Van Fairbanks naar Seward

Van ons noordelijkste punt in Alaska, Fairbanks, richting zuiden, weer terug naar Fairbanks  en uiteindelijk naar Seward.

Geocache in Visitor Center Fairbanks

Geocache in Visitor Center Fairbanks

Als we woensdag 9 juli opstaan is het opnieuw lekker weer. We laten de camper op zijn eenzame plekje op het grote Walmart parkeerterrein staan en fietsen naar het Visitor Center waar we nog wel even de film over de Aurora Borealis willen bekijken. Het blijft fascinerend beelden te zien van dat dansende licht aan de horizon wat op deze plek op aarde regelmatig te aanschouwen is. Wel moet het dan nacht zijn en daar is in deze tijd van het jaar, met meer dan 21 uur zonlicht, niet echt veel kans op. De film is mooi en eigenlijk zelfs informatiever dan die we in het Northern Light Center in Watson Lake hebben bekeken. Als we rond het middaguur eindelijk buiten komen (we hebben na veel puzzelen binnen in het Visitor Centrum ook nog een cache kunnen ontdekken dus langer rond gelopen dan de bedoeling) blijkt het warmer geworden. Onze hoodies kunnen uit en we besluiten weer koers te zetten naar ons heerlijke terrasje van gisteren. Helaas is dat overvol en naast een enorme rij voor de bestellingen is er ook geen plekje op het terras te vinden zodat we maar verder rijden. Gezellige terrasjes zijn echter niet dik gezaaid in Fairbanks zodat we uiteindelijk buiten bij een benzinestation een hotdog eten en daarbij een fles blauwe Powerade drinken. Met nieuwe energie zetten we onze fietstocht door Fairbanks voort. Over smalle paadjes en bosweggetjes waar honderden muggen een voorbijganger niet willen laten schieten zodat we ons haasten om weer op open terrein te komen en langs een prachtig pad aan de rand van de Chena river.

Old original loghouse Fairbanks
Old original loghouse Fairbanks

De temperatuur is inmiddels opgelopen naar 28 graden waarbij een stuk fietsen geen straf is.  Als we rond vier uur terug zijn bij de camper ontdekken we een papier op de voorruit met de mededeling dat 24 uur verblijf gedoogd wordt bij Walmart maar dat je bij langer verblijf weggesleept wordt. In overleg met twee winkelchefs besluiten we te vertrekken en pas vanavond weer terug te komen. Een periode van 24 uur begint volgens hen dan weer opnieuw. Zodoende verenigen we het noodzakelijke met het nuttige en zoeken een laundromat. De dichtstbijzijnde sluit te snel, maar 10 minuten rijden hiervandaan, vlakbij de Universiteit van Fairbanks  is nog een laundromat die wel langer open blijft, zodat we daar enige tijd rondhangen om onze kleding en beddengoed te wassen.

Ook wassen is nu en dan nodig.
Ook wassen is nu en dan nodig.

Na afloop, het is inmiddels 8 uur, stoppen we bij een eettentje waar veel drukte is en gebruiken we een simpele maaltijd. Het eten is niet slecht maar ik heb beduidend beter gegeten. Rond half 10 arriveren we weer bij Walmart waar we onze camper tussen andere campers neerzetten. Dan vallen we wat minder op, want je weet maar nooit. We hebben een ongestoorde nachtrust, slapen diep en staan pas om half acht op. Dan staat de zon alweer hoog aan de hemel. Net als de andere dagen is het ’s ochtends niet echt warm en lekker om lange broek en hoodie aan te hebben. Na het ontbijt rijden we weg, richting Denali National Park. We houden het onderweg niet droog maar gelukkig blijft het bij één regenbuitje waarna alleen nog dreigende wolken aan den einder te zien zijn. Tegen twee uur arriveren we in Denali National Park waar geen campingplaatsen meer beschikbaar zijn. Eigenlijk hadden we dat in dit drukke park ook niet verwacht, maar je weet maar nooit. We rijden dus verder want net buiten het park is een Statepark waar ongetwijfeld een plekje voor de nacht te vinden zal zijn. Zover komen we echter niet want zo’n 8 mile buiten het park, bij milemarker 234, rijden we door een gat in de weg en stopt de motor, we kunnen geen meter meer rijden. We staan langs de drukke Park Highway 3, niet echt een fijne plaats om niet voor- of achteruit te kunnen. Gelukkig passeert een wegwerkers wagen die ons 600 meter verderop naar een parking sleept, waar we beter kunnen wachten op hulp. Ons lidmaatschap bij de Roadside Assistance van Good Sam komt nu van pas en Dick belt het noodnummer. Na lang aan te telefoon hangen gaat de vrouw van de Assistance op zoek naar mensen die ons verder kunnen helpen en wachten wij langs de kant aan deze bergachtige weg. Waar kennen we deze situatie van? Terwijl wij wachten arriveert een grote sleepwagen om polshoogte te nemen. Hij was toch onderweg van Anchorage naar Fairbanks. Helaas is deze wagen niet geschikt om ons te slepen maar hij telefoneert wel met een aantal mensen en komt uiteindelijk met de mededeling dat er morgenmiddag  een sleper komt die ons naar Fairbanks kan brengen. Nadat ook de Ranger is langsgekomen (we staan op een parking binnen het Denali National Park en dus hebben de State Troopers hier geen zeggenschap) en zich ervan heeft overtuigd dat we echt morgen weggesleept worden weet iedereen dat we de nacht op deze parking zullen doorbrengen en worden we niet meer gestoord.

Mama Moose met Mini Moose
Mama Moose met Mini Moose

Zo nu en dan wagen we ons gedurende de avond op de soppige mosgronden naast de parking waar je direct omringd  wordt door (een wolk van duizenden) steekmuggen, maar waar we ook kunnen genieten van een Moose en haar kleintje die hier rondgrazen en het toelaten dat we tot 8 meter naderen. Nog nooit hebben we van zo dichtbij deze beesten kunnen observeren. Ondanks het feit dat op deze parking twee grote borden staan dat er niet overnacht mag worden voegt zich laat op de avond toch nog een camper bij ons zodat we uiteindelijk niet alleen staan in deze wilderness. Vrijdagmorgen gebeurt er niets, we wachten en wachten en bellen uiteindelijk rond half twee Good Sam die na wat rondbellen ons vertelt dat de sleepauto over een uurtje zal komen. En ja hoor, half drie arriveert een Ford uit 1974 die klampen tevoorschijn haalt en onder de wielen aanbrengt en om drie uur staat de camper zo goed vast dat de sleep terug naar Fairbanks, 120 mile noordelijker, kan beginnen.

Slepen vanaf Milepost 234 naar Fairbanks
Slepen vanaf Milepost 234 naar Fairbanks

Des te noordelijker we komen des te mooier wordt het weer en in Nenana waar we tanken, 51 mile van Fairbanks , schijnt de zon zelfs weer volop en is het 25 graden. Heel wat beter dan de twee afgelopen dagen waar de zon zich niet liet zien en er alleen donkere wolken waren. De sleep is lang en de Ford zit niet bijster comfortabel dus we zijn blij dat we om half acht ’s avonds bij de garage van Freightliner in Fairbanks worden afgezet. De camper wordt neergezet  tegen een van de loodsen, we krijgen een electra kabel en ons wordt een goed weekend gewenst. Voor maandag zal er niets  gebeuren. Gelukkig is het schitterend weer dus we kunnen nog een paar uurtjes genieten van het lekkere zonnetje voor we toch wel wat vermoeid van alle gebeurtenissen van vandaag ons heerlijke bed in duiken. Zaterdagmorgen zijn we bijtijds wakker, ons mobile internet werkt hier gewoon dus we kunnen én mail lezen én Dick kan ons stukje publiceren op de website én ik kan even met tante Ank skypen om uit te leggen wat er gebeurd is. De zonder enige tekst gestuurde foto bij de app van de camper hangend in een sleep heeft immers vele vragen opgeroepen bij het thuisfront. Uiteindelijk is alles gebeurd wat we ons hadden voorgenomen en kunnen we de fietsen pakken om lekker in de omgeving rond te kijken. We zitten nu in een ander deel van Fairbanks dan de afgelopen dagen en het is dan altijd goed je omgeving te verkennen en ook de winkels te localiseren waar je de noodzakelijke boodschappen kunt doen. We fietsen 23 kilometer, halen vruchtensap wat toch in de reclame is en tegen half zeven kunnen we heerlijk buiten in het zonnetje naast de camper zitten.

Een glaasje met David en Rita
Een glaasje met David en Rita

We nodigen ook onze buren David en Rita uit, die net als wij problemen hebben met hun camper. Zij staan inmiddels al bijna 10 dagen hier en wachten op onderdelen om hun wagen gerepareerd te krijgen. We kletsen gezellig en genieten van de warme avondzon en de windstilte die is ingetreden waardoor buiten vertoeven nog aangenamer is. Onze avondmaaltijd bestaat gelukkig uit een op te warmen restje spaghetti want als we er eindelijk toe komen om te eten is het al bijna half 10 ’s avonds. Tijdsbesef blijft lastig als de zon maar niet onder wil gaan. Zondag 13 juli kunnen we lekker uitslapen wat ik zeker doe want pas tegen 10 uur maakt Dick mij wakker. Zelf is hij al tijden uit bed en snapt absoluut niet dat ik nog steeds diep ligt te ronken. Bij mij geldt in ieder geval niet dat hoe ouder je wordt, des te minder slaap je nodig hebt. Na een verlaat ontbijt en wat administratie pakken we opnieuw de fietsen. Het weer is niet echt bijzonder, er zijn veel wolken en er waait een koel windje maar een stuk fietsen is bij dit weer wel aangenaam. Aan de hand van de vele caches die hier verstopt liggen hebben we een route uitgestippeld en die brengt ons langs stille plekjes, door een meren gebied en natuurlijk langs vliegvelden want de stad telt er denk ik wel vier. Allen met én verharde landingsbanen én watervlaktes om de vele watervliegtuigjes de gelegenheid te geven ook te landen. Gaande de middag worden de wolken steeds dreigender en met spanning kijken we naar de zwarte wolken. Gelukkig drijft de wind deze sneller voort dan dat ze kunnen ontladen zodat we op een paar spatjes na het droog houden. Natuurlijk stoppen we even bij Starbucks om een lekkere koffie te drinken, die na het toch wel inspannende trappen tegen de wind in, heerlijk smaakt. Om 6 uur, we hebben dan 27 kilometer gefietst, zijn we  terug bij de camper. Alle zwarte wolken zijn door de wind verdreven en we kunnen lekker buiten in het zonnetje zitten, ons eten grillen en daar ook onze maaltijd nuttigen op een toch wel speciale dag, vandaag zijn we 36 jaar getrouwd.
’s Avonds gaan we niet te laat naar bed want maandag 14 juli willen we bijtijds opstaan en de wekker rinkelt om 7 uur. We weten immers niet hoe laat de garage opengaat en wanneer men de camper wil checken. Terwijl wij wachten en wachten en wachten blijken we voor eind van de middag niet ingescheduled te staan dus om de tijd te doden haalt Dick de beschermkappen weg van het motorblok, controleert hij de fietsen, vul ik water bij en dump vuil water in bosjes vlakbij en lezen we wat. Lekker buiten zitten is er niet bij want er waait een ijzig koude wind, de lucht is grauw en er valt in de middag zelfs regen. Wachten duurt heel lang als je niet weet wanneer er wat gaat gebeuren. Uiteindelijk tegen vijven klopt de manager op de deur en vertelt ons dat we morgen om sharp acht uur aan de beurt zijn. Vandaag geen actie meer. Ik baal ervan maar zoals David, de buurman, zegt je kunt niet anders dan glimlachen en afwachten want je hebt het niet voor het zeggen. Hij baalt eveneens omdat er ook niet aan zijn camper gewerkt wordt terwijl eindelijk zijn onderdelen binnen zijn gekomen. Het weer heeft onze stemming opgepakt want het regent pijpenstelen en het ziet er naar uit dat dit weerbeeld nog even zal blijven. We eten lekker burgers van Buffalo gehakt, lezen wat en gaan vroeg naar bed. De temperatuur komt niet hoger dan 12 graden. Dinsdag 15 juli gaat de wekker al om half zeven. Geen tijd om op te staan maar de plicht roept en nadat we ontbeten hebben en de blokken onder de auto en de electra aansluiting te hebben weggehaald zitten we ruim voor achten klaar. De garage heeft toch wel een ander tijdsbesef van “sharp eight” dan wij maar uiteindelijk komt om kwart over acht een monteur naar de camper lopen. Hij kijkt zorgelijk onder de motorkap, pakt een groot karton en kruipt in de miezer onder de motor, meet electra, probeert te starten, maar niets.

Dan maar naar binnen
Dan maar naar binnen

Uiteindelijk besluit hij de camper naar binnen de werkplaats in te slepen en daar, samen met een collega monteur,  verder te puzzelen wat er nu toch aan de hand kan zijn. Telkens als er geprobeerd wordt te starten en dat lukt niet wordt ik pessimistischer. Omgaan met pech is niet met sterkste punt. Ik duik in mijn spannende boek “State of the Union “van Brad Thor, om verder niets van dit alles mee te krijgen en dat blijkt wat te helpen. De tijd verstrijkt en net voor twaalven start de motor opeens. Het euvel is gevonden. De motor heeft een soort noodknop die uit blijkt te slaan als er een botsing is, (klaarblijkelijk ook bij een diep gat) waarbij de motor wordt uitgeschakeld en voorkomen wordt dat brandstof lekt. Door minutieus het electraschema door te nemen uit onze zo essentiele camperhandboeken die de motor tot in de kleinste onderdelen beschrijven (we hebben ze in het Duits en Engels en we vinden ze erg waardevol) hebben ze deze nood knop gevonden. Even erop drukken en het euvel van niet starten is verholpen. Nadat alle losse onderdelen weer in elkaar geschroefd zijn en de camper reisklaar is zeggen we Rita en David gedag en wensen hen veel sterkte met de reparatie van hun camper en 4 uur later, 500 dollar armer, maar met een rijdende en verder onbeschadigde camper laten we de garage achter ons. Het regent nog steeds dus echt weer om onze vuile kleding en niet te vergeten de smerige overall van Dick te wassen. We doen vervolgens onze boodschappen wat toch wat makkelijker gaat als je een auto hebt en zetten de camper opnieuw naast andere campers op het grote- en uitnodigende terrein van Walmart neer. Tijd om te relaxen bij een lekker glaasje wijn. ‘s Avonds kan ik natuurlijk niet de verleiding weerstaan even rond te lopen door Walmart. Ook al heb je niets nodig het blijft een heerlijke winkel om rond te kijken en met een nieuwe, nauwsluitende, Levi spijkerbroek (alsof ik er niet al genoeg heb) kom ik terug bij de camper. Woensdagmorgen 16 juli staan we bijtijds op maar we komen niet echt op gang. We hebben ontdekt dat we Nederlandse buren hebben met wie natuurlijk even een praatje gemaakt moet worden, de skype verbinding met tante Ank lukt dus de laatste nieuwtjes worden uitgewisseld en we willen met een volle dieseltank en lege vuilwater tank op weg, waardoor we naar de andere kant van Fairbanks moeten rijden waar een tankstation is met beide mogelijkheden. Alles maakt dat we niet eerder dan half 12 uit Fairbanks vertrekken. We hebben inmiddels op de app gezien dat Mike en Susan op een campground staan bij milemarker 114 en hopen daar vanavond te kunnen komen.

Nenana Visitor Center
Nenana Visitor Center

Onderweg passeren we het plaatje Nenana waar we naast een sanitaire stop ook even een aantal caches zoeken. Zelfs in een dorpje met slechts ca. 150 vaste bewoner zijn er een drietal, die we dan ook allemaal vinden. De eerste vlak bij het kleine Visitor Center, de laatste achter een vervallen huisje waar we dan ook weer ruw worden aangevallen door de in grote aantallen aanwezige nationale insecten. Helaas blijkt de lengte van de weg toch langer dan verwacht, zijn er vele wegwerkzaamheden die ons regelmatig tot stoppen en langzaam rijden dwingen en moeten we ook nog water tanken in Denali. Al met al niet bevorderlijk voor de snelheid zodat we uiteindelijk, op twee uur rijden van de campground van Mike en Susan een overnachtingsplekje op een parking langs de weg vinden. Helaas het is te ver om nu nog door te rijden. De gehele dag is het heerlijk droog geweest maar nu pakken de wolken zich samen en zodra we staan gaat het toch echt regenen en het regent de gehele nacht door.

Denali North View Campground
Denali North View Campground

’s Ochtends staan we bijtijds op en na een snel ontbijtje vertrekken we. Voordat we koers zetten naar de campground van Mike and Susan kijken we nog wel even bij Viewpoint Noord en Zuid of we Mount Mc Kinley kunnen zien. Helaas op beide plekken is slechts één compacte wolkenmassa te ontdekken die alleen de basis van de bergen laat zien en een stukje van de Ruth Glacier maar toppen zijn niet zichtbaar. Wat een geluk dat wij drie jaar geleden Mount Mc Kinley in volle glorie zonder enige wolken hebben mogen aanschouwen.

National Memorial langs Parks Highway
National Memorial langs Parks Highway

Natuurlijk maken we even een tussenstop bij het monument waar alle militaire onderdelen van de US worden herdacht. Het is een rustige plek en de 5 gedenkstenen verwijzen naar elk afzonderlijk onderdeel van wat in de US onder de noemer “Homeland Security” wordt beschouwd. Wij kijken nog even rnd in het Visitor Center maar zodra er een buslading toeristen wordt losgelaten vertrekken we weer snel.
Als we net voor elf uur bij de opgegeven campground arriveren ontmoeten we Mike en Susan die aan het tanken zijn. Wat leuk hen nog even te “huggen” en te spreken. Na een paar foto’s en elkaar alle goeds wensend slaan de beide campers elk een andere richting in, Mike, Susan en Lucy naar het noorden, naar Denali waar ze een tocht gaan maken en wij naar het zuiden naar Kenai Peninsula.

De Frankia past er helemaal in.
De Frankia past er helemaal in.

Toch wel een flink verschil de RV van Mike en Susan in vergelijking met die van one. Een dat is dan nog niet eens een echte grote RV.Tegen drieen arriveren wij in Anchorage. We hebben het adres van Best Buy opgezocht en kijken daar of we een andere Hakuna kunnen kopen. De TomTom die we in Baltimore hebben gekocht heeft na drie maanden de geest gegeven. Veel keuze is er niet en na wat uitzoeken en vragen wordt het de Garmin. Iets lastiger om te bedienen maar de reviews zijn vele malen beter dan die van TomTom en een nieuwe, snelle, blackout willen we voorkomen. Daar het al 5 uur is als we Best Buy verlaten, besluiten we op Chugach State Park campground, 6 mile van Anchorage te overnachten. Het kost even wat moeite de plaats te vinden maar na bestudering van de milepost lukt het en vinden we op dit wel erg drukke Statepark toch nog een plekje. Terwijl Dick zich wijdt aan het installeren van zijn nieuwe Hakuna ga ik buiten in het zonnetje verder schrijven aan ons stukje voor de website. Het is immers weer bijna tijd om te publiceren.  Alhoewel de zon nog lang schijnt verdwijnt hij na anderhalf uur wel bij ons plekje en is het echt te koud om buiten te blijven zitten. Vrijdag 18 juli worden we pas om acht uur wakker en komen we traag op gang. Voor we de campground verlaten nemen we schoon water in en met lege grey- en blackwater tanks rijden we naar Anchorage. Een enorme stad want al lijken de wegen redelijk overzichtelijk op onze plattegrond, in werkelijkheid zijn de straten heel erg lang. Ik geloof niet dat er in heel Europa zulke kilometer lange straten te vinden zijn. Uiteindelijk na nog wat laatste boodschappen, laten we Achorage achter ons en volgen de weg langs de Turnagain Arm, de zee-engte die vanuit de Golf van Alaska naar Anchorage voert. Het vlakke land maakt plaats voor hogere en besneeuwde bergen en we zien de eerste gletschers.

Moose's houden van water
Moose’s houden van water

Onderweg zien we enkele auto’s geparkeerd langs de kant van de weg staan en dat betekent altijd dat er wat te zien is. Ook wij stoppen stoppen natuurlijk en in het water staan een paar Moose’s die zich tegoed doen aan de mineralen die zich in de planten en op de bodem van dit meertje bevinden. Moose’s zijn uitstekende zwemmers en kunnen zelfs redelijk snel stromende rivieren doorlruisen. Het blijft een fascinererd gezicht deze enorme dieren zo in het wild te zien.
Ondanks het feit dat we nu op zeeniveau rijden bevinden de uitlopers van de gletschers zich niet ver van ons vandaan. Het zicht wordt steeds fascinerender en we genieten van het woeste landschap van het Kenai Peninsula. Dit is Alaska, een woest berglandschap en snelstromende rivieren en gletschers die deze voeden. We willen vandaag naar Seward en dat betekent doorrijden. Het is immers vrijdagmiddag en wil je dan nog een slaapplekje vinden in dit zo gezellige stadje dan moet je niet al te laat arriveren. Om drie uur rijden we Seward binnen en wie zien we daar paraderen, Mila en Klaus. Zij wijzen ons de gemeentelijke campground langs de baai waar we nog maar net op tijd zijn om een van de laatste plaatsjes te bemachtigen. We staan niet pal aan het water van Resurrection Bay maar kijken er wel op uit. Het is inmiddels stralend weer geworden, de zon schijnt volop en ook de wind is wat gaan liggen zodat het heerlijk is om lekker buiten te vertoeven. We pakken derhalve onze  fietsen om nog wat in het dorp rond te kijken en daarna ga ik lekker in het zonnetje zitten terwijl Dick het lekkende raam bij het keukenblok onder handen neemt. Rond half zeven vragen we of Mila en Klaus een wijntje komen drinken. Het wordt een gezellige avond en tot na negenen zitten we naast de camper in het zonnetje.

Cruiseschip in Resurrection Bay - Seward
Cruiseschip in Resurrection Bay – Seward

In Seward komen veel cruiseschepen die tochten maken tussen de verschillende steden en vaak vlak langs de langs de kust liggende eilanden varen. Niet van die enorme kolossen die we al eerder in het Caribische gebied hebben gezien maar klein, ook dat nu niet precies. Vanuit de haven moeten ze eerst een stukje achteruit varen alvorens ze kunnen keren en dat gebeurt recht voor onze camperplaats. Het blijft fascinerend ze zo te zien.
Daarna verdwijnt deze achter Mount Marathon en is de camper een betere plek om te vertoeven. We eten we een klein hapje  en met de toastjes met Old Amsterdam kaas is dat voldoende voor ons avondeten. Pas rond half 12 nemen we afscheid van elkaar en duiken ons bed in.

Dit bericht is geplaatst in USA en CANADA 2014-2015. Bookmark de permalink.

One Response to Van Fairbanks naar Seward