Naar de prairies

NAAR DE PRAIRIES

Als we  vrijdag 22 april opstaan is het zwaar bewolkt en miezert het wat  in Wabasha.
We wassen ons in de  prachtige wasruimte op deze camping en na het ontbijt trekken we  verder. De weg stijgt meteen  waardoor we een prachtig uitzicht hebben op de camping en de vlak ernaast stromende Mississippi. De gekozen route westwaarts is de moeite waard, de weg kronkelt zich door een dal met allemaal kleine dorpjes. Landbouw is hier het voornaamste middel van bestaan. In een van de dorpjes onderweg stoppen we om boodschappen te doen en tot onze vreugde vinden we echt bruin brood.
Niet die zoete, zachte, gladde sneetjes brood die overal te koop zijn maar  een zeldzaam bruin brood met geplette granen (die je ook ziet zitten) en geen suiker erin. Brood wat zelfs als het oud is, lekkerder is dan vers brood. De twee aanwezige broden verdwijnen derhalve direct in ons winkelwagentje en ’s middags hebben we een voortreffelijke lunch met dit brood met pitjes.

We lunchen aan een van de 11578 meren die Minnesota rijk is, maar helaas is het door het miezerig weer en de koude wind te koud om lang buiten te vertoeven, dus we moeten vanuit de camper van het uitzicht genieten. De temperatuur komt nog niet boven de 3 graden uit. Wel is het inmiddels droog geworden. We besluiten vanavond voor de verandering maar weer eens op het parkeerterrein van een Wal-Mart te overnachten en vinden een mooi vlak plekje. Voor het eerst staan er ook andere campers in de buurt. Het vertrouwde geluid van hard toeterende treinen (langs iedere Wal-Mart schijnen treinen te rijden)  is ook weer vaak deze nacht te horen dus we voelen ons hier echt thuis.
De volgende dag is het droog maar  bewolkt en er waait een harde wind. Zo hard dat het zelfs in onze douche koud is. ’s Nachts hebben we de kachel op een lage temperatuur staan dus duurt het even voordat de douche ruimte warm is.
Na het ontbijt en een uitstapje naar de restrooms in de Wal-Mart rijden we verder door de kleine dorpjes, langs smalle wegen die evenwijdig aan de  Interstate 90 lopen.
De prairies zijn hier ontgonnen en omgetoverd in akkers waar voornamelijk corn (mais) op wordt verbouwd. Het is dus niet verwonderlijk dat te midden van deze landbouwgebieden het “Corn Palace”  staat. Eenmaal per jaar, na de oogst in Augustus, wordt dit gebouw aan de buitenkant bekleed met afbeeldingen die van Corn (maiskolven) gemaakt zijn. Het is leuk om er rond te kijken en ons te verbazen over de enorme hoeveelheid werk die zit in het maken van alle decoraties.
Omdat het  inmiddels mooi weer is geworden, besluiten we in dit plaatsje Mitchell te blijven.
Er is een mooie camping waar ze WiFi hebben en wasmachines. Weliswaar hebben deze alleen koud water maar ze wassen en dat is het meest belangrijke.  De middag lopen we rond op de camping , doen de was, genieten van het zonnetje (het is al 12 graden) en brengen we onze administratie op orde. Het bijhouden van onze Visa uitgaven, het administreren van de kosten, het uitladen van foto’s en het maken van website artikelen neemt toch wel wat tijd in beslag dan we dachten. Daarnaast is het heerlijk om zo nu en dan even te Skypen met vrienden en familie dus een middagje hebben we zo nu en dan wel nodig.
Als we Paaszondag wakker worden is het prachtig weer, staalblauwe lucht en zon en praktisch geen wind. Het is inmiddels 13 graden en we kunnen al zonder jas buitenlopen.
We nemen deze keer de snelweg, de Interstate 90. Het blijkt een prachtige weg te zijn die golvend door het landschap gaat. Voor de grote Missouri River zijn de prairies omgetoverd tot landbouwgronden maar zodra we de Missouri overheen zijn en in de staat South Dakota, rijden we over de uitgestrekte prairies. Ons reisdoel voor vandaag zijn de Badlands. Een gebergte bestaand uit puntige rotsen waar de vroegere kolonisten met geen mogelijkheid over konden trekken. Voordat we de Badlands inrijden willen we eerst een beroemde drugstore bezoeken in het plaatsje Wall. In 1931 was hier een onooglijk winkeltje wat, doordat de eigenaren langs iedere weg borden neerzetten en gratis ijswater aanboden, uitgegroeid is tot een enorme zaak die de halve Mainstreet van het dorpje Wall in beslag neemt. Al dik 200 mijl tevoren vinden we langs de snelweg borden met verwijzing naar Wall Drug en tegen twee uur arriveren we bij Wall Drug. De winkel blijkt, wegens Pasen,  gesloten te zijn, heel begrijpelijk, maar omdat alles altijd open is, (met uitzondering van campgrounds) hadden we hier helemaal geen rekening mee gehouden.
Dus maar verder door naar Badlands National Park. Vanuit Wall loopt een prachtige weg door dit park en we vergapen ons bij de vele look-outs aan de woestheid van de natuur. Puntige rotsen gegroepeerd in het verder vlakke en kale prairielandschap. We zien ook honderden prairie dogs. In de dierentuin zijn dat een van mijn favorieten omdat ze zo grappig op hun achterpootjes staan en je ze kunt aaien, maar daar moet ik me nu maar niet aan wagen want er  heerst een Plague(soort pest) onder deze beesten. Ach de prairie dogs hier blijven op een veilige afstand van de mensen en rennen weg als we te dicht bij komen. Leuk is het wel die, naar elkaar piepende, beesten te kijken. Na nog veel “ ahh”  en “wow” geroep van verbazing, en het bekijken van een enorme groep fazanten, komen we bij de campground van dit nationale park, waar we een prachtig plekje vinden.
De wind is nog  te koud om buiten te zitten maar achter het glas van de camper genieten we van de zon. Inmiddels zijn we weer een tijdsgrens gepasseerd, we leven nu in Mountain time en dat betekent dat het tijdsverschil met Nederland 8 uur geworden is, zodat wij vandaag een uur extra hebben gekregen waar we, dankzij de volop schijnende zon, ten volle van genieten.

Als we Paasmaandag opstaan is het een beetje vroeg omdat ik vergeten heb de Mountain time in te zetten op de wekker. De aanwezigheid van zes grazende herten naast onze camper maakt dat vroege opstaan om 6 uur echter alleszins de moeite waard. Nadat er in het Visitors Centre om 8 uur een prachtige film over de Badlands voor ons beiden wordt vertoond (ja er zijn meer mensen vroeg op)en  we opnieuw de prachtige weg door de Badlands rijden, nu vanaf de andere kant) trekt de bewolking  wat op en als we opnieuw bij Wall Drugstore staan (we willen persé deze beroemde drugstore zien) schijnt de zon volop en is het 14 graden.
We dwalen bijna twee uur door de verschillende gedeeltes van deze winkel en kopen een t-shirt voor Dick en Hoodie (een trui met kap) voor mij . Het blijkt geen slechte keuze want door de stralende zon hoeven we de rest van de dag geen trui meer aan en  kunnen we in ons t-shirt lopen. Ik moet dus maar vaker een trui kopen.
Na lekker geluncht te hebben in deze zelfde drugstore zetten we onze reis westwaarts voort.
We stoppen in Rapid City om boodschappen te doen en dan beklimmen we met de camper de Blackhills , waar de beroemde Mount Rushmore te vinden is, de berg waar de hoofden van 4 presidenten van Amerika in zijn uitgehakt. We hebben besloten daar eerst naar toe te rijden en dan te kijken of we er vlakbij een camping kunnen vinden. De eerste blik op de berg is waanzinnig. Wat een prachtig gezicht, die 4 presidenten op de top van berg, in de rotsen uitgehakt. Als we erlangs rijden kunnen we ook nog het hoofd van George Washington in zij- aanzicht bewonderen. Echt de moeite waard om dit morgen van dichterbij te aanschouwen.
Er is hier ook wildleven want op weg naar de camping zien we 2 prachtige Mountain Goats en regelmatig langs de weg grazende herten. Aan de voet van Mount Rushmore, in Keystone,  op een hoogte van 1600 meter,  vinden we een mooie campground. De plek waar we staan heeft lang zon en Dick benut dat feit door alle ramen van de camper eens goed te wassen. Het is wel nodig ook want nadat ze gepoetst zijn (Dick kan duidelijk beter ramen poetsen dan ik) hebben we een veel helderder kijk  op het buitengebeuren.
Morgen, dinsdag 26 april geen we weer verder, dan echt naar Mt. Rushmore en zullen daarvan een volgende keer verslag doen.

Dit bericht is geplaatst in USA en CANADA 2011-2012. Bookmark de permalink.

1 Responses to Naar de prairies