De laatste dagen in Bali

De laatste dagen op Bali

Zaterdag 14 december slapen we zelfs tot half 8 uit. In plaats van weg te gaan zullen we nog een dag in dit heerlijke Bhuana Beach hotel blijven en er zelfs een luier dagje van te maken. Omdat de bananen (ontbijt) pancakes toch wel wat eentonig worden nemen we vanmorgen maar eens een “fried egg”. Het getoaste brood erbij is echter erg droog dus morgen wordt het weer een pancake. Nadat ik ons restant vuile kleren heb gewassen en op het wasrek gehangen om te drogen in de zon, installeren we ons met hotel handdoeken, een boek en laptop op de ligbedden bij het zwembad. Net echte toeristen.

Bhuana Beach hotel zwembad met uitzicht

Bhuana Beach hotel zwembad met uitzicht

Naast ons herbergt het hotel slechts twee andere gasten, die een bedje op het strand innemen, dus we zitten er als enigen. Het is lekker warm en het iets verkoelende zeebriesje verwelkomen we van harte. Terwijl Dick met snorkel het onderwater leven gaat verkennen op ons huis rif duik ik in de computer want er moet hoognodig weer eens wat geschreven worden over ons verblijf op dit nog steeds zeer authentieke Bali. De ochtend verstrijkt snel en voor we het weten is het tijd voor een oooh zo heerlijke banana milkshake. Ze zijn er op dit eiland in allerlei uitvoeringen maar de smaakt van deze behoort toch echt wel tot de top drie. Na een tweede shake (ons lichaamsvocht moet immers op peil blijven) duiken we beiden opnieuw de zee in om ons te vergapen aan het onderwaterleven en de vissen schrik aan te jagen bij het maken van hoekduiken en het vastklampen aan stenen op de bodem. Lang blijven we bij een wervelende bol mini visjes hangen die fascinerend over de bodem voortbeweegt.

Veilig bij elkaar

Veilig bij elkaar

De watertemperatuur is 30 graden dus we krijgen het niet koud met als gevolg dat we pas na eind van de middag weer het water uitlopen. Dick’s rug is redelijk rood geworden en ook ik merk aan het prikken van mijn huid dat ik niet vrij ben van enige verbranding. Terwijl we onder onze grote regendouche staan begint het buiten echt te regenen. Niet echt lang want rond 19:00 uur kunnen we al weer droog naar het restaurant lopen waar we opnieuw een heerlijke maaltijd nuttigen. Zondag na het ontbijt en het betalen van al onze rekeningen nemen we hartelijk afscheid van de Balinezen en rijden via de kustweg naar het noorden van Bali.

De Gunung Agung, een nog werkende vulkaan

De Gunung Agung, een nog werkende vulkaan

De zon schijnt en we hebben een schitterend zicht op de majestueuze Gunung Agung, de vulkaan die eens in de zoveel jaar  losbarst maar tegelijkertijd ook voor vele vruchtbare akkers zorgt. Ondanks het feit dat het zondag is, is het enorm druk op de smalle kustweg. Overal rijden zwaar beladen vrachtwagentjes met zwart vulkaanzand en stenen en de snelheid waar we ons mee voortbewegen ligt daardoor niet hoger dan 20 km per uur. Het is dan ook fijn als we halverwege Amed en Lovina een bordje met aanduiding Air Tehun zien. Daar Dick en ik gek op watervallen zijn rijden we dit weggetje in. Het wordt steeds smaller en steiler en net als ik denk dat we geen kant meer op kunnen zien we een parkeerterreintje voor een warung (eettentje). We zetten onze auto neer, betalen entree en klimmen via een modderig paadje de jungle in. Het is ongeveer 30 minuten naar de waterval. Ondanks het feit dat de zon schijnt loopt het water over ons lichaam zo vochtig is het hier tussen het bladerdek en we zijn blij als we op de open plek komen waar de waterval zich over de rotsen naar beneden stort.

Onder de waterval in de "regen"

Onder de waterval in de “regen”

Nu worden we pas echt nat want om een mooie foto te maken klim ik zo ver mogelijk naar de waterval toe en raak doorweekt van het overal rond stuivend water. De hier aanwezige Balinezen snappen er niets van dat je je zo nat laat regenen door de waterval en dan geen handdoek bij je hebt. Ach, we drogen wel weer en net als het zeewater is ook het water van deze waterval niet kouder dan 28 graden. De lucht is inmiddels dichtgetrokken en het lijkt erop alsof het straks gaat regenen dus na nog wat laatste foto’s lopen we het paadje terug naar de auto. Terug op de kustweg blijken de donkere wolken zich steeds verder samen te pakken wat voor prachtige plaatjes zorgt en omdat we ons in dezelfde richting bewegen als waar deze zwarte wolken hangen komen we even later in een stortbui terecht. Het is niet meer normaal hoeveel water er uit de hemel valt. Zijwegen van boven veranderen in kolkende beken en trappen in watervallen. Brommers langs de straat weten zich met moeite overeind te houden in de kolkende stroom waarin de weg is veranderd.

Maximum snelheid 10 km per uur
Maximum snelheid 10 km per uur

 

We rijden niet harder meer dan 10 km per uur en kijken onze ogen uit naar dit natuurgeweld. Het blijft regenen maar als we in Lovina aankomen en een hotel zoeken is de stortbui gelukkig veranderd in een gestage drup dus kan ik er makkelijk doorheen lopen op zoek naar een geschikt huisje. We vinden een redelijke bungalow bij Angsoka, een hotel aan een smal straatje niet ver van het strand. Nadat ook de tassen niet al te nat in de kamer zijn gearriveerd, we onze natte shirts hebben omgewisseld voor droge en onze regenjassen hebben aangetrokken dwalen we wat rond in Lovina.

Lovina Beach

Lovina Beach

Het is er uitgestorven. Hier merk je pas echt dat het laagseizoen is. Omdat er niemand verder op straat loopt worden we bij ieder souvenir stalletje bijna naar binnengetrokken. Er zijn echter geen leuke dingen om te kopen. Zelfs de T-shirts (bijna allen bedrukt met het logo van Bintang bier) kunnen mijn kooplust niet aanwakkeren dus met lege handen keren we terug naar ons huisje waar we met een boek op de waranda gaan zitten. Nu ja ik, Dick vertrekt met de laptop onder zijn arm naar het restaurant waar hij wil proberen ons stukje op de website te publiceren. In Amed was het Wifi signaal helaas te zwak maar hier blijkt dat aanzienlijk sterker te zijn. Omdat het boek van Wilbur Smith “Moesson” zo spannend is vliegt de tijd om en pas als Dick, na een geslaagde publicatie, terugkeert naar ons huisje merk ik dat het al bijna donker is. We eten lekker in een restaurantje in een van de vele smalle straatjes van Lovina, lopen nog even langs het donkere strand en duiken dan lekker ons bed in. De volgende morgen schijnt gelukkig de zon zodat we na het karige ontbijt (er is niet eens een fruitsalad) met onze auto erop uit trekken om een stuk langs de noordkust van Bali te rijden. We herinneren deze weg als een smal rustig weggetje, weg van de drukte in het zuiden, maar dat is wel erg veranderd. Inmiddels zijn er ook in dit deel van Bali zoveel motoren en auto’s bijgekomen dat we in file rijden. Dick heeft ook hier overal ogen nodig om de kriskras om ons heen scheurende motoren in het oog te houden. Hoewel ik nu toch wel wat gewend ben aan dit krankzinnige weg beeld ontsnapt mij toch regelmatig een indringende kreetje als er weer uit het niets een motor of auto opduikt die zich langs ons wringt. Maar Dick blijft koel onder dit verkeersgeweld en vervolgt rustig zijn weg.

De bouwvakkers willen graag op de foto
De bouwvakkers willen graag op de foto

 Regelmatig stoppen we, maken een foto, kijken bij de renovatie van een schooltje en eten een lekker hapje bij een restaurantje waar zich een cache bevindt. Helaas houden we het ook vandaag niet droog en als we bijna terug zijn wordt de kraan boven weer opengedraaid en valt het hemelwater op ons neer. Ach, we laten ons er niet door van de wijs brengen, trekken onze crocs en regenjas aan, lopen gezellig door het dorpje Lovina, drinken een lekkere coffee en milkshake op een terrasje en lezen wat. Eind van de middag lezen we een mailtje van onze vrienden Iris en Robert dat zij naar Bali komen en in Amed een hotel zullen betrekken. Het is al weer anderhalf jaar geleden dat we hen hebben kunnen ontmoeten omdat ze vanwege het werk van Robert in het buitenland wonen. Dus snel besluiten we morgen terug naar Amed te rijden om hen te kunnen ontmoeten. Zo gezegd zo gedaan, dinsdag 17 december rijden we met een zonnetje naar Amed terug. Hoewel de afstand niet echt groot is duurt het toch wel tot het middaguur voor wij in Amed arriveren. We hebben uitgepuzzeld dat Iris, Robert en hun twee dochters Elfi en Milou, in een hotel zitten nog geen 200 meter verwijderd van ons luxe Bali Bhuana Beach hotel dus daar zetten we weer koers naar toe. De Balinezen zetten grote ogen op als we weer aankloppen voor een bungalow. We boffen, er komt er net een vrij dus die kunnen we in de middag betrekken. Het is heerlijk weer terug te zijn, ook omdat het weer er hier beter uitziet. Nadat de bagage op de kamer staat en wij wat geluncht hebben lopen we via het strand naar Coral View Cottages, slechts een paar honderd meters van ons hotel verwijderd. Daar aangekomen worden we direct verwelkomd door Robert en Iris, die ons, vanaf het terras van hun huisje, over het strand zagen naderen. Het is even wennen voor Elfi en Milou, ze moeten nog even wakker worden, maar al snel hebben deze ook het hoogste woord. De rest van de middag vliegt om. Wat hebben we elkaar veel te vertellen. Robert en Iris wonen thans in Seoul-Korea en we willen daar natuurlijk alles van weten.

Met z'n allen in het zwembad van Coral View in Lipah-Amed

Met z’n allen in het zwembad van Coral View in Lipah-Amed

Met de huidige temperaturen (het is nog steeds 30 graden) duiken we natuurlijk ook het zwembad in en als het water ons daar te koud wordt laten we ons nog even opwarmen in zee. ‘s Avonds lopen we het dorpje in en vinden tussen onze hotels in een klein restaurantje waar we wat eten. De keuken is duidelijk niet ingesteld op een groep want voordat we wat eten op tafel krijgen is het al half negen. Maar onder het schijnsel van de volle maan smaakt het toch goed. Na het eten gaan we ieder een kant op naar ons hotel waar de bedden al uitnodigend wachten. Het is gewoon droog gebleven. Dat kunnen we niet zeggen van de volgende morgen want vroeg in de ochtend regent het pijpenstelen. Gelukkig niet echt lang want als we willen ontbijten is het al weer droog. We besteden een deel van de ochtend aan het in orde brengen van onze administratie, kleding wassen en het opnieuw schrijven voor onze website en lopen dan weer naar Iris, Robert en hun dochters. Opnieuw vliegt de tijd. We brengen lange tijd door in het zwembad waar het water beduidend warmer aanvoelt dan gisteren en raken niet uitgepraat met elkaar. Er is dan ook best wel veel gebeurt sinds we elkaar 1 ½ jaar geleden voor het laatst in Houston, Texas hebben ontmoet. Opnieuw eten we gezellig ’s avonds, nu in het restaurant van ons hotel waar de bereiding van ons voedsel ook langere tijd in beslag neemt. Ach, met praten en spelletjes doen vliegt de avond toch voorbij. Op het door de volle maan beschenen strand lopen we na de maaltijd gezamenlijk naar Coral View en bij de prachtige bungalow van Robert en Iris nemen we afscheid. Wij vertrekken morgen weer naar Kuta en zij naar Tulamben waar Robert een trimix (duik)cursus zal volgen. De twee dagen samen waren enorm gezellig en we zijn blij dat het (volledig  onverwacht ) toch lukte elkaar te ontmoeten. Donderdag 19 december vertrekken we al vroeg. In plaats van rechtstreeks naar Kuta te rijden stoppen we nog even in het oorspronkelijke Balinese dorpje Tenganan waar ik, na wel enig onderhandelen, een tweede king size Ikat weet te bemachtigen. Daar we op de heenweg hopeloos verdwaalden in Denpasar, heb ik nu naast de kaart ook de GPS aanstaan waar, dankzij het feit dat Dick een Street map heeft gedownload, veel wegen op staan. Met beider kaartmateriaal in mijn handen lukt het beter om de weg te vinden en we arriveren zonder kleerscheuren in het waanzinnig drukke Kuta. Er is een mooie kamer bij het Flamboyan maar alleen met twee enkele bedden. Alle andere kamers zijn bezet. Je merkt nu dat het (kerst)seizoen gaat beginnen want ook buiten zijn veel meer mensen te bespeuren.

Donkere wolken boven Kuta Beach
Donkere wolken boven Kuta Beach

 Alhoewel er opnieuw een dreigende zwarte lucht boven zee hangt blijft het tot half zes droog, maar dan gaat het ook behoorlijk regenen. We lenen bij ons hotel een parapluie zodat we ’s avonds droog naar een restaurantje kunnen lopen. Zijn er namelijk achter gekomen dat onze regenjassen toch niet echt zo waterdicht zijn in deze regen. Het blijft lang regenen maar met een temperatuur van 30 graden, zittend op ons ruime terras en met onze spannende boeken merken we daar eigenlijk weinig van. Vrijdag de 20-ste zijn we pas om half acht wakker. Beiden wilden we ons boek uitlezen zodat we pas half 12 naar bed gingen wat toch wel erg laat is. Na enorme regen en onweersbuien, de ene klap klonk nog harder dan de andere, miezert het nog steeds een beetje. Erg is dat nog niet want we willen toch pas op stap als we de kamer ernaast, met tweepersoons bed, hebben betrokken. Niet lang hoeven we daar op te wachten (de Maleise familie vertrekt al vroeg) zodat we uiteindelijk rond half 10 in de auto zitten op weg naar Ulu Watu, een tempel op het uiterste zuidwestpuntje van Bali.

De apen zijn volop aanwezig in de Uluwatu tempel

De apen zijn volop aanwezig in de Uluwatu tempel

Deze tempel is de 2-de tempel van Bali, de grootste tempel is de Besakhih tempel, ook wel bekend als de moedertempel. Miezert het eerst nog wat, zodra we bij de tempel aangekomen zijn laat een zwak zonnetje zich zien. Nadat we onze sarongs hebben omgebonden en Dick zijn bril heeft afgezet en ook de zonnenbrillen en pet opgeborgen zijn, lopen we het tempelcomplex in. We hebben niet zulke goede ervaring met de hier overal rondlopende apen. Jaren geleden pakte in een ogenblik van onoplettendheid een van de apen de bril van Dick en verdween ermee over de rand van de klif. Alleen dankzij een oplettende bewaker die deze aap met bananen lokte, een klauterpartij langs de klif rand en wat geluk, konden we uiteindelijk toch nog deze bril aan de aap ontfutselen. Doordat de zon steeds meer gaat schijnen kunnen we aan beiden zijden van de tempel die zich op het puntje van een klif bevindt, een stukje langs de kust lopen. Het is wel warm want het vele water dat gevallen is maakt dat de lucht een enorme hoge luchtvochtigheid heeft, de transpiratie druipt van ons af. Maar het uitzicht vanaf de kliffen over de zee en langs de kust is schitterend dus dat hebben we er graag voor over. Na vele foto’s en rondkijken smaakt niets zo lekker als een sodawater op het terras naast het tempelcomplex. Eerst na dit nodige vocht tot ons te hebben genomen rijden we weer verder.

Het surf paradijs van Bali
Het surf paradijs van Bali

 Dit stuk van Bali is duidelijk het surf walhalla. Bijna ieder stukje water wordt in beslag genomen door een surfer wachtend op de ideale golf. Van deze zuidwestkust rijden we via smalle en soms onverharde weggetjes, naar het luxe vakantie paradijs van Bali, Nusa Dua. Goedkope onderkomens zijn niet meer te vinden, alleen grote luxe hotels. Gelukkig is er tussen al deze complexen nog een klein stukje openbaar strand in een prachtig baaitje, wat we dankzij een hier verstopte cache weten te vinden. Dat kunnen we niet zeggen van de cache zelf die ergens in een van de grotten in zee verstopt is. Enkele malen waden we door het water om in de grotten te kunnen zoeken maar onze moeite blijkt tevergeefs, de cache laat zich niet vinden. Ach, we hebben een heerlijke middag aan een feeëriek baaitje gehad en genoten van het heerlijke warme zeewater. We breken net op tijd op want als we tegen half vijf bij de auto terug zijn begint het te regenen. Met de ruitenwissers op de hoogste stand rijden we terug naar Kuta. Helaas maak ik een vergissing op een groot verkeersplein zodat Dick zich door allerlei zeer nauwe straatjes moet wringen om alsnog op de juiste weg terug te kunnen keren. Gevolg is dat we pas rond half zes bij ons hotel arriveren waar de bezorgde eigenaar duidelijk opgelucht is dat we heelhuids en zonder enige schade arriveren. Ik ben evenzo opgelucht veilig weer teruggekeerd te zijn en bewonder Dick wel dat hij het aangedurfd heeft in dit krankzinnige verkeer door Bali te rijden. De rest van de avond blijft het regenen. We hebben daardoor niet veel zin lang naar een restaurantje te zoeken en eten heerlijk aan de overkant van de straat bij Black Canyon Coffee. Zaterdag 21 december blijft het de gehele dag regenachtig.

Na zwempakken ook broeken passen

Na zwempakken ook broeken passen

Weliswaar hebben we er niet zo’n last van omdat we veel in winkels bivakkeren. Ik wil namelijk nog een zwempak kopen en wil je een mooi exemplaar hebben dan zal je veel moeten passen. Niet alleen zwempakken maar ook worden er broeken gepast. Arme Dick gaat mee, winkel in winkel uit, paskamer in- en uit en telkens weer naar wat anders kijken. Maar wat moet je anders doen op een wat regenachtige dag? Ja, nog even over het strand lopen waar het best druk is en niemand zich wat aantrekt van de regenachtige omstandigheden. Aan het einde van de middag (zelfs ik ben het winkel in en uit lopen nu zat) gaan we lekker op een terrasje mensen kijken, ons laatste Bintang Biertje drinken en eten we wat voor we in de drupregen weer terug naar ons hotel lopen waar we nog lang genieten van de (ondanks de regen) zwoele avond. In plaats van lekker uitslapen staan we op de 22-ste, met een lange reisdag in het vooruitzicht, al om 7 uur naast ons bed. We zijn klaar wakker. Ons laatste Balinese ontbijt met bananen pancakes smaakt weer heerlijk en daarna gaan we pakken. Ik bedoel natuurlijk dat ik de tassen allemaal leeg haal en de inhoud op het bed uitspreid terwijl Dick alles een goed plekje weet te geven in onze tassen. Het resultaat is er naar want al snel staan onze drie tassen keurig gepakt op de kamer. Hoewel december een maand is met veel neerslag heeft het de afgelopen drie weken dat we hier hebben rondgereisd overdag bijna niet geregend. Gisteren lijkt het regenseizoen wel echt begonnen want sindsdien is de regen niet meer gestopt. We hebben dus helemaal geen zin om nog rond te lopen voor we naar het vliegveld gaan en blijven lekker op ons balkon lezen. Toch wint de behoefte aan een lekker kopje koffie het van ons spannende boek en lopen we rond half 11 voor de laatste maal naar Black Canyon Coffee. Daar worden we inmiddels als vaste klanten beschouwd en de Barista zelf komt de koffie aan ons tafeltje klaarmaken. Daardoor smaakt de koffie niet alleen zeer goed wordt ook als een plaatje opgediend. Terug in Flamboyan besluiten we ons maar direct naar het vliegveld te laten brengen. Bij de huur van de auto heb ik deze rit namelijk erbij bedongen. Gevolg is dat we nog voor twaalven op de airport arriveren. Maar of we nu hier of in het hotel wachten maakt ook niet meer uit. Om half twee kunnen we inchecken. Onze drie tassen wegen bij elkaar 50 kilo dus we hadden nog kilo’s over. Wat is het rustgevend als je 30 kilo per persoon kunt meenemen. Nu de bagage op de transportband staat en alle instapkaarten in ons bezit zijn kunnen we lekker langs de winkeltjes lopen, wat eten en naar de vertrekkende en landende vliegtuigen kijken. Eigenlijk vliegt de tijd en voor we er erg in hebben kunnen we boarden. De vlucht naar Kuala Lumpur verloopt goed en snel en het geeft me de tijd mijn spannende dikke boek over de pioniers in Australia uit te lezen. Op Kuala Lumpur moeten we nog 4 uur wachten voor we iets voor twaalven kunnen boarden op de vlucht naar Amsterdam.

Lekker op de massage stoel

Lekker op de massage stoel

Vlak bij de gate staan een aantal massage stoelen en ik probeer er een van. Deze massage bevalt mij niet maar Dick neemt het al snel van mij over en zit rustig de resterende tijd uit. Nou ja rustig, nu en dan zie je zijn hele bovenlichaam schudden door de “stompen” die op zijn rug worden gegeven. De tijd vliegt dan ook snel om. Het vliegtuig is niet helemaal vol zodat we uiteindelijk met zijn tweeën over vier stoelen beschikken. Helaas zit er tussen de stoelen een barrière in de vorm van opklapbare tafeltjes zodat je je in wat rare bochten moet wringen om over meer dan een stoel te slapen maar na wat draaien en woelen lukt dat goed zodat ik in een diepe slaap val. Dick vindt dat in bochten liggen toch wat minder en blijft op zijn stoel zitten maar dat voorkomt niet dat ook hij langere tijd een diepe slaap geniet. Pas tegen drieën worden we weer wakker zodat we nog tijd hebben een film te bekijken. Gelukkig maar want het levensverhaal van Steven Paul Jobs, de oprichter van Apple computers is zeer de moeite waard. Kwart over zes landen we op Schiphol, binnen tien minuten beschikken we over onze bagage en iets over zevenen zitten we al in een extra snelle Intercity (wist niet eens dat deze bestond) naar Rotterdam. We boffen, het is rustig weer en niet al te koud. Kwart over acht staan we voor onze deur waar we door een lief briefje van Danielle en een app van tante Ank verwelkomd worden.

Dit bericht is geplaatst in AUSTRALIE en BALI. Bookmark de permalink.

1 Responses to De laatste dagen in Bali