De opmerking van mijn (oud) collega Theo om toch eens een aantal geraniums te kopen hebben niet echt geholpen: zaterdag 2 februari pakken we opnieuw onze T-shirts, korte broeken, ondergoed en toilet artikelen in een tas want morgen vliegen we weer naar Azië. Ditmaal hebben we de rugzak verwisseld voor een tas van gelijke grootte zodat we onze kleding niet hoeven te dragen maar achter ons aan kunnen rollen. Op bepaalde momenten is dat wel zo aangenaam. Het eerste deel van de reis zullen we met zijn vieren zijn, Hugo en Rieta gaan ons wegbrengen en we hopen in die tijd leuke dingen te beleven.Na zaterdag nog even bij tante Ank te zijn geweest en bij thuiskomst de laatste wassen te hebben gedraaid eten we (voorlopig) voor de laatste maal thuis en na een paar spannende CSI’s en Criminal Minds duiken we ons bed in. Niet voor heel lang want altijd als we op reis gaan wekt een interne klok mij, veel te vroeg volgens Dick maar we hebben nu wel de tijd het huis goed achter te laten.
Nog voor de afgesproken tijd arriveert Leo en niet veel later ook Rieta en Hugo. Na alle bagage in de Lucky bus te hebben gezet start Leo de motor en kan de reis beginnen. Het is erg stil op de weg dus veel te vroeg arriveren we bij de vertrekhal. Maar we hebben geluk, er is weliswaar een rij maar we hoeven niet te wachten met inchecken. Ondanks het feit dat we geen boardingpassen hebben (er ging iets fout met de computer of ik deed iets verkeerd) zijn we wel ingechecked en kunnen dus als eersten in een andere rij gaan staan, nu ja naar de incheck mevrouw lopen. Snel hebben we de boardingpassen en ontdekken dat we ruim binnen de bagage limiet zitten met elk een 11 kilo zware tas. Nu is het alleen nog wachten op het vertrek van ons vliegtuig. Lang duurt dat niet want gezellig kletsen en een lekkere kop koffie van Starbucks doen wonderen om de wachttijd te bekorten. Het vliegtuig van Malaysia Airlines zit bomvol zodat we niet met zijn vieren bij elkaar zitten. Als gevolg van de drukte moeten we het doen met de middenrij. Gelukkig heb ik rustige buren die ook nog eens een normaal formaat hebben zodat we de reis goed doorstaan. Veel slapen is er niet bij. De films waar we tussen kunnen kiezen zijn te spannend om niet te kijken, dus tamelijk onuitgeslapen stap ik de volgende morgen om 6.20 uur in Kuala Lumpur uit het vliegtuig. Een lekkere kop sterke Malaise koffie doet echter wonderen en verkwikt wachten we op het volgende vliegtuig dat ons naar Bangkok zal brengen. Door de felgele overzakken zien we dat onze bagage wordt ingeladen en even later kunnen wij ook instappen. Opnieuw een overladen vliegtuig waar we alle vier een plekje hebben naast het raam. Gelukkig hangen niet overal dikke wolken zodat we de gelegenheid hebben stukken van de kustlijn te bekijken. Wel missen we redelijk wat van de vlucht maar dat is meer te wijten aan het dichtvallen van mijn ogen dan aan de bewolking. Uiteindelijk zetten we om 9.10 uur voet op Thaise bodem, wringen ons door de lange rij wachtenden voor de douane en met een geldige verblijfs vergunning voor 2 maanden voor ons en 1 maand voor Rieta en Hugo stappen we even later in de Rail link, de treinverbinding naar de city.
Vandaar is het nog een kort stukje naar de Soi Kasem San 1 waar enkele guesthouses zijn. De reservering die ik 6 weken geleden heb gedaan is verdwenen dus in eerste instantie kunnen we slechts 1 kamer krijgen. Terwijl Rieta en ik in een paar andere guesthouses in dezelfde straat op jacht gaan naar een tweede kamer blijven Dick en Hugo bij de bagage. De jacht is niet echt succesvol en als even later blijkt dat er toch nog een kamer beschikbaar is in White Lodge nemen we die. We nemen op de koop toe dat deze binnenkamer erg donker is en zich tegenover de lobby en het ernaast liggende terras bevindt. We leggen de bagage op de kamer, douchen ons om het vuil van de beide reisdagen te poetsen en stappen dan de hitte van Bangkok in. Want warm is het hier. Doordat het niet zo lang geleden is dat wij hier waren is de schok wat minder groot dan de vorige keer maar het blijft toch wel warm met 38 graden. We lopen wat door de grote warenhuizen aan de overzijde van de straat, genieten van de koelte, bekijken naar verschillende kunstvoorwerpen die in één van de gerenoveerde Siam winkels staan opgesteld, drinken wat en eten in de foodmall een Moss Burger die geent is op de de Japanese keuken.
De tijd vliegt en voor we er erg in hebben is het vier uur, dus zaak om ons naar de massage te begeven. Terwijl Hugo direct in de olie gezet kan worden en Rieta zich even later kan neer vleien op de matras moeten wij nog enkele minuten wachten voor we aan de beurt zijn om gekneed te worden. Omdat ik aangeef dat ik geen bezwaar heb dat de massage “firm” is, wordt ik gepijnigd. Maar ik voel tenminste wel dat er aan mijn body gewerkt wordt. Bij Dick is de massage duidelijk minder hardhandig en na zo’n 20 minuten luisteren we (de twee masseurs en ik) vol ongeloof naar een volle en rustige uitblaastoon, Dick is in diepe slaap. Door ons gegiegel wordt hij wel wakker en nadat hij verzekerd heeft niet geslapen te hebben wordt de massage voortgezet. Dat we moe zijn blijkt wel uit het telkens weer wegdommelen. Zelfs ik moet er op een zeker moment aan geloven en val ondanks de toch wel hardhandige aanpak ook in slaap. Verkwikt en gekneusd zitten we een uurtje later aan de gezoette thee. Nadat ook Hugo glimmend terug is gekeerd van de oliemassage lopen we naar het terrasje van ons guesthouse, White Lodge. Het bier wat aangerukt wordt vanuit de 7-Eleven smaakt prima. Niets is beter dan gezellig samen te genieten van de invallende duisternis en de koelte die deze met zich meebrengt.
Helaas gaat het naburige restaurantje Pisces niet open dus zoeken we voor de avondmaaltijd een ander onderkomen. Muang Phol Mansion, aan het begin van de straat blijkt heerlijk eten te hebben waar we van smullen. Voor we ons naar White Lodge begeven halen we bij de 7-Eleven nog wat water en ice coffee. Het tijdsverschil van 6 uur met Nederland en de lange vermoeiende reis laten zich nu wel gelden dus liggen we een kwartier later in bed. Ik merk niet meer dat mijn hoofd het kussen raakt.
Dinsdag 5 februari gaat de wekker pas om zeven uur. Doordat onze kamer niet alleen helemaal ingebouwd is maar ook nog aan het terras grenst is het niet altijd aangenaam toeven. Als derhalve blijkt dat er elders in het gebouw een kamer vrijkomt, die ook nog erg licht is , verhuizen we snel onze tassen daar naartoe. In A-One Inn, een guesthouse schuin tegenover ons, maken we gebruik van het ontbijtbuffet. Er is eten voor iedere smaak en ook nog in ruime mate, zodat we met een vol buikje een nieuwe dag kunnen starten. Na de boeking van een trip naar de drijvende market zetten we koers naar de Chao Praya rivier, de levensader van Bangkok. Het blijft een feest om over deze machtige rivier te varen. Naast vele ferry boten die de verschillende pieren in Bangkok van noord naar zuid aandoen, schieten smalle boten met langstaart propeller motoren onder oorverdovend lawaai voorbij de vele slepen.
Nietig aandoende slepertjes trekken kolossale vierkante zwaar gevulde bakken zand voort, middels een touw bevestigd aan een op dit slepertje bevestigde haak. Het is een imposant gezicht deze gevaarten voorbij te zien trekken. Alhoewel onze bestemming slechts 10 aanlegsteigers verderop ligt, bevalt dit leven op en aan de rivier ons zo dat we gewoon tot aan het eindpunt meevaren. In Nonthaburi aangekomen, Tha 30, stappen we uit om een nabij liggend marktje te verkennen en tegelijkertijd te genieten van een vers geperste jus d’orange. Vervolgens gaan we aan boord van een inmiddels nieuw gearriveerde ferry. Nu stappen we wel uit bij Tha Tien (pier 10) waar Wat Pho vlakbij ligt. Natuurlijk moeten we deze beroemde tempel van Bangkok met zijn reclining Buddha (liggende boeddha) bekijken. Deze is 46 meter lang en 15 meter hoog dus torent zich boven de langslopende bezoekers uit. Rieta mag dankzij haar hemdje een zweterige groene mantel aan en is blij als we de tempel weer verlaten. Uiteraard zijn ook de vele stupa’s en beelden op het tempel complex bewonderingswaardig. Lang staan we stil bij de vele zittende en staande Buddha’s die langs de muren van de tempels opgesteld staan. Ondanks de veelheid ontdekken we toch wel kleine verschillen. Het slenteren over het terrein van de Wat (tempel) en de frisse lucht op het water omgeven door uitlaatgassen maken een mens hongerig zodat we een tegenover de Wat liggend restaurantje in duiken. We eten er een heerlijke Pad Thai en vullen ons vochtgehalte aan. Tegenover Wat Pho bevindt zich Wat Arun, de tempel van de dageraad. Een kleine ferry brengt ons naar de overkant en even later lopen we door een andere tempel. Hier hangen ook vele monniken rond waarvan er een ontdekt dat hij en Hugo “same same” zijn. Ik heb het nu over de wat grotere omvang van de buikstreek. Na veel handgebaren en gelach nemen we afscheid van elkaar en betreden we het terrein van de echte Wat Arun. De tempel onderscheidt zich van andere tempels door de overal in de muren bevestigde stukken aardewerk en geglazuurde keramiek tegeltjes. Maar er is ook een enorm steile trap die naar drie omlopen leidt. Terwijl Dick, Rieta en Hugo naar omloop twee klimmen klim ik door naar omloop drie, vanwaar ik een prachtig gezicht heb op Bangkok en de Chao Praya River. Maar na enige rondkijken moet ik weer naar beneden en dat valt niet mee. Kijkend in een diep gat onder mij zie ik Dick. Alhoewel het doodeng is, zeker de eerste paar stappen, lukt het me toch zijwaarts met beide handen aan de leuning, naar beneden te klimmen en niet veel later sta ik gelukkig weer veilig aan de grond. Even wachten bij de pier en dan staan we alweer aan de overkant van de rivier vanwaar een toeristenboot ons het laatste stukje over de rivier vaart en we na een korte rit met de BTS (Bangkok Transport System) trein weer bij ons guesthouse arriveren. Terwijl Rieta, Hugo en Dick een massage pakken installeer ik me op het terrasje en ga eindelijk eens wat schrijven voor de website. Ik loop hopeloos achter. Veel komt er echter niet van schrijven op een terrasje zittend aan een straatje met veel lokaal verkeer en een diversiteit van mensen. Als iedereen terug is van de massage praten we nog lekker bij, heffen, bij gebrek aan een glas, de fles op de gezellige dag, begeven ons opnieuw naar Muang Phol om smakelijk te eten. Al voor negenen vinden we de weg naar ons bedje.
Woensdag gaat de wekker al om half zes en ontwakend uit een coma staan we op. De diepe slaap wordt ongetwijfeld veroorzaakt door de indringende warmte. Vannacht hadden we daar niet zo’n last van omdat de airco maar bleef blazen en wij zo snel de uitknop niet konden ontdekken. Vandaag blijkt dat deze er ook niet is en alleen middels het omzetten van de hoofdschakelaar krijgen we weer warmte tot ons. Gisteren is afgesproken dat we om kwart over zes al kunnen ontbijten. Als we iets tevoren in A-One Inn aankomen blijkt de ochtendploeg hier geen weet van te hebben dus met een stuurs gezicht worden we toegelaten tot het ontbijtbuffet wat nog in wording is. Gaande de maaltijd arriveren alle ingrediënten op tafel, zodat we toch een super ontbijt hebben. Nadat we geld hebben overhandigd voor ons buffet krijgen we uiteindelijk toch een big smile. Voor de echte reis kan beginnen Ruim op tijd arriveren we weer bij ons guesthouse, we moeten zelfs nog zo’n 20 minuten wachten voor de commuter (13-persoons busje) arriveert om ons naar Damnoen Saduak, de drijvende market te brengen. Daarna moeten we eerst nog wat in de stad verspreidde hotels af om andere gasten op te halen maar na zo’n anderhalf uur rondrijden, stilstaan in het verkeer en wachten totdat andere gasten zich melden, zit de bus vol en kunnen we op weg. De bestemming ligt op 110 km van Bangkok en omdat we veel tijd hebben verspeeld met wachten en verkeersopstoppingen zet de chauffeur, zodra dat mogelijk is, er de sokken in. Vlakbij de market worden we bij een Klong gedropt, en ons wacht een boottocht met een longtail speedboot door de smalle kanalen die de drijvende market omgeven waarbij de zijkant van mijn shirt drijfnat wordt als gevolg van het hoog opspattende water. De tocht is minder lang dan verwacht en al snel stappen we naast de drijvende market uit. Het is een drukte van belang, busladingen toeristen zijn hier gedropt die vervolgens allemaal in een bootje stappen om over het water langs de marktkramen te varen. Mij wordt dit een beetje te veel dus terwijl Rieta en Hugo plaatsnemen in een bootje lopen wij langs het water om het gekrioel op het water te bekijken. Van de gids hebben we vernomen dat we na iets meer dan een uur weer terug moeten zijn omdat één van de reizigers een olifantentochtje wil maken. Woedend reageer ik naar de gids dat dat haar probleem is. Wij hebben geboekt voor een ochtendje drijvende markt en wensen niet te wachten op een olifantenfarm. Verschrikt draait gids Noht bij, we mogen tot 11 uur blijven en later wordt dat zelfs verlengd tot half 12. Dat geeft ons de gelegenheid om op ons gemakje de markt te verkennen en (als Hugo en Rieta terug zijn van hun boottochtje) springrolls en mango met sticky rice te nuttigen, beroemde gerechten uit de Thaise keuken.
Uiteindelijk arriveren we rond half 12 bij het ontmoetingspunt. Geen gids Noht te bekennen, wel een chauffeur die op zoek is naar 4 gasten en ons uitnodigt plaats te nemen in zijn busje. Wegens plaatsgebrek neem ik tussen de chauffeur en later instappende gids plaats die direct te keer gaat tegen de chauffeur over mijn aanwezigheid. Wij horen niet bij haar en moeten direct het voertuig verlaten. Onder protest stappen we uit en terwijl we in een heftige woordenwisseling verzeild raken met deze gids komt onze eigen gids Noht aangelopen, ook verwijten uittend omdat we ons niet op de afgesproken plaats bevinden. Uiteindelijk nemen we plaats in het goede busje en rijdt iedereen naar een handicraft centre waar toeristen gelokt worden om iets te kopen. Gelukkig is daar voor ons geen tijd meer voor, de terugreis naar Bangkok moet beginnen. Het kost echter nog enige tijd en veel geschuif onder de passagiers voordat een ieder in de juiste commuter is gehesen en de terugweg echt kan beginnen. Als we tegen drieën, na dik twee uur in de file te hebben gestaan en verschillende passagiers hebben afgeleverd bij hun hotels, uiteindelijk bij de zijstraat arriveren waar ons guesthouse staat stappen we snel uit. Ik weet nu weer waarom ik een weerstand tegen georganiseerde tours heb. Het zal weer enige tijd duren alvorens ik weer deelneem aan zo’n tripje. Helaas blijkt dat bij Hugo wat bacteriën zijn meegelift zodat hij de rest van de dag en middag is uitgeteld en de kamer niet meer verlaat. Hetzelfde speelt bij Rieta die ’s avonds ook merkt dat onwelkome gasten haar spijsvertering in de war schoppen. Gevolg is dat alleen Dick en ik nog even de Thai Boxing match bezoeken die voor de grote winkelketen MBK wordt gehouden. We weten goede plaatsen te bemachtigen en genieten van de spannende wedstrijd. Uiteindelijk blijkt de vermoeidheid toch wel parten te spelen en liggen wij ook bijtijds in bed.
Donderdag 7 februari gaat de wekker om 5 uur. We nemen vandaag het boemeltreintje naar Kanchanaburi en willen voor de echte traffic jam ontstaat op weg. Als we voor zessen allemaal voor het guesthouse staan blijkt de gezondheidstoestand van met name Hugo nog niet echt verbeterd. Even later nemen we derhalve het wijze besluit om ons niet bij het treinstation van Thonburi te laten afzetten maar de taxi door te laten rijden naar Kanchana Buri. Het verschil in kosten is niet onoverkomelijk en zo zitten we even later, ingeklemd tussen de bagage, in de taxi naar ons nieuwe guesthouse. De tocht gaat aanzienlijk sneller dan met de boemeltrein en nog voor 8 uur staan we bij Pong Penh. Ook wel dankzij het feit dat we vanaf de oorlogsbegraafplaats onze chauffeur de weg kunnen wijzen. Er is al een kamer met uitzicht op het zwembad waar Hugo en Rieta hun intrek innemen en wij nestelen ons, na het lekkere ontbijtje, op de bankjes die dit gezellige guesthouse omringen.
Terwijl Rieta en Hugo bijkomen van de mee-liftende bacteriën maken wij tijd vrij om onze administratie op orde te brengen en de uitgaven op een rijtje te zetten. Tegen 12 uur is er ook voor ons tweeën een kamer vrijgekomen naast het zwembad. En kunnen we onze tassen daar neerzetten. We eten een klein hapje en tegen drieën lopen we met zijn vieren naar de Bridge over the River Kwai. Weliswaar is de oorspronkelijke brug door bombardementen vernietigd, de fundamenten aan weerszijden van de brug zijn wel oorspronkelijk. We hebben het geluk dat er net een trein de brug over komt zodat we zien hoe smal deze eigenlijk is. Alleen dankzij enkele uitwijk plateau’s lukt het om samen met de trein op de brug te zijn. Natuurlijk lopen we net als honderden andere toeristen over de brug en na afloop koop ik een mooi T-shirt als herinnering. Het is wel erg warm, het loopt tegen de 39 graden en dus smaakt de verfrissende ice-thee en ice-coffee erg goed. Omdat we geen zin hebben om ook terug te lopen nemen we na wat afdingen een Saeng Thaew terug, een vrachtwagentje met overdekte laadbak waarin zich bankjes bevinden. We zijn net op tijd terug in het guesthouse om de zonsondergang te bewonderen vanuit het zwembad. Met de nu heersende temperaturen is een zwembad best wel lekker alhoewel het water enigszins vettig aanvoelt. Volgens Dick is dit het gevolg van een veranderende schoonmaak methode, ozonisatie in plaats van chloor en het veelvuldig gebruik van vettige middelen tegen verbranding. Mijn voorkeur heeft dit niet. Terwijl Dick de foto’s uitlaadt die inmiddels geschoten zijn houdt ik me bezig met de administratie. De duisternis valt snel in en al snel is het tijd om een lekker hapje te eten. Het guesthouse heeft een goede keuken dus ver hoeven we daar niet voor te lopen. Het eten blijkt bij Hugo nog niet goed te kunnen nestelen dus nog voor het natafelen verdwijnt hij naar de kamer. Wij genieten nog enige tijd van de tropennacht en skypen met Thecla. Om half tien is het ook voor ons ook bedtijd en worden we door een diepe slaap overmand.
Alhoewel de wekker vrijdag 8 februari op half zeven staat besluit onze GPS om 6 uur al een doordringend gekrijs te laten horen waardoor we rechtop in bed zitten. Hoe dat kan is nog steeds een raadsel maar het maakt wel dat ik niet echt meer slaap en veel te vroeg naast mij bed sta. Heb nu wel genoeg tijd om en de tassen te pakken (verhuizen vandaag naar een andere kamer) en de vuile kleding te verzamelen en af te geven. Na een eenvoudig ontbijt lopen we het straatje uit en vinden een brommer-motor met eraan bevestigd een bakje met bankjes waar we tot onze verrassing alle vier in kunnen plaatsnemen. Redelijk comfortabel worden we naar het busstation vervoerd waar we zeer bijtijds arriveren. Onze bus naar de Erawan watervallen blijkt pas over 45 minuten te vertrekken. Heel erg is dat niet want kijken naar de mensen op dit levendige busstation is geen straf en wil je een zitplaats hebben moet je ook bijtijds plaatsnemen in de hier al staande bus.
Uiteindelijk vertrekken we 15 minuten na de in het busschema vermelde tijd maar dat komt wel vaker voor in Azië. Tijdens enkele stops langs de weg stappen steeds meer mensen in de bus waardoor deze bijna uit zijn voegen barst en de snelheid wat lager komt te liggen zeker als er halverwege het parkoers steeds meer hellingen komen.
Maar na 1 ½ uur rijden arriveren we dan toch echt bij de Erawan watervallen en beladen met flesjes water beginnen we aan de klim naar de zeven boven elkaar liggende watervallen. We zijn bij een populaire bestemming van toeristen in Kanchanaburi dus klimmen we niet alleen naar boven maar samen met vele anderen waarvan de meesten, gelet op taal en gedrag, uit Russisch sprekende gebieden afkomstig zijn. Telkens als we bij een waterval arriveren blijven er groepjes mensen achter die daar de rest van de tijd verkoeling vinden in de poeltjes onder de “falls” zodat het hoe hoger we klimmen steeds hoe stiller het wordt.
Bij waterval 5 blijven Hugo en Rieta achter. Hun energieniveau staat doordat met name Hugo de afgelopen dagen weinig tot niets heeft binnengehouden op een laag pitje. Dick en ik klimmen wel door naar de laatste twee watervallen. Boven aangekomen blijkt de hitte van de afgelopen anderhalve maand delen van deze hoogste waterval te hebben opgedroogd zodat we verder kunnen komen dan toen we hier in November waren. Net als destijds trek ik mijn bikini aan om door de rivier naar de overkant van de waterval te lopen en te kijken of zich hier de tot op heden niet ontdekte cache bevindt. Al snel blijkt dat we ons toch op de verkeerde plek bevinden en op aanwijzingen van Dick zoek ik voorzichtig mijn weg over de gladde stukken rots in het stromende water.
Rustig klimmen we weer over dit veel steilere stuk weg terug naar de 5e waterval waar we Rieta en Hugo weer treffen. Hugo blijkt genoten te hebben van de overal aan zijn lijf knabbelende vissen, een reden voor Rieta om zich toch maar niet geheel in het water te begeven. Gezamenlijk lopen we het soms zeer steile pad weer naar beneden en rond drie uur arriveren we weer bij de parking waar we heerlijk wat fried rice eten en net op tijd een plekje weten te bemachtigen in de laatste bus die om vier uur vertrekt. Als we anderhalf uur later op de plek arriveren waar zich vlakbij ons guesthouse bevindt stappen we uit en lopen het laatste stukje terug. Doordat de temperatuur nog steeds rond de 38 graden aangeeft is het heerlijk om even later in het zwembad voor onze kamer te liggen. Lekker opgefrist ga ik tot aan het avondeten achter de computer zitten, skypen met tante Ank en schrijven voor de website.
9 Responses to Thailand week 1, februari 2013