Van Yulara naar Alice Springs

Van Yulara naar Alice Springs

De supermarkt in Yulara is goed voorzien van (duur) eten en drinken. Maar ja, ze heeft dan ook het monopolie in een straal van zo’n 400 km. Bepakt en bezakt, met voornamelijk drinken, gaan we terug naar de campground. Wel met de shuttlebus want dat maakt het toch wel gemakkelijker als je een aantal literflessen meesjouwt. Op de campground is het zeer heet en we zoeken de kleine schaduwplekjes op die de enkele verspreid staande eucalyptus bomen ons geven. Bij het verder zakken van de zon beklimmen we nog een rood zandduin maar de zonsondergang is niet echt spectaculair.

Avondlucht Yulara

Avondlucht Yulara

Er zijn veel wolken waardoor we de zo beroemde kleurverandering van Uluru (Ayers Rock) niet goed kunnen aanschouwen. Wel zijn er prachtig gekleurde wolkenluchten die toch ook goed zijn voor wat kleurrijke plaatjes. Dick is inmiddels druk bezig geweest met het publiceren van een stukje voor de website en de airco in de camper draait overuren. We hebben duidelijk een camper gehuurd die warmte wil uitbannen. Nu wil je dat laatste ook erg snel als je de huidige temperatuur
van inmiddels 38 graden op je huid voelt. Het eten is bij deze warmte simpel, spaghetti met zoveel saus dat we die morgen ook nog kunnen gebruiken en het glaasje wijn erbij smaakt heerlijk. Doordat we internet gekocht hebben om te publiceren op onze website kan ik mooi ’s avonds (midden op de dag in Nederland vanwege het 8,5 uur tijdsverschil) nog even skypen met tante Ank. Vanuit Australia hebben we een redelijke verbinding maar vanuit Holland gezien is deze bar en bar slecht dus na even wat wetenswaardigheden gewisseld te hebben stoppen we de skype. Vroeg gaan we naar bed want de hitte werkt uitputtend.

We worden vrijdag niet echt vroeg wakker en de meeste mensen zijn al vertrokken om of de zonsopgang te bewonderen of te gaan wandelen. Na 11 uur ’s morgens  is het immers te warm om nog veel rond te lopen. Met de heersende temperatuur worden met name de langere wandelingen dan gesloten omdat het gevaar voor oververhitting te groot wordt. Zo ook de zo omstreden beklimming van Uluru oftewel Ayers Rock. Deze is voor een groot deel van het jaar gesloten, is het niet als gevolg van extreme hitte danwel door te harde wind boven op de top. Omdat Uluru voor de oorspronkelijke bewoners, de Anangu, een heiligdom is willen zij graag een definitief verbod op de beklimming van Uluru. Contractueel is echter vastgelegd dat dat de eerst komende decennia nog niet het geval zal zijn. Dus is het ook nu nog niet volledig verboden. Wij hebben, jaren geleden, deze top beklommen. Ik herinner me de steilte van de klim en de enorme dieptes naast je en voel nog het angstzweet in mijn handen toen ik hoger en hoger kwam. Uiteindelijk hebben we tezamen met onze vriend Edwin, allemaal de top gehaald en daar lopen was wel echt heel bijzonder. Ik kan me dus voorstellen dat velen echt een keer de berg op willen, maar of ik het nog een keer zou doen? Dick in ieder geval niet. Wij komen nu in ieder geval te laat bij Uluru aan om nog een lange wandeling te maken en beperken ons tot twee kortere wandeltochtjes langs de base van Uluru.

Aan de voet van Uluru

Aan de voet van Uluru

In totaal lopen we niet meer dan zo’n 5 km. Onze vliegennetjes zijn inmiddels over onze hoeden getrokken. Het is bittere noodzaak wil je nog rustig kunnen lopen. Met deze warmte en zon zit je gezicht (zonder vliegennet) direct vol met honderden, zeer irritante vliegen. Als we terug zijn bij de campground en onze laatste griekse yoghurt hebben gegeten (wat smaakt dat lekker in de warmte) lopen we door de bush en rode zandheuvels naar de supermarkt, waarbij we even een omweggetje maken om de hier in de zandduinen verstopte caches te vinden. De ice-coffee die we vervolgens als beloning opdrinken op het grote plein voor de supermarket smaakt heerlijk. Pas aan het eind van de middag zijn we weer terug op de campground, waar, nadat de duisternis is ingevallen, het goed toeven is. De vliegen verdwijnen namelijk als het donker wordt. Koel wordt het niet want tot diep in de nacht blijven de temperaturen tot boven de 30 graden.

Valley of the Winds - Kata Tjuta

Valley of the Winds – Kata Tjuta

Zaterdag 16 november zijn we al vroeg op. Het dak is snel ingeklapt, het trapje binnengehaald en nog voor zevenen rijden we naar Kata Tjuta (de Olga’s), een complex van 36 ronde bergen, 50 km van Uluru verwijderd. Het is nog lekker koel als we aan onze wandeling door the Valley of the Winds beginnen. We zijn niet de enigen die op deze gedachte zijn gekomen want het parkeerterrein staat helemaal vol met auto’s en bussen en na enige beklimmingen sluiten we aan in de rij. Gelukkig stopt de voor ons lopende groep om iedereen de gelegenheid te geven aan te sluiten en kunnen we de volgende 2,5  kilometer lekker alleen onze weg over de rotsen zoeken. Ondanks het feit dat we deze wandeling al twee maal eerder hebben gemaakt blijft deze prachtig en de rode Domes (ronde bergen) die rondom ons oprijzen zijn imposant. We boffen als we aan de afdaling beginnen want er waait een lekker verkoelend windje door de vallei waardoor de temperatuur rond de 30 graden blijft steken in plaats van op te lopen naar de 37 graden, zoals voorspeld. Tegen 11 uur, na 3 uur klimmen en klauteren en 8,9 km afgelegd te hebben, arriveren we weer bij de parking. De knie van Dick heeft de wandeltocht gelukkig goed doorstaan. Op weg naar de campground stoppen we natuurlijk nog even bij de supermarket om onze lekkere ice-coffee te halen die na de verrichte inspanningen voortreffelijk smaakt. De rest van de dag brengen we door met luieren en lekker lezen. Opnieuw is de temperatuur op 36 graden blijven steken en voor veel andere inspanningen is het gewoon te warm. Wel is het fantastisch weer om onze lakens te wassen. Tot mijn verbazing zijn ze, terwijl ik ze toch niet uitwring en drijfnat ophang, binnen het uur kurkdroog. Nog nooit heb ik zo iets meegemaakt.

Zondag ochtend 17 november slapen we lekker uit. We rijden vandaag slechts een klein stukje naar Kings Canyon National park (ca. 300 km). Onderweg stoppen we langs de kant van de weg en nadat we op het heetst van de dag een stuk de woestijn ingewandeld zijn vinden we daar de cache die onze GPS aangeeft. Dankzij diezelfde GPS is het geen probleem om onze auto weer terug te vinden. De verhalen van mensen die kringetjes lopen en hun weg niet kunnen vinden zijn in ieder geval niet uit de tijd van de GPS. Met dat apparaat weet je niet alleen waar je precies bent maar vind je ook altijd je weg terug. Rond half 2 arriveren we in Watarrka National Park en na enig zoeken hebben we een schaduwrijk plekje op de campground. We drinken zoals gebruikelijk ons pak ice-coffee, iedere winkel en ieder benzinestation verkoopt dat namelijk en lopen dan naar het zwembad dat deze campground rijk is. Het is volledig verlaten maar de campground heeft ook niet echt veel bezoekers. Als we onze teen echter in het water steken begrijpen we dat er niemand in deze pool rondzwemt. Wat is dat water ongelooflijk koud. Toch maar een duik nemen en wat praten met een andere campinggast die eenzelfde campervan heeft als wij, maar dan één met wat meer (technische) problemen, hij (de campervan bedoel ik) is dan ook aanzienlijk ouder. Koud en bibberend loop ik een half uur later terug naar de plek waar onze camper staat. Afgekoeld ben ik zeker. Ik doe eerst nog wat administratie maar daarna stort ik me net als Dick in een van onze spannende boeken. Als we van ons plekje opkijken hebben we zicht op de schitterende rode rotsformatie die zo kenmerkend is voor Kings Canyon. En de vliegen….. ach daar wen je aan na meer dan een week rondtrekken door de bush.

Onderweg langs de "Rim"  van Kings Canyon.

Onderweg langs de “Rim” van Kings Canyon.

Het blijft wat bewolkt zodat we geen donkerrood gekleurde rotsen mogen aanschouwen. Ach daardoor is het ook wat koeler en tegen de avond wordt het steeds aangenamer. We liggen niet te laat in bed want morgen moeten we vroeg aan onze wandeling over de Kings Canyon Rim (de rand) beginnen. Het is dan ook echt vroeg (normaal gesproken staan we pas om 7 uur op) als om half zes de wekker afgaat. Snel ontbijten we en rijden dan de 10 km. naar Kings Canyon. Er staan al wat auto’s maar niet zoveel als toen we aan de wandeling bij Kata Tjuta begonnen. Het is pas kwart over 7 als we aan de beklimming beginnen. Om bij de rim te komen moet je het eerste stuk steil omhoog klimmen en het is fijn dat de wolken de zon bedekken. Ook al is het warm, nu al 30 graden, we hebben in ieder geval niet te maken met een brandende zon op ons lijf. Naast ons hebben nog veel meer mensen het plan opgevat deze tocht te maken dus eenzaam is het niet. Er waait een harde wind boven op de rim wat ons verhinderd dicht bij de rand van de klif te komen. Ach waarschijnlijk had ik dat toch niet gedaan want ik ben niet van de eindeloze dieptes, tenzij ik mijn klimuitrusting aan heb en verankerd sta. Ook deze rim wandeling hebben we al een paar keer gedaan en telkens blijkt deze ons te verrassen door zijn schoonheid en afwisseling. Wat een geërodeerd landschap. De camera maakt overuren. Halverwege de wandeling komen we bij the Garden of Eden, in deze steenwoestijn werkelijk een lustoord met bomen, palmen en waterpoeltjes. Het vogelleven is er uitbundig. We verlustigen ons op de zwempartij in de waterhole aan het einde van de kloof maar als we daar arriveren blijkt het waterpeil zeker anderhalve meter beneden het normale peil te staan.

Weinig water in de Garden of Eden

Weinig water in de Garden of Eden

Niets geen stromend water alleen een donkere, inktzwarte, stilstaande poel water waar volgens één van de Rangers die we ontmoeten veel ecolli bacteriën leven. Het ziet er zeker niet aanlokkelijk uit om in dit water rond te spartelen en onze zwemkostuums blijven in de rugzak opgeborgen. We kijken nog wel even naar de rondvliegende vogeltjes die de insecten van het wateroppervlakte wegpikken en na nog een laatste blik op de hoge rotsen om ons heen lopen we verder. Het blijft klimmen en kleuteren en het is maar goed dat Dick’s knie operatie al weer enige maanden geleden plaatsvond want anders had deze tocht niet tot de mogelijkheden behoort. Helaas blijven de wolken de gehele tocht door de zon bedekken zodat we geen staalblauw contrast met de steile rode canyon rotsen hebben. Desondanks blijft deze canyon imponerend. Moe en dorstig arriveren we na 3½ uur weer bij de parking waar we tot de ontdekking komen dat we de cache die zich halverwege de track bevond, gemist hebben. Helaas. Het is nu echt te warm en te ver om nog terug te gaan. Op ons gemakje rijden we terug naar de campground waar we lekker in de schaduw gaan zitten, onze kleding wassen en nog even een duik in het ijskoude zwembad nemen om verder af te koelen. Tijdens het koken wordt opeens onze zak met etensresten weggegrist door een dingo. Er wordt voor gewaarschuwd op de borden bij de campground maar een echte hadden we deze keer nog niet gezien.

Dit is dus geen echte.

Dit is dus geen echte.

Ik ben overdonderd maar Dick loopt hem achterna en weet de zak aan de dingo te ontfutselen, waarna de dingo weer de woestijn in vlucht. Meer geluk hebben de wilde katten die hier ook net buiten de campground een nest hebben en die we regelmatig op hun lange poten rond zien rennen. Zij springen op de vuilbakken in de toiletgelegenheden die daardoor omvallen waarna ze de etensresten, die sommige mensen toch hierin dumpen, op hun gemakje kunnen verorberen. Voor we het weten is het avond en als ik rond half negen het bedje dek merk ik nog niet eens dat ik het kussen raak.

Dinsdag 19 november slapen we lekker uit tot 7 uur. Al veel mensen zijn vertrokken en we hebben bijna het rijk alleen op de campground. Rond half negen zijn wij ook op weg. We hadden eigenlijk willen tanken maar de diesel kost hier €  2,33 per liter en dat is wel erg veel geld. Als we geluk hebben kunnen we met de huidige inhoud van de tank en ons reservetankje nog Alice Springs halen. Tussen Kings Canyon en Hermannsburg ligt alleen woestijn en al snel verlaten we het asfalt om het rode zand in te rijden.

Op de Larapinta drive

Op de Larapinta drive

Eigenlijk mogen we hier niet rijden maar de weg over het asfalt is twee maal zo lang en onze auto is in ieder geval gemaakt voor dit soort wegen. Vanwege het vele losliggende zand schakelt Dick voorzichtigheidshalve de 4-wheel drive in en genietend van het onwezenlijke knalrode landschap rijden we door het niets. Er zijn ook geen levende wezens zoals dingo’s of kangaroes te zien. Daarvoor is het waarschijnlijk al te warm. Wel vinden we in de woestijn een cache, goed verborgen langs een zandpaadje. In Hermansburg stoppen we bij de general store. Helaas is er geen ice-coffee te koop maar wel een lekkere Beef Pie die we ons goed laten smaken. Vervolgens rijden we door dit Aboriginal dorpje midden in de bush. Je mag er niet fotograferen en dat is maar goed ook want zodra je wat verder het dorpje inrijdt ligt er overal vuil, plastic en andere neergesmeten zooi. Net als de indianen in het westen van Amerika gooien de Aboriginals ook alles langs de kant van de weg. Aan de rand van het dorp komen we bij een schitterend Solar Panel System.

Solar Panel System in Hermansburg

Solar Panel System in Hermansburg

Een groot aantal gebogen schotels bestaande uit spiegels zet hier de zonnen energie om ten behoeve van de elektra  van dit dorp. Een besparing van 120.000 liter dieselolie per jaar is het gevolg. Dankzij de hier verborgen cache hebben we deze installatie kunnen vinden. We maken er wat foto’s van en verlaten dan weer dit toch wel smerig uitziende dorpje. Het is nu niet ver meer naar Alice Springs, slechts 130 km en alleen omdat we zo nu en dan langs de kant van de weg stoppen om een cache te zoeken in de wilderness arriveren we pas tegen vieren in mijn favoriete stadje Alice Springs. We vullen onze benzine tank die met een knipperend lichtje aangeeft dat hij nu toch wel bijgevuld wil worden en slaan ook wat voedingsmiddelen en drinken in. Vervolgens rijden we naar een campground aan de rand van Alice, Heavitree Gap Campground. Tijdens onze eerdere tochten hebben we hier al eerder overnacht en Dick wist zich de details van de campground nog prima te herinneren. Er is een mooi plekje met alleen einde van de middag schaduw maar overdag zullen we toch weinig op deze plek zitten. Tegen de avond lopen we naar het einde van de campground waar een kolonie kleine Rock Wallabees verblijft en zich maar al te graag tussen de mensen mengt omdat ze van deze eten kunnen verwachten.

Rock Wallabees bij de campground

Rock Wallabees bij de campground

Het is een leuk gezicht deze kleine kangaroos uit je hand te zien eten en de moeder die een baby in haar buidel meedraagt is koddig om te zien. We praten nog wat met twee Nederlandse vrouwen zodat het pas tegen achten is als we terug zijn bij de camper en in het donker, beschenen door de maan en sterren, koken we buiten. Dat moet ook wel want ons gasstel binnen brandt alleen op spiritus wat niet alleen stinkt maar wat we ook niet hebben. Gelukkig heeft de camper een buitenlicht zodat we kunnen zien wat we klaarmaken.

Woensdag 20 november maken we ons op voor een wandeling. Dick heeft gisteren ontdekt dat er boven op de berg naast onze campground een cache verborgen ligt en dat nog niemand deze heeft gevonden. Na enige informatie op de campground ingewonnen te hebben vinden we een pad omhoog. Nu ja pad? Een klein stenen paadje waar je goed moet uitkijken waar je je voeten neerzet omdat er anders een kans is dat je op de losse stenen wegrolt. Langzaam maar zeker klimmen we omhoog. Dan beweegt de grote kangaroo, die we duidelijk opgeschrikt hebben, zich toch heel wat makkelijker langs deze steile helling. Uiteindelijk staan we echter op de top en genieten van het uitzicht over Alice en de verre omgeving. Boven ons cirkelen de adelaars en verder horen we uit de diepte onder ons alleen het geluid van de lange roadtrains. Na enig klauter en klimwerk vinden we ook de cache en wij blijken inderdaad de eersten te zijn die hem vinden.

First to Find !!!

First to Find !!!

Wel heel leuk, zeker op deze plek. Het was niet voor niets dat we zo’n eind omhoog zijn geklommen. Na wat drinken begeven we ons op de terugweg naar beneden die duidelijk gevaarlijker is omdat je nu niet op een losse steen moet stappen. Je kunt ook niet je evenwicht verliezen en om je heen grijpen want de kans dat je dan in een bundel hard spinifex grijpt is erg groot. Ik kan je verzekeren dat de stekels van dit gras diep in je huid doordringen. Om half 12,  na 2½ uur, zijn we weer terug op de campground. Een “wandeling” van 2,5 km klimmen, klauteren, balanceren en steil afdalen met een totaal hoogteverschil van zo’n 160 meter volgens de GPS ligt achter ons. Het koele water van het zwembad aan de voet van deze berg lonkt ons en niet lang daarna weken we het vuil en stof van ons af. Onze kleding is zo smerig geworden na deze uitspatting dat die echt gewassen moeten worden en even later hangt alles aan de waslijn en zijn wij weer heerlijk in schone kledij gestoken. Na deze korte rustpauze en na het drinken van zeker een liter water gaan we op weg naar onze volgende wandeling. Ditmaal voert deze ons door de droge bedding van de Todd river die dwars door Alice loopt. Je bent pas echt een local als je driemaal deze rivier, gevuld met water, hebt gezien. Dat gebeurt niet vaak. Meestentijds is het alleen maar een droge, hete, zanderige bedding. Toch worden er boot race wedstrijden gehouden, wij dachten alleen als de rivier water had maar uit oude tekeningen blijkt nu dat de boten gemaakt zijn om met de benen erdoor heen gestoken hard te lopen. Weg is ons schone gevoel en de vers aangetrokken kleding vertoont weer zanderige en  vochtige plekken. Ondanks het feit dat de zon zich nog steeds achter de wolken verbergt is de temperatuur toch opgelopen naar 35 graden. De wandeling wordt wel beloond want we vinden onderweg twee caches en 3,5 km later arriveren we weer op de campground waar het zwembad ons opnieuw lokt en we ons weer in het koele water onderdompelen. Ik kan jullie verzekeren dat het glaasje ijskoude bier wat we even later drinken (ja, onze koelbox koelt echt goed) voortreffelijk smaakt. En het is ook wel verdiend na bij de huidige temperaturen totaal 6 km door een mulle zandbedding van een droge rivier te hebben rondgewandeld en over een hoge rotswand te hebben geklauterd. En de was, ik hoef hier echt geen droger te gebruiken want nadat ik de kleding nat heb opgehangen is deze binnen de twee uur kurkdroog van de lijn te halen. Wat een land voor een “wasofiel”.

“s Avonds nuttigen we een simpele maaltijd in de pub van de campground. Het eenvoudige menu smaakt voortreffelijk. Erg laat zien we het niet worden en al snel is de stilte in en rond de camper hoorbaar. Donderdag 21 november zijn we al weer vroeg wakker omdat de zon onze camper verwarmt. We moeten in de schaduw van een huisje vlakbij ontbijten want voor de camper is het al weer te warm.

De Parkieten wasbeurt

De Parkieten wasbeurt

Na het ontbijt gaat Dick de foto’s uitladen terwijl ik met mijn fototoestel in de aanslag de groene parkieten bespied die zich in de waterdruppels van de tuinsproeier lekker badderen. Wat een leuk gezicht is dat. Tegen half 10 hebben we ons dak ingeklapt en rijden we naar Alice. Het is helaas te ver lopen naar het centrum en we missen nu wel onze fietsen. In het centrum dwalen we rond over de Todd Mall, het winkelcentrum van Alice. We passen hoeden, t- shirts en zwempakken en kopen uiteindelijk alleen een kort broekje voor mij. Het zal jullie niet verbazen dat de kleur geel is. De nieuwe outbackhoed voor Dick zit er nog niet bij. Hij heeft nog niet een exemplaar gevonden dat echt zit. Er lopen en hangen veel Aboriginals families rond door het centrum, ze zijn gewoon aanspreekbaar en duidelijk niet onder de invloed van alcohol zoals dat 8 jaar gelden wel het geval was. Het zijn mensen met verweerde gezichten en kleurige kledij en ik zou er maar wat graag foto’s van nemen maar dat is onmogelijk want toestemming krijg je niet en heimelijk een foto nemen is er, met zoveel spiedende gezichten, helaas niet bij. Het is heerlijk eens gewoon rond te lopen en niet door het zand of over rotsen te hoeven lopen en we genieten van deze rustdag. Rond drie uur hebben we echter alle winkeltjes wel bekeken, heeft Dick geen zin meer om nog verder rond te kijken en rijden we terug naar de campground. Eigenlijk wel goed ook want wil er nog een stukje geplaatst worden op de website dan zal ik echt achter de laptop moeten kruipen. Dankzij de schaduw van de “Gumtrees”, die momenteel allen een plekkerige substantie afscheiden, is het goed toeven voor de camper en tegen 5 uur ben ik bijgeschreven. Nu is het de beurt aan Dick om bijpassende foto’s te zoeken waarna onze belevenissen weer geplaatst kunnen worden.

Dit bericht is geplaatst in AUSTRALIE en BALI. Bookmark de permalink.

5 Responses to Van Yulara naar Alice Springs