Ophalen camper Baltimore

Baltimore – Dundalk Marine – Port of America

28 Maart 2011
Om even voor 9 uur worden we gebeld door Heide, de vrouw van Kurt  die ons zal begeleiden tijdens het afhalen van de camper uit de haven van Baltimore. Zij vertelt ons dat Kurt al vroeg heeft gebeld en de mededeling kreeg dat de camper op de wal stond en afgehaald kon worden.
Dus snel inpakken, uitchecken en met de huurauto naar het kantoor van Pride International die al het papierwerk heeft geregeld.
Daar aangekomen treffen we Kurt, die mij verteld dat hij gehoord heeft dat de camper afgehaald kan worden, Pride echter heeft nog geen OK gekregen, we gaan dus na het tekenen van een aantal papieren en het regelen van de betaling op weg naar Dundalk Marine.

Dat wil zeggen, ik ga met Kurt naar de haven en Tita blijft, geheel tegen haar zin, achter in de huurauto op het parkeerterrein. Alleen diegene die op het kentekenbewijs staat vermeld als de eigenaar mag mee op het haventerrein, niets anders dus dan in Antwerpen.
Bij de ingang wordt eerst telefonisch een security card voor mij aangevraagd en vervolgens kunnen we doorrijden naar de volgende slagboom waar mijn rijbewijs en de security card worden gecontroleerd. De begeleiders hebben een zgn. TWIC escort license en nadat ook hun cards zijn gecontroleerd kunnen we doorrijden naar de plaats waar de  zou moeten staan. De eerste blik was niet erg hoopgevend, onze camper was niet te zien, de Atlantic Concert lag nog steeds aan de kade en men was nog druk bezig met uitladen van containers.

Dan eerst maar het kantoor in om te vragen of de camper werkelijk gelost is.
Ook daar heeft men geen antwoord, men denkt van wel maar in tegenstelling tot in Antwerpen liggen de sleutels niet in het kantoor maar gewoon op de stoel van de bestuurder.
Dan maar naar buiten om zelf te kijken of de camper er toch staat. Na een paar campers voorbij te zijn gewandeld komt inderdaad, verscholen achter een paar echte Amerikaanse campers de Frankia tevoorschijn, ook de sleutels liggen op de stoel, dus niets hoeft ons tegen te houden om de camper in ontvangst te nemen.  Terug nu naar het kantoor, doorgeven dat de camper er staat en vervolgens weer naar de camper  en wachten tot iemand van de haven autoriteiten komt met de inmiddels in het kantoor afgegeven papieren. Tijdens de inspectie van de camper  komt enkele minuten later iemand met de papieren en na een handtekening voor ontvangst gezet te hebben kan ik wegrijden met de camper.

Bij de poort nog even een paar papieren en de inmiddels 2 x afgestempelde security card afgeven en 50 minuten na het vertrek bij Tita vandaan kom ik aanrijden met de camper en kan de reis in Amerika beginnen.
Nog even afscheid nemen van Kurt en de betaling van de begeleiding afhandelen en vervolgens op weg naar de dichtstbijzijnde pomp waar diesel te koop is om de nagenoeg lege tank (mocht tijdens de bootreis niet meer dan ¼ vol zijn) zodanig te vullen dat we voorlopig even kunnen rijden. In Amerika betaalt men altijd vooraf zodat het lastig is om vol te tanken en dus tanken voor $ 60,– wat betekent dat we bijna 16 gallon (ca. 60 liter) krijgen.
Vervolgens op weg om de huurauto naar Baltimore/Washington  International Airport (BWI)  af te leveren en vandaar nog even langs de Safeway supermarket om nog wat inkopen te doen om vervolgens rond 16:00 uur ’s middags aan te komen op de camping van Greenbelt National Park.
Het uitpakken van de dozen en inruimen van de camper  kan een aanvang nemen en de eerste nacht in de camper op Amerikaanse bodem ligt voor ons.    

Onze eerste week op Amerikaanse bodem met de camper.
Allereerst gaat Dick het fietsenrek en de twee fietsen weghalen die de toegang tot de gehele camper blokkeren. Pas daarna is het mogelijk om bij de kastjes te komen.
 Het kost beduidend meer tijd om alle verhuisdozen uit te pakken dan ik (Tita) gedacht heb. Gelukkig is het stralend weer, alhoewel de temperatuur niet boven de 14 graden uitkomt. Maar alles kunnen we buiten neerzetten en uitzoeken. Na 3 uur bezig geweest te zijn, het is inmiddels 20.00 uur en al donker, heb ik pas 4 verhuisdozen uitgepakt en een plekje gegeven in de kastjes. Gelukkig is er voor alles een plekje dus daar hoeven we niet over in te zitten. We stoppen ermee, drinken een glaasje lightbeer en gaan, na al onze uitgaven tot op heden, op een rijtje gezet te hebben, lekker slapen. Het is enorm rustig in het National Park en we slapen dan ook als rozen.

De volgende morgen, het is inmiddels dinsdag 29 maart, gaan we door met uitpakken van alle dozen en andere spullen om ze een vast plekje te geven. Het is heerlijk dat het opnieuw prachtig weer is zodat we alles buiten de camper kunnen neerzetten en al gauw is er rond de camper een uitstalling van allerlei spullen. Rond 3 uur stoppen we ermee. Veel is nu ingepakt op de plek waar het komend jaar zal liggen en we gaan een stukje fietsen. Het weer is zo mooi. De omgeving is zeer heuvelachtig en we prijzen ons gelukkig met onze vele versnellingen op de Koga’s. Gelukkig hebben we naast beklimmingen ook lange afdalingen zodat we zo nu en dan even kunnen uitrusten. ‘s Avonds schuiven we aan bij het kampvuur van oud Nederlanders die al jaren in Canada wonen en van hen krijgen we veel reistips.
Het is eigenlijk wel raar alleen in het Engels te praten met mensen die oorspronkelijk uit Eindhoven komen, maar ach het went, we spreken alleen nog maar Engels en de conversatie verloopt eigenlijk moeiteloos.

Woensdag 30 maart is het bewolkt (maar droog) en we besluiten verder te trekken. Ons reisdoel in Amish country. We willen graag zien hoe de Mennonieten hier leven, zonder auto’s en zich voortbewegend met koetsjes. We hebben inmiddels ontdekt dat de hakuna als we voor de kortste weg kiezen, de leukste wegen aangeeft en dus hebben we die modus ingezet. Eerst voert de weg dwars door de stad Baltimore, die vlak bij de haven prachtig gerestaureerd is. Als je daar even buiten bent zie je echter alleen maar afbraakbuurten.
70% van de bevolking is arm en zwart en dat zie je terug in het straatbeeld. Direkt buiten Baltimore verandert het landschap drastisch. Opeens zitten we op het platteland en telkens is het of je in een film op de TV rijdt. Alles wat je op de TV ziet over Amerika klopt. Ook blijkt dat niemand, maar dan ook niemand zich iets aantrekt van de verkeersregels, doorgetrokken strepen zijn er juist om overheen te rijden en snelheidsregels worden niet gevolgd, nu is dat ook regelmatig heel lastig door het geaccidenteerde terrein. De hellingen zijn vaak zo steil dat het echt niet lukt de snelheid vast te houden. Ben erg blij dat Patrick uit voorzorg toch nog maar nieuwe remblokken in de camper heeft gezet.
In de middag komen we aan in Lancaster, het centrum van de Amish maar wat we zien, geen koetsjes alleen een boer die zijn terrein ploegt middels een paardenkar. We zoeken een overnachtings plekje en omdat iedereen ons heeft verzekerd dat we echt op het terrein van een Walmart supermarkt mogen overnachten besluiten we daarheen te rijden. En ja hoor we worden door de security officer naar een plekje op het giga parkeerterrein geloodst en kunnen daar blijven staan. Veiliger kan eigenlijk niet. De gehele nacht rijdt er security rond en er zijn overal bewakingscamera’s. Al snel voegt zich een tweede camper bij ons en we staan goed alhoewel het wel een lawaaierig stekje is slapen we toch redelijk goed. Het is ook handig want ’s ochtends kun je direct boodschappen doen. En ja hoor, als het donker geworden is zien we ons eerste Amish koetsje voorbij komen. Helaas kunnen we geen foto maken. De volgende, goed hoorbaar aan het hoefgetrappel komt ’s ochtends erg vroeg langs, ook als het nog donker is. Maar we hebben een Amish gezien.

‘s Morgens, het is inmiddels donderdag 31 maart rijden we weer verder. Het weer is niet echt mooi, ’s avonds regent het en overdag is het zwaar bewolkt. We besluiten verder noordwaarts te trekken. Als we door het plaatsje Bethlehem rijden bespeuren we een bibliotheek waar in ieder geval internet is. Helaas een uur proberen en we zijn nog geen stap verder. Het inchecken lukt niet en ook de telefoon van Dick, weigert bij de herhaling een paswoord om ons toegang te geven tot het internet. Dus geen verhaal en geen mail checken. We gaan daarom maar door het stadje Bethlehem lopen wat prachtige oude gebouwen heeft. Zo’n 20 mile verder is ook een Walmart en we besluiten daar te gaan staan voor de nacht. Helaas… dit is één van de Walmarts waar het verboden is te overnachten dus snel op zoek een andere Walmart in de buurt, die toch nog 20 mile verder ligt maar die uiteindelijk een prachtige overnachtings plaats biedt, weer in het zicht van de bewakingscamera’s, dus waar vinden we een veiliger overnachtingsplek. Vrijdag 1 april besluiten we naar New York door te rijden. In New York is het slecht rijden met een camper en daarbij komt dat je geen tunnels en niet alle bruggen over mag rijden met een camper dus in de City kunnen we niet komen. Maar aan de overkant van Manhattan ligt Jersey city en daar is een RV (in Amerika heet een camper een RV) campingplaats met uitzicht op het Vrijheidsbeeld. Het sneeuwt de gehele dag bijna  en de sneeuw blijft ook liggen totdat we in Jersey zijn, dan wordt het droog en zodra we de camper op zijn plekje hebben gezet en in de verte het Vrijheidsbeeld hebben bewonderd gaan we een stuk lopen uiteraard naar de aanlegplek van de ferry naar het Vrijheidsbeeld. Helaas als we daar aankomen is de laatste ferry van de dag al weg en ons rest niets anders dan het bewonderen van de skyline van New York. Morgen gaan we de Big Apple zelf verkennen.
Op de camping lezen we op één van de campers het “heugelijke” nieuws dat 21mei 2011 het einde van de wereld is dus of we nog heel ver komen in dit onmetelijke land?
Nu in ieder geval is het avond en we kijken vol bewondering naar de vele lichtjes in de vele wolkenkrabbers die onze camper begrenzen en denken toch nog maar niet de 21-ste mei.

Even eronder staat immers dat er nog redding is, dat geldt dan vast en zeker ook voor ons.

Dit bericht is geplaatst in USA en CANADA 2011-2012. Bookmark de permalink.

3 Responses to Ophalen camper Baltimore