Langzaam richting Phoenix
Zaterdagnacht hebben we een schitterende sterrenhemel. Op dit verlaten stukje grond naast Datill Well is het immers erg donker maar vanwege de heldere hemel vriest het ook enige graden. Het is maar goed dat de voorruit weer in zijn lekkere isolatiedeken verpakt zit. Terwijl we zondag 30 november wakker gemaakt worden door de zonnestralen die in de camper schijnen zien we aan den einder zware wolken hangen die niet echt veel goeds voorspellen. Maar waar wij staan schijnt gelukkig de zon nog. Het is buiten erg koud en het eerste wat we doen als we opstaan is de dieselkachel aanzetten die met zijn warmte-boost de camper in een mum van tijd behaaglijk maakt. De motor heeft wat langer tijd nodig dan normaal om aan de praat te geraken maar na enkele malen lukt het gelukkig om deze stationair te laten draaien en kunnen we vertrekken. We dachten dat we hoog zaten maar zodra we weer op de weg zitten blijken we steeds hoger te klimmen en des te hoger we komen des te kouder wordt het, ook vanwege de ijzige wind die hier waait. Geen wonder dat de sneeuw en de bevroren waterplassen langs de weg niet ontdooien.
Op een hoogte van 2475 meter komen we eindelijk op een hoogvlakte waar geen einde aankomt. Om ons heen is het grote niets, alleen in Pie town staan enkele huizen en een bedrijf dat waterbronnen boort, maar het stadje zelf lijkt wel een ghost town, geen levend wezen te bekennen. Zelfs de plek waar de pie’s verkocht worden, waar dit stadje zijn naam aan ontleend, is gesloten. De zwarte bewolking is gelukkig weggedreven maar wolken blijven en alleen in de verte is blauwe lucht te zien. Uiteraard niet daar waar wij naar toe rijden. Rond het middaguur arriveren we in Springersville, we zijn weer in Arizona. De campgrounds in dit plaatsje zijn niet echt aanlokkelijk zodat we na een heerlijke Sonic milkshake verder naar het noorden trekken om, na opnieuw de kale hoogvlakte te hebben doorkruist (Apache land) uiteindelijk in Holbrook te eindigen.
Daar stoppen we. Het is te koud om buiten te zitten dus is het maar goed dat er weer eens gewassen moet worden en geassisteerd door Dick spoed ik me met twee overvolle waszakken naar de camping laundry waar alle beschikbare wasmachines aan het werk gezet worden. Helaas zijn er te weinig om in mijn wasbehoefte te voorzien dus ben ik de rest van de middag zoet met dit tijdverdrijf. Gelukkig helpt Dick met het opvouwen van alle schoon goed zodat we nog net kunnen genieten van een schitterende zonsondergang vanuit de camper. Alle wolken zijn verdwenen en de hemel is inmiddels staalblauw. Dat betekent wel weer een koude nacht maar we zitten lekker warm binnen. Maandag 1 december vullen we weer eens onze schoonwatertank en ook dumpen we het grey- en black water waarna we op weg gaan. We zijn vlakbij Winslow Arizona en natuurlijk maken we daar een stop want wie wil niet, net als in de song van the Eagles op de hoek staan in Winslow.
Alhoewel de koude wind nog waait is het hier in het stadje best aangenaam qua temperatuur en onder het beluisteren van de songs “ Take it Easy” en “Hotel California” die over straat schallen, maken wij foto’s van “Standing on the Corner in Winslow, Arizona”. Op dezelfde hoek blijkt ook een leuke shop te zijn waar we voor Dick een mooie polo en trui vinden. Ik besluit een apart T-shirt toch niet te kopen maar heb daar, als we een uur verder zijn, alweer reuze spijt van. Mogelijk komen we hier in Januari nog met Thecla en Thomas en dan koop ik het alsnog. Om half een vertrekken we pas uit Winslow om een stuk interstate te rijden, er is geen andere weg. Gelukkig komt na 40 mile een afslag die ons via enkele binnenwegen naar de AZ-89 brengt, vanwaar we al snel bij Sunset Crater National Monument aankomen. Het is hier erg verlaten en de Ranger kijkt verbaasd op als we aankomen maar hij is bereidwillig om de film te vertonen zodat we even later kunnen kijken naar de vorming van de jongste vulkaan op het Colorado plateau, een gebeurtenis die 900 jaar geleden plaatsvond.
Deze plek wordt nu nauwkeurig bestudeerd om te zien hoe leven terugkeert op de kale hellingen van de hier gevormde “cinders” (bolvormige heuvels) en lava- stromen. Daar het al half drie is rijden we slechts naar twee plekken in het park waar we een prachtig zicht hebben op de vulkaan en ook een stuk door het lavaveld kunnen wandelen. Ik ben helemaal weg van lavavelden en krijg er nooit genoeg van om erdoor heen te lopen. We willen niet in het donker in Flagstaff arriveren dus rijden tegen vieren al weer weg om er even later achter te komen dat we op de beide Walmart vestigingen in Flagstaf niet mogen overnachten. Er zit niets anders op dan naar de camping te trekken waar we enkele weken geleden ook al met Sandra en Rene hebben overnacht.
Het voordeel van deze campground is wel dat 2 km verderop een Outback is waar we eenbiertje drinken en heerlijk gaan eten. Alhoewel het lopend te doen is pakken we toch de fiets en nog geen 10 minuten later zitten we aan enorme glazen bier wachtend op de voortreffelijke maaltijd die deze keten altijd biedt. Voldaan en met een volle maag rijden we rond half acht terug naar de camper, goed ingepakt met dikke jas, mutsen en handschoenen, want warm is het hier, op een hoogte van 2100 meter, zeker niet. Dinsdag blijkt dat ik mijn band heb lek gereden want als Dick de fietsen op de camper wil zetten staat mijn voorband plat. Bij ons vertrek uit Flagstaff komen we door een wijk in aanbouw. Alles wordt van hout gebouwd zelfs een gebouw van meerdere verdiepingen. In Nederland worden gewoonlijk alleen vakantie huisje gebouwd van hout maar hier is houtbouw de gewoonste zaak van de wereld en veel goedkoper dan steen.
Het is toch wel bijzonder deze bouwwijze te zien. Nadat we foto’s van dit flatgebouw in aanbouw hebben gemaakt zie ik plotseling een “REI” winkel. Smekend kijk ik Dick aan, hij begrijpt dat ik deze zo verlokkelijke buitensportwinkel niet links kan laten liggen en loopt (net niet mopperend) even later achter mij aan de winkel door. Ik begeef me rechtstreeks naar de schoenenafdeling want onze “Keens” zijn na enkele maanden erop te hebben doorgebracht, eigenlijk wel aan vervanging toe. Helaas blijken er alleen hoge schoenen te zijn. Voor Dick geen slechte keus met zijn wat zwakkere enkel, maar ik loop toch liever op wat lagere exemplaren. Als we even later ook nog een prachtig dun donsjack voor Dick vinden ben ik de koning te rijk en Dick mompelt dat hij nu echt voldoende aankopen heeft gedaan voor de rest van het jaar. Ik denk maar dat het jaar niet meer zo lang is dus maak me er niet druk over. Het jaar 2015 biedt straks weer nieuwe kansen. Na dit oponthoud rijden we uiteindelijk verder, over de drukke en uitgestrekte campus van de universiteit van Flagstaff om uiteindelijk op een bergweg terecht te komen die ons dwars door de Oak-River Canyon naar Sedona voert. Wat een weg, met tientallen haarspeldbochten dalen we af van 2100 naar 1330 meter en de kloof waar we doorrijden wordt steeds smaller en ook worden de hoog boven ons torende rotsen steeds roder.
We naderen duidelijk Sedona, bekend vanwege zijn rode rotsformaties. Daar Dick zich niet herinnert hier ooit geweest te zijn (we zijn hier drie jaar geleden met een sneltreinvaart doorheen gereden) stoppen we nu in Mainstreet om gezellig langs de winkeltjes te lopen. Helaas, er is genoeg om te kopen (het halve dorp bestaat uit sieraden winkeltjes) maar het enige sieraad dat ik echt mooi vindt, is een ketting van meer dan 1400 dollar en dat geld heb ik er echt niet voor over. Het blijft bij een foto. Na nog een heerlijke cappucino te hebben gedronken met pie bij een plaatselijke coffeeshop verlaten we Sedona. Wel stoppen we nog even bij de Cityhall omdat zich hier een cache bevindt en we met deze cache precies 3000 gevonden caches kunnen loggen. Het blijkt een aparte cache die, als je hem opent rode en blauwe waarschuwingslichten geeft. We hebben een “veilige” 3000ste cache gevonden. Ik wil er verder niets over zeggen want mogelijk willen Thecla en Thomas deze cache ook zoeken. Een half uur later arriveren we in Cottonwood waar we in Dead Horse Ranch State Park overnachten.
Het kost wat moeite een mooi plekje te vinden (er zijn zoveel plekjes beschikbaar dat het moeilijk is een keuze te maken) maar uiteindelijk vinden we er één met uitzicht op het dal beneden ons. Het is pas drie uur zodat Dick alle tijd heeft om mijn voorband te maken, mijn fel fluoriserende nachtlicht op de fiets te repareren (batterij is leeg daarom deed licht het niet) en twee nieuwe fietsbellen te monteren wat geen overbodige luxe is omdat de oude bellen toch wel erg roestig waren. Ondertussen maak ik koffie en ga, bij een temperatuur van 10 graden (wel zonder wind ) buiten achter de computer zitten om verder te schrijven aan de website story. Als Dick om 5 uur klaar is met het nakijken en repareren van de fietsen gaan we beiden naar binnen, waarna Dick gaat publiceren. Hij heeft het toch maar druk met alles wat gedaan moet worden. Zodra we bij de lekker warme kachel zitten begint het te regenen. Goed dat ik buiten nog geen vuurtje gemaakt heb. Het stopt niet meer met regenen en de hele nacht maar ook de volgende morgen is het grauw en nat. Woensdag 3 december kunnen we gelukkig wel tussen de buien door naar de douche op de campground lopen maar verder wagen we ons niet meer buiten. Toch nemen we niet de interstate naar Phoenix maar pakken de bergweg die ons door Jerome voert, de steilst gelegen stad in de USA. Dat klopt ook want in de haarspelden die we beklimmen om door het stadje te komen liggen de huizen gebouwd en die haarspelden stoppen, naar het lijkt, nooit meer. Wat een eindeloze afstanden omhoog. Zo nu en dan hebben we een glimpje zicht maar meestentijds kunnen we doordat we door de wolken rijden niets van het prachtige berglandschap zien. Pas als we de 2130 meter gepasseerd zijn wacht ons de afdaling en ook wat droger weer want alhoewel de wolken nog erg laag hangen stopt de regen. Om half drie zijn we bij de storage op Bell Road in Phoenix. Helaas is er even niemand aanwezig maar na wat boodschappen te hebben gedaan in een vlakbij gelegen Walmart blijkt de manager met wie we de afgelopen weken mailcontact hadden, aanwezig en kunnen we de storage regelen voor eind december. We zien het plekje waar we de camper de 22e kunnen stallen, vullen de benodigde formulieren in en betalen. Het is al over vieren als we wegrijden bij de stalling, te laat om nog ver te rijden. Walmart staat overnachten niet toe dus vragen we bij Sam’s club of daar een mogelijkheid is om te verblijven, wat, als we op de uithoek van hun parking gaan staan, mag. Nadat de camper staat is het bijna donker en regent het hard. Echt weer om lekker met de gordijntjes dicht te zitten. Ondanks het feit dat we ’s nachts helemaal alleen op deze parking staan, slapen we als een blok en worden pas om kwart over zeven wakker op donderdagochtend. Nadat we twee laundrys hebben bezocht waar alleen met kaarten betaald kan worden, die we niet hebben, besluiten we door te rijden over de AZ-79 naar Florence.
Daar vinden we begin van de middag twee campgrounds naast elkaar. We besluiten de goedkoopste te nemen, ook nog met free wifi. Niet echt een goede keuze. Niet alleen werkt de wifi niet vanwege de zware bewolking en (inmiddels gestopte) regen, ook blijkt deze camping een soort dorp, waar iedereen (er zijn alleen maar snowbirds van minimaal 70 jaar en ouder) je nauwlettend volgt en alles van je wil weten. Je kunt je er niet bewegen of je wordt aangesproken en bekeken. De laundry bevindt zich bij de office wat ook een soort clubhuis is en waar het krioelt van de “bejaarden” die knutselen en spelletjes spelen. Niet echt de plaats waar wij ons nu al thuis voelen.
Nadat de was (ja, opnieuw) gedaan is trekken we ons terug op ons plekje tussen de cactussen in de zon, waar we lekker achter een boek kruipen en verder niets meer doen. Natuurlijk wordt het kil tegen vijven zodat we de stoeltjes opbergen en verder de avond binnen doorbrengen. We gaan de volgende ochtend niet op de camping douchen omdat die zich ook in het “Clubhuis” bevindt en we geen zin hebben om opnieuw aangestaard en nauwlettend gevolgd te worden door de groep die hier al jaren achtereen alle wintermaanden doorbrengt en ieder ander leven onder een vergrootglas legt. Als we de campground achter ons laten schijnt gelukkig ook het zonnetje alhoewel dat al snel achter een dikke wolkenlaag verdwijnt. Maar het is niet echt koud, 15 graden en er staat helemaal geen wind. Op ons gemakje rijden we naar Tucson, onderweg regelmatig een cache zoekend. Rond één uur arriveren we bij Mike en Susan. Het is een goed weerzien na elkaar in Alaska vlakbij Anchorage, voor het laatst getroffen te hebben. We hebben elkaar heel veel te vertellen en willen natuurlijk alle foto’s zien van de schitterende reis die we beiden naar “The last Frontier” hebben gemaakt zodat het, voor we er erg in hebben, avond is.
Na een heerlijke chilimaaltijd genieten we de rest van de avond van een concert van Marc Knopfler en Emmilou Harris. Beiden houden we van deze muziek en met de schitterende geluidsinstallatie die Mike heeft lijkt het alsof we ons in de zaal bevinden waar het concert gegeven wordt. De avond vliegt om en het is dat mijn ogen tegen elven dichtvallen dat we afscheid van elkaar nemen en naar onze camper lopen die naast het huis op de oprit staat. Zaterdag 6 december worden we pas om kwart voor acht wakker. Wat hebben we diep geslapen. Nog voor het ontbijt gaan Susan en ik even boodschappen halen bij de Safeway omdat er nog wat ingredienten missen voor het avondmaal. Het is doodstil in de winkel dus al snel zijn we weer terug waarna we gezellig met elkaar ontbijten. Na het ontbijt besluit Susan dat het tijd is om mij te leren cookies te maken. Met uitzondering van appeltaart jaren geleden (die altijd uit elkaar viel omdat ik mij teveel vrijheden veroorloofde met het recept) heb ik nooit meer iets van zoetigheid gebakken.
Het blijkt enorm leuk te zijn om samen aan de slag te gaan in de keuken en naast een soort chocolade spinnen maken we ook fudge. We lachen wat af en ook worden de nodige foto’s gemaakt en via de app verstuurd. Uiteindelijk zijn onze baksels gereed en kunnen ze in de koeling gezet worden om verder te “garen”. Weer zo’n speciale uitdrukking van Tita. De tijd vliegt gewoon en na een heerlijke lunch met voortreffelijke beenham rijden we in de middag naar Costco, een enorme groothandel, waar we onze ogen uitkijken. Mijn camera is niet meer zo goed en eigenlijk aan vervanging toe dus bekijken we de verschillende camera’s die hier te koop zijn en ook bewonderen Mike en Dick het nieuwe en uiterst scherpe Samsung Galaxy Tablet. We willen het graag aanschaffen om beter onze foto’s te kunnen bekijken. Het is gewoon een verrukking om hier rond te dwalen en te zien wat er allemaal te koop is.
In de gewone winkels in de USA zijn de verpakkingen al enorm groot, hier vind je zelfs nog grotere verpakkingen. Afgezien van wat kleine dingen zoals drie enorme flessen douchecreme (natuurlijk wel de vochtinbrengende soort), vier reuze tubes sensodyne en een bulkverpakking batterijen kopen we echter niets. Thuis aangekomen kijken we opnieuw foto’s die tijdens ons beider reizen zijn genomen en praten over onze belevenissen. Het hoge noorden van dit continent “Sits under your skin” en je komt er derhalve nooit meer los van. ’s Avonds eten we de chicken tortilla soep die bereid is in een slow cooker en werkelijk voortreffelijk smaakt. We eten eigenlijk te veel maar maken toch nog wat plaats voor het dessert, de baksels die Susan en ik vanmorgen gefabriceerd hebben. Ze smaken voortreffelijk en we nemen ons voor de ingredienten in december mee te nemen om thuis deze chocolade spinnen en fudge ook te kunnen maken. De avond vliegt opnieuw om terwijl we kijken naar een optreden van “The Blueman Group” een groep die onder meer in Las Vegas optreedt en die toch wel een heel aparte vorm geeft aan zijn optreden. Alhoewel iedereen zegt “hoe ouder je wordt des te minder slaap je nodig hebt” geldt dat duidelijk niet voor ons want ondanks de gezelligheid vallen om half elf onze ogen bijna dicht en nemen we afscheid van elkaar en een gezellige dag en avond. Ik merk niet eens meer dat ik mijn kussen raak.
Aan alle leuke dingen komt een einde dus zondag 7 december na een heerlijk ontbijt van versgebakken pancakes (Mike, you did a great job) en nog lang napraten worden we uitgezwaaid door Susan en Mike en verlaten we Tucson. Het is mooier weer dan de afgelopen dagen en we zien gelukkig weer eens blauwe lucht en zon. Op weg naar het noorden is het stil, alleen daar waar de kerk uitgaat staan rijen auto’s te wachten tot ze de weg op kunnen rijden, het verkeer wordt door de State Police geregeld. Doordat we constant door kunnen rijden lukt het om rond twee uur bij Lost Dutchman State Park te arriveren, een mooi State Park waar we een eindeloze plek vinden. We hoeven niet eens enkele malen over de campground te rijden. Ik ben op slag verliefd op een plekje. Snel zetten we de stoeltjes en tafeltje buiten en in de schaduw van een grote Saquaro ga ik verder schrijven aan de website. Het is hard nodig want ik loop al weer enkele dagen achter.
Na zo’n 2 uur geschreven te hebben besluiten we toch nog een stukje te wandelen omdat er tegen de berghelling, achter de campground, enkele caches verborgen liggen. Het plan is twee caches te zoeken maar de natuur is hier zo mooi dat we verder wegdwalen. Pas als we de zon achter de bergen zien zakken realiseren we ons dat het toch wel tijd wordt om terug te keren naar de camper. We hebben geen lampen bij ons en nadat de zon weg is valt de duisternis al snel in. Wel moeten we onderweg nog even stoppen want omdat we helling op, helling af moeten lopen over erg ongelijk terrein glijdt Dick uit, vlakbij een Cholla. Deze cactus heeft de onaangename gewoonte om, zodra er maar iets levends in de buurt komt, dat met vruchten met enorme stekels te bespringen. Het lukt gelukkig om de meeste lange stekels die zich dwars door Dick’s broekspijpen hebben gewrongen te verwijderen (kost wel moeite want de weerhaakjes laten niet echt makkelijk los) maar enkele dieper zittende stekels zullen echt moeten wachten tot we weer terug zijn bij de camper en een pincet kunnen gebruiken. Een les om, zeker in cactus gebied, niet alleen een tekenverwijderaar maar ook een pincet mee te nemen. Uiteindelijk na een 4 km lange wandeling dwars door ruw terrein, berg op berg af, arriveren we in het pikkedonker weer bij de camper.
Het is nog heerlijk weer, zeker 18 graden en geen wind te bekennen. Het was een leuke wandeling. Na een heerlijke hete douche op de campground rijden we maandagochtend 8 december weg van Lost Dutchman State park, een plek waar we zeker weer zullen terugkeren omdat het hier zo mooi is. We zitten vlakbij Phoenix en ik herinner me dat we ergens drie jaar geleden prachtig tapijt gekocht hebben. Na enig zoeken vinden we de winkel. Volgens ons de enige Home Depot die tapijt op de rol verkoopt. Ondanks veel zoeken hebben we namelijk niet eerder een Home Depot gezien met dit tapijt op de rol. We aarzelen niet lang en schaffen ons nieuwe tapijt aan. Geen luxe want het Canadese tapijt dat er nu in ligt pluist en is niet meer om aan te zien. Verguld met onze goede aankoop rijden we verder dwars door de enorme stad Phoenix met zijn vele voorsteden, naar het noord westen. Eerst door kale vlaktes en uiteindelijk weer de bergen inklimmend. Om 4 uur arriveren we in het stadje Wikieup waar nog net een plekje is voor een “overniter”. We hebben geen zin om nog langer te rijden dus stoppen hier. Van de eigenaar moeten we echt de vijver, die net “geremodelled” is en vol vis zit, bekijken en natuurlijk lopen we ook nog even rond in Wikieup tot de zon ondergaat.
Dit keer een verbijsterende zonsondergang die de hemel vuurrood kleurt. Gelukkig lukt het ditmaal dat schouwspel op de foto vast te leggen. Dinsdag 9 december worden we pas om half negen wakker en dat terwijl we echt al om half 10 naar bed zijn gegaan. Ach, de afstand die we vandaag af willen leggen is gelukkig niet zo heel groot. Alhoewel Dick weinig verschil ziet (het blijft de grote leegte) verandert het landschap, nadat we Kingman, gelegen aan “route 66”, achter ons laten, wel langzaam. Er komt steeds meer zand en ook de rotsachtige bergen worden ongenaakbaar. We naderen Mohave desert country. Ik vind het heerlijk want naast lava ligt mijn liefde bij de bergen en kale rotsen. En dat is precies wat we om ons heen zien.
Bij de Hooverdam stoppen we even om deze beroemde dam vanaf een hoog liggende brug te bekijken. Snel daarna zien we onder ons in de diepte Las Vegas liggen. Ja, opnieuw zijn we op weg naar deze fascinerende stad die ons beiden blijft boeien. Bij Roadrunners RV Park (tussen Sam’s Place en Arizona Charlie’s aan Boulder Highway) vinden we een prachtig plekje. Eigenlijk niet geschikt voor ons “kleine” campertje maar omdat we slechts drie nachten blijven mogen we er toch staan. De rest van de middag, het is twee uur, zitten we heerlijk buiten in het zonnetje met een kop koffie, kijken bij de grote bibliotheek die op de campground aanwezig is, weten enkele boeken te ruilen en Dick kijkt alvast naar een route die we mogelijk in januari met Thecla en Thomas kunnen rijden.
2 Responses to Langzaam richting Phoenix