Naar Mile Zero van de Alaska Highway

Zondag 5 juni beloofd  weer een heerlijke dag te worden. Het zonnetje schijnt al vroeg en de lucht is staalblauw. Er waait ’s ochtends nog wel een koud windje maar gaande de dag wordt de wind minder en loopt de temperatuur naar de 20 graden.

Op weg naar het Noorden maken we een kleine omweg en rijden we naar Barkerville, een in originele staat bewaard goudzoekers stadje liggend aan, hoe kan het ook anders, de Gold Rush trail.

De weg stopt bij Barkerville (alleen een met sneeuw bedekt karrespoor gaat nog dieper de bergen in) dus er is weinig verkeer en dat maakt dat we al snel een Moose (soort rendier) langs de weg vinden.  Helaas is hij erg schuw en voordat we zelfs ons fototoestel hebben kunnen pakken rent hij het struikgewas in.

Ons rond speuren naar wildlife wordt even later beloond met het zien van een Black Bear, midden op een skipiste, waar inmiddels de sneeuw is weggesmolten.

De weg blijft klimmen  en als we in Barkerville aankomen zitten we op 1300 meter en ja, we hebben weer sneeuw rondom ons. De wegen zijn schoon maar aan de kanten liggen nog bergen die duiden op veel gevallen sneeuw. We hebben 15 km tevoren bij een Visitors Center ons toegangskaartje tot dit openlucht museum gekocht (was daar 75 cent per kaartje goedkoper en dat kun je toch niet laten liggen) en we kunnen dus direct doorlopen. Niet dat dat anders niet het geval was want er is hier bijna niemand.

Barkerville ziet er uit alsof het net is verlaten en bij het inlopen in de huisjes lijkt het  net alsof er zo iemand de kamer of keuken in kan lopen. Ondanks dat het een verlaten stadje is leeft het toch.  Om het nog echter te maken lopen er ook wat (nep)inwoners rond in klederdracht, die van tijd tot tijd op straat met elkaar in discussie over de dingen die de mens bezighield in de jaren 1860 tot 1880.

Bijzonder aan dit stadje is dat er zich ook een Chinatown bevond. Eigenlijk niet echt vreemd want de afstand van China naar Canada was niet zo groot en voor het zware werk in de mijnen werden vooral de Chinezen gebruikt.

We boffen, een authentieke Chinees restaurant is open en we kunnen, na zo’n 2 ½ uur door het stadje te hebben rondgeslenterd, de heerlijke etensgeuren niet weerstaan.
Een uur later weten we dat de geuren overeen kwamen  met de kwaliteit, het eten was  voortreffelijk.  

Eigenlijk was de hoeveelheid iets te veel van het goede en om ons opgeblazen gevoel kwijt te raken besluiten we naar het Courthouse te lopen wat 1,6 km verder op de berg ligt.

Het zou een easy walk  moeten zijn en dat klopt de eerste honderd meter,  maar dan wordt het pad een sneeuwpiste, er ligt zeker 50 cm sneeuw op. We zetten echter door en al ploeterend door de dikke sneeuw komen we zo’n ¾ uur later bij het oudste bewaard gebleven Courthouse van British Columbia.  Het is helaas gesloten en de ramen zitten te hoog om naar binnen te kijken. Er rest ons dus niet anders dan door de dikke sneeuw terug te wandelen naar Barkerville.
Daar is het inmiddels uitgestorven op wat in klederdracht gestoken inwoners die goed in hun rol blijven, geen horloges hebben maar kijken naar de zon om te weten hoe laat het is en ons vragen ze hoe lang de overtocht van dat onbekende continent Europe naar Canada wel niet heeft geduurd.

Het is leuk om nog even in het verleden te belanden maar tegen 5 uur vertrekken we  na nog even de vele rondlopende Squirrels te hebben bekeken en een Steller’s Jay (een blauw getinte vogel) te hebben gefotografeerd die brutaal aan onze voeten loopt. Net voordat we het dorp verlaten zien we nog een vos langs rennen met  een van die squirrels in zijn bek.

Op de terugweg zoeken we een campground uit het boekje “Camp free in BC”. En ja hoor, we vinden er een. Deze ligt verstopt in het bos en er leidt slechts een klein paadje naar toe.

We besluiten hier niet te gaan camperen,  hij ligt te geisoleerd, we hebben er geen goed gevoel bij. Rijden dus verder naar de doorgaande weg en zien een Moose zich baden in een poeltje. Helaas lukt het niet daar een foto van te maken maar gelukkig blijft hij voordat hij  in de bossen verdwijnt nog even staan zodat we hem nog goed kunnen bekijken.
In Quesnel aangekomen vinden we  een Saveway waar we mogen  overnachten (lekker vertrouwd op een parkeerterrein van een supermarket)en waar we  heerlijk slapen.

Maandag, na het ontbijt, doen we eerst boodschappen, we staan immers al op het parkeerterrein van de supermarket en daarna rijden we verder. Opnieuw is het prachtig weer en rond half negen is het al 20 graden. Rond half 12 zijn we in Prince George waar we bij de Walmart nog wat inkopen doen en heerlijk op het parkeerterrein in het stralende zonnetje en met temperaturen van inmiddels 25 graden, een broodje eten.
Het rondlopen in winkels (ik Tita, kan er geen genoeg van krijgen en verzin telkens weer wat anders waar we naar moeten kijken) kost wat meer tijd dan verwacht maar uiteindelijk zetten we om half 3 onze reis voort.  De afstand naar Dawson Creek is te ver om in een dag te rijden dus zoeken we onderweg een Provincial Park om te overnachten.

Aan het Mcleod Lake vinden we een prachtig plaatsje, met uitzicht over het meer.
De eerste paar honderd meter is geen andere camper te zien en we genieten van de stilte van de natuur.
Uiteraard maken we een vuurtje en tot zeker 8 uur kunnen we buiten genieten van de omgeving en een prachtige zonsondergang.

Bij het opstaan dinsdag  is het liefelijke  meertje veranderd in een met schuimkoppen bedekt water. De golven slaan op de kant en de lucht is zwaar bewolkt.

Als we dan ook even later wegrijden begint het te miezeren en de hele weg naar Dawson Creek, die door een prachtig bergdal voert, moeten we het doen met miezerregen  afgewisseld door droge perioden.

Gelukkig komen die droge en zonnige perioden altijd als we naar buiten willen, zoals in Chetwynd , bekend om zijn met bijl en kettingzaag vervaardigde beelden. Er staan inmiddels zo’n 100 houten beelden in dit stadje en na komend weekend, wanneer de jaarlijkse kettingzaag wedstrijd gehouden wordt,  zullen er 112 houten beelden staan. De zon schijnt volop en een groot aantal beelden kunnen we bewonderen.
Maar dan trekt Dawson Creek, waar Mile “Zero” van de Alaska Highway ligt en waar onze tocht naar Alaska begint.
We bekijken bij het Visitors Center van Dawson Creek de video van de geschiedenis en het maken van “The Alaska Highway”  en zoeken dan een campingplekje op de camping  Municipal die uiteraard Mile “0 “heet. Er is gelukkig nog plek maar niet veel. Iedereen die naar Alaska gaat blijkt deze camping uitgezocht te hebben en tegen 6 uur is er geen plekje meer vrij.
De camping is prettig gelegen, vlakbij Down Town en een Good Sam camping zodat we weer eens gebruik kunnen maken van ons lidmaatschap bij Good Sam (dus korting krijgen). Naast wassen kunnen we ook weer eens internetten.

Woensdag 8 juni zijn alle wolken verdwenen, schijnt de zon weer volop en is het warm, ’s ochtends is het al tegen de 23 graden. Een van onze banden staat erg leeg dus die halen we (ik bedoel Dick) eraf en dan naar een banden bedrijf. In de band blijken twee grote spijkers  te zitten en controle van een tweede band laat zien dat ook daar een schroef in zit. Gelukkig zijn ze hier kapotte banden gewend en dus liggen de met rubber proppen gevulde banden er enkele uren later weer op.

We lopen wat rond in het dorpje en proberen ook nog een relais te krijgen voor onze ruitenwissers. Die lopen niet helemaal goed meer. De interval werkt niet goed meer, nu en dan wel en dan weer een tijdje niet. Ook komen de bladen niet meer terug in de ruststand maar blijven midden op het raam staan.Dick denkt dat het aan een relais ligt en we kunnen 1 van de 2 in aanmerking komende relais bij een automaterialenhandel kopen. Helaas het blijkt niet de goede te zijn. Het goede relais is helaas niet te krijgen en na enig overleg in een grote garage vinden ze op het internet dat dat er vaker problemen zijn met een verkeerde ruststand en dat deze mogelijk te verhelpen zijn door vet wat op de kontaktglijders in de wissermotor zit te verwijderen. Dus gaat Dick ’s middags de ruitenwissermotor schoonmaken met als gevolg dat de ruitenwissers weliswaar geen intervallen meer kennen maar wel weer terugkomen aan de rand van het raam in plaats van midden op de ruit blijven steken.

Intussen kan ik  (Tita) niet genoeg krijgen van het buitenzitten en met de laptop op de camping tafel lukt het mij heel goed om de middag door te brengen. Het is inmiddels 19:30 uur en het wordt tijd om een T-shirt aan te gaan trekken en voor wat eten te gaan zorgen, natuurlijk niet alvorens eerst nog een lekker glaasje wijn te nutigen.

Dit bericht is geplaatst in USA en CANADA 2011-2012. Bookmark de permalink.

3 Responses to Naar Mile Zero van de Alaska Highway