We zijn blij dat we een goed geisoleerde camper hebben want ’s nachts hebben we nu regelmatig nachtvorst en dat betekent dat buiten ontbijten aan een met rijp bedekte tafel ons echt te ver gaat. Naarmate het later wordt stijgt de temperatuur zodat het wanneer we bij Wolfs Ranche aankomen (waar de wandeling naar Delicate Arch begint) al 20 graden is. Het is maar goed dat we direct hier naar toe zijn gereden want nog geen vijf minuten later is er door de enorme toeloop van auto’s geen enkele parkeerplek meer beschikbaar. De wandeling naar de Arch leidt ons over gladde rotsen, bergkammen en over plateau’s maar uiteindelijk komen we bij de top vanwaar je na een laatste rotspartij de prachtige Delicate Arch kunt zien. Ondanks het feit dat ik deze Arch twee jaar geleden al uitvoerig heb bekeken sta ik opnieuw verstomd over de schoonheid van deze hoog oprijzende Arch.
We lopen langs een steile afgrond en over schuine rotsplaten naar de voet van Delicate Arch en maken vele foto’s. Natuurlijk laten we ook een mooie foto van ons vieren maken waardoor we in gesprek komen met Jeffrey and Anira uit Boulder, Colorado. Wat is beter om bij zo’n gelegenheid een echt Hollandse stroopwafel te nuttigen, die na de lange klim niet alleen bij ons, maar ook bij Jeffrey en Anira, erg in de smaak valt. De terugweg gaat sneller dan de klim berg opwaarts en bij de parking aangekomen rijden we naar Devils Garden, waar een andere wandeling in Arches National Park begint. We vinden er, dankzij twee jongens uit Maryland die net wegrijden, een parkeerplek en beginnen aan de wandeling naar de Landscape Arch. Het is nu 25 graden maar desondanks lekker om te wandelen. Tijdens deze wandeling verbazen we ons over hoe de natuur de prachtige bogen kan creeren. Terugkomend van de wandeling stoppen we even bij Balanced Rock (kan ieder moment naar beneden rollen, zo lijkt het) en na vele foto’s (zelfs Thecla schiet de ene na de andere foto) rijden we terug naar de camping waar we warm, bezweet en rozig aankomen. Wat is er dan lekkerder dan een verfrissende douche en schone kleren. Nadat iedereen zijn vuile kleding bij de laundry heeft ingeleverd wachten Thecla en ik tot de wasmachines en drogers hun werk hebben gedaan, praten ondertussen gezellig met Mike en Suzanne uit Tuczon, Arizona en bewonderen hun grote bus camper waar onze camper (die in Europa waarlijk niet klein is) bij in het niet valt. Het klikt tussen ons en binnen de kortste tijd spreken we over zeer diepgaande onderwerpen (Suzanne heeft net borstkanker overwonnen). Het lijkt of we elkaar al jaren kennen. Uiteindelijk scheuren we ons los omdat ons avondeten wacht en met onze schone en droge kleding lopen Thecla en ik terug naar de camper. Het is al weer te koud om buiten te zitten dus verdwijnen we in de camper. Nadat we helaas proefondervindelijk hebben vastgesteld dat er buiten overal scherpe doorns liggen moeten we om binnen veilig rond te kunnen lopen nog wel de vloerbedekking schoonvegen en alle verspreid liggende dorens verwijderen.
Zaterdag 22 october zijn we al om zeven uur wakker en na via een slechte verbinding even geskyped te hebben met tante Ank, ons grey water te hebben gedumpd en nog wat gezellig napraten met Mike en Suzanne (waar Thecla nog een bloederige hand ontvangt voor de a.s. Haloween) rijden we weg van de camping om in het stadje Moab onze voedsel voorraden aan te vullen.
Het is al weer 24 graden en de lucht is op een paar kleine wolkjes na, staalblauw. We besluiten een omweg te maken en de afslag te nemen naar de staat Colorado en in Cortez het Mesa Verde National park te bezoeken. Al snel zijn we in het stadje Cortez waar we constateren dat we niet bij de Wal-Mart kunnen overnachten (City Ordonance). Dus rijden we de bergen van het National Park in. We hebben geluk, we kunnen nog een wandeling maken met Ranger Jezz naar de grotwoningen van de Anazasi in het Cliff Palace. In tegenstelling tot wat gebruikelijk is in deze tijd van het jaar, een sneeuwlaag van 10 centimeter, lopen we nu in ons t-shirt met temperaturen van 20 graden. De wandeling naar de grotwoningen en de informatie over de Anazasi, die hier tot het jaar 1270 hebben gewoond is enorm interessant. We weten nu dat we zowel de Prickly Spear Cactus als de besjes van de Juniper Tree kunnen eten, doch als ik even later enkele besjes in mijn mond stop blijkt dat toch niet zo’n succes te zijn want de besjes, mogelijk nog niet rijp, zijn qua smaak minder geslaagd. Na het bekijken van de grotwoningen en het beklimmen van verschillende ladders om weer terug te komen bij de weg, rijden we omdat de camping in het Park al gesloten is terug naar Cortez waar we vanwege de invallende duisternis een plekje op de camping zoeken.
Thecla ontdekt een gezellig eettentje naast de camping waar we nadat de camper is neergezet gaan eten. Het is echt een eettentje zoals je in films ziet en we eten er heerlijk. Wel zijn de porties erg groot en we zijn blij dat de eigenaar ons afraadt een extra voorgerecht te nemen. Alleen al de twee porties uienringen zouden volstaan als een volwaardige maaltijd. Met een vol buikje lopen we terug naar de camping waar we nog gezellig napraten over een bijzondere dag.
Omdat we weer eens op een camping zitten en dus internet hebben skypen we ‘s ochtends eerst met het thuisfront, dumpen ons grey water, nemen schoon water in en rijden dan dwars door de woestijn verder. Om half een zijn we bij het enige punt in de USA waar vier staten elkaar raken (Arizona, Utah, New Mexico en Colorado). Omdat het in Indianen gebied ligt moeten we wel betalen om er rond te kijken en foto’s te maken.
Na deze leuke onderbreking rijden we verder door een desolaat landschap en komen uiteindelijk in Monument Valley aan waar we ons vergapen aan de uit het land oprijzende rode monolieten. De prijzen om naar het parkeerterrein van Monument Valley te mogen rijden, vanwaar je met de indianen een dure excursie kunt maken, liggen exorbitant hoog dus rijden we verder naar Page waar we een overnachtings plekje bij de Wal-Mart zoeken en onze voorraden aanvullen. Terwijl we boodschappen doen verdwijnt het daglicht en in het pikkedonker lopen we beladen met boodschappen terug naar de camper. Ondanks het geronk van de vrachtwagens met hun koelmotoren slapen we als rozen op het parkeerterrein.
Maandag 24 october is er opnieuw blauwe lucht maar wel ontdekken we voor het eerst in meer dan twee en een halve week windveer wolken. We rijden opnieuw door een desolaat landschap waar behalve enkele lage struikjes niets groeit, maar al snel kunnen we bij Desert View genieten van onze eerste aanblik over de Grand Canyon. We boffen, de zon schijnt en dus zien we de schitterende kleuren van de rotsen die de wanden van de Canyon vormen en zekere 1600 meter de diepte in duiken. Het is overweldigend en we kunnen geen genoeg krijgen van het kleurenspel. Na nog enkele stops langs de rand van de Canyon rijden we naar de campground waar we een mooi plekje toegewezen krijgen. Nadat de camper staat lopen we naar de shuttle die ons naar het Visitor Center brengt waar we stempeltjes halen voor ons paspoort en een film kijken over de wonderen van de Grand Canyon. Daarna beginnen we aan onze wandeling langs de rim (rand) van de Canyon, een wandeling, die regelmatig wordt onderbroken omdat we stilstaan om foto’s van elkaar te nemen en het indrukwekkende natuurlandschap te bewonderen. Uiteindelijk zakt de zon zover dat het killer wordt en met de shuttlebus rijden we terug naar Market Place vanwaar het nog een 15 minuten lopen is naar de camper. Daar aangekomen blijkt de grond om de camper ingenomen te zijn door een kudde Mule Deer die we uitgebreid fotograferen. Het is weer te koud om buiten te zitten dus nestelen we ons in de camper waar we lekker eten.
De volgende morgen, dinsdag 25 october is het voor het eerst in bijna drie weken bewolkt en tijdens het rijden vallen er zelfs wat spatters. Thomas en Dick kiezen een route die ons over Route 66 voert wat een goed keuze blijkt te zijn want al snel rijden we in de zon. Langs deze Route 66 komen we door vele nostalgische plaatsjes die allemaal in het teken van de jaren 50 staan. De reis duurt dan ook langer dan verwacht want telkens stoppen we even om rond te kijken. Bij een van de oude benzinestations langs de weg treffen we waranda’s met schommelstoelen en piepende reclameborden en na een coffee in een nostalgisch kroegje kunnen we de verleiding niet weerstaan enkele souvenirs te kopen. Gevolg is dat ik, Tita, deze stop verlaat met een leren bikersvest (en dat terwijl ik niet eens een motorrijbewijs heb) maar ik denk dat dit vest mij ook wel staat op de fiets. In Kingsman aangekomen besluiten we te stoppen en op de campground kunnen we het een na laatste plekje bemachtigen. Daar deze camping een zwembad en laundry heeft wordt de was gedaan en terwijl we wachten tot deze klaar is weken we ons in het zwembad. Door de koude wind die waait is het deze heated pool van 27 graden alleen lekker als alleen je hoofd boven water steekt. Terwijl Thecla en ik ons hier mee bezig houden maken Dick en Thomas de camper aan zowel de binnen als buitenkant schoon. Eind van de middag ziet de camper er weer blinkend uit en als beloning gaan we lekker uit eten bij een eettentje niet ver van de campground. Het eten smaakt goed maar we eten teveel dus als we teruggelopen zijn naar de campground moeten we eerst nog wat uitbuiken alvorens we ons bedje in kunnen duiken. Erg is dat niet want we hebben veel om over na te praten.
Woensdag staan we bijtijds op. Alhoewel de lucht alweer staalblauw is staat er een straffe koude wind en de camper is de beste plek om te ontbijten. Het landschap waar we doorheen rijden is nog steeds doods en dor en er groeit niets, we rijden langs verlaten huizen, over zoutvlaktes, door de grote verlatenheid en dan kondigen de eerste naar de hemel geheven bomen aan dat we bij Joshua Tree National park zijn. Onze kilometerteller geeft nu 100.000 aan. Na bij het Visitor Center de noodzakelijke stempels te hebben verzameld in ons NP paspoort rijden we naar Jumbo Rock campground waar we onder hoge rotsen een mooi plekje vinden. Alhoewel de wind hard en koud is kunnen we zolang het zonnetje schijnt lekker buiten zitten maar zodra de zon achter de bergen verdwijnt is het alleen in de camper goed toeven. Voordat we naar bed gaan bekijken we nog even de schitterende sterrenhemel met melkweg.
Donderdag 27 october rijden we na het ontbijt naar een parking vanwaar we een prachtige wandeling maken. De Joshua trees blijven ons verbazen met hun als armen naar de hemel uitgestrekte takken. We genieten van de schitterende natuur, de (helaas) net uitgebloeide cacteeen en de op de rotsen staande Bighorn sheep. Gaandeweg de wandeling stijgt de temperatuur naar 25 graden zodat de coffee bij het Visitor Center na afloop van de wandeling goed smaakt. Vervolgens rijden we een stuk de Mohave woestijn in om daar een cactusgarden te bewonderen. Zover we kunnen kijken zien we grote cacteeen staan die niet alleen mooi en hoog maar ook bijzonder stekelig zijn. Tegen 4 uur rijden we terug naar de campground waar we omdat de wind is gaan liggen lekker buiten kunnen zitten. We nemen de dag door, treffen de voorbereidingen voor het avondeten en genieten bij het kampvuurtje wat Thomas inmiddels heeft ontstoken, van de warmte nu de zon is ondergegaan. Uiteindelijk wordt het ondanks de warmte van het vuurtje toch te koud om buiten te blijven en gaan we binnen zitten. Nadat we de route voor de komende dagen hebben doorgesproken genieten we buiten nog van de heldere sterrenhemel waar zo nu en dan een vallende ster te zien is.
Het wordt haast vervelend maar vrijdag 28 october is er opnieuw een staalblauwe lucht en zon met in de ochtend temperaturen van 10 tot 15 graden. Zodra we Joshua uit rijden komen we de bewoonde wereld binnen en al snel rijden we over 10. Een groter contrast is niet mogelijk maar dat heb je als een National Park zich vlak naast Los Angeles vestigt. Alhoewel de weg door een prachtig heuvelachtig landschap slingert verbazen we ons na al die weken rust en stilte over de vele auto’s op de wegen. In Santa Clarita waar het inmiddels 25 graden is doen we boodschappen bij Wal-Mart. Omdat het pas twee uur is blijven we hier niet maar rijden verder naar de Pacific Coast. Helaas is de camping in het Statepark bij het stadje Ventura gesloten vanwege de hoge waterstand maar even verderop zien we veel campers langs de boulevard staan. We rijden ernaar toe en als we ontdekken dat we hier (weliswaar tegen betaling) mogen overnachten zoeken we een plekje. Ondanks het feit dat er helemaal geen voorzieningen zijn is het hier schitterend. En even later zitten we aan de Pacific Ocean en kijken naar voorbij zwemmende dolfijnen en vlak over het water scherende Pellikanen. We raken niet uitgekeken en zelfs de ondergaande zon doet zijn uiterste best om ons dit plekje voor altijd te herinneren.
Zaterdag 29 october zijn we al vroeg op en genieten, net als buurman Squirrel, van het geluid van de brekende golven en de frisse zeelucht, doch uiteindelijk verlaten we dit idyllische plekje om naar Santa Barbara te rijden, een leuk stadje waar we gezellig rond dwalen en niet te vergeten de lange in zee stekende pier oplopen. Het is onvoorstelbaar maar opnieuw hebben we stralend weer met 25 graden en dat terwijl het oosten van de USA gebukt gaat onder de vroeg invallende winter en een dik pak sneeuw.
Rond het middaguur rijden we verder, over hoge bergpassen, langs vele wijngaarden en vinden uiteindelijk een campground in Morro Bay. Alhoewel hier ook State Parks zijn kiezen we voor een campground omdat we weer eens schoon water moeten innemen en grey en black water dumpen. De campground blijkt over een zwembad en spa te beschikken zodat we, nadat de vier wasmachines geladen zijn en draaien, gaan zwemmen, afgewisseld met een warm bubbeltjes bad. In het bubbeltjesbad raken we in gesprek met Adriana en Mike die beiden in de, hier 10 minuten vandaan liggende, gevangenis (met 7000 gedetineerden) werken. Doordat we niet uitgepraat raken over de verschillen tussen de gevangenis systemen van de USA en Nederland, vergeten we de was met als gevolg dat als ik uiteindelijk de was uit de drogers haal, ik te maken krijg met een mopperende Amerikaan die niet snapt dat iemand zijn volledig droge was eindeloos in de droger laat staan. Mijn excuses en uitleg worden gelukkig begrepen en de volgende morgen krijg ik van dezelfde Amerikaan een hug (omhelzing) als hij en zijn vrouw de camping verlaten.Na opnieuw een gezellige avond, voortreffelijk gegrilde steaks, een overmatige portie buitenlucht en warme en koude wisselbaden slapen we als rozen.
Na het ontbijt op zondag 30 october skype ik met tante Ank die vandaag 87 jaar wordt. Zoals altijd in dit land is de verbinding niet echt goed en maar net voldoende om contact te hebben, haar te feliciteren en te vernemen hoe haar verjaarsfeest geweest is. Nadat ook Thecla en Thomas de wifi verbinding benut hebben om het thuisfront te informeren en we nog een nacht hebben betaald lopen we, onder verbaasde blikken van de Amerikanen (na 1953 hebben zij nooit meer iemand deze afstand zien lopen) naar het bijna twee mile verderop liggende stadje Morro Bay. Het is bijna te warm om te wandelen maar als we over de boulevard langs de Pacific slenteren komt er een beetje wind wat de temperatuur prettiger maakt. Het gebrul van de vele op de steiger liggende zeeleeuwen is oorverdovend en we genieten van de vlak boven het water scherende pellikanen. Uiteraard lopen we ook rond in de winkeltjes langs de boulevard en genieten van een ijsje en een lekkere maaltijd op een terrasje aan de haven.
Ongemerkt wordt het laat en pas tegen vijf uur komen we terug bij de campground waar we achter de computer gaan zitten om foto’s uit te laden en stukjes te schrijven, maar ook nog even gezellig praten met Adriana en Mike en hun RV bewonderen. Tengevolge van de overvloedige maaltijd aan de haven hebben we niet meer zo’n behoefte aan een maaltijd en volstaan we ’s avonds om acht uur met een fruithapje, nu ja zeg maar, fruithap.
3 Responses to Onderweg door het Zuidwesten van de USA