts 8 graden aan.
Toch pakken we onze fietsen en al snel zijn we met zijn vieren op weg naar de 9 km verderop liggende berg waar overal geocaches verstopt zijn. Gelukkig zijn we in beweging en hebben niet echt veel last van de kou en wanneer we even later de berg op fietsen worden we zelfs warm.
Aangekomen op het hoogste punt breekt de zon door en warmt het snel op. We kunnen zelfs onze jacks in de fietstassen proppen. We fietsen kriskras over de berghellingen, omhoog en omlaag klimmend, waarbij de weg ons wordt gewezen door de geocaches. Soms zijn de hellingen zo steil dat we slechts met halsbrekende afdalingen beneden komen, iets waar Marjo zich niet aan waagt en vaak blijkt zij de meest verstandige. Het almaar mooier wordende weer trekt ook steeds meer mensen (iedereen in Duitsland heeft immers vrij vandaag) maar de vele paden, die overal op de berg te vinden zijn, bieden genoeg ruimte voor zowel wandelaars als fietsers.
Heel mooi vind ik de route die we halverwege de middag omhoogklimmen en waarbij, langs de weg, de kruiswegstatie is afgebeeld. Het idee erachter is dat je, door langs de afbeeldingen te gaan, de Via Dolorosa (lijdensweg van Jezus) kunt doorlopen. Heel toepasselijk op deze Goede Vrijdag. Pas tegen de avond keren we weer terug bij de camper waar we buiten nagenieten van deze heerlijke dag, napraten over de verschillende gevonden geocaches en buiten nog even een glaasje drinken alvorens de temperatuur echt te veel daalt en het buiten te koud wordt.
Zoals Thecla altijd zegt was dit een dag met een gouden randje.
Omdat we bijtijds in Mettlach willen arriveren (het is immers het paasweekend) staan we zaterdagochtend 16 april al om half 7 op en na een uurtje vertrekken we. Wim en Marjo zullen iets later volgen. Het is druk op de weg die dan door Duitsland en dan weer door België voert. Het laatste stuk van de route brengt ons langs de Moezel waar we de drukte met eigen ogen zien. Werkelijk ieder terrein waar iemand kan overnachten staat vol met campers en caravans en datzelfde zien we als we op het parkeerterrein van de brouwerij arriveren in Mettlach. Zoveel campers heb ik nog nooit bij elkaar zien staan. Maar we hebben geluk want er vertrekt net iemand en we gaan zódanig ruim staan dat we met wat passen en meten hier mogelijk met twee campers kunnen staan. Dat laatste is zeker het geval als we van onze buurman horen dat die nog wel wat naar achteren wil rijden als Wim en Marjo arriveren. Maar dat laatste is niet nodig want als deze na een klein uurtje ook aankomen blijkt er nog een andere camper te vertrekken zodat ook zij een mooi plekje krijgen. Later blijkt dat we ons helemaal niet druk hadden hoeven te maken over een plekje omdat ook de plaatsen voor gewone auto’s ingenomen worden door campers. Terwijl Marjo en ik naar het stadje wandelen om de parkeerplek te betalen bij de toerist information gaan de mannen koffiedrinken en kletsen.
We reserveren wel een plekje in het restaurant van de brouwerij omdat we met het oog op de niet al te warme temperaturen (het is rond de 12 graden) liever binnen eten. In de middag wandelen we met zijn vieren opnieuw naar het centrum van Mettlach, nemen natuurlijk een kijkje in het park van de familie Villeroy en Buch, snuffelen in de outletstores die dit stadje rijk is, wandelen over het kunstmarktje in het centrum en eten een heerlijk ijsje in de hoofdstraat voordat we weer langzaam terugwandelen naar de camper.
Het is maar goed dat we pas om half 8 gereserveerd hebben voor ons avondeten want nu heeft het ijs nog even de tijd om te zakken. De ijscoupes hier zijn wel erg groot en machtig.
Helaas is de plek in het restaurant niet zo prettig, naast de voortdurend in beweging zijnde klapdeuren naar de keuken, maar het eten smaakt goed en na al dat rondlopen hebben we echt trek.
Er staan inmiddels 20 campers op het parkeerterrein maar het is doodstil en onder een volle maan slapen we als rozen.
Paaszondag 17 april hebben we een echt paasontbijt, niet alleen heeft Dick een vers eitje gekookt, we hebben van Marjo ook een aantal chocolade eitjes en paashaasjes gekregen wat dit paasontbijt extra feestelijk maakt. Nadat we afgewassen, gedumpt en schoon water gevuld hebben nemen we afscheid van Wim en Marjo. Zij blijven hier nog een dag en vertrekken morgen weer richting huis. Wij zetten onze reis naar het zuiden voort. Natuurlijk tanken we in Luxembourg onze dieseltank vol en om 11 uur rijden we Frankrijk in.
Na een best wel lang stuk over een drukke 4 baans weg, arriveren we in Epinal waar langs de kade meer dan genoeg plek is om onze camper neer te zetten. Er staat namelijk niemand. Nadat we bij een fietsverhuurbedrijf betaald hebben (het kost € 5,20 om hier te staan met gratis electra en mogelijkheid om te dumpen en water te tanken) en lopen dan naar het centrum van Epinal Het is paaszondag, alles is gesloten en omdat het nog niet echt warm is zijn er ook niet veel terrasjes dus geeft de stad een uitgestorven indruk.
Alleen op een riviertje met snelstromend water is het een drukte van belang omdat hier vandaag wildwaterkano wedstrijden plaatsvinden. Helaas zien we nog slechts een enkele kano de woest stromende rivier afdalen want de eerste manche is al gevaren en daar de wedstrijden pas morgen voortgezet worden, lopen we langzaam terug naar de camper natuurlijk nadat we ook nog een heerlijke koffie met gebak hebben genuttigd bij de plaatselijke boulangerie. De zon schijnt inmiddels volop en het is heerlijk weer dus zetten we alle ramen wagenwijd open en gaan lekker lezen. ‘s avonds maken we het ons makkelijk en ik warm alleen leberkaese en aardappelkoeken op. TV kijken is er niet bij want onze antenne staat in de bomen en kan geen signaal vinden maar gelukkig hebben we spannende boeken.
Maandag 18 april staan we om half 8 op en daar de bakker vandaag gesloten is en we zo snel geen andere zien in de buurt vertrekken we. Wel dumpen we eerst ons grey- en black water. Dat is mijn taak wat betekent dat ik enkele keren tenminste 500 meter moet lopen. Ook vullen we onze schoon watertank (dat doet Dick en omdat we naast de waterkraan staan kan hij zonder lopen de gieter vullen). Opnieuw is het doodstil op de weg en duidelijk is dat tweede paasdag ook in France een feestdag is. We kronkelen over smalle binnenwegen en arriveren al snel in de Bourgogne waar, zover je kunt kijken, druivenranken staan die langzaam aan het uitbotten zijn. Na 3,5 uur staan we bij de slagboom van een parking in Beaune. Deze lijkt niet te werken en nadat we op een knopje hebben gedrukt zegt een vermoeiende stem dat we door de uitgang naar binnen kunnen rijden en al snel staan we op de parking.
Na een lekker kopje koffie, daar zijn we nu echt aan toe, wandelen we het centrum van Beaune in. Het is er druk en de terrasjes zitten door het prachtige weer bomvol. Als we om 4 uur, na lang ronddwalen door de gezellige straatjes, eindelijk een plekje vinden op een terras blijkt dat we niet meer kunnen eten en daar er ook geen stokbrood meer is, dus evenmin belegd stokbrood, wandelen we onverrichterzake terug naar de camper waar we onze stoeltjes buiten zetten, een biertje drinken en chips en pinda’s eten. Helaas koelt het snel af als de zon even later achter de gebouwen verdwijnt dus gaan we naar binnen en eten wat. De Hickory beans die we nog uit America hadden zijn weliswaar al lang over datum maar met goulash smaken ze prima.
Om 7 uur zijn we dinsdag 19 april al wakker. De zon is slechts vaag zichtbaar achter de vele wolken en de temperatuur haalt net de 10 graden. De slagbomen zijn weer gemaakt maar er is een voorziening ingebouwd voor degenen die hier vannacht gestaan hebben en dus hoeven we niets te betalen. Door het binnenland zetten we koers naar Clermont Ferrand, doorkruisen de stad en even later arriveren we in Issoire.
De parking is stil en nadat we de Frankia hebben neergezet pak ik de beide waszakken, haalt Dick een winkelwagentje en even later staan we bij de laverie naast de supermarket die aan ons parkeerterrein grenst. Helaas blijkt dat, als ik de wasmachine wil starten, deze vast slaat en dus is het niet mogelijk te wassen of te drogen. Dus pakken we alles weer in het winkelwagentje, wandelen terug naar de camper en terwijl Dick de fietsen uit de garage haalt, pak ik de tassen met ons vuile goed en even later fietsen we naar het centrum, waar we na 1.5 km een laverie vinden. Daar wassen en drogen we alsnog onze kleding en beddengoed en omdat we pas om half 6 met alles klaar zijn doen we verder niet echt veel. Wel zorgt Dick ervoor dat ik alsnog kan deelnemen aan een mini pelgrimage van Maastricht naar Roermond. Er zijn nog wat plekken vrij en Dick is van mening dat dit een goede training kan zijn om te ervaren hoe het is om veel achter elkaar te lopen. Ook al is deze mini-pelgrimage slechts 8o km lopen, over 4 dagen verspreid, het geeft mij de gelegenheid mijn uitrusting te testen. Omdat ik opeens erg verkouden word slaap ik niet echt lekker.
Woensdag 20 april is het zwaarbewolkt en daar we nog steeds Duits brood hebben, eten we dat als ontbijt en vertrekken dan. Snel begint het te regenen. Echt weer om verder naar het zuiden te trekken. In Bozouls stoppen we, het is 12 uur. Daar ik me niet echt lekker voel gaat Dick alleen het stadje verkennen en ik val al snel op ons bed in slaap. Pas als Dick na zo’n twee uur terugkeert in de camper wordt ik weer wakker. Door de verhalen over de diepe kloof in het dorp ben ik snel uit bed.
Gelukkig wat opgeknapt door de twee uur slaap en snel wandelen we samen naar het stadje om deze spectaculaire diepe kloof te zien midden in het stadje. En bijzonder is het zeker. De kloof heeft steile wanden en is zo’n 100 meter diep. In natte periodes stromen enkele mooie watervallen uit de gaten in de rotswand. Na enkele foto’s genomen te hebben wandelen we verder langs de kloof. Helaas gaat het enige open restaurantje om 7 uur dicht dus maken we zelfs ons eten klaar. We kletsen via facetime gezellig met Hannah en Susan en om half 10 lig ik opnieuw in diepe slaap. Ben nog steeds niet helemaal in orde.
Als we donderdag 21 april om 8 uur opstaan is het nog steeds bewolkt maar er is geen wind en het is 10 graden dus maak ik een heerlijke ochtendwandeling naar de bakker. Na ons ontbijt rijden we verder zuidwaarts en in Roques stoppen we op de parking van een grote Leclerc supermarket. Het grijze sombere weer en de regelmatig vallende regen maakt dat we lekker door het grote winkelcentrum gaan dwalen en samen genieten we van de vele winkeltjes. Er is niet iets wat we willen kopen dus het blijft een goedkoop rondje wandelen. De rest van de middag en avond zitten we lekker binnen, lezen veel en kijken naar de drukte om ons heen op deze parking. Alhoewel ik me nog steeds niet helemaal 100 procent voel gaat het dankzij enkele paracetamol tabletten wel wat beter.
Vrijdag willen we niet direct naar Andorra rijden en we besluiten een stop in Foix in te lassen. Dit plaatsje ligt in het dal naar Andorra toe en gelukkig blijkt er een plekje te zijn waar wij kunnen parkeren. Zodra de camper staat breekt de zon door en al snel is de lucht blauw en slenteren we rond door dit gezellige stadje. Er is nog een markt in het centrum waar we rondkijken en daarna dwalen we door de middeleeuwse straatjes van dit oude bergstadje. Gelukkig is ‘s middags het postkantoor open en kan ik nog een postzegel kopen voor de verjaardagskaart van Dee. Maar of die nog op tijd in de USA is? We gaan het zien.
Ik moet nodig naar de kapper want mijn haar is te lang maar als ik ’s middags nog even door de straatjes loop zijn de kappers of gesloten of vol bezet dus zal ik nog langer met mijn lange haardos moeten leven. Door de koude wind doen we al snel de ramen dicht want echt zomers is het niet met slechts 10 graden.
Nadat ik ’s ochtends vroeg bij de supermarket vers stokbrood heb gehaald bemerken we dat een van onze achterbanden platter is. Dus als wegrijden en net buiten het dorp een bandengarage zien, stoppen we daar en bij een snelle inspectie blijkt dat er een schroef vast zit in de band waardoor deze langzaam leegloopt.
Helaas heeft de garage geen tijd om onze band te maken, wel willen ze onze banden extra oppompen (kost net zoveel tijd als het gat maken). Dus vertrekken we en rijden de bergen in. Langzaam stijgen we en al snel wordt de lucht grijzer en grijzer en verdwijnen we in de wolken. Het gaat sneeuwen, eerst nog natte sneeuw maar al snel vallen er onophoudelijk grote droge sneeuwvlokken. Als we eindelijk in Pas de la Casa in Andorra arriveren ligt de weg en de bermen vol sneeuw en is de temperatuur gedaald is tot minus 2 graden. Als we hoog op de berg tanken, we bevinden ons inmiddels op 2400 meter, kunnen we haast niet wegkomen door de bergen sneeuw en dus is al snel duidelijk dat we doorrijden naar Sant Julia de Loria wat lager ligt en waar we naar alle waarschijnlijkheid minder last hebben van sneeuw. Net voor we daar arriveren zien we een banden garage waar wel ruimte is om onze band te laten maken en als snel ligt onze band ernaast, wordt er in het, door de verwijderde schroef ontstane gat, een prop ingeschoten en kunnen we na betaling van 15 euro weer verder rijden.
Achter de supermarket River is voldoende plek. Er ligt hier geen sneeuw en de tempratuur is opgelopen naar 8 graden. Goed dat we niet in de bergen zijn gebleven. We eten heerlijk in het restaurant van de supermarket en wandelen daarna op ons gemakje door de grote supermarket. Ik koop verschillende sokken om te kijken waar ik het beste op loop.
’s Avonds hoeven we door de overvloedige maaltijd om 2 uur niets meer te eten. Lig vroeg in bed want ben nog steeds niet helemaal in orde en moet inmiddels veel hoesten.
Zondag 24 april zijn er nog wel wat wolken maar ook is er weer blauwe lucht te zien en de zon schijnt. Echt weer om naar de hoofdstad Andorra de la Vella te gaan. Deze stad is niet echt groot met een oppervlakte van 12 vierkante kilometer maar als je bedenkt dat de gehele oppervlakte van Andorra slechts 468 vierkante kilometer beslaat is het toch een aanzienlijke stad. Er is in Andorra la Vella weinig tot geen parkeerruimte voor een camper en omdat Sant Julia de Loria slechts 9 km verder ligt en er een bus rijdt die vlakbij stopt, staan we al snel bij de bushalte te wachten. Niet veel later kunnen we instappen en rijden we naar het centrum. Dick is inmiddels ook verkouden geworden en voelt zich niet optimaal. Dat is te merken als we steeds verder door het stadje dwalen.
We willen immers twee bijzondere dingen zien. Allereerst het Escaldes Engordany, een zeer opvallend en puntig gebouw wat vanuit de verte goed zichtbaar is, zeker als de zon in de ramen weerspiegelt en natuurlijk nemen we ook een kijkje bij het kunstwerk van Salvador Dali “Noblessa del Temps” wat zich temidden van de winkels bevindt en waar iedereen werkelijk een selfie wil nemen. Nadat we zeker 13 km hebben rondgeslenterd en vele winkels hebben bezocht staat Dick op instorten.
We zijn blij als we bij een bus-stop arriveren waar Dick zich de bus in hijst, hij is echt aan het einde van zijn latijn. Daar ik nog wat rond wil kijken in het grote winkelcentrum de Pyrenees, blijf ik achter. Na Dick te hebben uitgezwaaid, wandel ik verder, kijk in winkels, vergaap me aan mooie lichtgewicht kleding en kijk in het oude deel van Andorra la Vella met zijn smalle straatjes en oude stenen huizen. Uiteindelijk wandel ik op mijn gemakje weer terug naar San Julia de loria, slechts 9,5 km, waarbij ik onderweg nu en dan pauzeer om rond te kijken in een outdoor winkel.
Pas om half 6 ben ik weer terug bij onze camper. Daar zijn onze vrienden Marjo en Wim inmiddels gearriveerd. Helaas durven we het niet aan om samen in de camper te zitten omdat nu Dick heel verkouden is en we willen hen niet aansteken. Dus blijven we buiten wat kletsen maar als het te koud wordt verdwijnen we ieder naar onze eigen camper. Wel jammer maar het is niet anders. ’s Avonds fiets ik toch nog even met de fiets naar de andere zijde van het dorp (heen en weer 8 km) want ik heb in de outletstore een prachtige zonnebril gezien maar niet gekocht. Daar ik een nieuwe zonnebril moet hebben is en Dick hem mooi vindt, ben ik binnen het uur weer terug met een mooie zonnebril. Dick voelt zich ziek en ziet er ziek uit dus echt koken doe ik niet. We nemen alleen wat stokbrood met worst.
Gelukkig voelt Dick zich een stuk beter als hij maandag 25 april wakker wordt en na een ontbijt met vers stokbrood vertrekken we. We hebben dan al gedumpt en water getankt. Dan nemen we afscheid van Marjo en Wim en gaan op weg. Natuurlijk worden we bij de grens gecontroleerd. Opnieuw moeten we enkele buitenvakken openen en wil de douanier binnen in kastjes en bij de WC rondkijken.
Maar dan kunnen we de smalle bergweg oprijden die ons langs de zuidzijde van de Pyreneeën voert, waarbij we hoger en hoger klimmen. Een prachtige weg en we komen ogen te kort. Ik ben blij dat het stil is op de weg en er geen tegenliggers zijn want op vele punten is deze erg smal.
Na een 4 uur durend traject met eindeloze afdalingen en vele tunnels arriveren we uiteindelijk in Ainsa en kunnen we de camper neerzetten op het grote grasveld op de berg bij de oude stad. Eerst parkeren we in het dal maar daar mag je alleen overdag parkeren. Het is even zoeken waar we het beste de camper kunnen neerzetten omdat er veel bomen staan met laaghangende takken maar uiteindelijk vinden we een goed plekje.
We kijken uit op de wit besneeuwde toppen van de Pyreneeën. Het is echt mooi hier. Het stadje op de berg is klein maar leuk om rond te dwalen en we genieten. Daarbij speelt ook het zonnige weer mee, met 18 graden is het buiten goed toeven. Als we op de terugweg de gezellige terrasjes op het grote plein zien, pakken we al snel een stoel en bestellen een pizza die echt heerlijk smaakt. Nadat we ook nog even vanaf de kasteelmuren hebben rondgekeken wandelen we weer terug. Het wordt zelfs nog warmer en mijn ogen vallen dicht. Dat komt ervan als je in de warme zon een vers getapt biertje drinkt.
Dinsdag 26 april stralen de wit besneeuwde toppen van de Pyreneeën ons toe en rijden we verder naar het oosten over de bergwegen en door smalle dalen. Na 1,5 uur hebben we al 4 maal de hoogte van 1000 meter gepasseerd dus het is eindeloos klimmen en afdalen. Arme Dick ziet al dagen niets anders dan woeste, hoge bergen. Dat is weliswaar mijn lievelingslandschap maar hij houdt meer van grazige weiden. Ten einde raad wijs ik hem maar op de glooiende graanvelden die vlak voor onze bestemming, Arguedas, opduiken. Op een groot grasland zetten we de camper neer.
Later blijkt dat iets verderop een mooie bestrate parking ligt maar dan staan we inmiddels. Vanaf onze plek hebben we een goed zicht op de grotwoningen die hier nog tot in de 60 er jaren bewoond waren. Natuurlijk klimmen we even later omhoog om deze grotwoningen, die soms prachtig beschilderd zijn, te bekijken en na ook nog door het stadje te hebben gedwaald vinden we een heerlijk plekje in de warme zon op het centrale plein in het stadje.
De temperatuur is inmiddels opgelopen naar 20 graden en het is zeer aangenaam om buiten te zitten en te lopen. We eten een heerlijke sandwich en wandelen daarna op ons gemakje terug naar de camper. Halen nog wat eten en drinken in het kleine dorpswinkeltje en eten ’s avonds nog een klein hapje.
Helaas is het weer de volgende dag omgeslagen en al snel begint het opnieuw te regenen. Geen weer om hier te blijven. Wel jammer want we hadden het woestijngebied wat hier ligt graag verder willen bekijken. We rijden door de Rioja streek maar helaas hangen de wolken laag en valt er regelmatig wat regen, dus dit mooie gebied gaat aan ons voorbij. Eigenlijk is het een dag om weer eens onze was te doen, dus als we camper in Segovia naast de arena van de stierengevechten geparkeerd hebben, pakken we de fietsen en rijden de 2 km naar de lavanderia waar ik de rest van de middag bezig ben met het was en droog proces. Dick fiets regelmatig heen en weer om spullen die niet in de droger mogen of inmiddels droge kleding terug te fietsen en haalt ook vuilniszakken op die we, als het buiten hard begint te regenen, over ons droge, schone wasgoed kunnen hangen. Als we om 5 uur thuis zijn en alles opgeborgen is, hebben we geen zin meer om nog naar de binnenstad van Segovia te wandelen en we drinken een lekker wijntje, pakken onze boeken en eten ’s avonds een heerlijke stamppot met bloemkool en snijbonen. Gelukkig stopt de regen ‘s avonds.
Donderdag 28 april is het weer nog steeds instabiel en zijn er veel wolken. Maar het is droog en omdat er geen wind is, wijst de thermometer 12 graden aan. We ontbijten weer lekker met oroweat brood, ja hetzelfde brood dat we in de USA kochten en het smaakt lekker. Wel zit er iets meer suiker in. We rijden over de hoogvlakte naar het zuidwesten en arriveren dan in Avilla. Het is nog vroeg want we hebben slechts 65 km gereden. De eerste aanblik op Avila is die van een eindeloos lange muur met kantelen . Het ziet er onwerkelijk uit en lijkt op een plaatje in een sprookjes boek. Deze stadsmuur is gebouwd tussen de 11e en 14e eeuw en heeft een lengte van ruim 2,5 km, een gemiddelde breedte van 3 meter en 88 halfronde torens. Erg imposant dus. Nadat de camper op de camperplek geparkeerd staat, wat niet zo makkelijk is want eerst moeten we uitzoeken hoe we via de telefoon kunnen betalen, wandelen we de stad in. Dat betekent dat we eerst de steile helling naar 1 van de 9 stadspoorten moeten beklimmen.
Het is een mooi oud stadje en we dwalen rond door de smalle straatjes waarbij we zo nu en dan ook een cache vinden. Een bijzondere en leuke plek. Wel jammer dat het somber weer is maar het blijft gelukkig wel droog.
Bij een bakker drinken we koffie, natuurlijk ook met een taartje. We zijn er inmiddels achter gekomen dat je in Spanje beter “café con leche” kunt bestellen dan cappuccino want die eerste is lekkerder. Tegen half 4 zijn we weer terug bij de camper en dan besluit ik nog even naar de Decathlon aan de andere zijde van het stadje te lopen. Ik heb namelijk gehoord dat daar veel te vinden is wat ik op mijn wandeltocht kan gebruiken. Dick geloofd het wel en blijft lekker in de camper Hij heeft vandaag al genoeg rondgewandeld. Na veel rondkijken vind ik een mooi lichtgewicht shirt. Echt één die ik nodig heb als ik naar Santiago de Compostella ga lopen. Daar het al 7 uur is besluit ik op gegeven moment toch terug te gaan anders zou Dick wel eens ongerust worden. We eten het restje opgewarmde stamppot die nog steeds heerlijk smaakt en kijken weer eens lekker TV.
Vrijdag 29 april schijnt gelukkig de zon weer ook al zijn er nog veel wolken. Als we verder zuidelijk rijden is het stil op de weg en langzaam klimmen we hoger en hoger de bergen in. Als we tegen het middaguur in Toledo arriveren is er geen enkel plekje te vinden op de enorme parking aan de rand van de stad. Helaas, dus rijden we door naar Consuegra. Daar kunnen we evenmin goed staan omdat op de parking in het centrum een grote circustent staat omringt door circuswagens.
Met wat moeite zouden we eventueel nog langs de rand kunnen parkeren maar we rijden toch door en arriveren om half twee in Puerto Lapice.
Hier is wel een mooi plekje aan de voet van een helling waarboven op molens staan. Ja, dezelfde molens als die in Consuegra waartegen Don Quichotte vocht. Natuurlijk willen we ook deze molens van dichtbij bekijken en na een kop koffie beklimmen we op ons gemakje de heuvel waar we boven niet alleen de molens zien (momenteel worden deze gerestaureerd) maar ook een geocache vinden. Na genoten te hebben van het prachtige uitzicht rondom wandelen we op ons gemakje terug naar het stadje. De winkels zijn inmiddels tot half zes gesloten en voor de rest bestaat het stadje uit een doorgaande weg. Ronddwalen heeft dus geen zin dus op een pleintje gaan we op een terrasje zitten waar we lekker wat eten. Zeker is dat we na deze overvloedige maaltijd verder niet meer hoeven te eten. Tegen de avond loopt deze kleine parkeerplek vol.
Na ons ontbijt op zaterdagochtend, het dumpen van grey en black water, alsmede het vullen van schoon water rijden we weg uit dit plezierige stadje en komen direct op een grote autoweg waardoor we al om 12 uur in Ubeda arriveren. Naast het opleidingsterrein van de Guardia Civil is een grote parking waar op dit tijdstip van de dag nog voldoende plek is want enkele campers vertrekken nu pas. Al snel nadat de camper op zijn pootjes staat wandelen we de stad in. Het is even zoeken welke weg we moeten nemen maar dan dwalen we langs de stadswallen en door de smalle doolhofachtige straatjes van opnieuw een oud stadje.
Het is er druk en de kerken zijn gesloten voor publiek omdat in deze periode van het jaar overal de eerste communieviering plaatsvindt. Eindelijk is het lekker warm, 23 graden en het is heerlijk om rond te lopen. Net als de vele Spanjaarden gaan wij ook lekker op een zonovergoten terrasje zitten en genieten van koffie en een croissant met ham en kaas.
Het smaakt prima en pas na lang rondlopen zijn we om 4 uur weer terug bij de camper. De ene croissant vult niet genoeg dus om 5 uur wandel ik nog even naar de supermarket om eten te halen en ’s avonds genieten we van de ham, sla, en stokbrood. Nog lang blijven de deuren en ramen openstaan omdat het aangenaam weer is.
Zondag 1 mei zijn we pas om 8 uur zijn we wakker en dus rijden we na het ontbijt en het dumpen pas om half 10 weg waardoor we niet voor half 1 arriveren in de bergen bij Antequera. Het natuurgebied El Torcal staat vol, eigenlijk geen wonder in het weekend (en ook nog dat van 1 mei) en we hoeven er niet eens aan te denken dat we hier onze camper kunnen parkeren en onverrichterzake draaien we om en rijden terug naar Antequera waar we op een grasveld, dat uitkijkt over de stad, nog wel een plekje kunnen vinden. Het grasveld is op sommige plekken erg ongelijk en hobbelig maar de grond is kurkdroog dus dat vormt geen probleem.
Al snel gaan we de omgeving verkennen en voordat we naar het stadje Antequera afdalen wandelen we eerst naar het grote Moorse fort vlakbij. Bij de poort gekomen aarzelen we niet lang, kopen een kaartje en wandelen naar de kasteelmuur waar we natuurlijk de torens beklimmen. Daarvandaan hebben we een prachtig zicht op de omgeving en in de verte zien we de bergen van El Torcal. Doordat het stil is kunnen we het kasteel op ons gemakje bekijken maar uiteindelijk dalen we verder af naar het diep beneden ons liggende stadje. Het is inmiddels halverwege de middag en zeker 24 graden dus alle terrasjes zitten overvol. Nergens is een plekje te vinden waar we kunnen zitten dus drinken we wat water uit mijn fles. Dit drinken bekoort Dick niet echt omdat het inmiddels warm water is, maar het is beter dan niets. Dan dwalen we nog een tijdje rond door de wirwar van straatjes, beklimmen weer de steile berg, banen ons een weg door woest grasland, waar de schapen grazen en arriveren dan uiteindelijk weer bij de camper. Er waait inmiddels een koel windje dus met alle ramen open is het binnen niet echt warm.
Maandag 2 mei is het nog steeds zondag. Vandaag wordt 1 mei gevierd dus het heeft geen zin om alsnog naar de bergen te rijden en bij El Torcal te gaan wandelen. Zeker is er vandaag ook geen plek om de camper neer te zetten, dus rijden we na het ontbijt weg en arriveren al om 11 uur in Ronda. Omdat er net 10 campers zijn vertrokken is er voldoende plek om te staan. De wasmachine wordt op dit tijdstip van de dag door niemand gebruikt en alle winkels zijn dicht dus ga ik eerst wassen maar als alles weer schoon is wandelen we het stadje in. Het is wel kouder geworden, regelmatig verdwijnt de zon achter de wolken, dus al snel trekken we onze dunne, rode, jackjes aan.
Het is inmiddels half 5 en we hebben best trek dus kunnen we een uitnodigend terrasje niet weerstaan en snel zitten we aan een biertje met een bocadillos (heerlijk belegd stokbrood).
Pas nadat onze maag tevredengesteld is wandelen we verder en arriveren net op tijd bij de diepe kloof om deze, terwijl hij mooi door de zon beschenen wordt, te bewonderen.
Pas als we weer terug bij de camper zijn verdwijnt de zon en gaat het regenen. En het stopt niet meer.
Gelukkig klaart het de volgende ochtend op en is naast blauwe lucht ook zon te zie. De thermometer wijst alweer 15 graden aan. Om 10 uur verlaten we deze aangename plek en rijden de bergen in. Het is apart dat in dit deel van Spanje, voor zover het oog reikt, alle hellingen tot aan de toppen toe bedekt zijn met olijfbomen. Regelmatig zien we in de verte “The Rock”, onze eindbestemming, waar we niet veel later arriveren. De parking langs de jachthaven blijft een prachtig plekje en nadat de camper staat, wandelen we de stad La linea de la Conception in.
De zon schijnt volop maar er waait een harde wind. Desondanks is het aan het strand in Linea heerlijk en de burger die we op het strand eten, smaakt goed. Als we eind van de middag weer terugkeren bij de camper zijn we rozig door de harde zeewind. Lang genieten we van het daglicht. Dat is het voordeel van rondreizen in dit jaargetijde.
Als we woensdag 4 mei opstaan zijn slechts donkere wolken zichtbaar en valt miezerregen uit het grijze wolkendek. Dus blijven we lekker binnen zitten en kan ik eindelijk weer eens werken aan mijn verhaal voor de website. Gelukkig klaart het tegen de middag op en verschijnt ook wat zon en blauwe lucht.
We wandelen naar de grens, leggen ons paspoort op de scanner en lopen even later door Gibraltar.
Het is echt wandelweer en dus lopen we de hele winkelstraat door tot het parkje bij de gondel en pas eind van de middag zijn we weer terug bij de grens . Het gaat regenen maar na even ronddwalen in de supermarket stopt de regen zodat we toch nog droog terug komen. De stamppot van bloemkool en snijbonen smaakt prima dus ik ben blij dat we toch geen Fish and chips gegeten hebben in Gibraltar.
’s Avonds neemt de bewolking weer toe en zijn door de zwarte dichte wolken de bergen aan de overzijde van het water niet eens meer te zien.
Gelukkig zijn de volgende dag alle wolken verdwenen en staat de zon aan een staalblauwe lucht. Echt weer om met de fiets de rots te beklimmen. Met de fiets de grens oversteken naar Gibraltar gaat nog makkelijker dan lopend want je hoeft slechts te wapperen met je paspoort en kunt al doorfietsen. Inmiddels weten we welke weg we moeten kiezen om naar boven te komen en al snel stoppen we bij een wachtpost waar we de fee voor de entree tot de bovenste deel van de rots betalen. Niet goedkoop want we moeten 16 pond per persoon betalen. Het is druk op de smalle weg die naar de top van de rots leidt en een onafzienbare stroom busjes vol met toeristen passeert ons. Maar met dit stralende weer is het eigenlijk geen wonder. Langzaam klimmen we omhoog, dalen weer af, klimmen naar een andere kant omhoog. Het lijkt erop dat we meer klimmen dan dalen maar dat klopt natuurlijk niet.
Het uitzicht over de baai en het aangrenzende continent Afrika is prachtig, de apen hangen overal rond maar doen niets zolang je tenminste geen eten zichtbaar bij je hebt. Een jongetje dat met een banaan rondloopt houdt deze niet lang in zijn bezit, daar komen de grote berber apen wel op af en gehuil geeft aan dat de jongen zijn lekkernij kwijt is. Om 1 uur eten we een broodje bij het restaurant van de Michaels Cave en fietsen dan weer verder naar een ander uitzicht punt. Pas tegen 3 uur zijn we uitgekeken op de rots, dalen langzaam af over de smalle steile rots-hellingen en arriveren om 4 uur weer bij de camper. Het was een fantastische rit omhoog en omlaag maar voorlopig hebben we het hier gezien dus morgen trekken we weer verder.
Gelukkig schijnt de zon ook vrijdagochtend 6 mei volop en omdat de harde wind is gaan liggen wordt het snel warmer. Net buiten la Linea is een Decathlon waar we even stoppen. Al snel staan we weer buiten, allebei met een petje met nekbescherming en rijden verder door een mooi berglandschap naar Cádiz. Na wat manoeuvreren door enkele smalle straatjes vinden we een plekje op de drukke parking aan de rand van de stad. Alhoewel er niets is staat de camper op een bewaakte parking wat in deze streken een veilig gevoel geeft.
Na een lekkere kop koffie, daar zijn we wel aan toe na deze 120 km lange rit, wandelen we allereerst naar het strand waar ergens een geocache verborgen is.
Zo te zien is het laag water wat een vereiste is om bij de cache te kunnen komen. Over het strand waar hier en daar al wat mensen liggen te zonnen wandelen we naar de rotsen in de verte en het lijkt erop dat we geen natte voeten hoeven te krijgen om in de buurt van de cache te komen. Het is even zoeken maar uiteindelijk vinden we inderdaad de geocache. Net op tijd want op de terugweg kunnen we niet meer over het zand lopen maar moeten regelmatig over de rotsen klauteren om droge schoenen te houden.
Voldaan over deze expeditie wandelen we verder, nu door de smalle straatjes van Cádiz. Wel zoveel mogelijk aan de schaduwzijde want er staat practisch geen wind en het is erg warm in de smalle straatjes. Als we uiteindelijk op het grote plein voor de Kathedraal aankomen gaan we op een terrasje zitten om wat te drinken en natuurlijk nemen we daar ook wat tapas bij, de kleine hapjes die iedereen op ieder tijdstip van de dag nuttigt en die, zeker eind van de middag als we trek krijgen, lekker smaken. Wel in het zonnetje wat inmiddels waait er een koel windje. Na ook nog een lekker ijsje op een ander terras, wandelen we weer langzaam terug. In het kader van het oefenen voor mijn lange wandeltocht wil ik eigenlijk nog een stukje lopen dus omdat ergens in het centrum nog een Decathlon is wandel ik daar om 6 uur nog even naar toe. De eerst zo stille straatjes, alles was immers gesloten, bruisen nu van het leven want alle winkeltjes zijn inmiddels geopend en iedereen loopt gezellig rond. Na veel rondzwerven en regelmatig op de routeplanner van mijn telefoon kijkend vind ik uiteindelijk de Decathlon waar ik gezellig ronddwaal en kijk wat ik eventueel nog kan gebruiken op mijn tocht. Met uitzondering van weer een paar sokken, je moet immers de verschillende soorten uitproberen, koop ik niets en uiteindelijk ben ik net op tijd terug om het grote vlakbij ons afgemeerde cruiseschip te zien vertrekken. De zon blijft nog lang schijnen en gaat uiteindelijk als een vuurrode bol onder.
Na het ontbijt op zaterdag 7 mei, nu met echt oud brood want in de verste verte is er geen bakker of supermarket te vinden, vertrekken we van deze drukke stadsparking en rijden noordwaarts naar Sevilla. Op de bewaakte parkeerplek bij een autobedrijf is het erg druk maar langs het hek vinden we een mooi plekje waar we zelfs onze awning uit kunnen zetten. Dat is bij een temperatuur van 30 graden en een brandende zon erg aangenaam. Ook al is dit weer om erop uit te gaan, nu wordt toch voorrang gegeven aan het wassen. Al snel heeft Dick me een krukje gebracht en een fles water en wacht ik tot alle was en droogbeurten gereed zijn. Ook al zit ik in de schaduw, op dit stukje van het parkeerterrein is het bloedheet. Daar de zon op de plaatstalen zijkant brandt maakt dat de temperatuur nog warmer aanvoelt maar uiteindelijk, net als ik me half doorbakken voel en inmiddels al een tweede fles water (door Dick gebracht ) opgedronken heb kunnen we gelukkig alle schone kleding naar de camper dragen.
Niet ver van de camper is een grote supermarket waar we ons avondeten halen en daarna pakken we onze stoelen en gaan buiten de camper zitten.
Het avondeten gebruiken we wel in de camper omdat het rond 8 uur afkoelt. Desondanks blijft ook gedurende de nacht de temperatuur hoog zodat we blij zijn dat we ons bed met het dunne zomerdekbed hebben gedekt.
Dat er een feest is in Sevilla is duidelijk want de gehele avond lopen in Spaanse feestkleding gestoken Spanjaarden de parking af naar het feestterrein elders in de stad. Ze zien er prachtig uit.
2 Responses to Alweer op weg naar het zuiden – deel 1