Thailand Bangkok – Kanchanaburi

Van een luid ratelende wekker schrikken we zaterdag 9 februari wakker. Na ons gedouched te hebben moet Hugo een gevecht leveren met een leger van honderden minuscule miertjes die enkele koekkruimels en Mentos snoepjes hebben ontdekt in de bagage. Gelukkig beschikt ons guesthouse over een spuitbus. Terwijl Hugo in de aanval gaat komt iedereen aanlopen vanwege het oorverdovende lawaai afkomstig van ontsnappende gassen. Niet alleen mieren maar ook mensen wordt het onmogelijk gemaakt nog langer in de kamer te vertoeven zodat het goed is dat we nu eerst gaan ontbijten. Tijdens het ontbijt horen we geknal van rotjes, terwijl langs de toegangsweg tot het guesthouse overal brandende wierookstokjes worden neergezet. De Dragon zegt vaarwel en het Chinese jaar van de Slang begint. Terwijl we naar vervoer zoeken zien we overal om ons heen uitbundig gedekte tafels met offerandes staan. Lang hoeven we niet te wachten want er verschijnt een motor-tuktuk die ons naar het busstation kan brengen. We hebben pech, de bus naar Hellfire Pass is klaarblijkelijk al vertrokken en voor de tweede maal in twee dagen wachten we op een bus. Als er een half uur later nog steeds geen bus opdaagt en in het bus station evenmin bekend is wanneer de volgende bus arriveert, nemen we het aanbod van een chauffeur aan om ons per taxi naar de Hellfire Pass te brengen. Gelukkig blijkt het geen echte taxi te zijn maar een song-thaew, een open vrachtwagentje waar we met zijn vieren ruimschoots plaats hebben. Niet echt onbelangrijk als de afstand zeker 85 km is. Door de bewolking is het broeierig en zelfs de rijwind voelt heet aan. Toch is het heerlijk achter op dit vrachtwagentje te zitten en naar de aan de weg liggende huisjes en bewerkte akkers te kijken.

Hellfire Pass

Hellfire Pass

Rond het middaguur arriveren we bij de Hellfire Pass. Zo wordt dit door krijgsgevangenen in de rotswanden uitgehakte traject van de Birma spoorlijn genoemd. Vooral ’s avonds en ’s nachts bij het flakkerende licht van de fakkels leken de uitgehongerde gezichten en lijven van de hier te werk gestelde Prisoners Of War op taferelen uit Dante’s Inferno.

We lopen in de broeiende hitte, het is warmer dan 40 graden, een deel van het traject van de Birma spoorlijn. Dankzij het feit dat de meeste toeristen hier met een tour komen en nu al op weg zijn naar een andere bestemming, lopen we praktisch alleen op dit traject wat het des te indrukwekkender maakt. Omdat het te warm is en een deel van het traject wegens instortingsgevaar gesloten is gaan we op een bepaald moment terug en beginnen aan de uiterst steile klim omhoog.
Er wordt nu heel wat gevraagd van onze conditie.Uiteindelijk arriveren we bezweet op de top waar we eerst alle vier een flesje water achterover slaan. Ik had natuurlijk niet voldoende water meegesleept op dit zware en warme wandeltraject. Als we geen druppel meer kunnen drinken lopen we terug naar onze song-thaew, waar even later onze chauffeur die heerlijk in het gras lag te soezen ook verschijnt. Ondanks aandringen van onze chauffeur willen we geen olifanten- of waterval stop maken maar rechtstreeks terug naar Kanchanaburi. Na afgerekend te hebben met onze chauffeur lopen we van het busstation terug. Omdat Hugo nog steeds te kampen heeft met mee liftende indringers stoppen we bij een arts die hem na een consult en temperaturen van de nodige pillen en poeders voorziet.

 
War Memorial
War Memorial

Ondanks het feit dat we als gevolg van de doordringende hitte niet echt hard lopen zijn we toch al snel bij het indrukwekkende oorlogskerkhof van Kanchanaburi waar de doden van de Birma spoorlijn begraven liggen. Hier vandaan  is het niet ver meer naar Pong Penh waar we lekker in het zwembad duiken om af te koelen. Uiteraard wordt er ook geschreven aan de website, foto’s uitgeladen, mail bekeken en geskyped en dat alles onder de steeds roder wordende zon die uiteindelijk als  rode bal achter de horizon verdwijnt. We begroeten de nachtelijke koelte, nu ja koelte, het is nog steeds 38 graden maar na de verstikkende hitte van vandaag wordt het steeds aangenamer om buiten te vertoeven. Ook na het lekkere eten bij ons guesthouse zitten we nog lange tijd buiten gezellig te praten.
We hebben besloten morgen niet naar Ayutthaya te gaan maar de komende twee dagen nog hier te blijven. Het biedt ons de gelegenheid om even lekker te relaxen en in de zon te genieten en tevens alsnog het boemeltreintje van de Birma spoorlijn terug naar Bangkok te nemen. Dit besluit maakt dat we zondag lekker kunnen uitslapen en pas om 8 uur opstaan. In een nu al warm zonnetje ontbijten we en daarna gaat Dick achter de computer zitten om ons stukje te publiceren. Door een update in het programma vallen de te publiceren foto’s niet echt mooi in de tekst. Helaas is onze de hulplijn niet bereikbaar (Sandra en Rene zitten lekker in Egypte) zodat uiteindelijk een stukje met lege gaten wordt gepubliceerd.

Lekker opfrissen in het zwembad

Lekker opfrissen in het zwembad

Intussen genieten Rieta en Hugo in het zwembad en was ik twee shirtjes die nog niet eerder zijn gewassen. Als ze nu met de gewone was meegaan vrees ik voor onderlinge kleur besmetting. Tegen het middaguur is het stuk gepubliceerd en wordt het tijd om het oude stadsdeel van Kanchanaburi te verkennen. Het is inmiddels rond de 40 graden en dus een prima temperatuur voor een lange wandeling. Je kunt merken dat er gisteren feest geweest is, bijna niemand is op straat en we kunnen in alle rust rondkijken. Aan de hand van een grof kaartje in de Planet vinden we onze weg en uiteindelijk, na meer dan een uur lopen, arriveren we bij ons doel: het restant stadsmuur en het oude centrum van Kanchanaburi.  Helaas zijn veel van de oude winkels en panden vandaag gesloten. Zelfs een in een zeer oude pand gevestigde coffeeshop is niet in staat ons nu al koffie te serveren. Het is dat de gouverneur van de stad vandaag met een belangrijke gast langs komt zodat ze verplicht open zijn maar anders waren ze ook gesloten. Het koffieapparaat is nog niet aan en alleen als we een half uur willen wachten is er een mogelijkheid iets van dat zwarte vocht te drinken. De verschillende bouwstijlen van de huizen worden door ieder van ons verschillend beleefd zodat we er niet al te lang bij stil staan en uiteindelijk nemen we afscheid van het oude centrum en lopen we weer terug naar Pong Phen waar de ijskoude shake en cheese burger bijzonder goed smaken.De rest van de middag brengen we afwisselend door in het zwembad en op het terras. Wel uit de zon waar het zo warm is dat je op de stenen een ei kunt bakken. Rieta heeft in haar reisboek een plaatje van de verlichte bridge over the River Kwai gezien en die willen we natuurlijk bekijken. Omdat een avond wandeling goed is voor de spijsvertering eten we bijtijds en verlaten dan Pong Phen. Er rijden zodra het donker is geen Tuk-Tuks, motortaxi’s of song-taews meer zodat we, onder enig geknor van Hugo (we hebben al meer dan 6 kilometer gelopen), opnieuw de benenwagen nemen. Het is maar twee kilometer naar de brug en binnen 25 minuten hebben we onze bestemming bereikt. Ons wacht een prachtig schouwspel met telkens een andere kleur brug en een plein vol met kraampjes met kleurrijke sandalen en Thais eten. We lopen enige tijd rond, maken vele foto’s en lopen dan pas weer terug naar het guesthouse.

De verlichte Bridge over the River Kwai

De verlichte Bridge over the River Kwai

 

Na enige nagenieten op ons terrasje waar we dankzij de muggenspiralen de lucht aanvallen van de vele musquito’s kunnen weerstaan, duiken we ons bed in. We hoeven niet lang te wachten voor we in diepe slaap zijn.

 

 

Nog even na genieten

Nog even na genieten

Maandag 11 februari hebben we een gescheiden programma. Hugo en Rieta blijven in de buurt van ons guesthouse en Dick en ik willen een motor huren om in de buurt van Nam Tok nog enkele caches te zoeken. Daar we ongeveer 130 kilometer denken te rijden ontbijten we bijtijds en stappen om negen uur op de motor. We boffen want het is een 125 cc Honda automatique zodat Dick niet hoeftte schakelen. Het motorgeluid is haast niet te horen en al snel zoemen we met een snelheid van 60 kilometer per uur over vluchtstrook van de weg en dat terwijl ik niet eens gespannen achterop zit. Ik ben inmiddels gewend aan het achterop zitten.

Op de motorbike

Op de motorbike

We rijden dezelfde weg, route 323, die we eerder naar de Hellfire Pass zijn gereden maar toch is op de motor het landschap om ons heen totaal verschillend. Wel is het, zelfs met de rijwind om ons heen, warm. Na 1 uur en drie kwartier geeft de GPS aan dat we ons doel naderen en we buigen de grote weg af op zoek naar de caches op de aangegeven coördinaten. Het betekent  dat we regelmatig over onverharde wegen en door brand aangetaste stukken terrein rijden, maar het resultaat is wel dat we na wel wat moeizame zoek pogingen de eerste twee caches vinden. Helaas blijft de derde cache onvindbaar ondanks de beklimming van een locomotief van de oude Birma spoorlijn. Verdere zoekpogingen brengen ons nog dieper het achterland in bij de rivier waar we tot onze verbazing de woonboten ontdekken waar we zeker tien jaar geleden geslapen hebben toen we een twee daagse excursie vanuit Bangkok naar dit gebied maakten. Eerst nu wordt me duidelijk waar we toen overal naar toe zijn gereisd. Alweer een reden om niet meer met excursies mee te doen. Je weet nooit waar je precies naar toe gaat. De hangbrug waar we indertijd met gevaar voor eigen leven over liepen blijkt nu helemaal vervallen en ik durf er slechts een beperkte afstand op te lopen.

 
De oude hangbrug
De oude hangbrug

Omdat de tijd verstrijkt en de temperatuur tot boven de 40 graden oploopt besluiten we tegen half twee terug te rijden naar Kanchanaburi. Op de terugweg worden we verrast door bermbranden die de temperatuur nog verder opdrijven zodat we als we rond drie uur terug zijn bij Pong Phen, snel het verkoelende water van ons zwembad weten te vinden, waar Rieta en Hugo ook rond dobberen. Hugo is mooi gladgeschoren. Dat bleek wel wat voeten in de aarde te hebben daar bij één van de kappers de plaatselijke lady boys verzameld waren, die hun wekelijkse scheerbeurt voor borst en gezicht ondergaan en gezelschap van Hugo blijkt daarbij niet gewenst. Gelukkig blijkt er verderop in de straat ook nog een andere kapper te zijn die overtollige beharing wil verwijderen. Nadat Dick en Hugo terug zijn van een massage gaan we lekker voor het guesthouse zitten waar we opnieuw voortreffelijk eten. Er is zelfs mayonaise wat bij de bestelde fritekes wel erg lekker smaakt. Omdat we morgen al vroeg vertrekken en geen ontbijt meer kunnen nuttigen in Pong Phen gaan we nog wel  even bij de 7-Eleven koekjes en drinken halen om iets in onze magen te hebben. Op het terrasje voor onze kamer blijkt het nog enkele uren goed toeven dankzij de aangestoken spiraaltjes die het aanwezige muggenleger op veilige afstand houden.
Iets voor half zeven gaat de wekker op dinsdag 12 februari. Zodra we onze tassen in de nog donkere nacht naar de voorkant van het guesthouse rijden (ja we hebben tassen met wieltjes in plaats van rugzakken), rijdt onze song thaew voor. Die is van de nachtwaker en heeft dus al onze bewegingen nauwlettend in de gaten gehouden Omdat hij  ons alleen direct na afloop van zijn nachtdienst wilde brengen staan we veel te vroeg om 6.20 uur al op het station. We kunnen zelfs nog geen kaartjes kopen. Eerst moet overal geveegd en gepoetst worden en pas als dat op orde is en alle vloeren en kantoren weer blinken wordt het loket geopend en kunnen we onze tickets aanschaffen.

Met de Song Thaew

Met de Song Thaew

Dat is pas om zeven uur. Alhoewel onze trein 20 minuten later zou vertrekken blijkt hij vertraging te hebben. We vervelen ons niet op dit pittoreske stationnetje, zien het langzaam licht worden, bekijken medereizigers die hun haar volsmeren met een staafje (met eau de cologne?) en er even later weer redelijk verzorgd uitzien en kijken naar de vele soms smerige zwerfhonden, waarvan er een mijn hart steelt. Nadat ik zijn vieze en ontstoken kop stiekem geaaid heb blijft hij me nalopen. Rieta moet er enkele cocos koekjes voor versnipperen om hem uiteindelijk toch weg te krijgen uit onze nabijheid. Rond acht uur kunnen we toch eindelijk plaatsnemen in de trein. We vinden voor ons vieren twee tegenover elkaar liggende 3 persoonsbankjes  en nadat alle bagage in het rek boven onze hoofden is gestouwd kan de reis naar Bangkok beginnen. Eindelijk zitten we tot vreugde van Rieta en mij dan toch in het boemeltje van de Birma spoorlijn.
De reis gaat wel wat haperingen, mogelijk veroorzaakt doordat we te laat zijn vertrokken. Het spoor bestaat voor het grootste deel uit enkel spoor en regelmatig moeten we derhalve wachten op passerende treinden. Ach er lopen gelukkig regelmatig handelaren door de trein met drinken en voedsel dus van de honger en dorst zullen we niet omkomen. Pas tegen half 12 arriveren we in Bangkok Noi, het station van Thonburi. Vanavond vertrekken we echter naar Chiang Mai en die trein vertrekt van Hua Lampong Station. De reis tussen deze beide stations vormt echter geen enkel probleem omdat we zodra we met onze tassen de trein uitgestapt zijn direct omringt worden door mannetjes die vragen of we een taxi willen. Na enig onderhandelen vinden we twee taxi’s die ons naar Hua Lampong willen brengen en niet veel later rijden we al op de brug over de Chao Praya River.

Onze chauffeur heeft deze weg vaker gereden en binnen het half uur na veel gemanouvreer door het drukke verkeer van Bangkok arriveren we bij Hua Lampong. Niet echt veel later komt ook de taxi waar Rieta en Dick in zitten en lopen we de koelte van de stationshal in. We moeten even geduld hebben alvorens we de tassen bij de left luggage kunnen afgeven maar daarna kunnen we lekker aan de Black Canyon Coffee met broodjes. Het is meer een brunch want in middels loopt het al tegen enen. Nadat we heerlijk gelaafd zijn besluiten we toch nog even de omgeving te verkennen. Een tuktuk driver die ons voor 20 baht een uur wil rondrijden wimpelen we af als blijkt dat de tocht naar handicraft centers zal leiden (voor toeristen bedoeld die veel geld willen uitgeven) dus nemen we op bijna het heetst van de dag opnieuw de benenwagen richting China Town.

De eerste cache gevonden door Rieta

De eerste cache gevonden door Rieta

Onderweg blijken enkele caches te liggen. Rieta blijkt een natuurtalent in het vinden ervan zodat het opsporen niet echt veel tijd kost en dan arriveren we dan toch echt in het hart van China Town. Overal hangen vlaggen en geluk wensen en de vele kraampjes verraden het handelsinstinct van de chinezen. Het is een plezier om rond te lopen en de vele onbekende geuren van verschillende specerijen op te snuiven. Dit deel van Bangkok doet in niets onder voor het echte China. Uiteindelijk rond vier uur lopen we terug naar het station. Onze trein naar het noorden van Thailand vertrekt immers iets na zessen. Na nog een laatste door Rieta gevonden cache gelogd te hebben naast het station komen we weer in de vertrekhal, die vol zit met vrouwelijke militairen. We kijken onze ogen uit naar al die bedrijvigheid en  zeker als Hugo zich op een bepaald moment  tussen hen voegt en daarmee aller ogen op zich weet te vestigen.
Al snel is het tijd de bagage op te halen en zodra we de tassen hebben kunnen we eigenlijk meteen door naar de reeds gereedstaande trein. We halen nog wat bier om  lekker in onze coupe op te drinken en kijken naar de in het gelid opgestelde medewerkers  die voor vertrek hun instructies krijgen. Nadat om zes uur het volkslied is gespeeld en iedereen gesalueerd heeft stappen alle functionarissen ook op de trein, worden de kaartjes gecontroleerd en kan de trein vertrekken. We hebben twee coupes naast elkaar waarvan we de tussendeur kunnen openen zodat we gezellig met zijn vieren kunnen kletsen. Voordat we er erg in hebben is het acht uur en wordt ons bestelde eten door een giechelende Thai opgediend.

 
Voor het eerst slapen in een trein
Voor het eerst slapen in een trein

Het  lekkere eten en de gestage cadans van de trein werkt echter ook slaapverwekkend zodat we niet lang na onze maaltijd  de trein steward vragen onze bedden te dekken. In een mum van tijd is de bank omgebouwd tot een beneden en bovenbed en liggen er lakens rond de extra matrassen. Zodra ik de schone handdoekdeken over mij heen trek verdwijn ik in diepe slaap en merk niets meer van het hotsen en bonken van de trein noch de onverwachte rembewegingen waardoor je heen en weer schuift. Rieta en Hugo en zo nu en dan Dick hebben daarentegen soms het gevoel dat het traject uit een wasbord bestaat, zo hotst en schokt de trein soms. Ach we liggen in ieder geval languit en rusten daardoor toch wat. Op weg naar Chiang Mai.

Dit bericht is geplaatst in THAILAND 2013. Bookmark de permalink.

One Response to Thailand Bangkok – Kanchanaburi