Naar Gibraltar en terug naar huis.

Deel 2   Op naar ons eindpunt Gibraltar en dan weer langzaam terug naar huis

Het is opnieuw stralend weer als we maandagochtend om half 8 wakker worden en alhoewel de temperatuur slechts 11 graden aanwijst lijkt het snel warmer te worden. Na betaald te hebben dumpen we het laatste restje black water en vertrekken dan van deze heerlijke plek. De weg voert ons dwars door de bergen en het vereist heel wat klimwerk van onze Frankia maar uiteindelijk na eindeloze afdalingen laten we de bergen achter ons en rijden door katoenvelden.

Helaas heeft de oogst al plaatsgevonden maar nog overal zie je plukjes katoen liggen. Na de havenstad Algeciras gekruist te hebben arriveren we in “la Linea de Conception” een stadje aan de grens met Gibraltar waar langs de haven een mooie parkeerplek is. Er staan best al wat campers maar toch vinden we een mooi plekje en na een lekkere koffie wandelen we naar de grens die slechts 700 meter verderop ligt. We wapperen wat met onze paspoorten maar eigenlijk kijkt niemand ernaar en al snel bevinden we ons op Brits grondgebied.

Over de startbaan naar Gibraltar

Even moeten we wachten voor we verder kunnen lopen omdat er een vliegtuig op het punt staat te landen en dan kun je natuurlijk niet de landingsbaan oversteken maar zodra het vliegtuig aan de gate staat mogen we het vliegveld oversteken. Gelukkig voor ons rijdt het verkeer net als de rest van Europa gewoon rechts. Alleen voor de Britten die dit natuurlijk niet gewend zijn staat bij iedere oversteekplek aangegeven naar welke kant ze moeten kijken. Langzaam wandelen we steeds dichter naar het centrum. We kunnen echter, na enkele uren rondwandelen, de geuren die vanuit een Mac komen niet weerstaan en dus voor we echt het eigenlijke centrum van Gibraltar binnenwandelen eten we eerst een burger. Het centrum bestaat eigenlijk uit een groot wandelgebied langs allemaal winkeltjes die natuurlijk open zijn. Het eindpunt van onze wandeling brengt ons naar de funiculaire waar de ene na de andere gondel hoog de berg op verdwijnt. Aan onze benen voelen we dat we best wel een eindje gelopen hebben dus besluiten we langzaam terug te wandelen, opnieuw langs eindeloze winkeltjes en als een geel T-shirt goed blijkt te passen wordt dat al snel afgerekend. Gelukkig leven we in het visa tijdperk want we bezitten geen Britse ponden.

Het vliegveld van Gibraltar

Op de terugweg bekijken we het vliegveld van boven en moeten we opnieuw enige tijd wachten voor we de start en landingsbaan kunnen oversteken. Al die vliegtuigen ook en dan vertellen omstanders dat het nu in Coronatijd erg rustig is. Na in een enorme rij van forensen opnieuw met onze paspoorten gewapperd te hebben arriveren we eind van de middag weer veilig terug bij de camper. Een beetje versleten zijn we wel na bijna 14 km wandelen en we ploffen lekker neer op de bank in de camper. Alleen om een foto van de zonsondergang te maken ga ik er nog even uit. Verder doen we weinig meer.

Helaas zijn er dinsdag 16 november aanzienlijk meer wolken en is er slechts een klein beetje blauw te zien maar desondanks pakken we vandaag de fietsen om te kijken of de rots op kunnen fietsen. Gisteren werden we door tientallen mensen aangeklampt met de vraag of we niet per busje een tour over de rots wilden doen maar per fiets lijkt het ons aangenamer. Op verschillende plekken in Gibraltar zijn geocaches verstopt dus die geven ons een leidraad welke weg we moeten nemen. Allereerst brengen ze ons naar het uiterste puntje bij de vuurtoren vanwaar we een blik op het Afrikaanse continent kunnen werpen. Wat is dat vanaf hier gezien dichtbij. Lang kijken we over de straat van Gibraltar maar dan beginnen we toch echt aan de steile klim omhoog naar de top. Halverwege de rots worden we tegengehouden door slagbomen. Pas nadat we een pas hebben gekocht mogen we verder. Het bovenste deel van de rots is een Natural Reserve en kan alleen tegen betaling worden bezocht. Zelfs als je wandelt of fietst. Terwijl we hoger en hoger klimmen, in turbostand want zo steil gaat het weggetje omhoog, worden we vaak gepasseerd door de kleine busjes vol met toeristen. Ik vraag me af hoe druk het hier is gedurende het hoogseizoen. Natuurlijk stoppen we even bij St Michaels Cave. Lang werd gedacht dat deze grot bodemloos was, wat waarschijnlijk aanleiding gaf tot het verhaal dat de Rots van Gibraltar door een ondergrondse gang onder de straat van Gibraltar verbonden was met het continent Afrika. Men zei ook dat de beroemde aapjes, die hier overal rondlopen, de toeristen bestuderen en van tijd tot tijd hun ijzingwekkende tanden laten zien, via deze ondergrondse passage hier terechtgekomen zijn.

De Engel geprojecteerd op de stalactieten in de grot

De grot heeft regelmatig een gekleurde lichtshow en is erg toeristisch maar Dick weet de engel, die op een zeker moment op de stalactieten te zien is, wel in een foto te vatten. Na ook nog even een lekkere cappuccino te hebben gedronken, met een heerlijk stuk gebak, fietsen we weer verder. We klimmen naar het voor ons hoogst bereikbare topje, O’Hara’s battery, op 421 meter, vanwaar we opnieuw een enorm zicht hebben op de zee rondom ons. Het continent Africa is inmiddels door een dikke wolkenband aan ons oog onttrokken maar hier staan, zo hoog op de rots van Gibraltar, is wel schitterend. Helaas moeten we vanaf hier een heel stuk steil afdalen. Helemaal niet aangenaam temeer daar de weg je het gevoel geeft dat, als je een stuurfout maakt, je meteen een duizelingwekkende diepte induikt dus langzaam, alles vergend van onze remmen, dalen we af en dan klimmen we weer want natuurlijk willen we ook de tunnels bezoeken die aan de andere kant van de rots in de berg zijn uitgehouwen. Inmiddels is de toeristenstroom iets minder en dus kunnen we op ons gemakje door de tunnels klimmen tot het eindpunt wat aan de andere zijde van de berg ligt. Wat een werk is hier gestoken in het uithouwen van deze gangen. Ook wel bijzonder om hier te lopen.

Uitzicht op de rots van Gibraltar

Als we weer buiten staan kijken we nog even naar opnieuw een landend vliegtuig. Vanaf dit hooggelegen punt hebben we daar een prachtig zicht op. Maar dan

, het is inmiddels al eind van de middag, dalen we weer af naar het centrum, doen nog wat laatste inkopen in een Engelse levensmiddelenzaak (en vertrekken met Spaanse producten)  en fietsen dan door de douane weer terug naar de camper. Wat een schitterende tocht was dit zeg. Graag wil ik deze klim nog een keer maken maar dan met een staalblauwe lucht wanneer je een nog mooier zicht op de omgeving hebt. Omdat het vandaag best wel bewolkt was is de temperatuur niet boven de 15 graden uitgekomen maar nu de schemer bijna invalt komt er ook een koel windje opzetten zodat we blij zijn als we terug zijn bij de camper.

Daar we Gibraltar niet kunnen verlaten voor we ook de Engelse Fish and Chips hebben gegeten besluiten we woensdag 17 november nog een dagje te blijven. Vanochtend kunnen we dan eerst onze kleding en beddengoed wassen en vanmiddag nog even gezellig winkeltjes kijken en in het stadje wat eten. Helaas is de aanwezige wasmachine nog bezet als wij er met onze waszakken aankomen zodat er niets anders over blijft dan te wachten tot de machines vrijkomen. De Engelsen die de machines bezetten hebben echter niet genoeg kleingeld om ook te drogen. Ook al kan ik er op een gegeven moment tussendoor glippen (ze zijn op jacht naar kleingeld) toch moet ik op een bepaald moment mijn plekje toch weer afstaan in de droogrij opdat zijn hun was kunnen drogen. En ook dat duurt opnieuw veel langer omdat één droogbeurt onvoldoende is (je hebt bij deze slecht drogende machines twee droogbeurten nodig) en opnieuw hebben ze nieuw kleingeld nodig en moeten ze weer de buurt afstruinen en wat kopen (niemand wil nl. kleingeld wisselen) om verder te kunnen drogen. Maar uiteindelijk is ook onze was droog en kunnen we rond drie uur naar Gibraltar wandelen. Opnieuw wandelen we door de enige landpoort in de Kazematten de binnenstad in. Er is meer zon dan gisteren alhoewel er best nog veel wolken zijn maar de temperatuur is gelijk gebleven en ontstijgt de 16 graden niet.

Fish en Chips in Gibraltar

Na de hele winkelstraat opnieuw doorgelopen te hebben en lekker winkeltjes te hebben bekeken vinden we eind van de middag in de oudste pub van Gibraltar een vrij tafeltje waar we echte Britse Fish en Chips eten. Het smaakt goed maar ik vind de versie die we in St Malo eten toch veel beter. ‘s Avonds begint het te stormen. Zo erg dat TV kijken onmogelijk wordt (het signaal is te veel verstoord) en zelfs de dakluiken moeten we sluiten omdat de wind er probeert onder te komen. We slapen niet echt rustig en de camper voelt aan als een dobberend schip.

Deze storm duurt ook nog donderdag 18 november voort, de thermometer wijst nog 17 graden aan en het is droog. Helaas is de weg die wij moeten hebben afgesloten zodat we over zeer smalle weggetjes worden geleid langs raffinaderijen. Op een van deze smalle wegen worden we tegengehouden door een groep stakers. Ze weigeren verder te werken tot er loonsverhoging komt. Waarom ze dergelijke protest uitingen op zo’n smal achterafweggetje doen waar verder niemand ze ziet is mij een raadsel maar gelukkig magen we na een kwartiertje weer verder rijden (nagezwaaid door de stakers die wij, in hakkelend Spaans, succes hebben gewenst). Dat verder rijden is een zeer moeizaam proces want de weg is eigenlijk te smal voor én een tegenligger én onze camper zodat we gewoon geduld moeten hebben totdat alle tegenliggers gepasseerd zijn wat soms op een haar na lukt. Ik ben best blij als we na een tijdje weer op een normale weg belanden die we volgen tot in de stad Cádiz. Ook hier moeten we enkele zeer smalle straatjes door manoeuvreren, alvorens we eindelijk op de grote betaalde parking aan de rand van stad in het havengebied arriveren. Ondanks de vele hier geparkeerde auto’s blijkt er in de achterste hoek voldoende plek om onze camper neer te zetten en kunnen we het stadje Cádiz inlopen. De zon schijnt weer volop en de wolken zijn bijna verdwenen maar de wind blijft dus ondanks het feit dat de thermometer nu 19 graden aangeeft voelt het koeler aan en dan is een bodywarmer wel erg aangenaam om te dragen.

Boulevard van Cadiz

Cádiz is een prachtig stadje met een schitterende boulevard, oeroude bomen die kolossaal van omvang zijn en een oude cathedraal. Klaarblijkelijk nemen we de verkeerde ingang want nadat we door de kathedraal hebben gedwaald en de eronder liggende enorme crypte, die ook nu nog als laatste rustplaats wordt gebruikt, hebben bekeken, blijkt dat de toegang tot deze kerk 11 euro pp kost. Dat had ik er nooit voor gegeven dus we boffen. Inmiddels wandelen we al een paar uur rond en als we op een terrasje allemaal Spanjaarden heerlijke hapjes zien eten gaan we aan een leeg tafeltjes zitten en na wat navragen bij de buren hoe de diverse gerechtjes heten zitten we even later ook aan de tapas. Ze smaken echt lekker en ik snap nu goed dat deze hapjes overdag zo gewild zijn. Zeker als je er ook wat bij drinkt.

Een bijzondere boom in Cadiz

Net voordat de zon ondergaat wandelen we nog een stuk over de boulevard, zoeken een cache in een van de enorme, oeroude en grillig gevormde bomen die ernaast staan en pas als het donker wordt arriveren we weer bij de camper. Moe maar voldaan en omdat we om half 5 zoveel kleine hapjes hebben genuttigd hoeven we niets meer te eten.
Ook nu weer steekt, nadat de duisternis is ingevallen, de storm op en opnieuw voelt het alsof we ons op een boot bevinden zo schommelt de camper heen en weer.

Vrijdag 19 november is de lucht weer staalblauw en de zon schijnt volop. Wel waait er nog een harde wind maar de temperatuur ligt rond de 18 graden Nadat we bij de bewaking betaald hebben, waar we het dubbele tarief moeten betalen omdat we “Too Big” zijn, verlaten we Cádiz over een enorm hoge 3 km lange brug waar de camper het even hard te verduren krijgt door de harde windstoten.
Al snel zitten we op een grote 4-baan weg en 2 uur later rijden we Sevilla binnen.
We vinden een plekje op een bewaakt terrein van een autohandelaar. Vanaf hier is het goed te doen om naar de binnenstad van Sevilla te lopen. Vanmiddag komen we niet zover. Ons doel is nu de Plaza de España, waar we via een wandeling door eindeloze parken uiteindelijk arriveren. Dit plein met een doorsnede van wel 200 meter is overweldigend en wordt begrensd door diverse paleisachtige gebouwen met aan de flanken twee hoge torens. Aan de voet van de gebouwen bevinden zich 52 bankjes met mozaïeken van tegeltjes die alle 52 Spaanse provincies uitbeelden. Je kunt er zelfs met een bootje door de grachten varen. Een schitterende en overweldigende plek. Het werd ontworpen voor de Ibero Amerikaanse tentoonstelling van 1929. Ik heb noch nooit zo’n schitterend plein gezien en we raken niet uitgekeken. Toch moeten we op een gegeven moment weer terug en net voor de schemer invalt zijn we weer terug bij de camper. Gelukkig is de wind gaan liggen, hebben we weer een stabiele camper en kunnen we ook weer naar het nieuws kijken. Helaas is het zaterdag 20 november bewolkt en zelfs vallen er zo nu en dan wat druppels regen. Omdat de camper door de storm van de afgelopen dagen helemaal onder het zand is komen te zitten poetst Dick eerst de ramen allemaal schoon maar daarna wandelen we (het is inmiddels 11 uur) naar het oude centrum van Sevilla. De wandelafstand valt mee en al snel dwalen we door de smalle straatjes van de oude binnenstad. Rond de Cathedraal zijn allemaal kraampjes te vinden waar kerststalletjes en figuren voor kerststalletjes worden verkocht. Wel bijzonder want zoiets hebben we nog nooit gezien. Ook staan er ondanks de hoge toegangsprijs van 11 euro pp enorme rijen wachtenden om de kathedraal in te gaan.

Tapas eten in Sevilla

Wij wandelen door tot we in een van de smalle straatjes een barretje zien waar ze versgeperst sinaasappelsap verkopen. Daar hebben we wel zin in en al snel zitten we binnen in de warmte. Het is een bijzondere bar want de muren hangen vol met platen van heiligen en processies en geen plekje is meer vrij. We genieten al snel van niet alleen het verse sinaasappelsap maar ook smullen we van de diverse kleine hapjes. Met name de spinach- kaas en de croquettes zijn heel smaakvol. Net voor de grote drukte toestroomt vertrekken wij weer uit het barretjes om verder te wandelen. Helaas zijn alle winkels weer gesloten, zelfs de kerstkraampjes en dus kunnen we niet meer rondsnuffelen tussen de kerstkraampjes maar wel ontdekken we een Starbucks en daar de temperatuur inmiddels opgelopen is naar 17 graden zitten we even later buiten op het terras aan de een Starbucks cappuccino en frappucino. Heerlijk smaakt dit. Helemaal gesterkt door al dat eten en drinken wandelen we op ons gemakje weer terug.

Plaza de España in Sevilla

We komen opnieuw langs de Plaza de España waar we de trappen beklimmen van de gebouwen zodat we nu ook van bovenaf een blik op dit schitterende plein kunnen werpen. Ondanks het veel mindere weer vandaag is het nog steeds schitterend hier. Alleen klinkt in de verte een onheilspellend gedonder. Dus na nog enkele foto’s van de mozaïek bankjes wandelen we terug. Helaas worden we, als we nog een half uur voor de boeg hebben, overvallen door een hevige en langdurige stortbui. Het is ongelooflijk dat onze regenjacks deze stortvloed tegenhoudt. Helaas hebben we onze regenbroeken niet bij ons en dus wordt alles onder ons middel doorweekt. Niet alleen door de van boven neervallende regen maar ook door de auto’s die, als we de rivier oversteken, door zeker 20 cm diep water langs ons heen razen en ons volledig onder-sproeien.
Het maakt dus niet meer uit als we vlak voor de camperplek ook nog door een lange 20 cm diepe rivier moeten waden.  Er is in korte tijd zoveel water gevallen dat de weg volledig verdwenen is, deze fungeert nu als rivierbedding. Thuis trekken we op de deurmat staand onze drijfnatte kleding uit en droog ondergoed en sokken zijn geen overbodige luxe. Uit onze schoenen komt een enorme plas water, die kunnen we voorlopig niet meer aan. Terwijl het door blijft regenen en de onophoudelijke bliksemflitsen de hemel verlichten zitten we inmiddels lekker droog bij de kachel en genieten van een wijntje. De hele camper hangt vol met drijfnatte kleding.

Gelukkig laat de zon zich zondag 21 november weer van zijn beste kant zien en al vroeg in de ochtend is het 18 graden. Onze Franse gasfles is inmiddels echt leeg en vervangen door een Nederlandse fles met propaan. Voorlopig hoeven we ons nog geen zorgen te maken over onze gasvoorraad. Daarbij komt, mochten we nu zonder propaan komen te zitten, dat we inmiddels beschikken over een koppeling (aangeschaft in Ronda) waarmee we ook een Spaanse gasfles kunnen aansluiten. Het is stil op de weg en we schieten lekker op. Helaas nemen gaande de ochtend de wolken toe en zo nu en dan vallen er weer een paar druppels regen.

Plein in Badajoz

In Badajoz kunnen we het één na laatste plekje bezetten en nadat we zoals gebruikelijk eerst een koffie hebben gedronken steken we via een oude 15 -eeuwse brug de rivier over en wandelen we naar het centrum van dit stadje.
Het is hier niet onaangenaam maar het centrum is volledig uitgestorven.
Op zondag zijn alle winkels dicht en alhoewel er een zonnetje schijnt en het rond de 20 graden is zien we niemand op straat. Op een van de pleintjes wordt zelfs het terras alweer afgebroken. Klaarblijkelijk is er geen klandizie genoeg. Eén winkel trekt mijn aandacht door de sportschoenen in de etalage.
Ik ben hard toe aan nieuwe wandelschoenen, mijn oude Keens zijn inmiddels zo versleten dat ze overal stukjes zool achterlaten. Morgen toch even hier kijken. Net voor we de moed opgeven vinden we een klein winkeltje wat brood verkoopt dus kunnen we vanavond lekker eten. Ik vergeet te vertellen dat we daar bloemkool en worstjes bij eten dus we hoeven geen droog brood te kauwen. Langzaam wandelen we weer terug naar de camper over de oude brug en langs de vestings-werken aan het einde van de brug en net voor het invallen van de schemer zijn we terug. En de avondmaaltijd? Die smaakt prima na deze wandeling.

Maandag 22 november schijnt opnieuw de zon, wel is er meer wind wat meteen invloed heeft op de temperatuur die nu niet boven de 15 graden uitkomt. In de verste verte hebben we geen bakker ontdekt dus we ontbijten met Oroweat. Hetzelfde brood als we in America kochten en het smaakt beter dan ons overlevingsbrood wat altijd iets sponsachtigs heeft. Tijdens het ontbijt merken we dat er iets met de pootjes van de camper aan de hand is. De linkerzijde is niet echt vormvast en zakt wat in dus voor we op missie gaan zet Dick eerst de camper weer recht. Maar daarna wandelen we naar de schoenenwinkel. Het aantal bergschoenen blijkt beperkt en nadat ik 6 verschillende paren gepast heb, die allemaal even beroerd zitten, besluiten we de missie te beëindigen. Ik zal nog even verder moeten door lopen op mijn afgetrapte Keens en hopen op betere tijden. Dus dwalen we verder door het stadje waarbij geocaches ons aan de voet van een fort brengen. We wandelen inmiddels hoog op de heuvel boven het stadje.

Stadsmuur van Badajoz

Het is een beste klim en een smal paadje voert ons onder de stadsmuur totdat we eindelijk een poort ontdekken waar we in kunnen en onze tocht verder over de kanteelmuren van dit fort kunnen voortzetten. Iets veiliger omdat het padje aan de buitenzijde van de muur steeds smaller en de afgrond ernaast steeds dieper werd. Het is leuk om helemaal rond te wandelen en we hebben een schitterend zicht op de weidse omgeving om ons heen. Dat rondwandelen en klauteren vraagt echter wel veel energie dus als we uiteindelijk weer terug in het stadje zijn beland gaan we op zoek naar iets te eten en te drinken. Maar we zijn te laat, alles is inmiddels gesloten en zelfs de open panederia  (broodjeszaak) wil niets verkopen. Wel kunnen we een broodje meenemen en buiten opeten maar inmiddels is de temperatuur naar 8 graden gedaald en daar hebben we geen zin in. Dus wandelen we onverrichterzake terug naar de camper waar we een lekker kopje soep maken en de rest van de middag achter de laptop gaan zitten om weer eens wat te schrijven. Ons avondeten is simpel, wat restjes van de voorgaande dagen maar het smaakt goed en is voldoende. De klok van 10 uur horen we niet meer slaan.

Dinsdag 23 november staan we pas om half negen op en na dumpen en water vullen vertrekken we uit dit aangename stadje. Badajoz ligt aan de Portugese grens en dus rijden we al snel Portugal in. Het is hier een uur later dus we winnen een uur wat niet onaangenaam is. We rijden naar Portugal omdat we blikjes frisdrank nodig hebben die in Spanje fors geprijsd zijn. In Elvas, het eerste plaatsje over de grens stoppen we bij de supermarket. Niet alleen mogen we hier vannacht overnachten, ook staan er wasmachines en drogers op het terrein dus gaan we lekker weer eens wassen. Omdat we op niemand hoeven te wachten en direct de aanwezige machines kunnen vullen is nog voor 12 uur (Portugese tijd) alle kleding gewassen en gedroogd en wandelen we naar de cafetaria van de supermarket waar we heerlijk uitgebreid lunchen. We hebben inmiddels nog een camperplek ontdekt bij een oud fort hoog op de berg “Forte de Nossa Senhora da Graca” waar we willen kijken en dus rijden we na de lekkere lunch daar naartoe. De weg ernaartoe klimt steil omhoog en mondt uit op een enorm schuin parkeerterrein bestaande uit knobbelkeitjes die spekglad zijn en waar de camper geen enkel grip op heeft. Met moeite weet Dick de camper op dit steile parkeerterrein te draaien en we weten niet hoe snel we weer terug moeten rijden naar de super-mercado. Een volgende keer gaan we nog wel eens hier kijken maar dan met de fiets. We willen immers dit grootste gebastioneerde fort ter wereld, bestaande uit meerdere driehoekvormige bastions, wel een keer bezoeken. Met zijn stervormige ommuring behoort het immers tot de best bewaarde stadwallen van Europa. Zodra de camper weer bij op zijn oude plekje staat, wandelen we het stadje in. De zon schijnt lekker maar het blijft met 5 graden best wel koud. Met én een dons jack én een regenjack eroverheen houden we het gelukkig wel warm.

Aquaduct in Elvas

We lopen naar het grote Aquaduct (Aqueducto da Amoreira) wat deels gerestaureerd wordt. Het heeft een lengte van 7 km en bestaat uit 843 bogen en is op sommige plekken 31 meter hoog. Terwijl we langs de eindeloze bogen van het aquaduct lopen klimmen we langzaam omhoog naar een op een andere heuvel liggend fort: “Forte de Santa Luzia”. Ook dit fort is stervormig en indrukwekkend en vanaf de wallen hebben we, weggedoken in onze jacks, een prachtig zicht op de wijde omgeving. Uiteindelijk zijn we om 5 uur weer terug bij de camper, kan ik eindelijk weer eens wat voedsel voorraden inslaan en gaan we lekker lezen. Van koken komt vanavond niets. Slechts een paar toastjes met kaas is ons avondmaal maar dat is logisch na de uitgebreide lunch van vanmiddag.

Woensdag 24 november schijnt de zon maar ook zien we wat wolken. De temperatuur komt niet hoger dan 5 graden. Om half negen passeren we al de grens met Spanje waardoor we het uur waar we gisteren voordeel van hadden, nu verliezen. Door bergachtig gebied rijden we langzaam naar het noorden. Het is doodstil op de weg en er is praktisch geen bewoning in deze Sierra de San Pedro. Het is een schitterende tocht. Net voor Plasencia, Spanje, verschijnt een enorme tornadoachtige wolk aan den einder. Deze komt steeds dichterbij en heeft alle blauwe lucht opgeslokt als we op de grote parkeerplek aan de rand van Plasencia arriveren. Zodra de camper goed staat wandelen we het stadje in.

Kathedraal in Plasencia

Het is meer klimmen want wat voeren de straatjes naar het centrum steil omhoog. We moeten haast klauteren om omhoog te komen maar uiteindelijk arriveren we bij het aquaduct, ja weer één maar dit is een laag exemplaar. Vanaf hier dwalen we aan de hand van geocaches die ons in dit land steeds naar verrassende plekjes brengen. Door de oude en smalle straatjes van dit stadje naar de oude Kathedraal die er enigszins vervallen uitziet en zoals gebruikelijk in Spanje, natuurlijk op slot zit. Net voor donker zijn we weer terug bij de camper waar ik het niet kan weerstaan om nog even rond te kijken bij een Chinese Bazar, die aan het parkeerterrein grenst.  Ik koop er een nieuw koffiekannetje. Of het echt zo’n succes is weet ik niet want na één keer koffie zetten moet Dick het deksel al vastlijmen. Gelukkig is de invloed van de tornadowolk donderdagochtend volledig verdwenen want als we om 8 uur opstaan schijnt de zon al in een staalblauwe lucht. Wel is het slechts 8 graden. Al snel rijden we weer door de bergen en klimmen langzaam hoger en hoger. We bevinden ons inmiddels in de Sierra de Gata. Het is een schitterende weg door de bergen die omhoog en omhoogklimt maar uiteindelijk ook weer daalt naar 700 meter hoogte. We bevinden ons nu op een hoogvlakte waar ook het Portugese plaatsje Almeida ligt. Onze bestemming vandaag. Net voor we de weg naar Almeida inslaan, we rijden inmiddels weer in Portugal,  is er even verwarring of we ons nu wel of niet op een tolweg bevinden. Overal boven onze hoofden zijn borden aanwezig die buitenlanders waarschuwen dat de tol automatisch wordt geheven, iets wat we een aantal jaren geleden ook al in Portugal hebben ervaren. Zonder voorafgaande waarschuwing bevonden we ons toen opeens op een tolweg. Heel vervelend als je geen tolkastje hebt. We gokken er maar op dat dit nu niet het geval is.
In Almeida is een prachtig parkeerterrein aan de rand van een oud fort waarbinnen zich het oude stadje bevindt en we parkeren daar onze camper. Almeida is een van de 12 historische dorpen van Portugal en staat bekend om zijn enorme stervormige verdedigingswerk. Het stadje kende na de Romeinen, de Germanen en vervolgens werd het veroverd door de Moren die niet alleen hier het eerste kasteel op de heuvel bouwden maar het ook de naam Al Meda gaven. In 1190 werd het uiteindelijk heroverd door de Christenen maar pas na een continue strijd tussen Portugal en het Spaanse koninkrijk Leon werd het definitief door de Portugezen heroverd in 1296.

De vestingstad Almeida

Omdat ook de volgende eeuwen niet zonder strijd met Spanje voorbijgingen werd op deze heuvel het Praca Forte de Almeida gebouwd. Een vesting die het volledige dorp omringt met 6 bastions die tezamen een indrukwekkend stervorm laten zien.  Helaas heb ik geen Drone om dit te fotograferen. Natuurlijk wandelen we zoals altijd met behulp van geocaches door het stadje en klauteren over de stervormige verdedigingswallen. Het is imposant en we genieten van het schitterende zicht over het omringende landschap. Pas tegen vieren zijn we weer terug bij de camper. Net als we zitten besluit ik toch nog even naar het postkantoor te lopen om na te gaan of we ons nu wel of niet op een tolweg hebben bevonden. Gelukkig is het postkantoor open. Met behulp van Google translate stel ik de vraag over de tolweg en krijg direct een stroom Portugees terug. Met behulp van handen en voeten (mijn Portugees is niet zo best) en een kaartje op maps van onze gereden route wordt mij verteld dat we ons niet op een tolweg hebben bevonden en dus niets hoeven te doen, maar als we morgen naar Bragança willen moeten we wel een stukje terugrijden om op de tolweg te komen die een machina heeft waar we met een visakaart de tol kunnen voldoen. Opgelucht en met een getekend kaartje wandel ik terug door het pittoreske stadje dat inmiddels mijn hart heeft gewonnen. Als ik langs een schoenenwinkeltje kom aarzel ik niet en loop naar binnen. Er is niemand en op mijn gemakje probeer ik diverse bergschoenen geholpen door de winkelmevrouw. Uiteindelijk heb ik een paar schoenen aan dat als gegoten zit. Zelfs mijn steunzool kan er makkelijk ingelegd worden en dan nog zit de schoen comfortabel. Ik heb eindelijk mooie stevige schoenen. Wel verzoek ik om andere, meer gekleurde, veters want de bruine exemplaren zijn wel erg kleurloos. Dat is geen probleem, veters worden gewisseld en even later ben ik de trotse eigenaar van een paar stevige bergschoenen. Thuis kan Dick er ook zijn goedkeuring aan geven en al snel liggen mijn oude Keens in de vuilnisbak. Vanwege de opstekende koude wind, de temperatuur is inmiddels naar 5 graden gezakt, brengen we net na de invallende schemering onze isolatie mat weer aan voor de voorruit en de rest van de avond koesteren we ons aan de warmte van de camper en genieten we van een wijntje met toast en Franse kaas.

Vrijdag 26 november is de lucht weer staalblauw en al vroeg schijnt de zon weer volop. Het is wel koud want om 8 uur wijst de thermometer slechts 2 graden aan. Omdat we nog niet aan de Portugese tijden gewend zijn staan we om 7 uur Portugese tijd op (8 uur in Spanje). En na het ontbijt, het vullen van de watertank en het dumpen van grey en black water rijden we weg. We hebben besloten niet naar Bragança te gaan (dat doen we wel een volgende keer als we een tolkastje hebben) en rijden dus de bergen in naar het noorden.

Parc Natural del Douro

Tot onze verrassing bevinden we ons plotseling in het Parque Natural do Douro en de weg door de bergen klimt hoger en hoger. De diepe dalen van de rivier zorgen voor monumentale vergezichten en ik ben blij dat er regelmatig uitzichtpunten zijn vanwaar we een schitterend zicht op de omgeving hebben. De wolkenbanden die beneden in de dalen hangen maken de vergezichten nog spectaculairder. Het is fijn dat we hier helemaal alleen zijn zodat we regelmatig een stop kunnen houden. De parkeerplekken zijn namelijk niet zo groot dus als het hier vol zou staan met personenauto’s passen wij er niet meer bij.  Nadat de hoge pieken wat afvlakken is het zicht nog immer prachtig.

De Douro stroomt traag

Beneden ons stroomt traag de Douro en de meer glooiende heuvels zijn nu bedekt met druivenranken. Wat een schitterend gebied is dit zeg. Na 4 uur klimmen en dalen arriveren we in het Portugese plaatsje Miranda do Douro. Het ligt hoog op een klif langs de rivier de Douro en naast de stadsmuur is voldoende parkeerplek om de camper neer te zetten. De weg loopt wel steil naar beneden dus of dit ook ideaal is om te overnachten weten we niet. Eerst gaan we het stadje maar verkennen. Het eigenlijke centrum binnen de stadsmuren is niet erg groot. We dwalen wat rond, kijken bij de ruïnes van een kasteel en maken foto’s van de Mirandeses, de stadbeelden van de oorspronkelijke bewoners van dit stadje. Maar na een uurtje rondlopen hebben we het hier wel gezien en besluiten toch door te rijden naar een volgende bestemming en na weer een bergetappe, die beduidend minder spectaculair is dan die van vanochtend, arriveren we in Alcanices in Spanje. Het is inmiddels bijna half 4 want we verliezen weer ons Portugese uurtje.  Nadat de camper rechtgezet is op de parkeerplek tussen de woonflats wandelen we ook dit stadje door. Er moet veel geklommen worden want de smalle weggetjes zijn tamelijk steil. Als er sneeuw ligt zijn dit schitterende ski hellingen. Het is hier nogal saai en alles, zelfs de supermercado, is dicht. Dus na een uurtje hebben we het hier wel gezien en gaan lekker lezen, doen de achterstallige administratie en koken een simpel maal.

Zaterdag 27 november schijnt de zon opnieuw maar met 4 graden is het wel koud. Na het ontbijt rijden we de bergen in. Weer een schitterende tocht over de kronkelende bergwegen en onder een staalblauwe hemel. Helaas trekt een dikke wolkenband over als we Astorga naderen Maar deze trekt ook weer weg en wat blauwe lucht verschijnt. Wel zakt de temperatuur verder en met twee graden en een ijzige wind is het buiten niet echt aangenaam. We zetten de camper midden in het stadje tussen de flats, onder de rook van de oude cathedraal en wandelen dan dik ingepakt het stadje in. De wind is ook toegenomen en ijzig koud dus een goede gelegenheid om de cathedraal en het museum ernaast te bezoeken. Het is mooi binnen alhoewel ik wel imposantere cathedralen gezien heb. Eigenlijk vind ik het ernaast liggende palazzio de Gaudi veel imposanter.

Sneeuw op de Plaza Mayor in Astorga

Langzaam wandelen we verder het stadje door tot we op het Plaza Major, grote plein, in het centrum arriveren. Het is inmiddels gaan sneeuwen en we hebben het zo koud dat we elkaar maar even aan hoeven te kijken om te beslissen een bar in te duiken waar we heerlijk opwarmen met een cappuccino.  Op de terugweg naar de camper doen we nog wat inkopen. We blijven op deze plek, een kale zandvlakte tussen de flatgebouwen)  niet staan gedurende de nacht. Omdat de wind pal op de camper staat, in kracht toeneemt en hier geen enkele beschutting is, rijden terug naar de Plaza del Toros waar we meer in de luwte van de Arena kunnen staan. De neervallende sneeuwvlokken zijn dikker geworden dus snel trekken we de isolatiemat voor de voorruit en wagen ons verder niet meer buiten. Het zal jullie niet verwonderen dat hier verder niemand anders met een camper staat.

Als we zondag 28 november water willen tanken voor vertrek lukt dat maar moeilijk. Een deel van de waterslang die aan de kraan zit is bevroren en pas na enig heen en weer bewegen lukt het Dick het ijs te verwijderen en kan hij de watertank vullen. Het is 0 graden maar er is ook veel blauwe lucht en zon dus klagen we niet. En omdat het droog weer is kiezen we de weg door de bergen naar Ponferrada. Wat we niet weten is dat we, om daar te komen, een hoge pas over moeten steken en we klimmen en klimmen en klimmen en steeds meer blijkt dat het echt winter is want overal om ons heen ligt nu sneeuw. De bergpas ligt op 1250 meter en omdat Ponferrada duidelijk lager gelegen is dalen we vervolgens 700 meter naar beneden. De sneeuw om ons heen verdwijnt al snel en de zon komt weer tevoorschijn. Naast een albergho voor pelegrino’s ( pelgrims – we zitten hier immers aan de bedevaartroute naar Santiago de Compostella ) zetten we de camper neer. Het is heerlijk weer, zon met 6 graden.

Disney achtig kasteel in Ponferrada

Omdat we vlakbij bij het centrum staan hoeven we alleen maar de straat over te steken en dan bevinden we ons al in de smalle oude straatjes die allemaal naar het imposante Disney-achtige kasteel leiden. Helaas zijn we te laat om het nog binnen te bekijken, over een half uur sluit het tot 5uur vanmiddag en dus zullen we voor een bezoek een andere keer terug moeten komen. Na 3,5 uur rondwandelen hebben we het hier wel gezien en na wat overleg besluiten we toch vandaag nog terug te rijden naar Astorga. Het blijkt een goed idee want wanneer wij in  Astorga de camper geparkeerd hebben tussen de flatgebouwen horen we dat mijn nichtje Inge en haar man Paul ook bijna in Astorga zijn. Ze hebben een appartement gevonden op het Plaza Major (waar wij vanmiddag koffie gedronken hebben) en het bevindt zich op nog geen 10 minuten wandelen van ons overnachtingsplekje tussen de flats. We spreken af om elkaar vanavond al te ontmoeten.

Inge en Paul in de camper in Astorga

Na onze locatie gedeeld te hebben (wat is een IPhone toch handig) zien we hen een uurtje later bij onze camper aankomen en kunnen we elkaar in de armen sluiten.  Hoewel we er niet op gerekend hadden elkaar vanavond al te ontmoeten blijkt de camper toch voldoende hapjes in zich te bergen en hoeven we niet van de honger om te komen. De wijn en de op volle toeren werkende stand-kachel zorgt ervoor dat we het ook niet koud hebben en we hebben een zeer gezellige avond met elkaar. Het is ook wel bijzonder om elkaar op deze verlaten plek in Noord-Spanje te treffen en ook weer niet zo raar want Inge en Paul zijn hiernaartoe gekomen om bij de kust de as van Pauls vader te verstrooien die 5 jaar geleden overleed maar zijn hart verloren had aan dit gebied in Noord-Spanje. Na zijn scheiding in 1991 bewandelde hij enkele pelgrimsroutes naar Santiago de Compostelle en laat die route nu over Astorga voeren. Na een oergezellige avond met elkaar, wat hebben we elkaar veel te vertellen, spreken we af elkaar morgen weer te ontmoeten en dan samen het stadje Astorga te verkennen. Opnieuw boffen we als we maandagochtend opstaan want de zon schijnt, de lucht is blauw en de thermometer wijst zelfs 6 graden aan. Op zoek naar vers brood wandel ik het stadje in en geniet van het Gaudi paleis en de Kathedraal die nu schitterend boven de stadsmuren afsteken tegen de felblauwe lucht. Na het ontbijt kijken we hoe we vanaf morgen verder gaan reizen. We hebben wel een route gemaakt maar deze is inmiddels wat achterhaald. We hebben inmiddels redelijk wat dagen over en dus is het zoeken naar andere bestemmingen op weg naar het noorden. Nadat we een mogelijke nieuwe route gevonden hebben wandelen we naar het appartement van Inge en Paul. Het is schitterend en heel groot en heeft een prachtig zicht op het Plaza Major. Helaas doet de kerstverlichting het nog niet op het plein. Na even gezellig bijkletsen met een koffie wandelen we met elkaar door dit gezellige stadje wat Hannah en Henk ons hebben aanbevolen. Veel hebben wij ook nog niet gezien en het is leuk met elkaar door de smalle straatjes, langs de stadsmuren, over pleintjes en langs oude gebouwen, waaronder natuurlijk de Kathedraal en het Palazzio de Gaudi te dwalen. Helaas neemt de bewolking gaande de middag wel toe maar het blijft droog en de zon laat zich toch nog regelmatig zien.

De Cruz de Ferro langs de Camino

Tegen 4 uur zijn we weer terug bij het appartement en dan besluiten we nog even naar het Cruz de Ferro te rijden. Het is niet echt ver rijden want een half uur later staan we al op de top van de berg. Het kruis staat hoog in de bergen naast een prachtig kapelletje waarlangs pelgrims lopen die de Camino Frances ( de meest populaire pelgrimsroute naar Santiago de Compostella) volgen.
Aan de voet van dit hooggeplaatste kruis is een heuvel ontstaan omdat het traditie is dat pelgrims, staande met hun rug naar het kruis, hier hun van huis meegenomen steen neergooien. Met het achterlaten van deze steen maakt je je vrij van zorgen en problemen. Alhoewel de lucht is dichtgetrokken en er om ons heen een pak sneeuw ligt, is de plek magisch. Zeker als Paul, met de as van zijn vader omhoogloopt naar dit ijzeren kruis. Alle pelgrims komen langs dit plekje en zo ook Pauls vader die het hier prachtig vond en ik snap dat want hier, op meer dan 1500 meter hoogte, met helemaal geen geluid en te midden van de sneeuw en wolken voel je je vredig en gelukkig. Wat hadden mijn ouders deze plek ook fantastisch gevonden. Ik kan niet anders dan even Hannah facetimen en haar deelgenoot maken van deze plek. Zij en Henk passeerden deze plek een maand geleden immers ook bij hun fiets bedevaart naar Santiago. Ik ben bijzonder blij dat Inge voorstelde om hier nog even naar toe te gaan en weet nu al dat ik nog een keer terugkeer om die steen van onze geboortegrond hier neer te gooien en ik hoop nog steeds dat ik ooit de mogelijkheid heb om deze pelgrimage te lopen. Helaas kunnen we in het kapelletje geen kaars aansteken, dat zit op slot, maar gelukkig is er wel een kijkgaatje en kunnen we de binnenkant toch even bekijken.

Een herberg aan de Camino, speciaal voor pelgrims

Na nog vele foto’s, rondlopen en samen praten op deze bijzondere plek, wandelen we weer terug door de sneeuw naar de auto en dalen weer de berg af. Ieder met zijn eigen gedachten maar vol dankbaarheid dat we hier mochten rondkijken. De terugweg verloopt niet zo snel. Paul moet de auto telkens in de berm van de weg stilzetten. Zowel Inge als ik zijn beiden verzot op fotograferen en telkens ziet één van ons wel een bijzonder plekje langs deze pelgrimsroute hoog in de bergen wat we willen fotograferen. Net als de zon achter de einder verdwijnt arriveren we weer in Astorga waar Paul de auto op zijn krappe parkeerplek in de garage stalt en we naar hun appartement terugwandelen. Wat hebben we een fantastische dag met zijn vieren gehad en wat ben ik dankbaar dat we de magie van de invallende avond hoog op een bergtop in de sneeuw hebben mogen beleven. We praten opnieuw heel lang met elkaar.

Voorbereiden van een heerlijke maaltijd

 

Eten een voortreffelijk maal wat Paul en Inge ons bereiden. Toch heerlijk als je een appartement hebt wat van alles voorzien is en pas tegen tienen nemen we uiteindelijk afscheid van elkaar. Wij zullen verder naar het noordoosten trekken terwijl Inge en Paul naar het westen reizen. Dankzij de familie app houden we gedurende de rest van de reis contact met elkaar en kunnen we uiteindelijk het uitstrooien van de as van Pauls vader volgen. Het vindt plaats aan het einde van de wereld, op de meest westelijke kliffen boven de oceaan, in een harde storm en is bijzonder aangrijpend. Ik weet nu, dat als ik sterf ik graag ook zo uitgestrooid zou willen worden.

 

Dinsdag 30 november staan we al om 8 uur op en nadat we bij de andere parkeerplek achter de Plaza del Torros ons grey en black water gedumpt hebben proberen we ook schoon water te vullen, dat laatste kost wat moeite omdat de kraan bevroren is maar na veel wrijven lukt het Dick uiteindelijk toch water naar boven te halen en vertrekken we. Het weer is schitterend en de wit besneeuwde bergen in de verte waar we ons gisteren bevonden steken fel af tegen de blauwe lucht. Terwijl we op weg zijn naar het noorden veranderen we onze plannen. We buigen af naar Palencia. Ik heb ontdekt dat de camper plek daar wasmachines heeft en eigenlijk is weer eens wassen een goed idee. Helaas blijkt dat als we in Palencia arriveren dat de wasmachines buiten gebruik zijn gesteld vanwege Corona. Dus spuiten we de camper af, dat kan wel, en als die er weer redelijk schoon uitziet laden we onze kleding en beddengoed op onze fietsen en rijden naar het centrum van Palencia om daar bij een lavanderia te gaan wassen. Eerst proberen we nog er met de camper naar toe te rijden maar in de verste verte is daar geen parkeerplek voor onze camper te vinden. Er is niemand in de wasserette en dus kunnen we naar hartenlust machines vullen en nadat alles gedroogd is vouwen we alles weer op en fietsen terug naar de camperplek waar het nog steeds doodstil is en ik ons bedje schoon kan dekken. De hele camper ruikt inmiddels naar sinaasappeltjes (heel toepasselijk in dit land van de sinaasappels). Er zat duidelijk een geurtje aan de wasverzachter.

Woensdag 1 december is de blauwe lucht helaas verdwenen en de grijze lucht voelt wat saai aan. Al snel zijn we op weg naar Burgos waar we naast een groot winkelcentrum de camper kunnen stallen. We wandelen wat rond in de buitenwijk van het stadje maar als het na 2 uurtjes wat gaat miezeren besluiten we verder te rijden naar Vittoria. Het is de hoofdstad van Baskenland en wordt dus ook Gasteiz genoemd. Op een enorm parkeerterrein vlakbij een grote supermarket kunnen we de camper parkeren en daarna wandelen we naar de winkel om eindelijk weer eens inkopen te kunnen doen. Morgen blijven we hier nog een dag en dan gaan we de omgeving wel verkennen. Nu blijven we in de buurt en als het eind van de middag begint te miezeren drinken we een wijntje en is het weer eens tijd om onze administratie te doen. Donderdag 2 december ontbijten we eindelijk weer eens met vers brood. Wat smaakt dat lekker en zeker omdat Dick er ook een eitje bij kookt.

Standbeeld in Vitoria-Gasteiz

Omdat het zachtjes regent gaan we er niet direct op uit maar werken eerst nog even op de laptop maar al snel klaart het weer op, stopt de regen en wandelen we naar het centrum van Vitoria. Alhoewel we het niet echt droog houden is de neerslag onbeduidend en dus blijven we doorwandelen. Natuurlijk blijven we rondhangen op het grote plein in het centrum en bewonderen het prachtige monument maar dan zoeken we toch echt een cafeetje om ons wat op te warmen. Buiten is het namelijk slechts 5 graden en dus niet echt warm. De tapas die we bestellen zijn niet echt bijzonder. We hebben al eens veel betere exemplaren genuttigd maar we hebben trek en dan smaakt alles en pas na een uurtje wandelen we verder. Nu met een volle maag en dus voelt het warmer buiten. Onze pauze heeft het weer ook goed gedaan want de lucht breekt en hier en daar komt blauwe lucht tevoorschijn. Dus wandelen we nog wat verder onder mooie arcades. Als we langs een bakker komen die versgeperst sinaasappelsap en cappuccino verkoopt en waar je binnen kunt zitten, stoppen we opnieuw, drinken wat en eten natuurlijk een taartje. Pas na deze stop wandelen we weer terug naar de camper. Door én de tapas én de taartjes hebben we ’s avonds niet echt meer trek dus met wat stokbrood en kaas doen we onze avondmaaltijd. De zon is inmiddels volop gaan schijnen, de parkeerplek loopt helemaal vol en de temperatuur daalt tot het vriespunt zodat we natuurlijk weer onze isolatiemat voor de voorruit bevestigen.

Vrijdag 3 december staan we pas om half negen op en ontbijten opnieuw met vers stokbrood. Wat is het toch heerlijk als zich naast een parkeerplaats een winkel bevindt. Vervolgens dumpen we ons grey en black water, vullen natuurlijk schoon water en vertrekken. Eerst voert de weg nog naar het oosten maar al snel rijden we noordwaarts over steile smalle wegen met veel tunnels en hoger en hoger klimmen we de bergen in. Gelukkig is de weg schoon. Dat moet anders geweest zijn als je de pakken sneeuw aan de kant van de weg ziet liggen. Wel is het jammer dat de wolkenbasis zo laag hangt want het uitzicht op de omgeving moet prachtig zijn. Na een lange klim beginnen we toch eindelijk aan de afdaling naar San Sebastian. Ook de temperatuur stijgt weer. Net voor we Frankrijk inrijden kunnen we nog heel goedkoop tanken (jammer dat onze reserve jerrycan nog vol zit met Andorra diesel) en worden dan, op de grens, staande gehouden door de Franse Politie. Alhoewel ik onze paspoorten en vaccinatiepapieren bij de hand heb zijn ze daar niet in geïnteresseerd.  Ze willen alleen binnenkijken of we geen vluchtelingen verstopt hebben (wat natuurlijk niet het geval is) en dus mogen we snel onze weg vervolgen. We rijden nu langs de kust, dwars door de Franse kustplaatsen in het zuiden, waardoor onze gemiddelde snelheid teruggebracht wordt naar 20 km per uur. Pas in Bayonne buigen we het binnenland in en stoppen in La Bastide Clairence. Helaas is het weer grijs en hangen de wolken nog steeds laag maar als we op de parkeerplek komen aan de rand van dit pittoreske stadje is het wel droog.

Lavoir in La Bastide Clairence

Dit in 1288 gestichte stadje is klein maar wel mooi met zijn rood witte huisjes, een bouwstijl die typerend is voor Frans Baskenland, en langzaam wandelen we erdoor. Ik ben verrukt van de verdiepte wasplek naast de rivier. Tot heel lang in de vorige eeuw is deze plek gebruikt en dat snap ik. Het ligt pal op de rivier en het is aanlokkelijk om hier je was te doen. Helaas is alles dicht, zelfs de restaurantjes, maar begin december is waarschijnlijk niet de beste tijd om zo’n dorpje te bezoeken. Dus na overal te hebben rondgekeken besluiten we twee uur later toch maar verder te rijden naar Bardos, een iets groter stadje wat 10 km noordelijker ligt. Daar aangekomen begint het helaas te miezeren maar het weerhoudt ons niet om ook hier nog rond te wandelen. We komen daarbij langs een winkeltje waar propaanflessen te koop zijn en al snel is onze lege Franse butaanfles tevoorschijn gehaald en staan we bij de winkelier te onderhandelen over het inwisselen van deze butaanfles tegen een propaanfles. In de winter hebben we inmiddels het nadeel van butaangas gemerkt en dus willen we nu alleen nog maar propaan hebben in onze flessen. Op hun kleur na (de propaanflessen zijn groen of goudkleurig) zien de flessen er hetzelfde uit maar het blijkt niet mogelijk ze onderling uit te ruilen dus sluiten we een nieuw contract af, ditmaal voor een propaan fles, en even later wandelen we, met tussen ons in de loodzware propaanfles, terug naar de camper. Daar bevestigt Dick deze fles en wandel ik met ons oude butaancontract terug naar de winkel. De winkelmevrouw heeft immers gezegd dat we ons statiegeld voor de oude fles terugkrijgen. Helaas blijkt dat oude contract opnieuw verwarring op te leveren want het statiegeld van 15 euro staat in geen verhouding met het statiegeld van 9 euro wat in dit bergdorpje geheven wordt. Uiteindelijk na zeker een 20 minuten praten krijg ik toch geen statiegeld (ik moet het zelf terugvragen bij de fabrikant) laat ik de lege fles achter en staat de hele winkel vol mensen die alleen willen afrekenen en mij verwijtend aankijken omdat ik een file wachtenden veroorzaak. Het is inmiddels donker geworden en zachtjes gaan regenen maar we hebben in elk van de beide stadjes lekker 3,5 km rondgewandeld. We brengen opnieuw onze isolatiemat aan voor de ruit en eten dan lekker in de camper.

Zaterdag 4 december is het buiten nog steeds grijs en valt er wat miezerregen. We zitten weer in het land met een bakker op iedere straathoek dus ontbijten we met vers stokbrood en na ook nog gedumpt en water gevuld te hebben rijden we naar Cadillac, net zuidelijk van Bordeaux. Alhoewel we drie dagen met onze toiletcassette kunnen doen en ook nog een reserve toiletcassette bij ons hebben proberen we, als de mogelijkheid tot dumpen aanwezig is, deze te legen en zo is het ook met het vullen van vers water. Dat is niet op iedere parkeerplek aanwezig en rijdend in de winter komt het ook voor dat het water afgesloten wordt. Natuurlijk in deze streek rondom Bordeaux voert de weg dwars door eindeloze wijngaarden. Als we bij de parking aankomen aan de rand van het stadje zijn we niet erg onder de indruk van de plek, het regent ook dus het weer werkt ook niet mee en ook al moet dit stadje de moeite waard zijn, we besluiten toch verder te rijden naar Creon wat slechts 20 km verderop ligt.

Plein met arcaden in Creon

De camperplek hier is niet groot maar aanzienlijk aangenamer dan in Cadillac en we hebben er zelfs stroom. De zon komt langzaam tevoorschijn en dus, na een lekker kopje koffie (daar zijn we aan toe want het is inmiddels 2 uur) wandelen we het stadje in. Gelukkig hebben we een regenjack aan want als we in het stadcentrum aankomen begint het te regenen.
We schuilen even onder de arcaden maar kunnen al snel weer lekker langs de overal neergezette kraampjes lopen waar vooral wijn en paté verkocht wordt. Het stadje is klein en buiten het gezellig drukke arcade-plein is er weinig te zien dus na twee uurtjes zijn we weer terug bij de camper waar we ons weer eens op onze administratie storten.

Eten van een Marokkaans restaurant

 

 

 

Om 7 uur wandel ik terug naar het stadje waar naast het plein een Marokkaans eettentje is waar ik eten bestel.
Ik moet lang op onze maaltijd wachten maar na een half uur krijg ik dan toch een enorme tas eten mee.
Thuis pakt Dick de tas uit en kunnen we genieten van een meer dan overheerlijke maaltijd. Wat smaakt alles verfijnd.
Weer een adresje om terug te keren. Gedurende de avond en nacht op dit plekje naast het voormalige station is het doodstil.

Zondag 5 december is er opnieuw een grijze lucht, maar het is droog en omdat er weinig wind is voelt het ondanks het feit dat de thermometer slechts 6 graden aangeeft, niet koud. Terwijl Dick de buurman helpt om zijn auto op de aanhanger achter de camper te krijgen wandel ik naar de bakker. Daar ziet alle brood er zwartgeblakerd uit dus ik loop toch maar door naar de andere bakker op het Arcade-plein waar wel brood met een goudbruine kleur te koop is. Na een heerlijk ontbijtje met een vers eitje gaan we op weg. De smalle binnenwegen voeren ons door eindeloze wijnvelden die er in dit jaargetijde kaal en zonder enig blad wel wat troosteloos uitzien. Als we onderweg een supermarket tegenkomen stoppen we even om inkopen te doen. Alle wijnmerken waar we vanochtend langsreden zijn hier in de winkel te koop. Net voor de winkelsluiting om 12.30 hebben we onze boodschappen afgerekend en vervolgen we onze weg. Inmiddels in de zon want de wolken zijn helemaal verdwenen.

Wassen in de laundry in Rochefort

In Rochefort stoppen we op de parking vlakbij de jachthaven. Het is hier doodstil dus we kunnen de camper mooi aan de rand neerzetten en wandelen dan naar de haven toe , op zoek naar een laverie. Deze blijkt zich op nog geen 100 meter van onze geparkeerde camper te bevinden en omdat onze waszak weer behoorlijk gevuld is wandelen we er even later naar toe om alle kleding en beddengoed weer eens te wassen. De rest van de middag zijn we er mee bezig maar om 5 uur kan alles schoon en droog in de kastjes opgeborgen en ons bed schoon gedekt worden. Omdat ik ook nog even de dichtbijgelegen cache wil zoeken wandel ik nog even naar het stationsgebouw van Rochefort. Helaas is de cache nergens te vinden. Wel kom ik thuis met schoenen die volledig onder de hondenpoep zitten. Bah, bah, bah. Maar zoals Dick zegt, het is wel mijn eigen schuld want ik moest zo nodig de weg afsnijden en liep dwars over een enorm braakliggend stuk land. Meer dan 20 minuten ben ik vervolgens bezig om buiten mijn schoenen weer schoon te schrapen.

Maandag 6 december is de lucht nog steeds blauw en de zon schijnt heerlijk
Na het ontbijt rijden we over smalle wegen verder noordwaarts. In Les Sorinieres, een plaatsje onder de rook van Nantes zetten we de camper neer. Eigenlijk is de plek voor onze camper hier te krap en als het ook nog begint te miezeren besluiten we toch maar om verder te rijden. Een tweede parkeerplek 31 km verder westelijk, aan de zijkant van een grote super market, is evenmin een succes vanwege het zware gebrom van een lucht behandeling installatie dus opnieuw rijden we door en arriveren uiteindelijk om 2.15 uur in het plaatsje Pont-Chateau. Hier aan de voet van een steengroeve is een grote vlakte waar we de camper neerzetten en zodra deze op zijn pootjes staat wandelen we naar het centrum. Het is geen onaangenaam stadje en we genieten van onze ontdekkingstocht. Eind van de middag zijn we weer thuis. Dan kan ik het niet laten nog even een cache te zoeken die zich ergens bij de ingang van de steengroeve bevindt. Maar waar zou de toegang zijn. Ik wandel rond, beklim de heuvel en loop overal vast tegen een hoog hek.

Uitzicht op de camper in Pontchateau

Maar ik heb een prachtig uitzicht op de omgeving en kijk van bovenaf op onze camper. Ondanks het feit dat overal verbodsborden staan kruip ik uiteindelijk toch door een gat in het hek en langs smalle overwoekerde paadjes klim ik steil omhoog naar de ingang van de steengroeve. Ik waag het niet om nu nog de steengroeve te betreden. Niet alleen heb ik geen zaklantaarn bij me, ook is de schemering inmiddels ingetreden en heeft Dick geen idee waar ik me momenteel bevind. De volgende keer dat we hier weer zijn moet Dick maar meekruipen door het gat in het hek naar de ingang van de groeve zodat, als ik naar beneden afdaal, hij een oogje in het zeil kan houden. Het is al donker als ik weer het steile pad omlaag geklommen ben en me door het gat heb geworsteld.

Nadat we dinsdagochtend ontbeten hebben willen we voor vertrek eerst dumpen. We moeten daarvoor wel wat geduld hebben want voor ons staat een Fransman uitgebreid zijn wc-cassette te poetsen, met een tandenborstel en na langdurig poetsen begint het uitgebreide spoelen maar uiteindelijk, na 15 minuten wachten, kunnen we dan toch echt ons grey- en black water dumpen en de schoon watertank vullen en vertrekken we. In het stadje Pontivy stoppen we. Aan de oever van de rivier Blavet is een leuke parkeerplek waar in dit jaargetijde voldoende plek is. Helaas is het niet echt mooi weer en regenbuien wisselen af met droge periodes. Nadat we een kop koffie hebben gedronken verschijnt een droge periode die we benutten om de brug over te steken en rond te wandelen door de kronkelige straatjes van deze middeleeuwse stad. Telkens weer ontdekken we andere vakwerkhuizen en middeleeuwse geveltjes, het is een heerlijk stadje om rond te lopen en dan hebben we nog niet eens het enorme kasteel van de Bretonse familie Rohan bekeken. Dat bewaren we voor een volgend bezoek. Helaas worden de wolken steeds donkerder en als er opnieuw een enorme bui losbarst wandelen we terug naar de camper waar we lekker lezen en weer eens achter de laptop gaan schrijven. ‘s Avonds haal ik in het stadje Turks eten. Het smaakt, maar in Creon zijn we verwend met echte kwaliteit. Hier zullen we geen eten meer halen. Natuurlijk hangen we ’s avonds de isolatiemat ook weer voor de ruit. Het koelt namelijk af naar 4 graden en dan is extra isolatie geen overbodige luxe.

Het weerbeeld verandert weinig en ook woensdag 8 december is de lucht grijs en miezert het zo nu en dan maar desondanks is het landschap waar we doorheen rijden prachtig. We zijn op weg naar Tregastel, aan de Cote de Granit Rose. Helaas blijkt dat de parkeerplek bij de super U niet meer als overnachtingsplek gebruikt kan worden en daar de andere parking volledig leeg is, er donkere dreigende wolken boven zee hangen en er soms wat natte sneeuw valt, besluiten we verder langs de kust te rijden en 50 km verder vinden we in de haven van Longuivy de la Mer een prachtig plekje om de camper neer te zetten.

Longuivy de la Mer

Ik ben ervan overtuigd dat je hier in de zomer geen plek vindt maar nu is het rustig met slechts twee andere campers. Natuurlijk willen we hier even een frisse neus halen en nadat de camper goed staat wandelen we over het strand naar een, door het lage getijde, droogliggende eilandje. Ondanks de ijzig koude wind is het heerlijk hier over het strand te lopen. Omdat een deel van de haven drooggevallen is vinden we al snel de eerste St. Jacobs schelpen. Natuurlijk nemen we er een paar mee. De pelgrimsroute naar Santiago de Compostella wordt met dergelijke schelpen bewegwijzerd dus misschien willen Hannah en Henk er een paar hebben als aandenken aan hun fietstocht dit najaar. Na 3 km rondwandelen zijn we, ondanks onze lagen kleding, toch wel erg verkleumd en wandelen we weer terug over de stenen naar de camper. Wel raar dat ik daarbij volledig droog over kom terwijl Dick die een andere weg 100 meter verder neemt (zo vermijdt hij de steenachtige helling in de haven) in een enorme hagelbui terecht komt. Nadat we bij het enige winkeltje brood besteld hebben voor ons ontbijt morgenochtend, blijven we de rest van de middag lekker binnen bij de warmte van onze stand kachel. Als het donker wordt kunnen we genieten van een schitterend blauw verlichte kerstboom naast de camper. Het is hier aan het haventje doodstil op enkele momenten na als, zeer vroeg in de ochtend, vrachtwagens arriveren die de, net uit zee gehaalde lading vis en schaaldieren komen ophalen.

Zonsopkomst in Longuivy de la Mer

Na een schitterende zonsopkomst waarbij de lucht mooi rood kleurt wandel ik naar de winkel om brood te halen. De winkel zou vanaf 7 uur open zijn, maar omdat de enige werknemer ook de scholen moet bevoorraden moet ik toch wachten tot ik ons stokbrood en croissants kan ophalen maar nadat ik 15 minuten geduld heb gehad kunnen we dan toch echt ontbijten en na de afwas verlaten we deze heerlijke plek.

148 Km verder arriveren we in Saint Malo. We kijken eerst nog naar een parkeerplek dichter bij het centrum maar die is niet zo aanlokkelijk dus snel rijden we naar onze vertrouwde parkeerplaats langs de zee, waar slechts 1 andere camper staat. Buiten is het koud en niet echt aanlokkelijk om erop uit te gaan.

Ook deze cache werd gevonden

Toch lonkt de geocache die ergens op het strand verborgen ligt. Dick houdt het voor gezien maar ik wandel even later langs de huizen op zoek naar een afgang naar het strand niet ver van deze cache. Uiteindelijk na veel zoeken vind ik deze en daal via steile trappen af naar het strand. Het is afgaand tij dus is het mogelijk om tussen de rotsen door te lopen alhoewel er wel regelmatig nog door stukken water gewaad moet worden, maar uiteindelijk kan ik de rotswand beklimmen. Geen sinecure want de rotsen zijn nat en dus glad. Toch lukt het helemaal tot boven op de rots te klimmen en na wat zoeken vind ik inderdaad de geocache. Naar beneden klimmen is nog lastiger maar uiteindelijk ben ik weer veilig op het strand en omdat het water nu nog verder is teruggetrokken kan ik het strand verder aflopen tot ik weer bij de camper naar de boulevard kan klimmen. Alhoewel we samen ook nog een stukje willen lopen gaan we er in de middag toch niet meer op uit. Het is inmiddels hard gaan regenen en ook zijn er regelmatig hagelbuien dus binnenblijven voelt wel veel aangenamer. Tegen de avond bevestigen we opnieuw onze isolatie mat voor de voorruit. Het hagelt en regent en ook steekt de storm verder op. Dus maakt Dick extra bevestigingspunten vast aan de isolatiemat om te voorkomen dat deze weggeblazen wordt. De gehele avond en nacht schudt de camper heen en weer

, TV kijken is er niet meer bij en opnieuw lijkt het alsof we ons op een schip bevinden.

Vrijdag 10 december waait de storm nog steeds in volle hevigheid en regelmatig zijn er zware windstoten. Wel is het 9 graden. Als ik even een kijkje aan de kust neem kan ik niet eens rechtop blijven staan. Geen weer dus om vandaag met de fiets naar Saint Malo te gaan en dus besluiten we, om na een ontbijt met Oroweat bread, te vertrekken. Over snelwegen rijden we naar Cherbourg in Normandië waar we om 2 uur arriveren.

Kerstmarkt in Cherbourg

Er staan slechts 5 campers, zo stil hebben we het hier op de parking van La Cité de la Mer nog nooit gezien. Na een lekker kopje koffie wandelen we het centrum in. Het is er gezellig druk, alle winkels zijn open en we kijken overal rond. Op het grote plein is een kerstmarkt waar we natuurlijk even willen rondkijken. Dat kan mits je een mondkapje draagt (dat is trouwens ook overal in de binnenstad vereist), onze QR-code gescand is en mijn rugzak gecontroleerd is ( Frankrijk heeft een geschiedenis met bomaanslagen). Op het plein wandelen we langs de gezellig ingerichte stalletjes waar de verkoop van warme wijn, chocolademelk, paté en crêpes de overhand vormen. We zien mooie hoodies in de kleuren van de Franse vlag en ik hoop dat Dick hem ook mooi vindt. Helaas hij vindt het onzin om er één te kopen dus uiteindelijk verlaten we met slechts één hoodie de winkel. Ik kon de verleiding natuurlijk niet weerstaan en dat terwijl Dick (volgens mij) echt nieuwe hoodies nodig heeft. Als de schemering invalt rukken we ons los van de vele lichtjes in het centrum en wandelen we terug naar de camper. Om 7 uur wandelen we opnieuw terug, het is maar goed dat de parking zo dicht bij het centrum ligt, om lekker te gaan eten bij een Thais restaurant dat net twee dagen geleden zijn deuren geopend heeft.

Diner bij een nieuwe Thai

Het blijkt een goede keuze om hier te eten want het eten is werkelijk voortreffelijk. Weer een nieuw restaurantje erbij. Ook al staan we naast de haven vanwaar de ferry naar Engeland en Ierland vertrekt, wat soms best voor wat geluid zorgt slapen we als rozen.

Zaterdag 11 december is de wind gelukkig gaan liggen, het is droog en bewolkt maar soms zien we ook breking in de lucht met wat zonnestralen. We blijven nog een dagje in dit heerlijke stadje. Helaas kan ik bij mijn vaste bakker, net over de brug, geen brood meer halen. Reparatie van hun in de zomer kapot geraakte oven zou tot te hoge kosten leiden en dus staat nu het bord “te koop” in de etalage. Wel jammer want nu moet ik een stukje verder lopen naar het grote winkelcentrum Eleis om vers brood te kunnen kopen.  Het is wel een leuke wandeling langs de haven waar altijd wat te doen is en de vers gevangen vis en schelpdieren volop op de kaden wordt verkocht. Na ons lekkere ontbijt wandelen we de stad weer in. Dit keer niet om winkeltjes te kijken, maar om enkele geocaches te zoeken die in de buitenwijken verstopt liggen. Het brengt ons op een ontdekkingstocht door Cherbourg, we komen langs imposante oude veldhospitalen, dwalen door smalle straatjes en zien prachtige binnentuinen voor we weer terugkeren bij de kerstmarkt waar het nu op de zaterdagmiddag aanzienlijk drukker is en waar we natuurlijk opnieuw een rondje lopen. Eind van de middag zijn we pas weer terug bij de camper waar we lekker wat lezen maar ook weer eens wat aan onze achterstallige administratie doen. Ik heb deze vakantie voortdurend het gevoel dat we tijd tekort komen. ‘s Avonds begint het wat te miezeren en dus trekken we over ons dons jack een regenjack aan als we opnieuw naar ons Thaise restaurant lopen. Vanavond is het er drukker dan gisteren maar desondanks is er een tafeltje beschikbaar en een tweede avond op rij genieten we van een voortreffelijke maaltijd. Terwijl Dick een ander gerecht neemt heb ik opnieuw rode curry besteld en het is zelfs nog beter dan gisteren.  Na het vele rondwandelen en dit heerlijke eten hoef ik jullie niet te zeggen dat we nog voor tienen als rozen slapen.

Helaas bevinden we ons nu op een plek en in een jaargetijde waar de zon wat minder schijnt en ook op zondag 12 december is de lucht grijs en hebben wolken de overhand alhoewel er wel wat tekening in de lucht is. Na ons ontbijt (de winkels zijn nog dicht dus vandaag eten we oud Oroweat brood)  dumpen we en vullen vers water. Dat laatste duurt eindeloos lang omdat de waterkraan hier erg traag loopt maar uiteindelijk zijn we op weg via de snelweg naar Bayeux. We parkeren de camper in een woonwijk naast het centrum en wandelen dan de binnenstad in. Zo nu en dan zien we wat zonnestralen en blauwe lucht en de thermometer wijst 12 graden aan. Wel een veel aangenamer temperatuur dan begin december 2019 toen we hier ook rondliepen, er een ijzige wind waaide en de temperatuur ver onder nul lag.

Koffie met gebak bij La Reine Mathilde

Opnieuw wandelen we door dit gezellig stadje, komen langs oude huizen die rondom de cathedraal staan, wandelen langs een snelstromend riviertje en genieten in de gezellige winkelstraten waar dankzij de naderende kerstdagen alle winkels open zijn en het overal gezellig druk is. Als we langs een bakker komen met heerlijke taartjes in de etalage en met de welsprekende naam ”La Reine Mathilde” (en laat Mathilde nu mijn gegeven naam zijn) kunnen we de verleiding niet weerstaan en al snel zitten we achter een heerlijke cappuccino met natuurlijk zo’n heerlijk taartje van “la Reine Mathilde”. Om drie uur zijn we terug bij de camper en besluiten we nog een stukje door te rijden naar het plaatsje Rots waar op het grote parkeerterrein van een Hyper Cora een parkeerplek is waar campers de nacht kunnen doorbrengen. En laat nu, ook vanwege de kerst, de grote hypermarket open zijn. Walmart slaat qua grootte en sortering nog alles maar deze hyper market is ook erg uitgebreid en het is heerlijk om er rond te slenteren. Helaas is de cafetaria wel gesloten dus halen we eten en bereiden ’s avonds in de camper onze avondmaaltijd. Als om 7 uur alles dicht gaat wordt het buiten doodstil maar ook aardedonker want ook alle lichten worden uitgezet.

Maandag 13 december is de lucht weer grijs maar ook nu weer zien we regelmatig wat breking in de lucht. Er is practisch geen wind en het is 10 graden dus je hoort ons niet klagen. Omdat ik graag met spaarzegeltjes een nieuwe Tefal koekenpan wil kopen rijden we, nadat we gedoucht hebben, naar een Super U in Caen. Helaas hebben ze er geen pannen maar wel stokbrood dus ontbijten we en rijden dan verder en om 12 uur arriveren we in Honfleur.

De haven van Honfleur

De kermiswagens die nog overal staan vertrekken één voor één dus al snel is er voldoende plek om te staan. Nadat de camper op zijn pootjes is gezet, we betaald hebben en de electra aangesloten is, wandelen we naar het stadje wat ons blijft bekoren. Het is er alleen wel heel erg stil. Bij de pittoreske haven in het centrum is helemaal niemand te bekennen en zelfs alle restaurantjes zijn dicht. Dus wandelen we naar het strand toe waar ook niemand te zien is. De afwezigheid van mensen valt echt op. Helaas blijkt de supermarket alsmede ons Turkse restaurantje maandags gesloten te zijn dus ’s avonds koken we zelf. Wel heel simpel want ik maak een blik zuurkool en aardappelen open. Het smaakt echter prima. Pas bij aankomst in Honfleur kom ik erachter dat we vanochtend ons mooie deurmatje vergeten zijn, het ligt nog op de parking in Rots. Wel jammer want het was een fijn matje. De tijd dat we voor vertrek een checklist afwerken (hebben we alles gedaan om de camper rijklaar te maken, zijn alle kastjes op slot en hebben we niets vergeten?) nadert met rasse schreden.

Dinsdag 14 december, na ons ontbijt, rijden we over de Pont de Normandië naar de andere zijde van de Seine. Wat in de zomer niet lukte door het zware vrachtverkeer overal, namelijk enkele caches zoeken langs deze rivier, willen we nu alsnog proberen. Maar wel vanuit de parkeerplaats langs de Pont de Normandië. En ja hoor, nadat we de coördinaten ingezet hebben kunnen we aan de voet van de brug onze camper parkeren en fietsen we even later naar de eerste cache. Gelukkig is hier een apart pad voor fietsers zodat we weinig last hebben van het voortdurend langsrijdende, zware verkeer.

Geocachen met de hengel bij La Havre

Helaas is de fietsroute langs de hoog in de bomen verstopte caches niet zo’n succes. Van de 16 geocaches zijn er 6 niet te vinden en met deze kale bomen zonder blaadjes ligt het “niet-vinden” niet aan ons. Teleurgesteld komen we na twee uurtjes weer terug, laden de fietsen in en rijden door naar Fecamp, waar aan de haven een mooie parkeerplek is. Nadat de camper staat wandelen we het stadje in. Helaas is de lucht egaal grijs maar het is niet koud omdat er geen wind is en dus kunnen we lekker koffiedrinken op het terras van een bakkerij. Omdat we sinds vanochtend niets meer hebben gegeten of gedronken en toch al wat hebben bewogen, eten we er natuurlijk ook een lekker taartje bij.

Kliffen op de achtergrond in Fecamp

Na een half uurtje wandelen we verder langs de haven naar het strand waar in de verte de witte kliffen te zien zijn waar dit deel van de kust in France bekend om staat. Na wat foto’s draaien we ons om en wandelen we weer het stadje in waarbij we langs het kasteel van de benedictijnen komen. Het is een imposant gebouw en als ik later lees dat er ook rondleidingen gegeven worden en hier de beroemde drank Dom Benedictine vandaan komt, weet ik dat we hier terugkeren. Om 8 uur ’s avonds lopen we naar een restaurantje aan de haven “Le Barbican” waar we gelukkig een plekje kunnen krijgen. Het is maar goed dat we al om 8 uur arriveren want alle tafeltjes raken snel bezet. Eigenlijk geen wonder want de maaltijd is voortreffelijk.

Woensdag 15 december vertrekken we om half 10 en over de smalle wegen langs de kust rijden we naar het noorden. Regelmatig vangen we een glimp op van de kust maar omdat de lucht en de zee beiden egaal grijs zijn is er geen spectaculair uitzicht. Onderweg tanken we diesel bij een supermarket. De prijs van de diesel ligt met 1.475 per liter onder de omliggende tankstations. Helaas is de prijs net overgesprongen als we bezig zijn met onze tankbeurt en moeten we uiteindelijk 1.505 per liter betalen. Wel jammer, maar de volgende dag als we in Nederland arriveren blijkt ook deze laatste prijs lager te liggen dan in ons eigen land.

Wandelen in Boulogne sur Mer

Na 200 km arriveren we in Boulogne sur Mer waar we de camper achter het casino parkeren. Het is niet echt een mooie plek om te verblijven, ook vanwege de vele bouw werkzaamheden, maar het is dichtbij het centrum en dus wandelen we al snel door de belangrijkste winkelstraten. Het is best druk in het centrum en op de ijsbaan op het plein wordt druk geschaatst. Als de schemering invalt zijn we weer terug bij de camper. Ook in deze stad hebben we een vast eettentje, dus ’s avonds wandel ik op mijn gemakje naar “Istanbul” waar we een kebabschotel bestellen die we thuis lekker opeten.

Donderdag 16 december vertrekken we met grijze lucht uit Boulogne. Net voor de grens met België stoppen we in Lumbres bij een super market. Niet alleen wil Dick nog even de Franse propaanfles omwisselen die vanochtend aangaf leeg te zijn, ook wil ik nog even van deze tussenstop gebruik maken om wat flessen Festillant, alcoholvrije champagne, te kopen. Die vind ik namelijk erg lekker. Als de camper ingeladen is met een volle fles propaan en wat flessen Festillant zetten we onze reis naar het noorden voort. Al snel breekt de lucht en als we België inrijden verdwijnen alle wolken en verschijnt er blauwe lucht. Wat heerlijk om lekker in het zonnetje te rijden nadat we de afgelopen week naar een grijze lucht te hebben gekeken. We hebben even wat oponthoud in Antwerpen. Door wegwerkzaamheden is hier een enorme verkeerschaos maar uiteindelijk arriveren we om 2 uur in Bergen op Zoom. Onze favoriete laatste overnachtingsplek. En nu al helemaal aangenaam met deze staalblauwe lucht en zon. Het is ook een goede plek om de boeken die we inmiddels uitgelezen hebben in de verschillende boekenstalletjes achter te laten. Eind van de middag genieten we van een schitterende zonsondergang en wat later ook van een heerlijke Chinese maaltijd. Een echte afsluiter van een leuke tocht door France en Spanje.

De camper wordt thuis gewassen

Vrijdagochtend genieten we eerst nog van een ontbijt met heerlijke croissantjes voordat we naar huis rijden. Half 11 zetten we de camper achter ons huis neer en na het uitladen van al onze spullen houden we ons enkele uren bezig met het poetsen van zowel de binnen als buitenzijde van de camper zodat deze eind van de middag blinkend geparkeerd kan worden achter ons huis. Morgen brengen we de Frankia weer naar onze dealer Raema in Nederweert waar nog enkele zaken in orde gebracht worden. Totaal hebben we deze reis bijna 7300 km gereden. Omdat we normaliter rond 1 uur en uiterlijk om 2 uur stoppen hebben we niet het idee gehad dat we zoveel gereden hebben.  Duidelijk is wel dat het koudere weer invloed heeft gehad op onze manier van voortbewegen want we hebben slechts 110 km gefietst maar wel 330 km gelopen.

Geplaatst in EUROPA | Reacties uitgeschakeld voor Naar Gibraltar en terug naar huis.

Travelling through France and Spain October-December

Travels through France and Spain, late October to mid-December 2021

For almost a month we stayed at home and now we are ready to leave again. Our motorhome is completely checked, not only the engine but also the living area. My bike also got a much-needed maintenance, which involved installing a new chain and shifting mechanism. According to Dick, not really special because I shift gears when I’m already on the mountain slope and therefore always too late. Fortunately, the carriage bolts for our RV wheels finally arrived and are mounted. When we level our RV now, we don’t have to worry about our tires getting stolen.

Dick’s birthday Hannah en Henk

After the celebration of Dick’s birthday with Hannah and Henk and making a last dive in Zeeland, where we notice that the seawater cooled down very quickly, our new travel route is ready. This time this took a little more effort because besides looking for places where to stay overnight we also had to find out how we could make a nice route to Gibraltar (our final goal) with as many new sights as possible.

Meanwhile, Hannah and Henk’s holiday stories put us in the vacation mood.
They are on a pilgrimage to Santiago de Compostela, the famous pilgrimage site in the north west of Spain and every day we look forward to their enthusiastic stories about their cycling experiences.

Hannah on the road in Spain

After adjusting the route a few times, it is entrusted to paper and just before our intended departure, it is vaguely approved by Dick. Now I can start preparing everything that needs to be done.

On Monday morning, October 25th  we get a flu shot and immediately afterwards we get our motorhome from the storage. Fortunately, our neighbor Evelyn moves her car so we can park the motorhome behind our house and start loading. Everything is packed by the evening. Only food has to be placed in the fridge, but that will happen tomorrow when we actually leave home.

Motorhome parking in Bapaume

Tuesday, early in the morning the sun is shining, but while driving south the clouds get the upper hand and when we arrive in Bapaume, in northern France, the sun is no longer shining. It’s clouded but there is no rain so when we have parked the Frankia at the last available spot, we walk around town. After an hour of exploring town, it starts to drizzle and so we return to the shelter of the motorhome.  We look at each other for a while and then decide to drive on. The city of Beauvais is on the route, only 67 miles to the south, and can therefore be reached before dark and a little later we are on our way in the now pouring rain over narrow farm roads. Not really handy because at this time of the year those roads are smeared with loam and clay.
On arrival at the large car park in Beauvais, a watery sun shines and with 59 degrees it is not cold. When we get out of the Frankia, we see how disastrous this combination of rain and mud on the road was because our Frankia, still white and clean this morning, is now completely brown, smeared and very dirty. One of these days we really have to clean it. Unfortunately, we don’t have time to walk around the center and visit the impressive cathedral of Beauvais because we need food on our table. So, we cross the road to the large supermarket of Carrefour to buy the necessary food and not much later we enjoy a delicious salad with ham and cheese. Although we read a lot in our RV, we also can watch TV at night. Although that thing refuses to start up at first (we hadn’t used it for too long), after studying the manual, Dick finally manages to get our TV working again.

Wednesday October 27th, we wake up at 8.30 am and after a breakfast with of course a fresh baguette, we leave. The sky is gray and foggy, but as we drive further south the fog disappears and the sun breaks through again. In the town of Nonancourt I walk forward to find out where the motorhome parking is. We have to descend steeply along a narrow winding road but with some maneuvering Dick seems to fit through and we can park our Frankia.

Looking for caches in a small river

It is 1.30 pm and there is still enough place to park. Because the sun is shining, we take the bikes to explore the area and look for some geocaches. Fortunately, I brought my water shoes because one of the geocaches is hidden on the opposite riverbank and you really have to wade through the icy cold water to get to it. Fortunately, after getting this geocache Dick leads us into the hills, now my feet warm up again due to the strenuous pedaling up the sometimes-steep mountain slopes. End of the afternoon we are back at the parking place and one after another motorhome arrives. It is getting really busy here and for the first time in months the majority of the motorhomes has the Dutch nationality. It actually makes sense because this parking is on the route to Spain and everyone is on their way there. Although the sun is shining

kamagra oral jelly usa

, it is not really warm, but at this time of the year you don’t sit outside.

After filling our water tank on Thursday and dumping our gray and black water, we leave. It is very foggy, windless and only 46 degrees Fahrenheit. We will have breakfast later because today the bakery on the corner is closed and the nearest supermarket does not open earlier than 9 am. When we arrive in a neighboring town there is an open supermarket and while Dick makes coffee and boils an egg, I buy a fresh baguette and also a survival bread. The latter because in the distant vicinity of our next overnight stay is no bakery or shop.

Cathedrale in Bourges

There is a steel blue sky and the sun is shining when we arrive in Cellettes. We park the Frankia on the grounds of a castle. It is not busy here but the spot is remote and when we find out that the geocaches here are probably not easy to approach because they are located on muddy bridleways in the forest, we decide to drive on to Bourges where we arrive at 3 pm. We actually find this parking lot a more pleasant place than staying in the middle of the forest. And the advantage is that now we can walk to the center of Bourges, which is very pleasant with this radiant weather. And while we are here, we order for dinner, of course, the burger at the Quick restaurant which again, tastes excellent.

Cleaning the RV

Friday morning October 29th the sun is shining again and after a breakfast with fresh croissants instead of survival bread, we drive on. Unfortunately, more and more clouds appear at the horizon and when we arrive in Chauvigny it even drizzles a bit. Fortunately, the first spot in the parking lot is free, which has significantly more space than the other spots.

After having a coffee, the drizzle even stops. Before walking around, we first want to clean the Frankia. It’s so dirty you don’t even want to be near it. With a bucket and tub we scrub the dirty mud from the side and the wheels and slowly our Frankia starts to shine again.

Colored pillars inside the church in Chauvigny

At 3 pm we are satisfied with our cleaning result and we take a walk around in this nice medieval town, one of my favorite towns. Of course, for dinner we walk to “La Belle Epoque”. It is too cold to sit outside on the terrace, but we are given a nice spot inside. I don’t need to tell you that the meal tastes excellent. We enjoy ourselves and that also applies to the walk back home through this beautifully lit, old town. The holiday season has come to an end here and everything is now quiet.

Unfortunately, it is drizzling on Saturday morning and the sky is completely gray so I don’t make the descent to the bakery but we have breakfast with survival bread and then we leave the town of Chauvigny. It’s not really easy because our Hakuna leads us several times into a dead-end street after which Dick has to drive backwards through some narrow streets, but in the end, we are on the right road and while the sun gradually dissolves the clouds, more and more blue sky appears.

Motorhome parking in Solignac

When we arrive in Solignac there is only blue sky to be seen. The parking is next to the sports field and amidst beautiful trees in autumn colors and (surprise) there are also washing machines here. Although we are only 4 days on the road now, we think it’s a good idea to use these machines and so, after a coffee, we walk with a (already filled) laundry bag to the machines. They are situated in the full sun and it is good to stay here. Unfortunately, the dryer doesn’t function very well and I have to throw in money three times, but finally all our clothes and bedding is dry and folded and we can go out for a walk in the area. It is lovely outside and geocaches show us the way through the village and the mountain slopes above it, so we get a good picture of this town. For a long time, we linger at a church from the 12th century. The sun shines full on the old facade and of course we light a candle. After all, today would be auntie Ank’s birthday and we will commemorate it. When we return to the motorhome at the end of the afternoon, the parking lot is full, so it was good to arrive here early.

In the evening we can enjoy a football match, but we no longer hear the cars from players and supporters leaving, we are already deeply asleep. Because winter time starts this night we can sleep an hour longer, but we wake up at 7.15 am. The weather is beautiful. Even though it is only 52 degrees Fahrenheit, there is no wind so with a sweater and body warmer you can walk around.
On my way to the bakery, I pass the cemetery. At almost every grave people placed chrysanthemums. When we look up why this is the case, it appears to be the custom to place these plants at the graves on All Souls Day (a Catholic holiday on November 2nd ).

Arcades in Monpazier

After our breakfast we drive further south with great weather and at 12.30 pm we arrive in Monpazier, an old medieval town. I directly fell in love with this picturesque town when I saw the pictures.
There is still one spot available in the parking place behind the fire station and after we parked the Frankia, we walk to the center. In reality, this turns out to be an even more beautiful town than I thought.
After entering through one of the gates you walk through picturesque narrow streets that all lead to a large square and where it is nice to relax under the arcades.
Here you are definitely in the Middle Ages. What a discovery this town. When we enter a restaurant where we want have dinner tonight, we are told that it is better to make reservations because it’s busy with Halloween.

And it’s a good thing we take this advice to heart because when we walk at 7 pm in the pouring rain, to “Chez Minou” the restaurant is really full, but it is pleasantly busy.

Diner at Chez Minou

Our sanitary pass (QR code) is scanned (without this code you are not allowed to have dinner) and the staff is dressed Halloween-like. You really want to stay away from the cook because he walks around with a blood-stained sword around his waist. But the food is delicious and the kitchen does not disappoint us. When we walk back after dinner it stops raining and the weather is even pleasant, also because there is no wind.

So, a little later I walk back with some books to the bookstall on the other side of the village. It is strange to walk in this dead quiet town. Again, I feel like I walk in the Middle Ages.  Only in front of our restaurant it is very busy with the local youth gathering and drinking beer.

Autumn in Roques

Monday November 1st we get up at 7.30 am. The town is dead quiet when I walk to the bakery to buy a fresh baguette. All Saints Day is probably a holiday here because all shops are closed. It is also quiet on the road and even when we drive straight through the town of Toulouse there is practically no traffic on the road. West of Toulouse we look for a parking, but nowhere in the forest is a place suitable to park a motorhome, so we drive on to another suburb, the town of Roques where we find a nice parking next to a large shopping center.

When we arrive, it starts to rain and so we decide not to explore the area but to walk through the huge shopping center. It is also convenient because now we can finally replenish our food supplies. When we finish shopping, the sun shines in a steel blue sky. Unfortunately, not for a long time. The sun alternates with rain showers so we don’t go out anymore. The mashed potatoes with cauliflower and chicken taste good and after dinner we read before going to bed.

Because we wake up too early on November 2nd to buy bread

puttygen.net/

, the supermarket opens at 9 am, we have breakfast with survival bread and then drive into the mountains. We stop in the town of Foix. Fortunately, there are not many motorhomes at the parking spot, so we can park along the edge. We cannot stay in the designated parking area because we are too long. After a cup of coffee, we walk into town. In Roques were a lot of clouds but here the sky is steel blue and so it is wonderful to walk around. A chilly wind is blowing so we have to put on our hoodie.

Street artists in Foix

We wander through the narrow medieval streets of the center of Foix but are not really impressed. Then we find a nice park along the river and when we climb up the mountain, we have a beautiful view of the surroundings and the Castle on the hill. When we return to the motorhome, end of the afternoon, the parking area fills up and soon the last spot is confiscated by a motorhome.

Because I don’t want to cook, we have a simple meal, salad with a baguette and deli meats. In the evening our government gives a press conference and we hear that the corona measures are being tightened due to the large numbers of infections in the Netherlands. Everywhere in the Netherlands a face mask has to be worn again and there are many, many places, you can only visit when you show your QR code (fully vaccinated, recovered from Covid or negative tested). These measures already apply in France and we are already accustomed to them.

When we wake up on Wednesday there is still some sun but clouds take the upper hand and when we start our climb to Andorra, we end up in that cloud band. Fortunately, it is very thin because at 6000 feet the sun comes out again. Now we are surrounded by snow, luckily the road is clean. As we ascend further, the thickness of the snowpack increases and the ski slopes already turn pretty white. As soon as we pass “Pas de la Casa”, a town on the Andorra border, and descend on the other side of the mountain, all the snow is gone. There are only a few spots covered with snow, but most of the landscape is green.

On the road to Grau Roig

We park the Frankia on the large parking lot of the Grau Roig ski area. Except for two parked motorhomes from Andorra, we are alone. The sun is shining and the temperature is 26 degrees Fahrenheit. Quite cold but if you walk out of the wind, it’s not too bad. So, we climb up the ski slope because on top of the slope there is a geocache hidden somewhere between the rocks and of course we want to find it. We enjoy the climb and the trip over the mountain slopes to higher ground is great. Since I’m a kid I love the mountains. When we descend again it starts to snow a bit, but that doesn’t stop me from walking a little further (0,8 miles) to another geocache hidden here. It’s snowing more seriously now and it’s also very cold, so my down jacket and cap are not a luxury. The climb up over the steep mountain slopes is not easy but I don’t like taking the long way and so I climb straight up and after some slipping, I arrive safely at a beautiful view point over Grau Roig and the surrounding mountains. After another steep descent, I safely return to the motorhome in a light snow storm.

Parking place at River Super Mercado

In the meantime, Dick found out what’s the weather forecast here and we decide not to stay here. Now we stay at almost 7500 feet altitude and tonight it will start freezing (the temperature will drop to 14 degrees Fahrenheit and 1 inch of snow will fall) so we prepare the motorhome for travel and descend to San Julia de Loria at the other side of this small country.

San Julia de Loria is located at an altitude of 3500 feet, but the parking is much more sheltered behind the Super Mercado River. I love this place more than Dick because we just need to go up the escalators to do some shopping. After leisurely strolling through the store, we walk back to the motorhome where we make connection over facetime with Susan and Mike and sing a birthday song for Susan’s birthday. They also enjoy a road trip with their motorhome in the USA.

At night the temperature here drops to 35 degrees but it does not snow. Thursday morning the sky is again steel blue and the temperature slowly rise to 59 degrees. We decide to stay another day and unload our bikes.

Small old chapel on the hillside

A geocache is hidden on the mountain slopes on both sides of this narrow high valley. Although the distance, as the crow flies, is not so far, the places where the geocaches are hidden requires us to climb up steeply. Not always easy, because sometimes we take the wrong path and we have to descend again, but finally we find the right, 10% steep slope that takes us to the top where a beautiful chapel is built and we have a great view of the mountains of Andorra.

I understand that the Vuelta, the Spanish cycling round, regularly includes this climb in its route. Because it is not really late yet, we decide to climb also the other side of the mountain slope. Another route of the Vuelta and again an endless climb up. I have never ridden my e-bike for so long in the sport mode (gives more power).

Tita found the geocache

At the top of the pass, after some searching, we find the geocache. First there is some confusion because the animal that I see lying in a crevice between the boulders does not immediately remind me of a cache. But if a stick does not move the animal, I dare to put my hand in the hole and I manage to get hold of the geocache, high on the rock wall. When we descend again, we fly down, which is nice after all those steep climbs. When we are back at the Frankia, I walk to some shops a little further on the road. After all you have to shop in the tax paradise Andorra. However, there is not much to my liking, apart from a pair new fur Croc’s, I find 2 warm neck gaitors for Dick. He loves to put on such a neck-warmer when it is cold, so he will be happy with these ones. At 4.30 pm, it is already getting dark, I am back home where we have a good glass of wine. After our steep climbs we deserved it.

November 5th we wake up early in the morning. Again, the sky is steel blue and the thermometer shows 34 degrees. Our French butane tank cannot longer handle this temperature because our dashboard is flashing red and a warning signal is going off. Fortunately, the French butane tank is connected with our Dutch tank, which is filled with propane, so our refrigerator continues to run and we can also boil water and make coffee. After breakfast we leave. Soon we arrive at the Spanish border where we are stopped.

The customs officer inspects the lockers inside the motorhome and also orders that some hatches on the outside of the motorhome will be opened. Finally, he is convinced that we are not smuggling anything and we can drive into Spain. My first route took us far north through the Pyrenees mountains, but after a comment from Dick (it is winter and so there is a big chance of snow) I changed that route and now we drive a lot more south before heading west again.

Undulating grass hills in Huesca

We arrive in Huesca around noon. A cold wind blows and the temperature does not rise above 53 degrees. So, when the Frankia is parked, we put on our coats and walk into town. We don’t think it’s very special here but later I read that one of the oldest Romanesque churches is in Huesca so we will return here. However, we find a special city park with undulating hills that deserves attention. When dusk falls, we return to the Frankia.
We bought food at a Super mercado and after attaching our insulation blanket in front of the windscreen, we close the doors. We don’t have to go out anymore.

At 8 pm we are startled by a banging on the front door. When I open the door there are two police officers. They carry out a check and note our passport details. I’ve never experienced this before, but apparently, it’s common here.

When we wake up on Saturday, November 6th  8.30 am, the sun is shining again, but the temperature is only 35 degrees. It’s a good thing we attached the insulating blanket yesterday. Last night this large parking lot completely filled up and now here are 21 motorhomes. There is no space left to park anymore, so we don’t mind moving on. We quickly drive on a motorway to Zaragoza. There is a strong cold wind, the landscape looks desolate and tumbleweed swirls over the road. This region has a great resemblance to some areas in New Mexico, USA. In the town of Soria, we park the Frankia next to a Le Clerc Super mercado and then we walk to the old city center. Despite the steel-blue sky and shining sun, the temperature does not exceed 48 degrees.

Soria is a nice old town. Everywhere people are walking on the streets and in the city park many people are drinking a glass at the bars. The Spaniards may have a lifestyle incomprehensible to me, their dinner is at 9 or 10 pm and all shops are closed from 2 pm till 5 pm, hours we normally use to walk around, so I can’t buy anything here. But the Spaniards enjoy their life. There is no terrace in the sun which is not fully occupied. One of the squares is extra busy because a motorcycle tour starts from here.

Motorcycles waiting for the start

Hundreds of motorcycles are ready to go and the engine noise can be heard in every corner. We wander through the narrow old streets of this nice town for some time before we walk back to the motorhome. We got neighbors now and it is getting busy here. Again, we stay at an altitude of 3400 feet and it quickly gets cold when the sun disappears behind the mountains, so we attach the insulation blanket in front of the windscreen. Inside you immediately feel that this makes a difference, it’s less cold inside.

Sunday morning we wake up early and after filling up with diesel we leave. The temperature is only 39 degrees and an icy cold wind is blowing from the Pyrenees mountains. I’m glad we didn’t take a more northerly route. Because even now, we are further south, we are constantly driving over plateaus and rarely stay below 3300 feet.

Big group Vultures along the road

The road is dead quiet and we don’t see any other cars until Dick stops by the side of the road to give me the opportunity to photograph a group of vultures that I saw diving down from the sky. The moment he stops at the roadside, loud honking cars pass us. Where did they come from so suddenly?

In the distance we see the snow-capped mountains and around noon we arrive in Segovia. Next to the arena where bullfights used to be held, we find a parking where we park lengthwise and not in a parking lot.

Parking at the Arena in Segovia

 

 

Again, we are too long for that. When the motorhome stays, we see that half a mile away is a laundromat. I need no more encouragement. Dick unloads our bikes and attach our bike bags and I collect everything we need to wash and not much later we cycle to the laundromat. There is no one here, so immediately we can load the available machines. While Dick is looking for a geocache in the area, I stay at the laundromat until everything is clean, dry and folded again and 2.5 hours later we are back.

After Dick has stored the bicycles again in the back, we walk to the center of Segovia. Actually, a good time because the siesta of the Spaniards has just ended and everyone is walking around the huge aqueduct. It is probably the best and most complete aqueduct from the Roman Empire with 120 pillars, a maximum height of 92 feet and a length of almost 11 miles.

Aquaduct in Segovia

This impressive building dates from the end of the 1st century. What a building and so huge, it is really special. We walk around it for some time, but then the twilight falls and so, after some more pictures, we walk back and talk long about this impressive aqueduct.

Monday, November 8th, we don’t get up until 8.30 am. Because there is a supermarket nearby and also open at this time of day, I buy a fresh baguette. Delicious and that while I had already resigned myself to the fact that we cannot buy fresh bread in this country in the morning because most shops open at 9.30 am. After dumping grey and black water and filling up with fresh water, we leave. There is still a lot to see here but we will save that for a next visit. If the sale of Sandra and Rene’s house in Portugal goes through, we will certainly visit them and then we can use the town of Segovia as a stopover.

From Segovia, which is already situated at an altitude of 3150 feet, we climb further into the mountains over very steep and narrow mountain roads with sometimes such steep hairpins that the speed of the Frankia drops to 6 miles an hour, but finally we arrive at the top of the pass at an altitude of 6200 feet. We say goodbye to the snow around us and descend to the plateau west of Madrid. For the first time we find the landscape a bit duller. Here, not far from the capital, is quite a bit of industry. Striking is the large number of Chinese companies that are located here.

Cathedrale in Toledo

In Toledo we quickly find the parking where motorhomes are allowed to park. After having a drink, we walk towards the center. First along the river where we enjoy the view of the castle, but then we walk closer to the city wall where the old city of Toledo is towering above us. Fortunately, there are steep escalators that take you up the mountain but we get off halfway (of course to look for a geocache) with the result that we still have a huge steep climb before we arrive (panting and puffing) in the old city center. Toledo has an authentic old center and it is wonderful to wander through the narrow streets. No wonder that the entire city center of Toledo is on the world heritage list. However, no part is flat and it is climbing and descending over medieval cobblestones. It is also busy here, large groups of tourists are strolling around, most of them with a guide. Unfortunately, the great Cathedrale is closed. We already noticed that the churches in Spain are often locked.

Late in the afternoon we return to the Frankia. We are not so lucky when we arrive at the escalators leading down steeply. Two of them are broken so we have to walk them down. Since there is no restaurant open anywhere near the parking space, we buy a baguette in a Chinese shop so we have an evening meal. We only visited a small part of Toledo, but we continue our journey on Tuesday November 9th. After an hour we arrive at our destination, the town of Consuegra, where on the hillside above town are the mills that Don Quijotte fought against.

Don Quichot in an old rusty armor

Don Quijotte de la Mancha is a novel written by Miguel de Servantes in the year 1605 and became the most notable work of the Spanish literature. It tells about the Spanish noble Alonso Quijano who lost his mind by reading too many chivalric novels. He takes on the image of a knight-errant and as Don Quijotte de la Mancha he wanders around through the Spanish countryside.

He wears an old rusty armor, has a paper helmet and ride a gaunt peasant horse, he calls it his warhorse Rocinant and he goes to war against all kinds of injustice. In this way he hopes to win the favor of a desirable princess, his great love, who is the idealization of a simple farmer’s daughter from a neighboring village. On his journey, Don Quijotte is accompanied by his neighbor and faithful servant Sancho Panza, a farmer who is illiterate but not stupid and who knows that his master is out of his mind. Sancho, however, follows him because he believes in the reward Don Quijotte offers him.

Don Quiijotte is really confused and he mistakes inns for castles, clerics for villains, windmills for giants and a flock of sheep for an army. Fortunately, his delusional ideas invariably encounter the sobriety and caution of Sancho and the book written about this hero shows the clash between the ideal and fictional world of Don Quijotte and the real world of Sancho. Of course, we want to wander between these mills and after parking the motorhome down in the village we start to climb up the hill and soon we find ourselves at the first of the 12 mills, on the top, and with a beautiful view over the surrounding plateau. It’s nice to walk around here and because of a geocache with the appropriate name: “No son Molinos, sino gigantes (they are not mills but giants) we need to know all the names of the 12 mills, so we walk past all 12 mills.

Windmills in a row

Since not all the mills are located on a footpath, this requires quite a bit of climbing every now and then. Of course, we take a lot of pictures and we also visit the inside of one of the mills to see how its mechanism works. It’s a very fun and educational trip.

Since it is early afternoon, only 2 pm, when we are back and there is little else to do here, we decide to leave and an hour later we arrive in the town of Daimiel. There is a parking opposite a super mercado so we can do some shopping again. But first we will also explore this town. When we are finally back at the Frankia and also have fresh food, we are a bit tired. But that’s not strange after all the climbing and walking today. It’s already dark now and the parking is dead silent, we stay here all alone.

Wednesday November 10th we do not wake up until 8.30. Woow, again we overslept half a day. Although the shop across the street is open after our shower, it is not used to a demand for fresh bread so early in the morning because that is not available yet. So again, no fresh bread for breakfast. Once again, our trip takes us straight through a mountain range. This entire western part of Spain seems to consist only of mountains. It is beautiful because we regularly drive past white villages that are glued to the mountain slopes.

Tiles on the wall – Don Quichot in Cordoba

At 2.30 pm we arrive in Cordoba. Right next to the center is a paid parking lot where we park the Frankia. It has the advantage that we stay close to the city center and quickly we walk through the city gate into the town of Cordoba. Another historic town with narrow streets and Moorish influences. In the year 756, the city even became the capital of the Emirate of Cordoba and the most powerful city of the Moorish empire Al Andalus, which covered almost the entire Iberian Peninsula. The great Mosque of Cordoba, the Mesquita, dates from this period. At the time, it was the largest mosque in Europe with 1.200 columns and could accommodate 20.000 mosque-goers. After the reconquests by the Catholic kings in the year 1236, this Mezquite was converted into a Cathedral. In the heart of the Mezquite, 400 pillars were removed to make way for a Cathedral.

Hundreds of pillars in the Mezquita

Of course, we want to take a look inside. It is now an hour before closing time, so the throngs of tourists have already left, but it is still quite busy inside. We enter a confusing building with red and white pillars, shrouded in darkness and in the middle is a Cathedral, full of light. We are short of eyes to see everything and leave just before closing time. After a look at the river with its Roman bridge, we walk past a medieval palace, the Alcazar. It’s also nice to see the hotel where Auntie Ank, Hannah and I stayed during one of Ank’s last vacations. Regularly, when we walk over the cobbled streets again, I hear her voice: can’t it be a little quieter? These streets were simply not really suitable for a wheelchair. When we finally return to the motorhome it is completely dark. Despite the heavy traffic noise outside, we are parked at a busy intersection of roads around the center, we sleep like roses.

Mountain sheep during the hike in El Torcal

On Thursday November 11th we have already breakfast at 8.30 am. Of course, we dump our grey and black water and fill with fresh water before heading into the mountains. As far as we can see every part of the mountain slopes is covered with olive trees, some trees are very old, others just planted.

Finally, we arrive in Antequera where the motorhome climbs up to the nature reserve El Torcal via very steep slopes, he just manages. Just after the last steep part to the top we find a parking where we can stay overnight. From here we want to walk to the top of the nature reserve. According to Dick, this should be possible because yesterday in Cordoba we walked more than 6.5 miles. Despite the fact that the sky is gray, the sun regularly appears. Unfortunately, not during our entire climb up. Clouds increasingly gain the upper hand as we climb our way to the top, straight through the mountains and over sometimes steep paths.

Rock formations in El Torcal national park

During our climb up we regularly encounter mountain sheep that look at us in astonishment and some chamois remain surprised when they observe our company. Fortunately, at some special rock formations, there are also geocaches to be found, so regularly we are distracted from the fatigues of the climb. The whole climb up we are alone on the mountain, only just under the top, when we are already walking between strange rock formations, we also see other hikers.

Although the climb continues endlessly and the end is not in sight, we finally reach the top of El Torcal where, because of an icy cold wind, we quickly rush into the restaurant. After looking at the menu, we order drinks and a burger. Even though this burger isn’t really special, after two hours of climbing it tastes fine. Hannah and I also visited this nature reserve with Auntie Ank, of course by car. Because she was in a wheelchair, we were allowed to drive to the top by car. That was in the spring 2018, when it was significantly warmer because we could sit outside on the terrace and enjoy the rugged rock formations that can be found on this plateau. I am happy to return now so that Dick can admire this environment as well. However, I never thought that he would be able to make such a climb after his knee surgery. I am very happy that we managed to climb up together. After lunch we look around a bit at the top and then we start our descent. Considering the steepness of the paths, we don’t think it is such a strict plan to descend the same way as we climbed up so we walk back down on the also steep road.

Chamois looking around

This road also has its charms. Regularly we have beautiful views, some Chamois standing on the rocks and the question is who is watching who and along the road are also some geocaches hidden. When we return to the motorhome it is almost dusk. We are now at an altitude of almost 3300 feet, so as soon as night falls, we attach the insulation blanket in front of the window.

We stay in the mountains for the first time during our trip, all alone and far from civilization, so I have to wake up in the middle of the night to take a look outside. Except for some far away lights in the depths, it is really dark here.

Evening at the parking place El Torcal

Outside the USA I have never seen such a beautiful starry sky. And it’s not even really cold, the wind has died down a bit and despite the fact that it’s only 46 degrees Fahrenheit, it feels warmer. Satisfied I crawl back into bed while Dick murmurs I am crazy.

Friday November 12th we leave the mountains, the sky is steel blue again and the sun is shining. It’s significantly warmer than we expected and our butane tank doesn’t even beep that it’s too cold to accelerate. After a short stop above the town of Antequerra where we have a magnificent view of the castle, we descend further and again we see large fields with olive trees all around us.

Finally, we arrive in the city of Ronda where we find a beautiful spot on a paid motorhome parking. There are also washing machines (well, one washing machine and one dryer) so we decide to do our laundry again. This takes a lot of patience because the washing machine has just been occupied but after an hour and a half it’s finally my turn to wash. And again, it turns out that the dryer is not really doing its job well, so we have to dry all our laundry twice and only at the end of the afternoon we are done washing. The advantage is that I spent the whole afternoon sitting in the sun in front of our Frankia. For the first time the outside temperature is good to sit outside and only at the end of the afternoon I had to go inside because of the rising cold wind. At 5.30 pm we walk to a supermarket. This is further away than we thought, but we can do our shopping.  When we are back at the Frankia with all our purchases, we attach our insulation blanket in front of the windscreen, again, because we still stay in the mountains at an altitude of 2500 feet. The rest of the evening we watch TV and read.

Bridge over the gorge in Ronda

Saturday, November 13th, we don’t get up until 8.30 am and after breakfast we walk into town. Ronda is known for its deep canyon and we have to see it. It is quite a walk from the motorhome parking, but as soon as we approach the old town it is not a punishment because we wander through narrow streets, walk past shops and then arrive in a park that leads us along the gorge. Everywhere here it’s busy, busloads of tourists are unloaded and they all walk on the same path. In some places we crowd each other to take a look into the depths. From the bridge there is not such a nice view of the gorge, and that also applies to the other side from where we (auntie Ank, Hannah and me) had a beautiful view of the gorge. But then we had another season with a better sun. Now the view is a bit disappointing. Mainly caused by the fact that the sun is much too low at this time of year and therefore large shadows fall on the gorge. But we make some pictures and walk further through the oldest part of the city. Our route is based on a few geocaches. We discovered that those geocaches take us to the most special places. And yes, the GPS soon shows us that we have to take a steep footpath down which takes us deeper and deeper into the gorge under the old city walls.

Banos Arabes in Ronda

Now it’s just a short walk to the Banos Arabes, a nicely preserved Moorish bath from the 13th century. So, a little later we stand in line to buy a ticket and then we walk through the former bathhouse. This is a really special place and comes to life when we see the video animation that shows us, in Spanish, the history of this bathhouse. Even the plateau where the donkeys circled around to pump up the water out of the river is still intact. From here the water was transported further over an aqueduct to the bathhouse, where it could be heated. Also, that is still intact. The old times relive here. Fortunately, we can also watch an English version of the animation film. That fills gaps caused by our Spanish language deficiency. We walk at our leisure back. Because we stay at the bottom of the gorge, it’s fairly strenuous and we have to climb a lot over narrow paths to get back to the town, high above the cliff.

The gorge is to deep to see the bottom

As we now climb up from another side along the gorge, we have a much better view of the bridge that spans this gorge. Finally, we are back in the shopping street where we try to find a terrace. We are really ready for some food and drink. It’s 64 degrees and we haven’t had anything for many hours. I even forgot to bring water on this long dusty walk. After many occupied terraces we finally find one with a free table and we eat a delicious sandwich. The freshly squeezed orange juice tastes delicious. After an hour we leisurely walk back to the parking from where I walk to a super mercado to get food. We still have not learned to buy food for some days. In the evening the parking is completely full.

When we wake up on Sunday November 14th , the sun is shining and early morning it’s already 50 degrees Fahrenheit, but the temperature warms up quickly. With such weather we want to stay another day in Ronda and soon after breakfast Dick unload the bicycles. Not much later we cycle through the town over the famous bridge, over the gorge and we climb further up the mountain slope that offers a magnificent view of the town of Ronda.

Cycling around Ronda

On unpaved roads we ride on a ridge and every time we have beautiful vistas of Ronda. We look out over the places where we walked around yesterday. Unfortunately, the Ermita, a small church at the end of this mountain ridge, is closed. There is, however, a geocache hidden just outside the fence, so I descend to this fence that is located in the depth around the church. Dick does not venture this steep descent and stays on top with our bikes. I understand that hermits withdrew here. What a beautiful place this is, you feel completely alone in the world.

 

Red Bishops on the roof

 

Outside of me there is no living creature except a few Red Bishops (black birds with bright red beaks) who scream at me from the eaves of the church. For a moment I stand in prayer on the edge of the cliff. How grateful I am that we have the opportunity to discover such beautiful places. Then I start the climb up again where Dick enjoys the view of the surrounding mountains. Slowly we cycle back, in silence. This silence is greatly broken when we are back in Ronda at the Puente Nova where hundreds of tourists are marching around. And it’s not even peak season yet. Because I would like to send a card, we stop at a shop on the square where I buy cards and stamps. When I write the cards at home, I see that the stamps cannot be placed in a normal letterbox but must be deposited in a separate tourist letterbox and those letterboxes are only placed in tourist centers. So, Dick, who just stored our bikes unload my bike again, I ride to town and just before dusk I manage to deposit the cards in the special letterbox of the tourist shop. Will these cards ever arrive? I have a hard head about it, but Dick is more optimistic. Because the parking also has a washing place to clean the motorhomes, we still have one task for today and after that cleaning, we see that most of the dirt is gone. Unfortunately, this day turns out not to be a good one to write something, because in the evening I hit a wrong key and everything I wrote today is gone. I can start over with my story.

Geplaatst in ENGLISH VERSION | Reacties uitgeschakeld voor Travelling through France and Spain October-December

Reis door Frankrijk, Portugal en Spanje oktober-december 2021

Reis door France en Spain, eind oktober tot half december 2021

Deel 1

We zijn nu bijna een maand thuis en staan in de startblokken om er weer op uit te trekken. De camper is voor zowel het motorische als het campergedeelte helemaal gecontroleerd en in orde gemaakt. Ook mijn fiets heeft het broodnodige onderhoud gekregen waarbij alweer een nieuwe ketting en schakelmechanisme gemonteerd moest worden. Volgens Dick niet echt bijzonder omdat ik pas schakel als ik al op de berghelling ben en dus telkens te laat. Gelukkig zijn ook eindelijk de slotbouten voor onze wielen gearriveerd en gemonteerd zodat, als we nu op onze pootjes staan, we ons geen zorgen hoeven te maken dat de wielen eraf gesloopt worden.

Verjaardag met Hannah en Henk

Nadat we Dicks verjaardag hebben gevierd met Hannah en Henk en ook nog een duikje hebben gemaakt in Zeeland waarbij het opvalt dat het zeewater zo snel is afgekoeld, is een nieuwe reisroute tot stand gekomen. Het kostte dit maal wel wat meer moeite want naast het zoeken naar leuke plaatsjes moest ook uitgevonden worden hoe we met zoveel mogelijk nieuwe bezienswaardigheden een leuke route naar Gibraltar (ons eindelijke doel) konden maken. Ondertussen brengen de vakantieverhalen van Hannah en Henk ons in vakantie stemming.

Hannah op weg naar Santiago de Compostela

Ze zijn bezig met een Pelgrimage naar Santiago de Compostella, de beroemde bedevaartplaats in het noord westen van Spanje en dagelijks verheugen we ons op de enthousiaste verhalen over hun fietsbelevenissen. Na de route enkele malen bijgesteld te hebben is deze, net voor ons beoogde vertrek, dan toch echt aan papier toevertrouwd en vagelijk door Dick goedgekeurd. Nu kan ik beginnen om alles wat mee moet, klaar te leggen.

We halen maandagochtend 25 oktober nog even een griepprik bij  onze huisarts en direct daarna onze camper uit de stalling. Gelukkig verzet buurvrouw Evelyn haar wagen zodat we de camper achter ons huis kunnen parkeren en het inladen kan beginnen. Tegen de avond zijn we klaar. Alleen eten moet nog in de koelkast geplaatst worden maar dat gebeurt morgen pas als we daadwerkelijk op stap gaan.

Dinsdag vroeg in de ochtend schijnt de zon volop maar als we onderweg zijn krijgen de wolken de overhand en bij aankomst in Bapaume, in Noord Frankrijk, is er geen zon meer te zien. Wel is het droog zodat, als we de camper op het laatst beschikbare plekje hebben neergezet, we heerlijk kunnen rondlopen. Na een uurtje het stadje te hebben verkend begint het te miezeren en dus keren we terug naar de beschutting van de camper. We kijken het weer even aan en besluiten dan verder te rijden.

Camperplaats in Beauvais

Beauvais ligt op de route, slechts 109 km zuidelijker en is dus nog voor donker te bereiken en even later zijn we op weg in de inmiddels stromende regen over smalle boeren weggetjes. Niet echt handig want in deze tijd van het jaar zijn die wegen besmeurd met leem en klei. Bij aankomst op het grote parkeerterrein in Beauvais schijnt er een waterige zonnetje en met 15 graden is het niet koud. Als we uitstappen zien we hoe desastreus deze combinatie van regen en modder op de weg was want onze vanochtend nog schone camper is volledig besmeurd en heel erg vuil. Een dezer dagen zullen we echt moeten poetsen. Helaas hebben we geen tijd om nog in het centrum rond te wandelen en een blik op de schitterende Kathedraal van Beauvais te werpen want er moet eten op tafel komen. Dus steken we de weg over naar de grote supermarket van Carrefour om het benodigde voedsel te kopen en niet veel later is onze koelkast aangevuld en kunnen we genieten van een overheerlijke maaltijdsalade.
’s Avonds kunnen we toch nog TV kijken. Alhoewel dat ding eerst weigert op te starten (we hadden hem te lang niet gebruikt) lukt het Dick na bestudering van de gebruiksaanwijzing uiteindelijk toch onze TV weer aan de praat te krijgen.

Woensdag 27 oktober staan we pas om half negen op en na een ontbijt met natuurlijk vers stokbrood gaan we op weg. Buiten is het grijs en mistig maar als we zuidelijker komen verdwijnt de mist en komt de zon tevoorschijn. In het plaatsje Nonancourt loop ik eerst vooruit om te kijken waar de camperplek is. We moeten steil naar beneden langs een smal kronkelweggetje maar met wat manoeuvreren blijkt Dick erdoor te passen en kunnen we de camper beneden neerzetten. Het is pas half 1 en er is nu nog voldoende plek.

Cache zoeken aan de overkant van een beekje

Omdat de zon volop schijnt pakken we de fietsen om de omgeving te verkennen en tevens wat caches te zoeken. Gelukkig heb ik mijn waterschoentjes bij me want één van de caches ligt aan de overzijde van het riviertje en je moet toch echt het ijzig koude water doorwaden om erbij te kunnen komen. Gelukkig leidt Dick ons daarna de heuvels in waar mijn voeten door het inspannende omhoog trappen langs de soms steile berghellingen weer warm worden. Eind van de middag zijn we weer terug bij de camperplek waar even later de ene na de andere camper binnenrijdt. Het wordt nog echt druk en voor het eerst in maanden heeft de meerderheid de Nederlandse nationaliteit. Eigenlijk ook wel logisch want deze parking ligt op de route naar Spanje en iedereen is daar naar toe op weg. Alhoewel de zon volop schijnt is het niet echt warm maar in dit jaargetijde zit je toch niet meer buiten.

Nadat we donderdag onze watertanks hebben gevuld en grey- en black water gedumpt, vertrekken we. Het is erg mistig, windstil en slechts 8 graden. Ontbijten doen we later wel want de bakker is vandaag gesloten en de dichtstbijzijnde winkel gaat niet eerder dan 9 uur open. Maar als we even later in een naburig stadje arriveren is daar wel een geopende winkel en terwijl Dick koffie zet en een eitje kookt haal ik vers stokbrood én overlevingsbrood. Dat laatste omdat in de verre omgeving van onze volgende overnachtingsplek geen winkel aanwezig is. Met staalblauwe lucht en zon arriveren we in Cellettes, waar we de camper parkeren op het terrein van een kasteel.

Kathedraal van Bourges

Het is niet druk maar wel afgelegen en als we erachter komen dat de caches hier waarschijnlijk toch niet makkelijk te benaderen zijn omdat ze aan modderige ruiterpaden in het bos liggen, besluiten we toch door te rijden naar Bourges waar we om 3 uur arriveren. Eigenlijk vinden we dit parkeerterrein een prettiger plek dan midden in het bos, ook omdat we nu weer gezellig door Bourges kunnen rondlopen wat met dit stralende weer erg aangenaam is. Deze keer gaan we niet de kathedraal in, daar zijn we een vorige keer al geweest. En nu we hier toch zijn halen we natuurlijk ’s avonds  weer zo’n lekker burger bij het Quick restaurant op het plein, die voortreffelijk smaakt.

Vrijdagochtend 29 oktober schijnt de zon weer volop en na een ontbijt met verse croissants, in plaats van overlevingsbrood, rijden we verder. Helaas verschijnen er steeds meer wolken aan den einder en als we in Chauvigny arriveren miezert het zelfs wat. Gelukkig is het eerste plekje op de parkeerplaats vrij wat beduidend meer ruimte heeft dan de andere plekjes. Nadat we koffie gedronken hebben stopt de miezer zelfs.

Wasbeurt voor de camper

 

Voor we ook maar rond gaan lopen willen we nu eerst de camper poetsen. Hij is zo vuil dat je er niet eens meer in de buurt wilt komen. Met een emmer en teiltje boenen we de vieze modder van de zijkant en de wielen en langzaam aan gaat onze Frankia weer glanzen. Om 3 uur zijn we pas tevreden over het poets resultaat en kunnen we rondwandelen in dit leuke middeleeuwse stadje, één van mijn favoriete stadjes.

Gekleurde pilaren in de kerk van Chauvigny

Dit keer is de kerk open en kijken we verbaasd rond naar de gekleurde pilaren.

 

Natuurlijk lopen we om 7 uur naar “La Belle Epoque”. Het is te koud om nog buiten op het terras te zitten maar binnen krijgen we een mooi plekje toegewezen. Ik hoef jullie niet te vertellen dat de maaltijd voortreffelijk smaakt. We genieten en dat geldt ook voor de terug wandeling door dit mooi verlichte, oude stadje. Je merkt wel dat het vakantie seizoen ten einde is want alles is nu uitgestorven. Helaas miezert het zaterdagochtend en is de lucht is volledig grijs dus begin ik maar niet aan de afdaling naar de bakker maar ontbijten we met overlevingsbrood en rijden daarna weg uit Chauvigny.
Helemaal geolied gaat dat niet omdat onze Hakuna enkele malen een doodlopende weg aangeeft zodat Dick achteruit moet rijden door enkele smalle straatjes maar uiteindelijk zijn we dan toch op de juiste weg en terwijl de zon gaandeweg de wolken oplost komt er steeds meer blauwe lucht.

Camperplaats in Solignac

Als we in Solignac arriveren is er alleen nog maar blauwe lucht te zien. De camperplek ligt naast het sportveld en te midden van prachtige bomen in herfsttinten en er bevinden zich hier ook wasmachines. Ook al zijn we eerst 4 dagen onderweg, het lijkt ons toch een goed idee om deze alvast te benutten en dus wandel ik na een koffie met een inmiddels toch wel volle waszak naar de machines die in de volle zon staan en waar het goed toeven is. Helaas functioneert de droger niet zo heel goed en moet ik drie maal geld bijgooien, maar uiteindelijk is alle was droog en opgevouwen en kunnen we in de omgeving gaan rondwandelen. Het is heerlijk buiten en geocaches wijzen ons de weg door het dorp en de berghellingen erboven zodat we een goed beeld van dit stadje krijgen. Lang blijven we bij een kerk uit de 12e eeuw hangen. De zon schijnt vol op de oude gevel en natuurlijk steken we een kaarsje aan. Vandaag is het immers Ank’s geboortedag en die moet je herdenken. Als we eind van de middag weer terugkeren bij de camper loopt de parking vol dus ook hier was het goed om vroeg te arriveren. ‘s Avonds kunnen we genieten van een voetbalwedstrijd maar de wegrijdende auto’s van spelers en supporters horen we niet meer, zo diep zijn we dan al in slaap. Omdat ’s nachts de wintertijd ingaat en we dus een uur langer mogen slapen worden we al om 7.15 uur wakker Het is stralend weer. Ook al is het slechts 11 graden, er staat geen wind dus met een trui en bodywarmer kun je hier goed rondwandelen. Op weg naar de bakker komt ik langs het kerkhof wat vol staat met Bolcrysanten. Als we opzoeken hoe dat komt blijkt het gebruik te zijn om met Allerzielen (een katholieke feestdag op 2 november) deze planten bij de graven neer te zetten.

Arcade’s in Monpazier

Na ons ontbijt rijden we in stralend weer verder zuidelijk en om 12.30 uur arriveren we in Monpazier. Een oud middeleeuws stadje waar ik, toen ik de plaatjes ervan zag, al verliefd op werd. Er is nog één plekje vrij op de parking achter de brandweer kazerne en nadat we de camper op zijn pootjes hebben gezet wandelen we naar het centrum. In het echt blijkt dit een nog mooier stadje te zijn dan ik gedacht had. Na door één van de poorten te zijn binnengekomen wandel je door schilderachtige smalle straatjes die allemaal op een groot plein uitkomen en waar het goed toeven is onder de arcaden. Je waant je hier direct in de middeleeuwen. Wat een ontdekking dit stadje. Als we een restaurant voor vanavond uitgekozen hebben wordt gezegd dat we beter kunnen reserveren want met Halloween wordt het druk.

Diner bij Chez Minou

En het is maar goed dat we deze raad ter harte nemen want als we om 7 uur, in de stromende regen, naar Chez Minou wandelen blijkt het restaurant vol te stromen. Het is gezellig druk. Onze pas sanitaire wordt gescand door een “horror non” en ook het andere personeel loopt er Halloween-achtig bij. Bij de kok wil je echt vandaan blijven want die wandelt rond met een bloed-bevlekt zwaard om zijn middel. Maar het eten is heerlijk en de keuken stelt ons niet teleur. Als we na het eten terugwandelen regent het niet meer en is het zelfs aangenaam weer, ook omdat er geen wind is. Dus wandel ik even later met wat boeken terug naar het boekenstalletje aan de andere zijde van het dorp. Wel apart om in dit doodstille stadje te lopen. Ik waan me opnieuw in andere tijden. Alleen op het terras voor ons restaurantje is het erg druk met de plaatselijke jeugd die hier samenkomt en een biertje drinkt.

Herfst in Roques

Maandag 1 november staan we om half 8 op en in het doodstille stadje haal ik lekker vers stokbrood. Allerheiligen is hier vast een feestdag want het is echt overal uitgestorven. Dat merken we ook op de weg en zelfs als we dwars door Toulouse rijden zien we praktisch geen verkeer op de weg. Westelijk van Toulouse zoeken we een camperplek maar in het bos is nergens iets wat geschikt is om een camper te parkeren dus rijden we door naar een andere voorstad Roques waar een mooi parkeerplekje is naast een groot winkelcentrum.

Als we arriveren gaat het regenen en dus besluiten we niet de omgeving te gaan verkennen maar lekker door het enorme winkelcentrum te wandelen. Komt ook goed uit want nu kunnen we eindelijk weer eens onze voedselvoorraden aanvullen. Als we uit gewinkeld zijn schijnt de zon aan een staalblauwe hemel. Helaas niet voor lang. De zon wisselt af met regenbuien dus gaan we er niet meer op uit. Na een rustige avond waar de zelfgemaakte puree met bloemkool en kip goed smaakt, lezen we lekker voor we naar bed gaan.
Omdat we 2 november te vroeg op zijn om al brood te kunnen halen, de supermarket gaat pas om 9 uur open, ontbijten we met overlevingsbrood en rijden dan de bergen in.

In Foix stoppen we. Gelukkig staan er op de camperplek niet veel campers dus kunnen we langs de rand staan. In een parkeervak lukt niet daar steken we teveel uit. Nadat de camper op zijn pootjes is gezet wandelen we het stadje in. Waren er nog veel wolken in Roques nu is de lucht staalblauw en dus is het heerlijk om rond te lopen. Wel waait er een kil windje dus we moeten onze hoodie aan.

Straatartiesten in Foix

We dwalen rond door de smalle straatjes van het centrum van Foix maar zijn niet echt onder de indruk ervan wel is er langs de rivier een mooi park en als we de berg op klimmen hebben we een prachtig zicht over de omgeving en het op een heuvel gebouwde kasteel. Bij de stadspoort zien we een aantal straatartiesten. Als we eind van de middag terugkeren bij de camper stroomt de camperplek vol en al snel is ook het laatste parkeerplekje in beslag genomen. Omdat ik geen zin heb om te koken eten we lekker simpel, een salade met charcuterie.

’s Avonds, tijdens de persconferentie van de Nederlandse regering horen we dat vanwege de grote aantallen besmettingen in Nederland de coronamaatregelen aangescherpt worden. Overal in Nederland moet weer een mondkapje gedragen worden en het aantal plekken waar je alleen met een QR code toegelaten wordt is uitgebreid. Maatregelen die in Frankrijk al gelden en waar we aan gewend zijn.

Als we woensdag 3 november opstaan is er nog wel wat zon maar de wolken nemen de overhand en als we aan onze klim naar Andorra beginnen komen we in die wolkenband terecht. Gelukkig is deze erg dun want op 1830 meter komt de zon weer tevoorschijn. Wel ligt nu overal sneeuw, gelukkig is de weg schoon. Naarmate we verder stijgen neemt de dikte van het sneeuwpakket toe en de skipistes kleuren al aardig wit. Zodra we Pas de la Casa, een op de grens liggend stadje in Andorra,  gepasseerd zijn en aan de andere zijde van de berg weer afdalen is alle sneeuw weg. Slechts hier en daar ligt nog wat maar het grootste deel van het landschap is groen.

Onderweg naar Grau Roig

We zetten de camper neer op de grote parking van het skigebied Grau Roig. Op twee geparkeerde campers na die uit Andorra komen, staan we alleen hier. De zon schijnt en de temperatuur is minus drie graden. Best wel koud maar als je uit de wind loopt valt het mee. Dus wandelen we een stukje rond en klimmen de skipiste omhoog want boven op de piste ligt een cache ergens tussen de rotsen en die willen we natuurlijk vinden. Het is het een heerlijke tocht over de berghellingen naar hoger gelegen gebied. Als we weer terugwandelen begint het wat te sneeuwen maar dat weerhoudt me niet om nog een klein stukje (1 km) omhoog te wandelen naar een andere hier verborgen cache. Het sneeuwt nu wat serieuzer en het is ook erg koud dus mijn donsjack en muts zijn geen overbodige luxe.

De klim naar boven over de steile berghellingen valt niet mee maar ik heb geen zin om een heel stuk om te lopen en dus klim ik recht omhoog maar na wat ge-glibber kom ik veilig boven bij een mooi uitzichtpunt over Grau Roig en de omliggende bergen. Na opnieuw een steile afdaling kom ik in een lichte sneeuwstorm veilig terug bij de camper waar we besluiten hier niet te blijven.

Camperplaats bij de River Supermercado

De weersvooruitzichten voor deze plek, we staan op 2260 meter hoogte, geven aan dat het 10 graden gaat vriezen en dat er 2 cm sneeuw gaat vallen, dus maken we de camper reis klaar en dalen af naar San Julia de Loria. Dit plaatsje ligt nog op 1050 meter maar de parkeerplek ligt veel meer beschut achter de Supermercado River. Ik vind dit een heerlijke plek want we hoeven alleen een trap op om inkopen te doen. Nadat we op ons gemakje door de winkel hebben rondgeslenterd wandelen we terug naar de camper waar we via face time de jarige Susan uit Tucson-Arizona toezingen die lekker op stap is met Mike.

‘s Nachts daalt de temperatuur naar 2 graden maar het sneeuwt niet.

Donderdagochtend is de lucht weer staalblauw en langzaam stijgt de temperatuur van 3 graden naar uiteindelijk 15 graden. We besluiten nog een dagje te blijven en pakken onze fietsen. Op de berghelling aan beide zijden van het hoge smalle dal ligt een cache verborgen. Ook al is de afstand misschien hemelsbreed niet zo erg ver, de plek waar de caches verstopt liggen vereist dat we steil omhoog klimmen.

Eeuwen oud kapelletje in de bergen

Waarlijk niet altijd makkelijk want soms pakken we een verkeerd pad en moeten we weer afdalen maar uiteindelijk vinden we de juiste 10% steile helling die ons naar de top voert waar een prachtig kapelletje staat en we een mooi uitzicht hebben op de bergen van Andorra. Ik snap wel dat de Vuelta, de Spaanse wielerronde, deze klim regelmatig in zijn route opneemt. Omdat het nog niet echt laat is besluiten we ook de overzijde van de berghelling nog te beklimmen.

Opnieuw een route van de Vuelta en opnieuw een oneindige klim omhoog. Ik heb nog nooit zo lang met mijn e-bike in de sportstand gereden. Boven op de pas vinden we na enig zoeken de geocache.

De cache is gevonden

Eerst is er nog wat verwarring want het beest dat ik tussen de rotsblokken in een spleetje zie liggen doet mij niet direct denken aan een cache. Maar als ook een stokje geen beweging in het dier brengt durf ik mijn hand in het gat te steken en weet ik, hoog op de rotswand, de cache te pakken te krijgen. Als we weer afdalen vliegen we naar beneden, wel lekker na al die steile beklimmingen.

Nadat we weer terug zijn bij de camper wandel ik nog even naar een andere winkel iets verderop. Want natuurlijk moet je in Andorra shoppen. Erg veel is er echter niet van mijn gading maar op een paar nieuwe bont Crocs na, vind ik 2 mooie neckies voor Dick. Hij vindt het heerlijk om bij koude zo’n warmte col om zijn nek te doen dus hier zal hij wel blij mee zijn. Pas tegen half 6, het wordt al donker, ben ik terug bij de camper waar we heerlijk een wijntje drinken. Na onze steile beklimmingen hebben we  dat wel verdiend.

5 November worden we al vroeg in de ochtend wakker. De lucht is opnieuw staalblauw en de thermometer wijst 1 graad aan. Onze Franse butaanfles kan deze temperatuur niet meer aan want ons camper-dashboard blinkt rood en er gaat een waarschuwingssignaal af. Gelukkig staat de Franse butaan fles geschakeld met onze Nederlandse fles, die gevuld is met propaan, zodat de koelkast blijft draaien en we ook nog gas hebben om water te koken en dus koffie kunnen maken. Na het ontbijt gaan we op weg. Al snel arriveren we bij de Spaanse grens waar we aangehouden worden. Pas nadat de douanebeambte in de kastjes van de camper heeft gekeken en ook enkele buitenluiken van de camper heeft laten openen, is hij ervan overtuigd dat we niets mee smokkelen en mogen we Spanje inrijden. Mijn eerste route voerde ons heel noordelijk door de Pyreneeën, maar na een bemerking van Dick (het is wel winter en dus grote kans op pakken sneeuw) heb ik die route gewijzigd en dus rijden we nu een stuk zuidelijker alvorens weer naar het westen te koersen.

Golvende grasheuvels in Huesca

We arriveren tegen het middaguur in Huesca waar een koude wind waait en de temperatuur niet boven de 12 graden komt. Dus trekken we als de camper op de parking is neergezet onze jassen aan en wandelen naar het stadje. Heel bijzonder vinden we het hier niet. Wel is er een bijzonder park met golvende heuvels wat de aandacht verdiend. Als de schemering invalt keren we terug bij de camper. We hebben eten gehaald bij een Supermercado en nadat we ook onze isolatiemat voor de voorruit bevestigd hebben, sluiten we alles af. We hoeven er toch niet meer uit. Om 8 uur worden we opgeschrikt door bonzen op de voordeur. Als ik de deur open staan er twee politieagenten. Ze voeren een controle uit en noteren onze paspoortgegeven. Nog nooit heb ik dit meegemaakt maar navraag bij onze camperburen, die al langer hier staan wijst uit dat het hier klaarblijkelijk gebruikelijk is.

Als we zaterdag 6 november om half 8 opstaan schijnt de zon opnieuw volop maar de temperatuur geeft slechts 2 graden aan. Het is maar goed dat we gisteren de isolatiemat voor de ruit bevestigd hebben. Gisteravond is deze grote parkeerplek helemaal volgestroomd en nu staan er 21 campers. Er is geen plekje meer onbenut om een camper neer te zetten, dus erg vinden we het niet om verder te trekken Als snel rijden we op een “auto via” naar Zaragoza. Er staat een harde koude wind, het landschap ziet en verlaten en woest uit en over de weg dwarrelt Tumbleweed. Deze streek heeft een grote gelijkenis met sommige gebieden in New Mexico, USA.

In Soria zetten we de camper naast een LeClerc Supermercado en wandelen dan naar het oude stadscentrum. Ondanks de staalblauwe lucht en zon komt de temperatuur niet hoger dan 9 graden.
Soria is een leuk oud stadje. Overal lopen mensen op straat en in het stadspark staan velen bij de barretjes een glaasje te drinken. De Spanjaarden hebben dan wel een voor mij onbegrijpelijke levensstijl, het avondeten is pas rond 9 á 10 uur en alle winkels zijn van 2 tot 5 dicht, tijden waarop wij rondlopen, zodat ik hier niets kan kopen, maar van het leven genieten doen ze wel.

Motorrijders wachten op de start

Er is geen terrasje in de zon wat niet volledig bezet is. Op een van de pleinen is het extra druk omdat hiervandaan een motortocht van start gaat. Honderden motoren staan klaar om te vertrekken  en het motorlawaai klinkt door in alle hoeken. We dwalen nog enige tijd door de smalle oude straatjes van dit leuke stadje voordat we terugwandelen naar de camper. We hebben inmiddels buren gekregen, het wordt nog druk hier.

Omdat we opnieuw op 1030 meter hoogte staan wordt het al snel koud als de zon achter de bergen verdwijnt en dus hangen we onze isolatiedeken weer voor de voorruit. Je merkt binnen direct dat het verschil maakt.

Zondagochtend 7 november zijn we vroeg wakker en nadat we diesel getankt hebben vertrekken we. De temperatuur is slechts 4 graden en er waait een ijzig koude wind vanuit de Pyreneeën. Ik ben blij dat we niet een noordelijker route hebben genomen. Want zelfs nu, een stuk zuidelijker, rijden we voortdurend over hoogvlaktes en komen zelden onder de 1000 meter.

Grote groep Gieren langs de weg

Het is doodstil op de weg en we komen geen enkele andere auto tegen tot Dick even langs de kant van de weg stopt om mij de gelegenheid te geven een groep Gieren, die ik vanuit de lucht naar beneden zag duiken, te fotograferen. Hij stopt nog niet langs de rand van de weg of luid toeterende auto’s passeren ons. Waar die nu zo plotseling vandaan komen?

Camperplaats bij de Arena in Segovia

In de verte zien we de besneeuwde bergen liggen en tegen het middaguur arriveren we in Segovia. Naast de arena waar vroeger stierengevechten werden gehouden, vinden we een plekje, wel in de lengte richting geparkeerd en niet in een parkeervak.

Opnieuw zijn we daar te lang voor. Als de camper staat zien we dat zich 800 meter verderop een Lavanderia bevindt. Meer aansporing heb ik niet nodig. Dick pakt de fietsen en ik al ons wasgoed en niet veel later fietsen we ernaartoe. Er is niemand en dus kunnen we de beschikbare machines direct inladen. Terwijl Dick in de buurt nog even een cache zoekt blijf ik wachten tot alles schoon, droog en weer opgevouwen is en 2,5 uur later zijn we weer terug bij de camper. Nadat Dick de fietsen ook weer in de garage heeft opgeborgen wandelen we naar het centrum van Segovia.

Aquaduct in Segovia

 

Eigenlijk een goede tijd want de siësta van de Spanjaarden is net beëindigd en iedereen loopt rond bij het enorme aquaduct. Het is waarschijnlijk het beste en meest complete aquaduct vanuit het Romeinse rijk met 120 pilaren, een maximale hoogte van 28,10 meter en een lengte van 16.220 meter en stamt uit het einde van de 1e eeuw. Wat een bijzonder bouwwerk en zo enorm groot, echt bijzonder. We lopen er enige tijd rond maar dan wordt het al wat schemerig en dus, na nog wat foto’s, wandelen we weer op ons gemakje terug naar de camper waar we nog lang nagenieten van het beeld van het aquaduct.
Maandag 8 november staan we pas om half 9 op. Omdat vlakbij een supermarket is die ook nog eens op dit tijdstip van de dag open is, haal ik vers stokbrood. Heerlijk en dat terwijl ik me er al bij had neergelegd dat we in dit land ’s ochtends geen vers brood kunnen halen omdat de meeste winkels pas om half 10 open gaan. Na ook nog gedumpt te hebben en water getankt, vertrekken we. Er is nog heel veel te zien hier maar dat bewaren we voor een volgende keer. Als de koop van het huis van Sandra en Rene in Portugal doorgaat zullen we die zeker wel eens opzoeken en dan kunnen we Segovia mooi als tussenstop gebruiken.

Vanuit Segovia, wat al op 960 meter hoogte ligt, klimmen we verder de bergen in over zeer steile smalle bergweggetjes met soms zulke steile haarspelden dat de snelheid van de camper naar 10 km terugvalt, maar eindelijk arriveren we boven op de pas op bijna 1900 meter hoogte en nemen we afscheid van de sneeuw om ons heen en dalen af naar de hoogvlakte ten westen van Madrid. Voor het eerst vinden we het landschap wat saaier. Hier, niet ver van Madrid, is redelijk wat industrie en opvallend is het grote aantal Chinese bedrijven wat hier gevestigd is.

Kathedraal van Toledo

In Toledo vinden we snel een parkeerplek onder de oude stad en zetten we onze camper neer. Na wat te hebben gedronken wandelen we richting stad. Eerst nog een stukje langs de rivier waar we genieten van het uitzicht op het kasteel maar dan dichter naar de stadsmuur waar zich recht boven ons de oude stad Toledo bevindt. Gelukkig zijn er steile roltrappen die je de berg op brengen maar wij moeten zo nodig halverwege uitstappen (natuurlijk om een cache te zoeken) met als gevolg dat we toch nog een enorme steile klim maken voor we echt (hijgend en puffend) in het oude stadscentrum arriveren.

Toledo heeft een authentiek centrum en het is heerlijk door de smalle straatjes te dwalen. Geen wonder dat de volledige binnenstad van Toledo op de wereld erfgoed lijst staat. Geen stukje is echter vlak en het is klimmen en afdalen over middeleeuwse keitjes. Het is ook druk, naast ons slenteren grote groepen toeristen rond. Helaas is de grote Kathedraal gesloten. We hebben al eerder gemerkt dat de kerken in Spanje vaak op slot zijn. Laat in de middag keren we weer terug naar de camper. We hebben pech, van de 6 roltrappen die steil naar beneden voeren zijn er twee defect zodat we die naar beneden moeten lopen. Daar er in de buurt van de parkeerplek nergens een geopend restaurantje is halen we een stokbrood bij een Chinese winkel waar we ons avondmaal mee doen.

Ook in Toledo hebben we nog lang niet alles gezien maar toch reizen we dinsdag 9 november weer verder. Na een uurtje zijn we op onze bestemming, het stadje Consuegra, waar zich op de berghelling boven het stadje de molens bevinden waar Don Quijotte tegen vocht. Don Quijotte de la Mancha is een roman die geschreven is door Miguel de Servantes in 1605 en werd het meest opmerkelijke werk van de Spaanse literatuur. Het verhaalt over de Spaanse edele Alonso Quijano die door het lezen van te veel ridderromans zijn verstand kwijt is geraakt.

Hij meet zich het imago van een dolende ridder aan en begint als Don Quijotte de la Mancha aan een dwaaltocht over het Spaanse platteland. Met een oud verroest harnas  en papieren helm en zijn uitgemergelde boerenknol, die hij zijn strijdros Rocinant noemt, trekt hij ten strijde tegen alle soorten onrecht.

Don Quichot in staal

Hij hoopt zo in de gunst te komen van een begeerlijke prinses, zijn grote liefde, die de idealisering is van een eenvoudige boerendochter uit een naburig dorp. Op zijn tocht wordt Don Quijotte vergezeld door zijn buurman en dienaar Sancho Panza, een boer die weliswaar analfabeet is maar niet dom en die weet dat zijn meester niet goed bij zijn hoofd is. Sancho volgt hem echter omdat hij geloofd in de beloning die Don Quijotte hem in het vooruitzicht stelt. Dat Don Quiijotte behoorlijk in de war is blijkt als hij tijdens zijn tocht herbergen aanziet voor kastelen, geestelijken voor schurken, windmolens voor reuzen en een kudde schapen voor een leger. Gelukkig stuiten zijn waan ideeën steevast op de nuchterheid en de voorzichtigheid van Sancho en het boek wat over deze held geschreven is laat dus de botsing zien tussen de ideale en fictieve wereld van Don Quijotte en de werkelijke wereld van Sancho. Natuurlijk willen wij rond dwalen tussen deze molens en nadat de camper beneden in het dorp geparkeerd is, beginnen wij aan de klim de berg op en al snel bevinden we ons bij de eerste van de 12 molens, hoog op de berg en met een schitterend zicht over de omringende hoogvlakte. Het is leuk om hier rond te dwalen en daar we vanwege een geocache met de toepasselijke naam: “No son Molinos sino gigantes” (het zijn geen molens maar reuzen) alle namen van de molens moeten weten lopen we ze alle 12 af.

De windmolens staan in een rij

Daar niet alle molens aan een wandelpad liggen vereist dat zo nu en dan best wel wat klauterwerk. Natuurlijk nemen we veel foto’s en ook gaan we een van de molens in om te kijken hoe het mechanisme ervan werkte. Al met al een bijzonder leuke en leerzame tocht.  Daar het pas 2 uur is als we terug zijn bij de camper en er verder weinig te beleven is besluiten we nog iets door te rijden en een uurtje later arriveren we in het stadje Daimiel. Daar is een parkeerterrein tegenover een supermercado en dus kunnen we weer wat inkopen doen. Maar eerst gaan we nog een wandeling in dit stadje maken . Als we eindelijk weer terug bij de camper zijn en ook nog boodschappen hebben gedaan zijn we wel wat moe. Dat mag ook wel na al het klimmen, klauteren en rondkijken van vandaag. De parking blijft doodstil en we blijven hier helemaal alleen.

Woensdag 10 november staan we pas om half negen op. Alhoewel de winkel aan de overkant open is als we gedoucht hebben is deze niet berekend op de vraag naar vers brood zo vroeg in de ochtend want dat is er nog niet, dus opnieuw geen vers brood als ontbijt. Opnieuw voert onze tocht ons dwars door de bergen. Dit hele westelijk deel van Spanje lijkt wel uit bergketens te bestaan. Het is wel mooi want regelmatig rijden we langs witte dorpjes die tegen de berghellingen aangeplakt zijn.

Tegelplateau van Don Quichot in Cordoba

Om half 2 arriveren we in Cordoba. Vlak naast het centrum ligt een betaalde parking  waar we de camper neerzetten. Het heeft als voordeel dat we pal naast de binnenstad staan en dus snel wandelen we door de stadspoort Cordoba in. Weer een historische stad met smalle straatjes en Moorse invloeden. In het jaar 756 werd de stad zelfs de hoofdstad van het emiraat van Cordoba en de machtigste stad van het Moorse rijk Al Andalus dat vrijwel het gehele Iberische schiereiland besloeg. De grote Moskee van Cordoba, de Mezquita, stamt uit deze periode. Het was destijds de grootste moskee van Europa met 1200 zuilen en bood plaats aan 20.000 moskeegangers. Na de heroveringen door de Katholieke koningen in 1236 werd deze Mezquite omgebouwd tot Kathedraal. In het hart van de Mezquite werden 400 pilaren verwijderd zodat plaatsgemaakt kon worden voor de Kathedraal. Natuurlijk willen we hier een kijkje nemen. Het is inmiddels een uur voor sluitingstijd dus de drommen toeristen zijn al vertrokken maar toch is het nog behoorlijk druk binnen.

Honderden pilaren in de Mezquita

Het is een verwarrend gebouw met rood witte pilaren, in het half duister gehuld en in het midden bevindt zich de Kathedraal, volop in het licht. We komen ogen tekort om alles te bekijken. Pas net voor sluitingstijd vertrekken we weer. Na nog een kijkje bij de rivier met zijn Romeinse brug wandelen we langs een middeleeuws paleis, het Alcazar. Het is leuk om ook het hotel te zien waar Tante Ank, Hannah en ik gedurende een van de laatste vakanties van Ank hebben verbleven. Regelmatig, als we weer over de hobbelkei straatjes lopen, hoor ik haar stem: “kan het niet wat rustiger”? Voor een rolstoel waren deze straatjes nu eenmaal niet echt geschikt. Als we eindelijk bij de camper terugkeren is het inmiddels donker. Ondanks het enorme verkeerslawaai buiten, we staan bij een drukke kruising van wegen rondom het centrum, slapen we als rozen.

Schapen onderweg in El Torcal

Donderdag 11 november zitten we al om 8.30 uur aan het ontbijt. Natuurlijk dumpen we en vullen met water voordat we de bergen intrekken. Voor zover we kunnen kijken is elk stukje helling is bedekt met olijfbomen, sommigen bomen zijn al heel oud, anderen net geplant. Uiteindelijk arriveren we in Antequerra waar we via zeer steile hellingen, de camper redt het maar net, omhoog klimmen naar het natuurgebied El Torcal. Net na het laatste steile stuk naar de top vinden we een parkeerterrein waar we de camper kunnen parkeren. Van hier willen we lopend naar de top. Volgens Dick moet dat makkelijk kunnen want gisteren hebben we in Cordoba toch ook meer dan 10 km rondgewandeld. Ondanks het feit dat de lucht grijs is komt er regelmatig een zonnetje tevoorschijn. Helaas niet gedurende onze hele klim naar boven. Wolken krijgen steeds meer de overhand als we op weg naar boven zijn, dwars door de bergen en over soms steile paadjes. Tijdens onze klim omhoog komen we regelmatig bergschapen tegen die ons verbijsterd aankijken en ook enkele gemsen blijven verrast staan als ze ons gezelschap waarnemen.

Rots landschap El Torcal

Gelukkig zijn er op de klim omhoog, bij enkele bijzondere rotsformaties, ook nog geocaches te vinden zodat we afgeleid worden van de vermoeienissen van de klim. Pas net voor de top, wanneer we al tussen vreemde rotsformaties lopen zien we ook andere wandelaars. Alhoewel de klim eindeloos blijft doorgaan en het einde niet in zicht komt, bereiken we uiteindelijk toch de top van El Torcal waar we, omdat er een ijzig koude wind waait, snel het restaurantje induiken. Na even de menukaart te hebben bekeken bestellen we drinken en een burger. Ook al is deze niet echt speciaal, na twee uur klimmen smaakt hij prima.  Ook dit natuurgebied hebben Hannah en ik destijds met tante Ank bezocht, natuurlijk per auto. Omdat zij in de rolstoel zat mochten we toen doorrijden met de auto  tot de top. Dat was in het voorjaar, toen het beduidend warmer was want wij konden toen buiten op het terras zitten en genieten van de woeste rotsformaties die op dit plateau te vinden zijn. Ik ben blij er nu terug te keren zodat Dick deze omgeving ook kan bewonderen. Had echter nooit gedacht dat hij na zijn knie operatie nog zo’n klimtocht zou kunnen maken. Ben heel gelukkig dat het gelukt is om samen naar boven te klimmen. Nadat we boven nog wat rondgekeken hebben beginnen we aan onze afdaling. Gelet op de steilte van de paadjes lijkt het ons niet zo’n strak plan om dezelfde weg ook af te dalen dus wandelen we over de best wel steile weg terug naar beneden.

De Gems houdt alles in de gaten

Ook deze weg heeft zijn charmes vanwege de regelmatig schitterende vergezichten, enkele op de rotsen staande Gemsen en ook enkele geocaches. Wanneer we terugkeren bij de camper is het al bijna schemerig. We bevinden ons nu op bijna 1000 meter dus zodra de nacht invalt zetten we de isolatiemat voor de voorruit. Omdat we voor het eerst gedurende onze tocht in de bergen staan

, helemaal alleen en ver van de bewoonde wereld, sta ik midden in de nacht op om even buiten te kijken.

Avond op de camperplaats El Torcal

Op wat lichten in de diepte na, is het hier echt donker. Buiten de USA heb ik nog nooit zo’n schitterende sterrenhemel gezien. En het is zelfs niet echt koud, de wind is wat gaan liggen en ondanks het feit dat het slechts 8 graden is, voelt het warmer aan. Tevreden kruip ik weer in bed.

Vrijdag 12 november verlaten we de bergen, de lucht is weer staalblauw en de zon schijnt volop. Het is beduidend warmer dan we verwacht hadden en de fles butaan piept niet eens dat hij het te koud heeft om gas te geven. Na even een stop boven de stad Antequerra waar we een schitterend zicht op het kasteel hebben zakken we verder naar beneden en opnieuw zien we overal om ons heen grote velden met olijfbomen. Uiteindelijk arriveren we in de stad Ronda waar we een prachtig plekje vinden op een betaalde camperplek. Er staan hier ook wasmachines (nu ja, één wasmachine en één droger) dus gaan we wassen. Iets wat veel geduld met zich meebrengt want laat de wasmachine nu net bezet zijn. Pas na anderhalf uur ben ik in staat onze was erin te stoppen. En als dan ook blijkt dat de droger niet echt goed zijn werk doet, zodat we al onze was twee maal moeten drogen, zijn we pas eind van de middag klaar. Maar ik heb de hele middag heerlijk in het zonnetje gezeten voor de camper. Pas net voordat onze was echt droog was moest ik naar binnen omdat de koude wind buiten zitten onmogelijk maakte. Om 17.30 uur wandelen we nog even naar een supermarket. Deze is verder weg dan we dachten maar uiteindelijk zijn we terug bij de camper met al onze inkopen en hangt de isolatiemat weer voor de voorruit, we bevinden ons immers nog steeds in de bergen op 750 meter hoogte. De rest van de avond kijken we lekker TV en lezen we wat.

De brug over de kloof in Ronda

Zaterdag 13 november staan we pas om half negen op  en na het ontbijt wandelen we het stadje in. Ronda staat bekend om zijn diepe kloof en die moeten we zien. Het is best een eindje lopen vanaf de camperplek maar zodra we het oude stadsdeel naderen is dat geen straf want we dwalen door smalle straatjes, wandelen langs winkeltjes en arriveren dan in een park wat ons langs de kloof leidt. Overal is het hier druk, busladingen toeristen worden uitgeladen en allemaal  lopen die over hetzelfde pad. Regelmatig verdringen we elkaar om een blik te werpen in de diepte. Vanaf de brug is er niet zo’n mooi zicht op de kloof, en ook vanaf de zijkant waar ik met tante Ank en Hannah destijds een schitterend zicht op de kloof had valt het uitzicht wat tegen. Voornamelijk veroorzaakt doordat de zon in dit jaargetijde veel te laag staat en dus grote schaduwpartijen op de brug vallen. Na wat foto’s wandelen we dus maar verder het oudste stadsdeel door. Wel aan de hand van enkele caches want inmiddels hebben we ontdekt dat die ons naar de meest bijzondere plekjes brengen.
En ja, al snel wijst de GPS ons dat we  een steil wandelpadje naar beneden moeten nemen wat ons dieper en dieper het dal in brengt tot onder de oude stadsmuren.

Banos Arabes in Ronda

Nu is het nog maar een klein stukje lopen naar het Banos Arabes, een bijzondere bewaard Moors badhuis uit de 13eeeuw.  Dus even later staan we in de rij om een kaartje te kopen en kunnen we het voormalig badhuis doorlopen. Dit is echt een bijzonder plekje en komt verder tot leven als we de animatiefilm zien die ons, in het Spaans weliswaar, de geschiedenis van dit badhuis laat zien. Zelfs het plateau waar de ezels hun rondjes draaiden om het water vanuit de rivier op te pompen en via een aquaduct naar het badhuis te vervoeren,  waar het verwarmd kon worden, is nog intact. Je voelt de oude tijden hier herleven. Gelukkig kunnen we ook nog een Engelse versie van de animatiefilm bekijken zodat leemtes door taalgebrek opgevuld worden.

De bodem in bijna net te zien

Uiteindelijk wandelen we op ons gemakje weer verder. Nu ja, op ons gemakje, omdat we bijna op de bodem van de kloof staan moeten we een stevig eind omhoogklimmen over smalle paadjes om uiteindelijk weer in het stadje hoog boven de klif te komen. Vanaf een andere kant klimmen we nu langs de kloof omhoog vanwaar we een veel beter zicht op de brug hebben die deze kloof overspant. Uiteindelijk zijn we weer in de winkelstraat waar we een terrasje proberen te vinden. We zijn er echt aan toe om Iets te eten en te drinken. Het is 18 graden en al uren hebben we niets gehad. Laat ik nu op deze lange stoffige wandeling geen water hebben meegenomen. Uiteindelijk vinden we bij een barretje een vrij tafeltje waar we kunnen zitten en een heerlijk broodje eten. En er is heerlijk vers uitgeperst sinaasappelsap. Het smaakt heerlijk. Na weer bijgekomen te zijn wandelen we op ons gemakje terug naar de camperplek vanwaar ik nog even naar een supermercado loop om eten te halen. Nog steeds hebben we niet geleerd om voor enkele dagen eten te halen wat natuurlijk veel handiger zou zijn. ’s Avonds stroomt de camperplek helemaal vol.

Als we zondag 14 november wakker worden schijnt de zon volop en ook al is het in de vroege ochtend slechts 10 graden

, de temperatuur warmt snel op. Met zulk weer willen we nog wel een dagje blijven en al snel na het ontbijt haalt Dick de fietsen tevoorschijn. Niet veel later fietsen we het stadje door over de beroemde brug over de kloof en klimmen we verder de berghelling op die een schitterend zicht op het stadje Ronda biedt.

Op de fiets rond Ronda

Via onverharde wegen rijden over een bergkam en telkens weer zijn er schitterende doorkijkjes naar Ronda en kijken we uit over de plekken waar we gisteren hebben rondgelopen. Helaas is de Ermita, een klein kerkje aan het einde van deze berg, gesloten. Wel is er net buiten het hek een cache verstopt dus daal ik af naar dit in de diepte aanwezige hek rondom het kerkje. Dick waagt zich niet aan deze steile afdaling en blijft boven bij de fietsen. Ik snap dat een kluizenaar zich hier terugtrok. Wat is dit een schitterend plekje, je voelt je hier helemaal alleen op de wereld.

Buiten mij is er geen enkel levend wezen behalve enkele rode bisschoppen (zwarte vogels met knalrode snavels)  die vanaf de dakrand van het kerkje naar mij krijsen. Even blijf ik in gebed verzonken staan op de rand van de klif. Wat ben ik dankbaar dat we de gelegenheid hebben zulke mooie oorden te ontdekken.

Rode Bisschoppen op de dakrand

Dan begin ik weer aan de klim naar boven waar Dick ook geniet van de blik op de omringende bergen. Langzaam fietsen we terug, in stilte. Deze stilte wordt fors doorbroken als we weer terug zijn in Ronda bij de Puente Nova waar honderden toeristen over heen marcheren. En het is nog niet eens het hoogseizoen. Omdat ik graag een kaart wil versturen stoppen we even bij een winkeltje op het plein waar ik kaarten en postzegels koop. Als ik thuis de kaarten schrijf zie ik dat de postzegels niet in een normale brievenbus kunnen maar in een aparte toeristen brievenbus gedeponeerd moeten worden. Balen, want die staan alleen in de toeristencentra. Dus pakt Dick, die net onze fietsen weer in de garage had opgeborgen, mijn fiets er weer uit en net nog voor het vallen van de schemering lukt het me om de kaarten in de speciale brievenbus van het toeristenwinkeltje te deponeren. Of deze kaarten ooit aankomen? Ik heb er een hard hoofd in. Omdat de camperplek ook een plaatsje heeft om campers schoon te spuiten houden we ons daar nog even mee bezig als ik weer terug ben. Het meeste vuil is nu gelukkig weg. Helaas blijkt deze dag geen goed moment om wat te schrijven want ’s avonds raak ik een verkeerde toets aan en is alles wat ik vandaag geschreven heb, verdwenen. Ik kan opnieuw beginnen met mijn verhaal.

Op het moment van plaatsing van dit artikel zijn we alweer thuis. Het 2-de deel wordt momenteel geschreven en zal binnenkort ook gepubliceerd worden.

Geplaatst in EUROPA | Reacties uitgeschakeld voor Reis door Frankrijk, Portugal en Spanje oktober-december 2021

Vacation in Germany and France, September 2021

Vacation in Germany and France, September 2021

Birthday Tita

We’ve been quite busy the past few weeks and I didn’t have much time to think again about a travel plan, but now the end of August is approaching and our travel virus comes back, so I look for picturesque old towns and make a plan. Then we celebrate my birthday with Hannah and Henk in their cabin in Noordwijk. We are treated to delicious pizzas, baked by Henk himself and have a great evening together.
On Friday we get our motorhome from the storage. When we arrive home, the part of the parking lot, we closed off this morning, is partly used by the caravan of one of our neighbors.

Actually, the free part of the parking lot is not big enough for both our motorhome and their caravan, but when the neighbor stands diagonally in the lot and we do the same, it just fits and we can start loading our stuff.

Dick fits size our Duvet

And that’s quite a lot because in recent days Dick narrowed both our down duvets, so the covers of those duvets also had to be narrowed. And he made new pillows. He has special ones, made of grains and you cannot buy that kind anymore. As the  old ones were too bad he had to replace them. So Dick was very busy with our sewing machine. I don’t have to say that afterwards the floor of our room was littered with down and grains. In the meantime I went shopping to buy new sheets that better fits our mattresses. By the evening everything is loaded, except for the food. However, we are not leaving yet. First, Dick want to go to our Subaru shop to fit our carriage bolts. But when he calls the Subaru shop, he find out that the ordered bolts are still not arrived. Somewhere they are stuck in a container, possibly in a Chinese port, so again no bolts and we leave earlier than planned, on Saturday morning, August 28th .

Actually, that works out well because now we can do some shopping in Bruggen, Germany, where we will also spend our first night. The weather is nice, although not really warm, only 63 degrees. During the day every now and then some rain is falling, but it doesn’t stop us from walking around in the town of Bruggen. When we return at the end of the afternoon, I walk to a drugstore nearby to buy medical masks. These are mandatory in Germany and in case we go somewhere where our regular masks are refused, we have a real medical mask. Of course, as always when we are in Bruggen, in the evening we order a kebab dish from the restaurant across the street and have a non-alcoholic German beer.

I don’t know why, but we are both tired so we go to bed early and when we wake up on Sunday morning it is already 9.15 am. We slept for 12 hours, so we needed the sleep. We have breakfast with old bread, but actually that would not have been necessary because the bakery in supermarket Rewe, also at the other side of the street, is open as we see when driving away. But as Dick says, our old bread has to be eaten too.  When thinking about and figuring out our route (first to the south of Germany and then crossing France, again to the coast) I discovered a geocache challenge.

It’s only allowed to log this geocache, when you found a cache from every year that geocaches are hidden (since the year 2000). During our trips to the USA, we found many caches from the different years, but the oldest geocache from the year 2000, hidden somewhere in Oregon, is still on our bucket-list. For the time being, however, we will not be able to search this one because the borders of the USA are still closed to Europeans.

Sculpture group in Namur

And so, we looked for such an old geocache in Europe and found it north of Bouillon, Belgium. That’s why we adjust our route and today we will drive to Belgium. I don’t think we need to make a detour to find this geocache, as we are on our way to Mettlach in Germany, but Dick has a different opinion and when I look at the map later, I have to admit that he is somewhat right. In Namur, Belgium, we stop.
The parking for motorhomes is located near the center of town so after parking the motorhome in the right position, we take a walk to the center. The city consists of nice narrow streets and everywhere are terraces, beautiful squares and different groups of statues, all depicting a story. It is lovely to wander around here. Unfortunately, the weather is less, it’s gloomy and the sky is gray, because with a steel blue sky and shining sun the temptation to sit on a terrace would be greater. But we can’t complain because there is no rain and with 63 degrees it’s not a bad temperature to walk around. Unfortunately, when we return to our motorhome at the end of the afternoon, we find out that all the restaurants nearby are closed so we have to cook ourselves.
The bratwurst with green beans and oven-potatoes tastes great.

The first European mainland cache

At the beginning of the new week, Monday August 30th, again we have breakfast with old bread. Well, Dick eats the last part of this old bread and I have a nice bowl of yogurt with fruit and then at 9.30 am, we leave the city of Namur. On our way to the missing geocache from the year 2000 on the coordinates N 50 00.000 and E 005 00.000
Our Hakuna takes us on narrow roads through the forests of the Belgium Ardennes and I am worried about a parking spot because the road is really narrow and nowhere it’s possible to park on the roadside. But when we arrive at the indicated coordinates, an exit of a forest path appears where we can park the Frankia and after a short walk through the forest, we find the oldest geocache on the European mainland, that can still be found and is placed at 7-7-2000. We now have a geocache for every year that geocaching exists.

The Castle in Bouillon

After, of course, taken the necessary pictures, we drive on and in the town of Bouillon we park the motorhome in the parking lot behind the castle of Bouillon. Although there are still many clouds, we also see the sun appear regularly. Of course, we climb up the mountain to the castle and descend on the other side, we cross the town of Bouillon and on the other side, we climb another mountain, which offers us an even better view of the castle. All that climbing and descending makes us quite thirsty and because I forgot to take water with me (and Dick didn’t draw my attention to that either) we are dehydrated when we are back in town at the end of the afternoon, so we take a seat on a terrace. I can assure you that the coffee and cake taste very good.
When we are back at the parking lot we see next and opposite us two other Frankia motorhomes. That’s really special because you don’t meet so many motorhomes from this brand, so for a long time we chat about our RV’s and agree that it is a very good brand. We had a late coffee and cake and are not so hungry anymore so after eating some toast with French cheese we don’t cook anymore.

Passing the Medieval bridge in Bouillon

Tuesday morning, we drive on quiet roads to Luxembourg. The sun is shining and it is at least 67 degrees. Finally, the gray cloud cover, that has been hanging over Europe for so long, is somewhat broken. On a mountaintop along the road in Luxembourg we stop at a viewpoint over the river Moselle and the town of Remich and enjoy the landscape. Of course, we fill up in Luxembourg where the diesel is still cheaper than in the surrounding countries, but we have to conclude that the very cheap is gone. Since the town of Mettlach is only 19 miles away, we arrive there at the end of the morning and park our motorhome.
Although it’s busy here we find a nice spot at the front. We walk to town to pay our parking fee at the tourist office (we still don’t like paying via an app on the mobile), visit some outlet stores and also climb the hill behind the center to enjoy a view over Mettlach.

Dinner in Mettlach

At 6 pm we walk to the terrace of the brewery. There are enough free tables and the temperature is not too bad

buy kamagra 100mg

, we are shielded from the wind, so we don’t have to put on our down jackets during our dinner. Again, the meal tastes delicious. Dick enjoys his good steak and my schnitzel with mushrooms and sauce also tastes great. However, the outside air (or is it the freshly tapped beer) makes us sleepy and before 10 pm we already sleep. Of course, we stay another day in Mettlach and after having a good breakfast with fresh croissants, we get our e-bikes.

Despite the fact that we already made several bike rides in this area, we found another mountain slope where caches are hidden. The forest paths are challenging. We already used to climb here with our e-bikes, but this current mountain slope turns out to be a bit more difficult than the previous slopes. Dick again shows us flawlessly the way over, often almost impossibly, steep paths, full of stones and tree roots. But the turbo mode of our E-bike drags us up and we have a nice trip.

Woodcarving

Eventually we reach a special place in the forest where (of course) a geocache is hidden. It’s a beautiful woodcarving made from the remains of a former huge tree and we enjoy. Until the moment we reach the edge of the forest again. We have one last steep climb where I crash with my bike on a thick branch lying on the forest path. Unbelievable that Dick could avoid this branch. Fortunately, the forest floor is soft and covered with moss and I do not hurt myself, but my E-bike refuses any service and, on my display, appears the text: “motor in error”.
We are lucky that our way back to the motorhome goes only downhill. Now I could not have conquered the steep slopes we encountered when arriving here. When we are back in town, we stop at a shop that sells bicycles, but it does not do repairs. For that we have to go to Merzig, a town 7 miles away, so we return to the motorhome. Whatever Dick tries, he doesn’t get any movement in my e-bike. So, we look up the address of a bicycle repair shop in Merzig where we can go tomorrow. Just before we have dinner I app my sister Hannah that my e-bike refuse to work any longer and then she tells us to look at a small metal rod in the rear wheel. When this one is out of alignment it causes that speed is no longer indicated and the support motor doesn’t function anymore. Both she and Henk already experienced that when the bike-repairman bent this metal rod, the e-bike functioned again. At that moment we enjoy our dinner at the brewery (yes, again) and we cannot look at it.
But when we are back at the Frankia Dick get my e bike out of the garage and although we have little faith in this solution, Dick bends over the metal rod and yes, the e-bike wants to give an electric support again. After a few rounds of cycling over the parking lot we know with great certainty that tomorrow we really don’t have to go to a bicycle repair shop. The problem of my e-bike has been solved.

Buying juice

Still, after breakfast on Thursday September 2nd we drive to Merzig, but that is because we heard from our friend Richard that Rewe advertise with their Fruehstueck (breakfast) juice and the nearest Rewe supermarket is located in Merzig. We want to buy that juice now because from here we drive into France and when we return to Germany the commercial will be finished. In the store we find still 9 bottles of juice and we buy the entire stock.

Then we continue our drive to Hatten in France where we find a large parking lot at a war museum. We may spend the night here. It is on the edge of the town and there is enough space. We will not visit this war museum. In the vicinity we already visited Fort Schoenenburg (we liked that very much) and we don’t think this museum will add much to it, so we walk through the town. It’s not really special here (we both think it’s boring) so when we enjoy a cake with “café au lait” on the terrace of a bakery, we decide to leave tomorrow and drive to nearby Wissembourg.

Colorfull Wissembourg

That town is always picturesque and feels cozier.
Before we can sit on the terrace, first our “pass sanitaire” must be checked. It is the first time we have to show this QR code on our phone. In Europe you receive this QR code when you are fully vaccinated, tested negative less than 24 hours ago or when you are cured from Corona. Although it is 70 degrees it feels cold outside caused by the blowing wind so when we are back at the motorhome we stay inside.
In the evening I buy us a kebab meal in town that tastes good. At night it is dead quiet on this parking, there is no traffic or any other human presence. As agreed yesterday, we drive to Wissembourg after breakfast, finally with a fresh French baguette. This town is only 16 miles north of Hatten and we arrive there early. A good moment because now we can occupy the last spot in the overcrowded parking lot next to the swimming pool. There are at least 9 motorhomes parked and all other spots are occupied by tourists who park their cars here and walk or cycle around.
This morning, while dumping our black water, I accidentally kicked the cap of our toilet cassette down the drain, and as it rolled straight into the sewage system, it was impossible to get hold of it again, so our first task now is to buy a new cap somewhere. Fortunately, we have two toilet cassettes and are not immediately without a cap, but when we unexpectedly have to use our second cassette, we have to close it with plastic foil. When I look on the internet, I see that in the town of Bad Bergzabern, just across the border in Germany, a Fritz Berger outdoor shop is located that sells parts next to camping supplies, so we may be able to buy there a new cap. And as this is not so far from Wissembourg, we get our e-bikes.

Grapes ready to pick

It is a nice bike ride to Bad Bergzabern, although the path that Dick chooses is very bumpy and rocky, it takes us right through the grape fields and as the month of October approaches, the grapes are ready to pick and nice to see. After some searching, we arrive in Bad Bergzabern at the outdoor store where we find a cap for a toilet cassette, but it’s for a different series and the seller does not know whether this cap will also fit on our toilet cassette. That’s why we don’t buy it and leave. The temperature is good, it is warmer and the sun is shining, so a break on the terrace of a bakery cannot be missed and, strengthened by a coffee and a good pastry, we cycle back.

Biking through the wine fields

On the way home we again ride long stretches over bumpy roads through the grape fields and also have to climb some very steep slopes.
The straightening of the metal rod in my wheel helped obviously because my support motor runs overtime on these, sometimes 19% steep slopes and I am so glad. Hannah, it’s great you sent us a solution after my e-bike breakdown. On the way back we stop briefly at the Deutsche Tor, the entrance to the “Deutsche Wein Strasse” (German Wine Road) and after making the necessary photos at huge wine barrels we ride back to the town of Wissembourg.

There we store our bicycles and for a while we sit outside in the warm sun before walking into the town around 6 pm. We look for a restaurant. We don’t want to go to the one, we visited before, they charged us too much. In the main street we find a cozy terrace in the sun with a menu that appeals to both of us. Of course, before taking a seat on the terrace, we have to show our sanitary pass.

Checking the QR-code

We love it that our QR code is valid throughout the European Union and after approval we take a seat. It is nice sitting outside with the warm weather and now the evening is falling and more and more people find their way to this pleasant terrace. We enjoy this summer evening with a delicious French wine and good food. After dinner we walk back to the parking, enjoy a coffee and look back at a wonderful day. We are in bed early. At least I don’t notice that it’s 10 pm.

Saturday September 4th we get up in time, the sky is already steel blue and in the bright sunlight I walk through the still sleepy town to the bakery. After breakfast Dick get our bikes from the garage and attaches our side bags to them while I collect all our clothes and bedding. It’s laundry day today. On the internet we discovered a laundromat at the end of the town, but we don’t want to drive there with the motorhome, because when we return, there will certainly be no space left for our 26 feet long motorhome. Many new arriving motorhomes are already driving back and forth to look for a spot.

Laundromat in Wissembourg

When our bikes are loaded with laundry and washing powder, we cycle to the end of town. Some washing machines are in operation but their program is almost done and soon we can fill the two 30 lb. machines. While they are running at full speed, we leave the laundry room. First, we sit on stones in front of the building but it’s in the full sun and too hot and soon we wait, sitting on a guardrail, in the shade of some trees, till all our laundry washed and dried. After folding everything Dick manages to stow everything neatly in our bags and we cycle back to the motorhome.
Because it is still early in the afternoon we decide to walk through town. We already visited this town several times but even now we see places we never visited before. Regularly we seek the shade of trees, because it’s really warm, 83 degrees. We are back at 5 pm and for a while we sit outside (now in the shade of our motorhome) before walking back to town.

Dinner outside in Wissembourg

Here, again, we take a seat on the terrace at “Café La Rose”. This time there is no check of our Pass Sanitaire, we are recognized immediately. Once again, we have a good dinner and are lucky with this warm summer weather, even though September has already arrived. In the evening Dick discovers that the town we intend to drive to tomorrow, Oberreichenbach in Germany, is not really successful because the restaurant where we want to eat and stay overnight is closed on the first Sunday of the month. So, we look at another destination and that is the town of Freudenstadt, Germany, but before we drive there, we first dump our gray and black water in Hatten.

The road to Freudenstadt is very beautiful and takes us through a mountainous area. We arrived in the German Schwarzwald (Black Forest). There is still space in Freudenstadt despite the number of motorhomes already present here and we park our Frankia.

Motorhome parking in Freudenstads

Within 10 minutes we move to another spot with a nicer view and then we walk to the center of town. All shops are closed on Sunday. Unfortunately, because we walk under the arcades along the large square in the center and everywhere are shops. Dick likes it, after all, now I can only “window shopping” and not walk in to buy something I don’t need at all.
Because the sun is still shining and the “ice cream” terrace is very attractive, we walk in that direction. But the terrace is overcrowded and every time a table becomes available, people run towards it. So, we return to the motorhome and eat the ice cream, I stored in our freezer. In fact, it is good we returned home because our roof hatches stayed wide open and suddenly the clouds have thickened. Just as I sit outside, writing at the laptop, it starts to drizzle. And it doesn’t stop there, the drops turn into serious rain and while Dick quickly stores the table and chair, I close the roof hatches.
It’s strange because while it’s raining, the sun is still shining. Fortunately, there are only a few heavy showers and it clears up again towards evening.

Monday, September 6th, the sky is steel blue again, the sun shines and early morning it’s already 67 degrees. We decided to stay another day in Freudenstadt and take the e-bikes to explore the area. We found a nice cache route that takes us through the woods in the surrounding area.

Searching caches in the woods

Directly outside town are, often steep, forest paths. I never understand how Dick succeeds, but he finds all the narrow paths that lead us deeper and deeper into the forest and we enjoy ourselves. Not strange with this nice weather. This forest shows a different face every time.
One moment we are cycling between the tall pines, the next moment we are cycling next to a thick carpet of moss covered bottom and a little later we are cycling through deciduous forests. Although we don’t actually meet anyone on our voyage of discovery through this vast forest, it turns out that there are a lot of people walking and cycling around because, when we want to eat something on top of the mountain at a sun-drenched mountain cabin, there is no free spot to sit and we ride on and have a drink from our water bottles.

Scanning the Luca code

Around 3.30 pm we arrive again at the beautiful town square where we cannot resist the temptation to sit down and have a coffee with cake at a bakery. We cannot sit at the ice cream terrace because that’s closed today. Here nobody checks our QR code (it doesn’t work in this part of Germany) but we have to download the “Luca app”. After filling this app with our personal data, we log in (and log out when leaving) and take a seat on the terrace. When back I walk to the supermarket to buy some food. After a good meal of potato salad, bratwurst and bread we feel our legs and arms tingle. No wonder, we wandered endlessly through the forest, finding our way through sometimes waist height weeds and nettles. Of course, we check each other for ticks. Not a superfluous luxury because we actually find one in my leg. It is not a really good tick year because this is only the third tick we remove from our body.

Unfortunately, many clouds cover the sky on Tuesday September 7th and the temperature remain at 61 degrees. Again, we drive a beautiful route further south. I had no idea the Black Forest would be so beautiful. We follow a winding valley along the river Kinzig and see the mountains around us getting higher and higher. The last part of our trip today ends up on the autobahn A5, much less spectacular and continual there are warnings that we almost approach the Swiss border. Although we would like to go there, we don’t like the hassle that a heavy RV entails when entering Switzerland, so we decided that we will only drive as far as the town of Weil am Rhein in Germany, park the motorhome there, still in Germany and then cycle to Switzerland.
It’s rather to the Swiss town of Basel we will go to. After leaving the highway, about 900 feet before the border, Dick manages to maneuver our motorhome over incredibly narrow roads until we arrive at the parking of a swimming pool. It’s very crowded. This time the parking for motorhomes is occupied with caravans. Its inhabitants rented this spot for a month to live here while working just across the border in Switzerland, where its more expensive to live. But there is enough space in the parking lot in front of it and after we paid our parking fee of 9 euros, we grab our bikes and leave.
Once again, Dick knows exactly which forest paths we have to take in this border area but still it’s a surprise, when we leave the forest after a few miles, that we arrived already in Basel. We don’t see signs with the name of town, but the municipal cars we see have a Basel Stadt registration number and that means that we definitely arrived in Switzerland and that without border control or seeing something that looks like a border.

Three countries in Basel

I guess we have our Swiss Electronic Entry Form in vain. Now we arrived in Basel we cycle through the harbor area. Here we want to visit the border triangle where France, Germany and Switzerland meet. It takes a while to find the place, but when we cycle past some moored riverboats (we first thought that was forbidden area) we arrive at a land-point in the river Rhein with a real monument.
We have unimaginably beautiful weather, the sun is shining and the sky is steel blue and from here we have a magnificent view of the Passerelle de Trois Pays, a pedestrian bridge over the river Rhein with a length of 781 feet.
It’s the longest arch bridge in the world for pedestrians and cyclists and it connects France and Germany while the border of Switzerland is only a few feet away. When jumping on this bridge it will move noticeably so it is obviously that this bridge is our next target. While searching for some caches we wander through Basel and finally arrive (after again crossing the Swiss border without customs) into Germany and at the Passerelle de Trois Pays.

Tita is jumping on the Passerelle bridge

In the middle of the bridge, we both have to jump to feel the resonance of the bridge. Sure enough, we feel, with some delay, the bridge moving up and down. A very strange feeling.
After a few more pictures and looking to Switzerland, we cross the bridge and arrive in France. Here we cycle some time along the riverbanks. At the Swiss banks are only harbors but at the French side are many small beaches with loungers. In France it’s a different way of life. We cycle some time along the French riverbanks and end of the afternoon we cross the bridge again and arrive back in Germany.
There are no borders between France and Germany, after all, together we form the European Union, but between Switzerland and Germany are borders and miraculously, we again cycle between the border posts of Switzerland and Germany and bypass all customs (by accident). It is incredible that this is possible, fortunately we have no harm in the sense, registered ourselves electronically in Switzerland and carry all necessary papers with us.
At 6 pm we are back at the parking lot in Weil am Rhein. After Dick stored our bikes, we walk to the restaurant on the corner of the parking lot. It is built next to a sports field and therefore called “Tribune”. We may take a seat on the terrace when we write down our address details on a piece of paper (the Luca app nor our QR code is used here) and a little later we have a good glass of wine and enjoy our dinner. The quality of the food equals that of the brewery in Mettlach and this restaurant alone is a reason to return.
We are also lucky with the weather because it is still very pleasant outside on the terrace. We supposed to stay another day in Weil am Rhein before heading to Bad Durrheim, where we want attend the meeting of Seabridge, the firm who’s shipping motorhomes to the USA. However, yesterday when I looked for a program for this meeting, I found the announcement that the municipality of Bad Durrheim decided that this meeting cannot take place inside with the increasing corona infections. So now a few tents are set up at the parking lot from where information will be given about the shipping of RV’s to the USA and about group travels to South America, Russia and Europe.
We already traveled three times to and through the USA and only wanted to feel the experience of a meeting (and ask some specific questions about our next transport to the USA when that is possible again).  With this information we decide to skip the meeting in Bad Durrheim. And so, we leave directly to France after a breakfast with really old bread, because there is no bakery in the distant environment.

Biking in the fields around Hirtzbach

After opening the barrier, where Dick manages to leave the parking through the narrow passage without any damage, we arrive in France and at 11.30 am we park our motorhome in the town of Hirtzbach, France.
We stay at a reasonable distance from our neighbors because we don’t have the impression that many other RV’s will come to this remote area. Then we explore the area on our e-bikes. Hirtzbach is a nice colorful town with lots of flowers and well-kept houses and lives up to the name “ville fleurie”. We directly have to climb up, because right on the edge of town are steep slopes. Not a big deal because we just put our turbo on and then we fly up the slopes.
Yet it is strenuous cycling because the hilly paths are very rocky and sometimes, we ride over bumpy grassy plains. But the view is beautiful and, in the distance, we see the tops of the Grand Ballon, a mountain in the French Vosges.

Sitting in the shadow under our awning

Fortunately, when we are back at the motorhome it is not too hot, also thanks to our awning. This awning keeps part of the motorhome in the shade and that makes a difference in temperature. And it means that we can sit outside in the shade. Very pleasant when the temperature is rising to 84 degrees. By the evening more and more motorhomes arrive at this spot and also a mobile pizza eatery chose this place as its temporary parking. Great, now we don’t have to cook. However, when I walk to the pizza truck at 7 pm, I am told that it is so busy that I can only order after 9 pm. That means we cook ourselves and the Leberkaese with cheese, bread and tomatoes tastes good. Finally, we stay with 13 motorhomes in this small parking. All the motorhomes are French, we are the only foreigners. At night it is very quiet and we sleep well. Fortunately, it cools down a bit at night and we wake up before 8 am the next morning. For the first time we see clouds again on the horizon.

Dumping Grey and Black water

After our breakfast, still with old German bread and the dumping of our gray and black water, we are one of the first to leave this place. Slowly we find our way further into France and again we drive along the river Doubs for a while. Now with more pleasant weather than a month ago when it rained here. Finally, we arrive in Quingey where again we park behind the supermarket. It is not a pretty place, overlooking the paper and cardboard crushing machine, but it is a practical place, in the middle of a small town and next to a supermarket so we can finally supply food. Of course, we first have a cup of coffee before we explore the town and the surrounding area on foot.

Rapids in Quincey, France

Last month it rained so hard here that we hardly visited this old town. Now we slowly wander through the narrow streets, view the old buildings and walk to the river where rapids can be seen. Finally, we return to the motorhome, buy salad and baguettes and enjoy the evening. Although the sky was very threatening today and a shower could fall at any moment, it fortunately remains dry until the evening. During the night it rains hard and the wind increase. That sound wakes us, but luckily the wind only lasts for a while.

Friday morning September 10th it is still very cloudy and regularly there is a drizzle as we drive through the beautiful countryside of Burgundy. A pity because this area full of grapevines is more beautiful when the sun shines in a blue sky. However, the wind died and it’s 65 degrees, so we’re not complaining. When we arrive in the town of Autun the rain stops and the sun makes frantic efforts to make the cloud mass disappear. We arrive around noon and can still choose a parking spot. Soon this town turns out to be very popular and one motorhome after another arrives and look for a parking. In the meantime, we walk (with our rain jacket, because you never know) to the old town with many intact, old city walls and we also admire the beautiful old Cathedral in the center.

Old town of Autun

We wander through the narrow old streets, cross a large town square and agree that this is an attractive town to stroll around. Before we return, we take a look at an old Roman arena, practically next to the motorhome parking. It is very busy on the Arena grounds because this weekend a Medieval festival is being held and so an old Roman tent camp is being built.

The Roman arena is beautiful and, in some parts, even intact. We watch the crowds below us for a while and then go our separate ways. I look for a supermarket so I know where I can buy bread tomorrow morning while Dick walks back to our Frankia. The clouds dissipated and the sun is shining brightly. It is now very busy. There are 23 motorhomes and a little further in front of the entrance to the cemetery are another 13 parked. This may be partly caused by the festive weekend. When the night falls the group of ravens finally shuts up. For at least an hour they flew back and forth above the parked vehicles and screamed and screamed, an unbelievable sound but a nice view. Now it becomes dead quiet and we sleep like roses.

The Roman Arena in Autun

Apparently, the wind dispelled all the clouds because when we wake up on Saturday September 11th, the sun is shining in a steel blue sky and the thermometer already shows 67 degrees. Fortunately, we wake up early so I can still walk across the Arena site. It saves a lot of walking as the bakery is located on the other side of this Roman arena. I am also back in time because when I return all the roads and paths in the vicinity of the arena are hermetically sealed. We have to drive through the old town because of the road closures and fortunately arrive unscathed on the other side of town after which we continue in a northwesterly direction. After a 3 hour drive, we see the mountain slopes in the distance to which the town of Sancerre is glued. The vineyards of Sancerre wine now appear everywhere. It is not easy to find a parking space in Sancerre. We get angry looks from a waitress when we drive across her terrace. Well, a narrow road leads between two halves of the terrace and we can barely pass.

Some umbrellas on the terrace really need to be moved. And then all that effort turns out to be in vain because when we arrive at the parking there is insufficient space for our Frankia and after also searching for other places (we drive back and forth three times under the terrace in question and don’t dare to pass it anymore) we decide to leave Sancerre and look for another destination. It will be Bourges, because that town is only 32 miles to the south. We arrive there at 2 pm. There is a huge parking near a cinema and some sports facilities and we can easily park here. After having a chat with our French neighbors, we walk into town.

Imposing cathédrale in Bourges

Bourges is a beautiful old town with grand buildings, old houses and a huge cathedral from the 12th century, which is rightly a world heritage. We wander through the center and of course we enter the Cathedrale St Etienne where I burn a candle. Outside the church it is very noisy. Not caused by the many tourists walking around, but by the protests of some French against the mandatory vaccination policy of the French Government. Also, a Moroccan wedding produces a lot of noise.
Finally, at 7 pm we walk back, impressed by this town. The weather is still beautiful and the sun is high in the sky. Because we don’t want to cook now and there is a burger restaurant less than 260 feet away, we pick up a meal in the evening. The burger turns out to be very tasty and belongs in the top 10 of good burgers. After this tasty meal we read in our books, watch the news and go to bed at 9.30 pm.

Biking under the trees

It’s still beautiful weather on Sunday so we decide to stay another day. Now we want explore the Bourges area by bike. We are not the only ones who enjoy this warm autumn day because cyclists and walkers can be found everywhere on the paths.
Our journey takes us to the edge of town and later we continue our bike ride on dirt tracks that run parallel to a narrow canal. For the most part we cycle under beautiful trees which is nice and cool but at times also a bit cold so we put on our hoodie. In the evening we pick up food again at the Quick burger and enjoy our burgers. Again, they are tasty, although not excellent anymore because the bacon is not fried crispy and therefore a bit chewy. But after our bike ride this food tastes good.

Monday, September 13th, the sky is again steel blue and soon it is 67 degrees. After filling up with water, we leave Bourges and because we only drive 47 miles today, we arrive end of the morning in the small town of La Chatre. Unfortunately, there is no place at the Super U to park the motorhome. Height beams in the car park prevent this, but we can park under a steel roof next to the store. At least it’s close to the washing machines.

Doing laundry in La Chatre

Important for me because I want to wash again. Dick unlocks a shopping cart and I collect all our laundry and a little later I wait, sitting on a stool, in front of the washing machine.
Unfortunately, there is only one washing machine and one dryer (another small washing machine is broken down) so the whole washing process take some hours. But the weather is good. The sun is shining and the thermometer shows 86 degrees. I am so glad that after a while Dick brings me a bottle of water. While I wait for the first wash to finish and a second wash to start, Dick is busy cleaning the motorhome. With our Dyson vacuum cleaner, he cleans everything and the windows are also cleaned inside and outside.

Doing laundry is teamwork

As soon as the first laundry is dried, Dick takes the folded clothes back to the Frankia, one by one so that when the last wash comes out of the dryer, we hardly have to store anything anymore.

After buying some food in the supermarket we have to find a place for the night. Standing under the roof next to the Supermarket is not really attractive so we drive to the center of La Chatre. Here is another parking. However, this parking is completely full with a fair, caravans and tourist buses. But one of the bus drivers still manage to find a place and direct us to a narrow spot where we are soon parked. Although it is already 3.30 pm, it took us three hours to wash, dry and store everything, we take a walk into town as soon as the Frankia is parked. Again, we visit a small, but worth seeing, town, dominated by an old church and two huge sequoias, planted in 1890 and now they have an enormous size. From far away you can see their peaks sticking out above everything else.
After a nice walk we are back at the parking where it is even busier. Not only with people walking over the fairgrounds, but also with school children. The school buses to the surrounding villages appear to depart from this square. We love this roaring and the coming and going buses. It is getting quiet outside at 7 pm. Even the fair stopped.  And we prepared ourselves for a pleasant evening with a lot of noise. None of that, it is getting quieter outside and by 8 pm you only hear the sounds caused by the building of a new attraction. Furthermore, it is dead quiet. It is still warm outside, at least 87 degrees, and until we go to bed at 11:30 pm, all our windows and doors are wide open to give space to every bit of wind. It does not prevent that it stays warm inside our motorhome. After a shower in the evening (after all, we have a fresh and clean bed) and leaving all our windows wide open to let it further cool down, we lie awake for a long time in our warm Frankia. Only early morning the temperature drop to 75 degrees Fahrenheit.

Medieval town St.Leonard de Noblat

When we get up on Tuesday, September 14th, it is still 68 degrees and the temperature quickly rises again to 76 degrees. After dumping grey and black water, we drive to the Super U where we buy bread and have breakfast before continuing our trip through the beautiful hilly landscape. We are officially in the mountains because we drive over mountain-passes at an altitude of 2050 feet. The road is quiet and at 1.30 pm we arrive in the town of Saint Leonard de Noblat. Who wouldn’t want to visit a village with such a name?
There is a large parking next to the center and we have plenty of choice where we can park the Frankia. After of course a cup of coffee we walk into this old medieval town, through narrow winding streets with old buildings and of course a beautiful old church. After all, the town is on the road to the pilgrimage of Santiago de Compostela in Spain. After two hours we explored the whole town, walked through all the streets and we return. Soon the sky is getting darker and at 5 pm the first raindrops fall. Gently at first, but soon it starts pouring rain and I’m afraid our levelers will be dragged out from under the Frankia.

Rivers of water on the parking place

Swelling rivers of water pass next and under our motorhome and just when I think it’s time to move, the rain stops and it dries up. It’s soggy and humid outside and we don’t want to go out for dinner, so we cook a simple meal, some sausages with leftover mashed potatoes and tomatoes. Late in the evening we see the last rays of the sun. They shine on the clouds who turn red.

Unfortunately, we have a small problem after showering on Wednesday morning. Our shower drain does not run through so the water remains in the shower tray. Not really good when you have to drive, so while I walk to the bakery, Dick scoops away the excess water. On our way in the Limoges, we stop at the first hardware store we see and buy a plunger and liquid for the drain and then drive on, to another medieval town: Chauvigny. The parking for motorhomes and busses is on top of the mountain and we drive around through very narrow streets towards it. I don’t think we’re on the right track, but our Hakuna doesn’t care about that. It continues to lead us through narrow alleys and only after turning around a few times, because we get stuck on dead-end roads, we arrive on the top of the mountain at the parking.

RV parking in Chauvigny

A Swiss bus just arrived (via a better road) and intend to have lunch here. We cannot park on the lot for RV’s as those places are really too short, but luckily there is still a free bus parking where we park the Frankia. While Dick empties the cleaning fluid into the drains of our shower and I make us a cup of coffee, we see a motorhome leaving. As this place is much longer, we move ours and park in this corner.
While the unblocking fluid hopefully does its job, we walk into town. This ancient medieval town is located on the hill and look beautiful. Its historic character is preserved well. The Cathedral of St. Pierre dates from the 12th century and is impressive with its white-red pillars. We stay inside for some time to look around.

Medieval town of Chauvigny

Then we walk through the narrow roads that lead past old buildings with heavy walls and arrive at a fortress and even a real castle. This whole town looks and feels nice. I instantly fall in love with it. In the afternoon I walk the steep path to the valley (we climbed this path earlier) in search of a bakery and indeed I find one in the lower village.

Not so far away that we can’t get bread but it does require a steep descent down and a steep climb up. On my way back I also search two geocaches in the rock walls. They are not that easy to find but thanks to some spoiler pictures I find the caches. However, I have to pay for it with some serious scratches on my arms and legs because of the abundant blackberry bushes everywhere. When I’m home Dick got the shower drain working again and he found a nice restaurant near the castle.

Restaurant in Chauvigny

At 7 pm we walk there and after a check of our QR code we may take a seat on the terrace. Once again, we are lucky with the weather. It’s a beautiful summer evening. The sun is still shining, it is 72 degrees and not cold. It is even more fun (and also fitting in this medieval town) when a Bald Eagle passes us. Of course, we (I) walk to the owner of this impressive bird and have a chat. The next time we are here, we will visit the bird-show. Unfortunately, that will take a while because after this month this show stops and will not be resumed until the end of spring. We feel very comfortable in this town and now we also discovered a restaurant with good food. My spinach lasagna with goat cheese and lettuce turns out to be the house specialty and is delicious and Dick’s sirloin steak also tastes good. After dinner we chat with a German couple who parked their RV at the campsite down the mountain.

Night in the Medieval town of Chauvigny

We have a pleasant evening and late in the evening (Autumn is coming so it’s already dark) we walk through the small streets of this dead quiet and beautiful lit, medieval town, back to our motorhome.  It feels great.
Unsurprisingly, when Dick bends over something, the next morning our shower drain works just fine again and I’m very pleased with him, especially when he also cooked an egg when I return from my expedition to the bakery. It really is a climb back up. When we take our bikes to cycle around in the area, the temperature turns out to be a bit disappointing. I didn’t notice that when I went down the mountain this morning and climbed up again but on our bikes the wind just feels cold on our legs. So, when we have cycled a few hundred yards we return to the motorhome to put on our long trousers. And then we cycle to a geocache round in the forests around Chauvigny.
These geocaches are all challenges and that means that you not only have to search this cache but also have to meet other conditions to be able to log these geocaches. One of the caches requires that for every year that geocaching exists (since the year 2000) you must have found one cache. Since we recently found the missing year 2000 in Belgium, near Bouillon, we now meet this requirement. The tour takes us through a forest with very uneven paths, very rocky, often very sloping slopes and with regularly fallen trees on the path and often we have to get off our bikes and lift the bike over the trees before we can continue our way. Dick is therefore “not amused” about my route choice.

Climbing under the bridge to find the geocache

But eventually we complete the entire route and arrive at an old railway line that we have to follow because we want to cross the river and cannot find another way to cross this river. We are not disappointed because, from this high railway line, we not only have a beautiful view over the medieval town of Chauvigny, we also can find two other caches that are hidden on this railway route. One of them requires some climbing under a high bridge, but Dick coaches me: “just put your feet on the beams”, “no you won’t fall”, “move more to the right then you have a better grip”, “don’t overreact, you can’t be crushed”, “stay calm”, “bend a little more and you can reach the geocache” and eventually we can also log this climbing cache.

In the afternoon we are back at the motorhome. That’s good because now we can grab a geocache at the castle. We already found it but it is hidden so high in the wall that we need stairs to get to it. So, armed with our folding stairs from the motorhome, we walk through town. You would say that is quite remarkable, but no.

Storming the walls in Chauvigny

Everyone is watching us but no one says anything, so we quickly storm the castle and log the cache. Back home we dump our gray and black water, do some administration (after all, we have to keep track of everything we do and spend) and Dick take the laptop to log our found caches. When we finished it is almost evening and again, we walk to restaurant “La Belle Epoque”, near the castle, to have dinner. Once again, our meal tastes excellent and again, we have a nice address to return to.

Unfortunately, Friday September 17th it is heavily clouded. But luckily it is still 63 degrees. Not really nice weather and so we decide to leave before breakfast and stop to have breakfast at the first bakery we come across. Of course, it takes a while before we find a bakery in this vast country, as always if you are looking for something. The road does not take us past shops but through fields, but after 7 miles, at a crossroad, we see a bakery with enough space to park. After our late breakfast, we continue our journey through the French countryside. Just before we reach our destination we are stopped because of a serious accident at an intersection. The road is fairly narrow and so we wait together with a row of trucks until we may drive on again. Fortunately, this is the case after half an hour and at 1 pm we arrive in Montreuil Bellay. Again, our Hakuna doesn’t really show us the right way to the parking for motorhomes, because a number of times we get stuck on too narrow roads, or roads forbidden for vehicles over 7725 lbs, but eventually we arrive at a large parking lot next to a campsite where the motorhome can be parked.

It is already busy with motorhomes but at this time of day there is always a spot to be found. As soon as the Frankia is parked to our satisfaction (sometimes that take some time) we walk into the town. Another town from the guide I found in July in Issoire, (France) and from which I compiled this route with all these beautiful towns. Montreuil Bellay is dominated by a huge castle and church on top of the mountain around which the narrow streets wind up and down.

Medieval town of Montreuil Bellay

Again, geocaches show us the way through town and bring us to all the places worth seeing. And it has warmed up again. The clouds have given way to blue skies and the sun is shining again. Montreuil Bellay is not really a big town so after two hours of wandering around (more climbing around) we have seen it and descend to the river where we are parked. After all those eat indulgences of the last few days, we are not going out for dinner tonight but cook ourselves. The mashed potatoes and cauliflower taste delicious, the steak is a bit less (and that’s not caused by Dick’s cooking). The meat is a tough and requires a lot of chewing. But according to Dick that is the case with all French beef. And the picture on the packaging of the meat looked so juicy and tender. It’s a good thing we arrived early here because when we’re finished our dinner around 7.30 pm, another endless stream of motorhomes arrives on this parking. Soon every possible spot in this parking is filled with a parked motorhome. It’s even busier than when we drove around France in the month of July.

Saturday September 18th, we wake up because the raindrops are falling on the roof hatch. What a different weather. The sky is completely gray and no refraction is visible. Because it really starts to rain after we took a shower, I don’t walk to the bakery but we drive to the supermarket outside the old center where we buy bread and have a good breakfast in its parking lot before we continue our journey. We are lucky because soon the rain stops and it clears up, so, at the end of the morning, we drive into Brittany and have sun. On our way to Saint Malo, we stop in the town of Retiers where we dump and fill with water. After all, that is not possible in the parking lot in Saint Malo and we arrive at the coast at 2 pm.

Before we arrive at this parking at the coast, we first looked at some other car parks closer to the center of Saint Malo but there is either no space or the place is too small for us and so we park the Frankia again next to the beach, about 3 miles outside of Saint Malo. In contrast to last summer, the parking layout has changed.

RV parking Saint Malo

Motorhomes are no longer allowed to park in the central area, but must park on the side. Although it is very busy, there are still a few spots available and we can park. The side of the parking is very sloping but when we use the levelers tonight, we will stand levelled again. Once we had a drink, we walk to the neighboring town of Rotheneuf. Here are rock sculptures. Already for some time I want to visit these sculptures and watch them but we never did it, so now it’s the day. After half an hour of walking we arrive at the entrance where we pay € 2,50 entrance and enter the coastal area with the famous rocks.

Rock Sculptures in Rotheneuf

 

The priest L’Abbee Foure, who lived here in the 19th century, was also a painter and woodcarver, and when he developed a brain disease at the age of 55, which caused him to lose his hearing and speech, he decided to retire as a hermit in this old fishing village Rotheneuf where he worked on the granite rocks and cliffs for 13 years. The result is more than 300 images, faces and figures. As soon as we walk down the rocky path, we see the different carved statues. You are short of eyes in this sculpture garden and it is very special that despite heavy tidal waves and the influence of the sea wind, the carvings have not been affected. On the contrary they look even more lived through.

Rock sculptures at the cliffs

We walk around slowly. And with us many others because sometimes you have to wait a while to take a nice picture until the crowd is gone but finally, we have seen everything and walk back. However, via a detour because the beach lures and it is still “low tide” so we can walk a bit on the dried up sand beach. At 6 pm we are back at the parking lot.

Now there is no more parking space available so the new arriving motorhomes have to continue. For dinner we have carpaccio and salad Manhattan and that tastes fine. Unfortunately, the weather is very gloomy on Sunday morning. The sky is gray and there is a strong wind blowing. I cycle to the Carrefour to buy bread. Normally I do this on foot, but now that we will use our bicycles today (we will cycle to Saint Malo) this will go faster. After breakfast Dick also takes his bike and we drive to the old center of Saint Malo, lock our bikes with cables in front of the city wall and walk towards the beach.

On the beach to the Isle Grand Bé

It is getting low tide so now is the time to walk to the island of Grand Bé. At low tide, that island can be reached over the sandy beach. Although we did not look at the tide tables, we just see the water getting lower and lower and soon we descend the city walls and walk over the partly wet sand towards the island. The sky is less clouded, blue sky and sun are clearing these clouds so it’s a good time to make the crossing. Many others also have the same idea of ​​walking towards the island of Grand Bé and it is quite busy on the beach. To reach the top of the island we have to climb up, but when we reach the top we are rewarded with a beautiful view over the town of Saint Malo and you can see the old city walls.
Unfortunately, we cannot walk to the second island: “Petit Bé”. The water is still too high for that and because the currents between the islands are strong, it is not wise to wade through the deep water. It is now 12.30 pm and time to walk to our favorite restaurant “La Bourse”. So, we return over the beach, climb the city walls again and walk over these massive walls to the Porte Dinan, where our favorite restaurant is located.

A great day in Saint Malo

Still walking on the walls, Dick notices that there is one table available on the terrace and I run ahead. We are lucky and are able to take this table.
Of course, after our QR code is scanned. Without proof that you are vaccinated (or recently tested or recovered from Corona) you can’t do anything in this country. It’s weekend and we cannot order a menu so we limit ourselves to a main course and dessert. First, we take fish and chips, which tastes excellent. It can’t be otherwise because the cod comes directly from the sea. For dessert, we order Tiramisu and a Grand Café (coffee and some small pastries), also delicious. And meanwhile we enjoy the sun and look at all the tourists walking around here. To better digest the enormous amount of food and wine in our stomachs we also take a walk “intra muros”, through the narrow streets within the city walls. Wearing a mask is mandatory here. While this was still massively enforced in July, you saw policemen everywhere, now a number of people have had it and they no longer wear a mask when walking outside. Because it is very busy in the streets we leave the city, grab our bicycles and drive along the various ports.

Sunset in Saint Malo

Finally, we are back at our parking outside town at the end of the afternoon. The wind is quite cool so we stay inside. I only walk to the beach at sunset. It is now completely deserted, no wonder because with the strong wind and high water there is hardly any beach left and the temperature has dropped to 57 degrees. You will not be surprised that again we sleep like roses after so much fresh air and sea breeze.

Monday, September 20th  we get up at 8 am and after a shower and get dressed we leave this parking. Unfortunately, both our Hakuna’s do not want to take the road along the coast (I have no idea why) so we drive inland to the town of Pontorson, only 32 miles away and after an hour we arrive already in the parking lot behind the supermarket Carrefour. There I buy a fresh baguette and we enjoy breakfast (again with a boiled egg, Yammie).
After that, our day program starts. Dick helps me to find all our laundry, get an empty shopping cart and has money ready to put in the washing-machines, and soon I’m on my way to the laverie (laundromat) where it’s busy with people doing their laundry. All Frenchmen from this area. Fortunately, the first machine is available after about 10 minutes, but I have to wait almost half an hour for the second machine. Oh, it’s not a problem. I’m glad we can do our laundry.

Biking near Le Mont St. Michel

At 2 pm everything is clean, stowed away and we have a fresh cover on our bed and we decide to cycle a bit around. Not all the way to Mont St. Michel but a couple of miles in that direction and we find our way through the meadows. In Beauvoir, with a view of the Mont, we turn back. The weather is beautiful but there is a strong wind blowing. However, on the way back we don’t feel this wind because it blows in our back. When we are back home (yes, our Frankia feels like home) Dick sits behind his laptop again to log our found caches and I am strolling around in the Carrefour. I have to, because we cook tonight in the motorhome and all the ingredients for our meal still have to be purchased. But when the green beans with chicken and mashed potatoes stay on the table in the evening (yes again), Dick doesn’t complain.
Despite the fact that the parking in St Malo was overcrowded and the road to Pontorson was very busy with passing motorhomes, this supermarket parking remains very quiet. We spend the night with only 3 others, all French. Because we didn’t go to the meeting in Bad Durrheim, Germany, we still have one day left and so we decide to leave for Cherbourg on Tuesday September 21st. Also, one of our favorite places in France.  Because this place at the coast is very pleasant to stay.
We were supposed to leave Pontorson early, so yesterday I bought survival bread, but during the night our French propane tank is running out of propane, so we don’t bother to get up early. When the supermarket opens at 8.45 am we want to exchange our propane-tank for a full one and also buy a fresh baguette. The question is whether there is propane. An employee did not return the empty propane tanks upside down in the storage place, so the store does not dare to give out tanks, because they don’t know or the tanks are filled or not.
But Dick knows what to look for and shows the “store lady” the seal of the full tanks and now we can exchange and connect a new propane tank. I am very happy that this summer we bought a French tank.

After breakfast, a little later than usual, we drive into Normandy. Or maybe we were already there because we (I) are still not sure whether Le Mont St. Michel is in Brittany or in Normandy. Everywhere on the way to the north are roadblocks so we regularly have to make a detour but finally we arrive in Cherbourg at 3 pm. The sun is shining even though there are quite a few clouds. There is only one spot on the parking where we park the Frankia, it’s on the side of the lot (I like that) and with a view over the harbor. Later on, other spots also become available, so we definitely had a place to sleep.

Secured harbour in Cherbourg

After a coffee we walk around, first along the harbor area, heavily secured by concertinas because the ferry to England leaves from here and then straight through the narrow streets to the foot of the rocky hill where bunkers were built near the top from which you have a 360 degree view over the city and the sea. From our own experience we know that an excursion there is definitely worth it. Maybe we have to return there but then with a guided tour in English. When we visited this area earlier, we were the only visitors and everything was explained in rattling French and we couldn’t let our attention slip for a moment.
Finally, we arrive at the large shopping center along the fishing harbor and I want to take a look inside. Dick walked enough through the streets of Cherbourg and after a coffee and cake on a terrace, he slowly returns to the motorhome, while I go around the shops.

Dinner in Cherbourg

At 6.30 pm we walk, with down jackets in our backpacks, to the center of town and look for a place on a terrace around the fishing harbor. Unfortunately, the terrace is in the shade, but because it is completely shielded with plastic, it is also a good place to be without a jacket and after our “Pass Sanitaire” is scanned, we take a seat.
It remains special that no one here grumbles when you have to show a “Pass Sanitaire” before you can eat or drink something. But opponents of this policy will not be found on a terrace or in a restaurant. The meal tastes good. My double hamburger is even of excellent quality, and Dicks steak also tastes good. When dusk sets in, we walk back to the Frankia. For a while we look at the reflection of the lights in the water of the harbor and then quickly fall asleep.

Wednesday morning, we eat survival bread. The bakery whose oven was broken in July is now on Congee (vacance) so I can’t buy bread there and I don’t like to walk to the shopping center. Before leaving we want to fill up with water, but the tap on this parking lot runs so slowly that we will need at least  half an hour to fill our water-tank and because we drive to the town of Honfleur and there are fast-running taps, we decide to leave and fill up there. It is busy on the road, especially around Rennes where we are not allowed to drive our car over the bridge and after a huge traffic jam, we finally arrive over back roads not far from the center of Honfleur. Here we are urged to take the toll road. Other roads are blocked for vehicles heavier than 7725 LB. And surely  with our obligatory Angles Mort stickers (for heavy cars) we can’t take such roads. It is very busy at the parking for motorhomes in Honfleur. In July, at this time of the morning, there was still plenty of room, now we really have to look for a spot.

Fishing nets at the Honfleur harbor

Luckily a motorhome just drives away so we park on a spacious place. After I paid for the parking (it’s an expensive one because it’s 11 euro) I first fill up our tank with the watering can while Dick prepares a cup of coffee and then we walk into town.
From our parked motorhome we have a view over the water, the town of Honfleur and its fishing harbor where scattered nets are drying. The fishermen use them to retrieve the different types of fish and everywhere are people to buy fish directly from the arriving ships. As the harbor is shielded from the sea by a system of ship locks that take some time. The weather is beautiful. Thanks to the merging of two high-pressure areas, there is little wind and the temperature rises to 72 degrees.

Because of the beautiful weather we decide to take a look at the beach of Honfleur. It is located at the mouth of the river Seine and we have never walked that far. First, we visit the “Jardins des Personalites” at the end of town where we look for a cache that we couldn’t find a few years ago, but now we can and then we walk on to the beach.

On the beach in Honfleur

It is low tide so there is a lot of beaches and in the wonderful warm sun we take a leisurely walk on the moist sand. At the lighthouse we leave the beach again and we climb over the hills to return to the center of Honfleur. There we walk along another picturesque harbour

putty download

, visit the completely wooden Sainte Catherina church (the largest wooden church in France) and wander through the narrow, cozy streets before returning to the parking lot where it has become even busier.
Every spot where a motorhome can park is now occupied and new arriving cars are still trying to find a place by double parking. In the evening I pick up a meal (kebab, chicken, fries and salad) at the eatery “Gyros” and we enjoy our food.
Thursday September 23rd  we get up at 8 am. It is only 53 degrees but there is practically no wind and soon the temperature rises because when I walk in the sun to the bakery, it feels warmer. After breakfast we drive to Le Havre on the other side of the Seine.

Pont de Normandie

However, our Hakuna indicates that we have to drive 83 miles because to avoid toll we have to make a detour via Rouen. But when we take the toll bridge “Pont de Normandie” and pay € 6.40, we already arrive in Le Havre after 16 miles. And that could have been even less when we didn’t drive wrong in the maze of highways in Le Havre. There is still one spot on the parking lot where we park our Frankia. Because this parking is not far away from heavy industry, the place is situated high on a slope above the Seine and the wind is wrong, the outside smells strongly of refineries and we keep our windows closed.

Steep streets in Le Havre

 

 

Dick gets the bikes out of the garage and we prepare them for our trip. There is a series of challenges right at the foot of the Pont de Normandie and I came up with the idea to cycle there from our parking.

At least we don’t have to cycle over the high bridge Pont de Normandy with its heavy traffic. So armed with maps and GPS codes we set off. We are parked high up on a hill and low below us is our goal. That means that we immediately have an endless steep descent over very narrow streets with often sharp hairpin bends, where I regularly slip. But eventually we arrive at the bottom, almost unscathed, and then the misery starts in finding our way across an industrial area where we, cyclists, are absolutely not welcome.
There are no bicycle paths nor a decent roadside along the narrow roads and all around us are heavy trucks racing back and forth. Their drivers are also absolutely “not amused” to avoid us, cyclists. Since Dick’s GPS always follows small roads and paths and there are only major roads around us, the GPS cannot no longer find a way. And when we cycle back again to find an accessible bridge over one of the many canals in this industrial area and cycle again through a for cyclists and hikers forbidden territory, we stop under the smoke of the huge ship Brittany. Again, we see a water barrier, another huge harbor. Until now we already cycled 10 miles and we still have at least 5 miles to go, so we decide to stop this (now dangerous) trip and return to the motorhome. It stinks here, it is dangerous for cyclists and after 2.5 hours we are back, disillusioned. Of course, again, after climbing the hill over many, many hairpins. While Dick stores the bikes again, I quickly dump our gray and black water and then we leave. Next time we will come back here, we either drive with our motorhome to the geocaches or we look for them from the town of Honfleur, cycling over the Pont de Normandie. 38 Miles further to the east, we stop in Doudeville at a small square in town. It’s not a special village, but it’s quiet and the air smells nice.

Biking around Doudeville

Dick quickly takes out our bicycles and we explore the area. Our bike ride takes us over narrow farm roads and past a neighboring castle which, although deserted, also looks quite impressive, as are the old and sizable trees all around this castle.
During the afternoon the dark clouds, present everywhere in Le Havre, dissolve and we enjoy the sun. Now a strong wind is blowing, but the temperature is still 63 degrees. Our intention was to have a salad for dinner but after the cycling we want to have a warm meal and again we have cauliflower with chicken and mashed potatoes. In the evening we watch TV, but we no longer hear the clock striking 10 pm.

On Friday September 24th we don’t wake up until 8.30 am. The supermarket is not even 650 feet away, so we have breakfast with fresh baguettes before we drive on. Unfortunately, the weather changed, the sky is gray and its drizzly weather. Sunday, we have to be home because early Monday morning the Frankia camper has an inspection (MOT) so today, we drive to the town of Laon.

The gate to Laon city

Another town that regularly returns on our route because it is pleasant to stay here and the food is good. Because we have to drive 162 miles and we follow only back roads, we arrive in Laon at 2.30 pm. We are surprised that only one other motorhome is parked under the city wall so it is no problem to park ours.
The clouds disappear and the sun comes out and we take a walk through town.
No punishment because now we can make reservations for tonight in restaurant Agora.
Unfortunately, the restaurant is closed and doesn’t open until 7pm tonight. It is clear that now less people sit on the terrace because only a few tables are left outside.

Paintings in Medieval city Laon

The narrow shopping street are fun to walk through, we admire the medieval paintings and we search and find a cache at a lavoir (a washing place from earlier times).

After 2 hours we are back at the Frankia where I take the laptop. Again, I need to write something and Dick picks up his book “The Journey” by James A. Mitchener, which tells of a trip to the gold fields in the Klondike and is very intriguing. Just before 7 pm we walk again along the city walls to the center. There is actually a table available in the restaurant. We order the menu and a carafe of Cotes du Rhone. Once again, the food tastes excellent and we agree that the detour via Laon is worth it. We will definitely return to this restaurant. Unfortunately, in winter the opening times are restricted to the weekend.

Cathedrale in Laon by night

Under a dark sky we walk back and admire the cathedral for a while, which looks great with its blue illuminated towers.

Saturday morning, we wake up early and because we eat survival bread, we leave early. We first have to refuel downhill, but then we drive quickly to the border with Belgium via inland roads. It’s very foggy. Although on the mountain in Laon the sun came out early this morning, here on the lower plains we cannot look further than 260 feet. When we arrive at the Belgian border, the sun has more power and the clouds disappear. With a shining sun we continue our way through Belgium. Due to road closures we have to make a detour after Antwerp so we arrive in Bergen op Zoom, in the southern part of the Netherlands, at 2.30 pm. There is one spot on the boulevard where we park our Frankia. In the afternoon all clouds disappear and the temperature climbs to 74 degrees. There is no wind and I walk around the mini-libraries to exchange our books.

Meanwhile Dick can write something for the member-meeting of our diving club that will take place next week. In the evening we buy Chinese food, enjoy a beautiful sunset and read our books. Watching TV is not possible here because there are too many huge trees.

Early in the morning at home

Early Sunday morning we hit the road early and so already at 10 am we park behind our house. The rest of the day we are busy getting everything out of the motorhome and of course clean it thoroughly in- and outside. After the inspection of the engine tomorrow, we will bring our motorhome to Raema, our RV dealer in Nederweert. There, among other things, they will make moisture measurements and so it is wise when the motorhome is delivered empty. All day we are lucky with the weather, the sun is shining and it is nice and warm, so at the end of the afternoon the Frankia is empty and cleaned, our house is a mess and we look back on another wonderful journey.
When the alarm clock rings at 6 am on Monday morning, that is a bit disappointing. It’s been a long time since we went out in the dark. But we are on time at the truck garage in Utrecht.

Geplaatst in ENGLISH VERSION | Reacties uitgeschakeld voor Vacation in Germany and France, September 2021

Vakantie in Duitsland en Frankrijk, september 2021

Vakantie in Duitsland en Frankrijk, september 2021

Birthday Tita

We hebben het de afgelopen weken best druk gehad dus had ik weinig tijd om weer eens na te denken over een reisplan maar nu het einde van de maand Augustus nadert voel ik het reisvirus weer opkomen en nadat we samen met Hannah en Henk mijn verjaardag hebben gevierd in hun vakantiehuis in Noordwijk, waar we getrakteerd worden op verrukkelijke, door Henk zelf gebakken Pizza’s, halen we de camper uit de stalling.

Wanneer we thuis arriveren blijkt het stuk van de parkeerplaats dat we vanochtend afgezet hebben ook deels gebruikt te worden door de caravan van een onzer buren. En eigenlijk is het afgezette stuk niet groot genoeg voor én onze camper én hun caravan maar als de buurman schuin in de vakken gaat staan en wij ook, past het net en kunnen we beginnen met onze spullen in te laden.

Dick fits size our Duvet

En dat is best veel want de afgelopen dagen heeft Dick nog onze dons dekbedden smaller gemaakt, waardoor ook de hoezen van die dekbedden versmald moesten worden en ben ik bij de groothandel nog onderlakens gaan kopen die beter om onze matrassen passen. Maar tegen de avond is, op het eten na, alles ingeladen. Vertrekken doen we echter nog niet. Eerst willen we nog langs de garage om onze slotbouten te laten monteren. Nadat Dick gebeld heeft of deze er zijn verneemt hij dat ze nog immer niet aangekomen zijn. Ergens zitten ze vast in een container, mogelijk in een Chinese haven en dus vertrekken we toch eerder dan gepland en wel op zaterdagochtend 28 augustus. Eigenlijk komt dat wel goed uit want nu kunnen we nog even inkopen doen in Bruggen, Duitsland waar we ook de eerste nacht zullen doorbrengen. Het is mooi weer, alhoewel niet echt warm, slechts 17 graden en gaande de dag valt er ook nog wel eens een buitje maar het weerhoudt ons niet om een heerlijk rondje te lopen in het centrum van Bruggen. Als we eind van de middag terugkeren wandel ik ook nog naar een drogerie om medische mondkapjes te kopen. Die zijn in Duitsland namelijk verplicht en voor het geval dat we ergens komen waar onze gewone mondkapjes geweigerd worden hebben we altijd nog een echt medisch mondkapje. Natuurlijk halen we ’s avonds bij de winkel aan de overzijde een heerlijke kebabschotel en drinken alcoholvrij Duits bier. Waardoor weet ik niet maar we zijn allebei best moe dus liggen we vroeg in bed en als we zondagmorgen wakker worden blijkt het al 9.15 te zijn. Ik heb 12 uur geslapen. We ontbijten met oud brood maar eigenlijk was dat niet nodig geweest want de bakker in de Rewe, ook aan de overzijde van de straat, is gewoon open. Maar zoals Dick zegt, het oude brood moet ook op. Op onze route (eerst naar het zuiden van Duitsland en vervolgens weer dwars door Frankrijk naar de kust, heb ik een geocache challenge ontdekt. Om deze te mogen loggen moet je van ieder jaar dat er geocaches verstopt zijn, dat is sinds het jaar 2000, een cache gevonden hebben. Door onze rondreizen in de USA hebben we weliswaar veel caches uit de verschillende verstopjaren gevonden maar de oudste geocache uit 2000, verborgen ergens in Oregon, staat nog op ons wensenlijstje. Voorlopig zullen we deze echter niet kunnen zoeken omdat de grenzen met de USA nog steeds gesloten zijn voor Europeanen. En dus zijn we op zoek gegaan naar zo’n oude geocache in Europa en hebben deze gevonden ten noorden van Bouillon, België en dus hebben we onze route aangepast en rijden vandaag naar België.

Sculpture group in Namur

Ik ben van mening dat we op onze weg naar Mettlach niet hoeven om te rijden om deze geocache te vinden, maar Dick is een andere mening toegedaan en als ik later op het kaartje kijk moet ik toegeven dat hij wel een beetje gelijk heeft. In Namur, België, stoppen we. De camperplek is vlakbij het centrum gelegen zodat we, nadat de camper goed staat, daarnaartoe wandelen. De stad bestaat uit leuke smalle straatjes volgebouwd met terrasjes, mooie pleinen en aparte beeldengroepen. Het is heerlijk hier rond te dwalen. Helaas is het weer wat minder, grijze lucht en somber, want met staalblauwe lucht en zon zou de verleiding om op een terrasje te gaan zitten groter zijn. Maar we mogen niet klagen want het is droog en met 17 graden is het geen slechte temperatuur om rond te wandelen. Helaas zien we, als we eind van de middag weer terugkeren bij de camper, dat er nergens in de buurt eettentjes open zijn zodat we zelf maar koken. De braadworst met boontjes en aardappelen uit de oven smaken prima. Aan het begin van de nieuwe week, maandag 30 augustus, ontbijten we opnieuw met oud brood, nu ja, Dick eet het laatste restje brood en ik neem lekker een kom yoghurt met vruchten en daarna vertrekken we om half 10 uit de stad Namur.

The first European mainland cache

Op naar de ontbrekende geocache uit het jaar 2000 op de coördinaten N 50.00.000 en E 005.00.000.
De weg voert ons over smalle wegen door de bossen van de Ardennen en ik maak me zorgen over een parkeerplekje want de weg is erg smal en er is nergens een berm. Maar als we bij de aangegeven coördinaten arriveren blijkt er een uitrit van een bospad te zijn waar we de camper kunnen neerzetten en na een klein stukje wandelen door het bos vinden we de oudste geocache van het Europese vasteland die nog vindbaar is en geplaatst is op 7-7-2000. We hebben nu uit elk jaar dat geocaching bestaat een geocache.

Na natuurlijk de benodigde foto’s te hebben genomen rijden we verder en in Bouillon zetten we de camper neer op de parking achter het kasteel van Bouillon. Alhoewel er nog steeds veel bewolking is zien we ook regelmatig de zon verschijnen.

The Castle in Bouillon

Natuurlijk klimmen we de berg op naar het kasteel en dalen aan de andere zijde er ook weer af om vervolgens het stadje Bouillon te doorkruisen en aan de overzijde weer een berg te beklimmen wat ons zelfs een nog mooier uitzicht biedt op het kasteel. Van al dat klimmen en afdalen krijgen we best wel wat dorst en omdat ik vergeten ben om water mee te nemen (en Dick mij daar ook niet op heeft geattendeerd) gaan we, als we weer beneden in het stadje gearriveerd zijn eind van de middag, lekker op een terrasje zitten. Ik kan jullie vertellen dat de koffie en taart ons bijzonder goed smaakt.
Eind van de middag zijn we weer terug bij onze camper en naast en tegenover ons staan nog twee andere Frankia campers. Een hele bijzonderheid want van dit merk kom je niet zoveel campers tegen dus kletsen we samen langere tijd over onze campers en zijn het erover eens dat het wel een zeer goede camper is. Na de koffie met gebak hebben we niet meer zoveel trek dus als we toastjes met Franse kaas op hebben hoeven we niet meer te koken.

Passing the Medieval bridge in Bouillon

Dinsdag morgen rijden we over stille wegen verder naar Luxembourg. De zon schijnt volop en het is zeker 19 graden. Eindelijk is het grijze wolkendek wat al zolang boven Europa hangt wat gebroken. Op de berg boven Remich in Luxembourg stoppen we op een prachtig uitzichtpunt over de rivier de Moezel en de stad en we genieten. Natuurlijk tanken we vol in Luxembourg waar de diesel nog immer goedkoper is dan in de omringende landen maar wel moeten we constateren dat het hele goedkope ervan af is. Daar Mettlach slechts 30 km verderop ligt arriveren we er eind van de ochtend en zetten de camper op zijn plekje. Het is druk op de parkeerplek maar toch vinden we een mooi plekje vooraan. Nadat we ons parkeergeld bij het toerist office betaald hebben (we hebben nog steeds geen zin om via een app op de mobile te betalen) wandelen we door het stadje, kijken bij de outlet stores en we beklimmen ook even de heuvel achter het centrum om te genieten van het uitzicht over Mettlach.

Dinner in Mettlach

Om 6 uur wandelen we naar het terras van de brouwerij. Er is voldoende plek en uit de wind valt de temperatuur ook mee zodat we tijdens de maaltijd onze meegebrachte dons jacks niet hoeven aan te trekken. Opnieuw smaakt de maaltijd heerlijk. Dick geniet van zijn steak en mijn schnitzel met champignons en saus smaakt ook overheerlijk. De buitenlucht (of is het ons bier) maakt echter wel slaperig zodat we al om 10 uur onder zeil zijn. Natuurlijk blijven we ook woensdag 1 september nog in Mettlach en nadat we heerlijk ontbeten hebben met verse croissants pakken we de fietsen. Ondanks het feit dat we in de omgeving al diverse fietstochten gemaakt hebben blijken we nog een berghelling te hebben gevonden waar én caches verstopt én uitdagende boshellingen zijn. We zijn al gewend om te klimmen in deze omgeving maar de huidige berghelling blijkt weer wat moeilijker te zijn dan de voorgaande hellingen. Dick wijst ons weer feilloos de weg over vaak haast onmogelijk steile paadjes die vol liggen met stenen en boomwortels.

Woodcarving

Uiteindelijk bereiken we een plaats waar een bijzondere cache is verstopt. Een prachtig houtsnijwerk gemaakt van een restant van een boom. Maar de turbo stand van de E-bike sleurt ons naar boven en we hebben een leuke tocht. Tot we weer het bos uitrijden. We hebben nog een laatste steile klim waarbij ik met fiets en al omval doordat ik voor een dikke op het pad liggende tak moet uitwijken. Gelukkig is de bosgrond zacht en bezeer ik me niet maar mijn E-bike weigert verder iedere dienst en op mijn display verschijnt de tekst: “motor in error”.  We boffen dat de terugkeer naar de camper alleen maar heuvelafwaarts is want de steile hellingen op onze heenweg had ik nu niet kunnen bedwingen. In het stadje aangekomen stoppen we bij een bedrijfje wat ook fietsen verkoopt maar deze doet niet aan reparaties.

Daarvoor moeten we naar Merzig, zo’n 10 km verderop, dus rijden we door naar de camper. Wat Dick ook probeert, hij krijgt geen beweging in de fiets en dus zoeken we het adres van een fietsenmaker in Merzig zodat we daar morgen langs kunnen gaan. Als ik mijn zusje Hannah’s avonds vertel dat mijn E-bike niet meer werkt geeft ze ons de tip naar een metalen stangetje in het achterwiel te kijken. Dat kan wel eens uit het lood staan en veroorzaakt daarmee dat snelheid niet meer aangegeven wordt noch de ondersteunings-motor functioneert. Zowel zij, als Henk hebben al meegemaakt dat toen de fietsenmaker dit stangetje rechtboog de e-bike weer functioneerde. Daar we op dat moment heerlijk genieten van onze maaltijd bij de brouwerij (ja, alweer) kunnen we er pas naar kijken als we weer bij de camper terug zijn. Alhoewel we weinig fiducie hebben in de oplossing buigt Dick zich toch over het uitsteeksel en zo waar, de E-bike wil weer ondersteuning geven. Na enkele rondjes fietsen over het parkeerterrein weten we met grote zekerheid dat we morgen echt niet naar een fietsenmaker hoeven te gaan. Het probleem van mijn E-bike is opgelost.

Buying juice

Donderdag 2 september rijden we na ons ontbijt wel even naar Merzig maar dat is omdat we van Richard vernomen hebben dat Rewe het Fruehstueck sap in de reclame heeft en de dichtstbijzijnde Rewe is nu eenmaal in Merzig. We willen dat sap nu kopen want vanaf hier rijden we weer Frankrijk in en als we terugkeren naar Duitsland is de reclame weer voorbij. Gelukkig zijn er nog 9 flessen sap in de winkel, we kopen de gehele voorraad op, en rijden dan door naar Hatten in France waar we bij een oorlog museum een grote parking vinden waar je mag overnachten. Het ligt aan de rand van het stadje en er is volop plaats.
We hebben eigenlijk geen zin om in het museum rond te wandelen. In de nabijheid hebben we eerder Fort Schoenenburg bezocht (zeer aanbevelingswaardig) en we denken niet dat dit museum er veel aan zal toevoegen, dus wandelen we het stadje in.
Het is niet echt bijzonder en beiden vinden we het hier saai dus als we op een terrasje genieten van een stuk taart met café au lait, besluiten we morgen te vertrekken en naar het dichtbijgelegen Wissembourg te rijden.

Colorfull Wissembourg

Dit stadje blijft pittoresk en is gezelliger. Voor we op het terras mogen zitten moet wel eerst onze “pass sanitaire” gecontroleerd worden. Het is de eerste keer dat we onze QR-code moeten laten zien. Je krijgt deze code als je volledig gevaccineerd bent, minder dan 24 uur geleden getest bent danwel genezen bent van Corona. Alhoewel het 21 graden is voelt het wel koel aan omdat er een fris windje waait dus als we terug zijn bij de camper blijven we lekker binnen zitten. Ik ga er alleen ’s avonds nog even op uit om in het stadje een kebabmaaltijd te halen die gelukkig lekker smaakt. ‘s Avonds is het doodstil op deze parking, er is geen verkeer noch enige andere menselijke aanwezigheid. Zoals afgesproken rijden we na het ontbijt, met natuurlijk weer vers Frans stokbrood, naar Wissembourg. Dit stadje ligt slechts 25 km ten noorden van Hatten en we arriveren er dus vroeg wat maar goed is want nu kunnen we op het overvolle parkeerterrein bij het zwembad nog net het laatste plaatsje bezetten. Het is druk met campers en alle andere plekjes worden bezet door toeristen die hier hun auto parkeren en rondlopen of fietsen. Vanochtend bij het dumpen van ons black water heb ik per ongeluk de dop van onze toiletcassette in de afvoer geschopt, die direct in het rioleringssysteem rolde en met geen mogelijkheid meer te pakken was, dus onze eerste taak is om ergens een nieuwe dop te kopen. We hebben gelukkig twee toiletcassettes dus we zitten niet direct zonder dop maar als we onverhoopt de tweede cassette moeten gebruiken moeten we die met plasticfolie afsluiten. Als ik op internet kijk zie ik dat niet ver van Wissembourg, in Bad Bergzabern, net over de grens, een Fritz Berger zaak is die naast kampeerartikelen ook losse onderdelen verkoopt dus mogelijk kunnen we daar een nieuwe dop kopen.

Grapes ready to pick

Het is ook een leuk fietstochtje naar Bad Bergzabern want het pad dat Dick heeft uitgekozen is weliswaar erg hobbelig en rotsachtig maar voert ons dwars door de druivenvelden en omdat de maand october nadert hangen de druiven vol met schitterende trossen. Uiteindelijk arriveren we in Bad Bergzabern bij de camping markt waar weliswaar een wc-cassette dop is maar voor een andere serie en de verkoper weet niet of deze dop ook op onze toiletcassette gaat passen dus kopen we hem uiteindelijk toch maar niet. Het is warm geworden en de zon schijnt volop dus even een pauze op een terrasje van de bakker is niet te versmaden en gesterkt door een koffie en een heerlijk gebakje rijden we weer terug.

Biking through the wine fields

Op de terugweg rijden we weer hele stukken over hobbelwegjes door de druivenvelden maar ook moeten we enkele zeer steile hellingen beklimmen. Dat het rechtbuigen van het staafje in mijn wiel geholpen heeft blijkt nu wel want mijn ondersteuning motor draait op deze, soms 19 % steile hellingen, overuren en werkt weer als een zonnetje. Hannah, je tip was dus goud waard.
Op de terugweg stoppen we nog even bij het Deutsche Tor, de toegang tot de Duitse Weinstrasse en na de nodige foto’s bij enorme wijnvaten zijn we weer snel terug in Wissembourg.

Daar bergen we de fietsen op en gaan nog even lekker buiten in het warme zonnetje zitten alvorens rond 6 uur het stadje in te wandelen. We zoeken naar een restaurantje. Degene waar we eerder hebben gegeten willen we niet meer bezoeken vanwege de schreeuwend dure wijn die ze ons in rekening brachten maar in de hoofdstraat vlakbij het centrale plein vinden we ook een gezellig terrasje met een menukaart die ons aanstaat.

Checking the QR-code

Natuurlijk moeten we eerst onze pass sanitaire laten zien. Heerlijk dat onze QR-code in de gehele Europese Unie geldig is en na goedkeuring gaan we lekker op het terras zitten. Daar is het, nu de avond valt aangenaam en steeds meer mensen weten hun weg naar dit gezellige terrasje te vinden. Het eten is ook erg goed en we genieten van deze zomeravond onder het nuttigen van een heerlijke Franse wijn en goed eten.
’s Avonds wandelen we weer terug naar de camper en genieten met een koffie na van deze heerlijke dag. Al vroeg liggen we in bed. Ik merk in ieder geval niet meer dat het 10 uur wordt.

Zaterdag 4 september zijn we bijtijds op, de lucht is al staalblauw en in het felle zonlicht wandel ik door het nog slaperige stadje naar de bakker in het centrum. Na het ontbijt pakt Dick onze fietsen en bevestigt onze zijtassen eraan en ik verzamel al ons wasgoed. Het is vandaag wasdag. Op internet hebben we aan het einde van het stadje een laverie ontdekt maar we willen er niet met de camper naar toe rijden. Bij terugkeer is er dan zeker geen plekje meer vrij voor onze 8 meter lange camper. Nu al rijden veel campers af en aan om een plekje te zoeken. Daarnaast zoeken ook veel automobilisten een plekje op deze parking om vervolgens naar het zwembad aan de overzijde te lopen.

Laundromat in Wissembourg

Dus worden onze fietsen beladen met wasgoed en waspoeder en fietsen we naar het einde van de stad. Er zijn enkele machines in bedrijf maar hun programma is bijna ten einde en al snel kunnen we de benodigde machines vullen. We hebben twee 14 kilo machines nodig en al snel draaien die op volle toeren. Het washok staat in de volle zon en het is er bloedheet en ook het zitten in de volle zon op de stenen voor het gebouwtje is niet aangenaam door de hitte dus wachten we, zittend op een vangrail in de schaduw van enkele bomen, tot al ons wasgoed gewassen en gedroogd is. Nog even alles opvouwen en dan weet Dick alles weer keurig in onze fietstassen te stouwen en fietsen we terug naar de camper. Omdat het nog vroeg in de middag is besluiten we nog een wandeling door het stadje te maken. Dit keer komen we toch nog op plekjes waar we niet eerder geweest zijn. We zijn blij dat we regelmatig de schaduw van bomen kunnen zoeken. Het is echt warm, 28 graden.

Dinner outside in Wissembourg

Om 5 uur zijn we weer terug en zitten nog even buiten in de schaduw voor we om half 7 weer naar het stadje wandelen en opnieuw bij “La Rose” gaan zitten op het terrasje.
Dit keer is er geen controle van onze QR-code, we worden direct herkend. Opnieuw eten we weer voortreffelijk. En we boffen met het warme zomerweer ook al is de maand september al aangebroken.
‘s Avonds ontdekt Dick dat de plaats waar we morgen naar toe willen rijden, Oberreichenbach in Duitsland, niet echt geslaagd is omdat het restaurant waar we willen eten en overnachten, op de eerste zondag van de maand gesloten is.
Dus kijken we naar een andere bestemming en dat wordt Freudenstad maar voor we daarnaartoe rijden dumpen we eerst ons grey- en black water in Hatten.
De weg naar Freudenstadt is erg mooi en voert ons door steeds bergachtiger gebied. We zijn dan ook in het Schwarzwald aangekomen. In Freudenstadt is nog volop plek ondanks het aantal campers wat er al staat en we parkeren de camper.

Motorhome parking in Freudenstadt

Binnen 10 minuten verhuizen we naar een ander plekje wat een mooier uitzicht heeft en dan wandelen we naar het centrum. Helaas zijn op zondag alle winkels gesloten, wel jammer want we wandelen onder de arcades langs het grote plein in het centrum en overal zijn winkels. Dick vindt het prima. Ik kan nu immers alleen “windowshoppen” en niet naar binnen lopen om iets te kopen wat ik helemaal niet nodig heb. Omdat de zon nog volop schijnt en het terras van de ijsboer toch wel erg aantrekkelijk is wandelen we daar heen. Helaas is het er overvol en telkens als er een tafeltje vrijkomt rennen er mensen naar toe. Dus gaan we terug naar de camper en eten daar een ijsje wat ik nog in de diepvries heb liggen. Eigenlijk komt het ook wel goed uit dat we sneller terug zijn want onze dakluiken staan wagenwijd open en de bewolking is plotseling verdicht.
Net als ik buiten lekker achter de laptop zit te schrijven begint het te regenen. En daar blijft het niet bij, de druppels verworden tot serieuze regen en dus bergt Dick snel de tafel en stoel op, sluit ik de dakluiken en gaan we binnen zitten. Wel raar want terwijl het regent, schijnt ook de zon nog volop. Gelukkig blijft het bij enkele zware buien en klaart het tegen de avond weer op.

Maandag 6 september is de lucht weer staalblauw, schijnt de zon en al vroeg is het 19 graden. We hebben besloten nog een dag in Freudenstadt te blijven en pakken de fietsen om de omgeving te verkennen. We hebben een leuke cache route gevonden die ons door de bossen in de omliggende omgeving voert.

Searching caches in the woods

Overal lopen vaak steile bospaden omhoog en soms even omlaag. Ik snap nooit hoe het Dick lukt maar hij weet feilloos alle smalle paadjes te vinden die ons steeds dieper het woud in leiden en we genieten. We boffen dan ook dat het weer zo stralend is. Het bos laat iedere keer een ander gezicht zien. Het ene moment rijden we tussen de hoge dennen, dan weer ligt er een dik mostapijt op de bodem en even later rijden we door loofwouden. Alhoewel we eigenlijk niemand tegenkomen op onze ontdekkingsreis door dit uitgestrekte bos blijken er toch heel veel mensen rond te wandelen en te fietsen want als we boven op de berg bij een zon overgoten berghut wat willen nuttigen, blijkt er geen vrij plekje te zijn dus rijden we maar verder en drinken wat uit onze bidons.

Scanning the Luca code

Tegen half vier arriveren we weer op het mooie stadsplein waar we de verleiding niet kunnen weerstaan en op een terrasje, waar nu wel plek is, een heerlijke koffie met gebak gebruiken. Onze QR-code hoeft men niet te zien (die werkt toch niet in Duitsland) maar als we de “Luca app” downloaden, waarin we alle persoonlijke gegevens noteren, kunnen we gewoon in en uitloggen en plaatsnemen op het terras.  Thuis wandel ik nog even naar de Rewe om eten te halen en als we eindelijk lekker zitten na een heerlijke maaltijd van aardappelsalade, braadworst en brot voelen we pas hoe onze benen en armen tintelen. Eindeloos lang hebben we dwars door het bos gedoold, ons een pad gebaand soms door heuphoogte onkruid en brandnetels en na het eten controleren we elkaar op teken. Geen overbodige luxe want zowaar vinden we er één in mijn been. Een echt goed tekenjaar is het niet want dit is pas de derde teek die we uit ons lijf pulken.

Helaas is er dinsdag 7 september veel meer bewolking en de temperatuur blijft op 16 graden steken. Opnieuw rijden we een schitterende route verder naar het zuiden. Ik had geen idee dat het Schwarzwald zo mooi zou zijn. We volgen een kronkelig dal langs de rivier de Kinzig en zien de bergen om ons heen steeds hoger worden. Het laatste deel van onze trip belanden we echter op de autobahn A5, veel minder spectaculair met telkens waarschuwingen dat we bijna de grens met Zwitserland naderen. Alhoewel we graag daarnaartoe zouden gaan hebben we geen zin in de rompslomp die een zwaardere camper met zich meebrengt dus hebben we bedacht dat we slechts tot Weil am Rhein in Duitsland rijden, daar de camper neerzetten en vervolgens naar Zwitserland fietsen.
Nu ja Zwitserland, we hopen alleen een stukje van Basel te bezoeken. Na de autobaan verlaten te hebben, zo’n 300 meter voor de grens, weet Dick de camper over ongelooflijk smalle weggetjes te manoeuvreren tot we bij het zwemcomplex arriveren. Het is erg druk. Dit keer wordt de camperplek bezet met caravans die deze plek voor een maand hebben afgehuurd omdat er arbeiders wonen die net over de grens in Zwitserland werken. Maar op het parkeerterrein ervoor blijkt nog voldoende plaats en nadat we ons stageld betaald hebben van 9 euro pakken we onze fietsen en gaan op weg. Dick weet opnieuw feilloos te duiden welke bospaden we moeten nemen in dit grensgebied en tot onze verbazing staan we, als we na enkele kilometers het bos uitkomen, midden in Basel. Niet dat er bordjes staan maar aan de aanwezige gemeentewagentjes, met het Basel Stadt kenteken, is te zien dat we ons echt in Zwitserland bevinden. Hebben we nu tevergeefs het Zwitserse electronische inreisformulier ingevuld en onze vaccinatiebewijzen meegenomen?

Three countries in Basel

Nu we in Basel zijn fietsen we naar het havengebied. Hier brengen we een bezoek aan het drielandenpunt waar Frankrijk, Duitsland en Zwitserland elkaar raken. Het is even zoeken waar zich dat bevindt, maar uiteindelijk als we langs enkele afgemeerde riverboats fietsen (we dachten eerst dat dat verboden gebied was) arriveren we bij een uitstekende punt in de Rhein waar een echt monument is.
We hebben onvoorstelbaar mooi weer, de zon schijnt volop en de lucht is staalblauw en vanaf hier hebben we een schitterend zicht op de Passerelle de Trois Pays, een voetgangersbrug over de Rhein met een lengte van 238 meter (langste boogbrug voor voetgangers en fietsers ter wereld) die Frankrijk en Duitsland met elkaar verbindt en waarbij Zwitserland zich slechts op enkele meters afstand bevindt.
Als je erop springt zou deze brug duidelijk merkbaar bewegen dus natuurlijk is dat het volgende doel. Aan de hand van enkele caches dwalen we door Basel en arriveren uiteindelijk (de grens overstekend naar Duitsland) bij de Passerelle de Trois Pays.

Tita is jumping on the Passerelle bridge

Midden op de brug moeten we natuurlijk allebei springen om de resonans van de brug te bekijken. En ja hoor, we voelen, met enige vertraging, de brug op en neer bewegen. Een heel raar gevoel. Na nog enkele foto’s en rondkijken steken we de brug over waardoor we in Frankrijk zijn, waar we natuurlijk ook een stukje langs het water fietsen en uiteindelijk steken we de brug weer over en arriveren aan de overzijde weer in Duitsland. Tussen Frankrijk en Duitsland zijn geen grenzen, we vormen immers met elkaar de Europese Unie, maar tussen Zwitserland en Duitsland wel. Toch hebben we op miraculeuze wijze opnieuw tussen de grensposten van Zwitserland en Duitsland door kunnen fietsen en alle douane (per ongeluk) omzeild. Raadselachtig dat dit zo kan maar we hebben geen kwaad in de zin, ons electronisch in Zwitserland aangemeld en alle noodzakelijke papieren bij ons. Uiteindelijk zijn we eind van de middag weer terug op de parkeerplaats in Weil am Rhein. Nadat we onze fietsen hebben opgeborgen wandelen we naar een restaurantje op de hoek van de parking. Het is gebouwd onder een tribune van een sportveld en heet dus “Tribune”. We mogen plaatsnemen op het terras mits we onze adresgegevens noteren op een papiertje (de Luca app wordt hier niet gehanteerd) en even later drinken we een heerlijke Merlot wijn en genieten van een voortreffelijk diner. De kwaliteit van het eten evenaart Mettlach en dit restaurant alleen al is een reden om zeker terug te keren.  We boffen ook met het weer want het is nog steeds erg aangenaam buiten en dus goed toeven op het terras. We zouden nog een dag in Weil am Rhein blijven voor we op weg zouden gaan naar Bad Durrheim waar het treffen van Seabridge is. Ware het niet dat, toen ik gisteren opzocht of Seabridge inmiddels een programma had, de mededeling kwam dat de gemeente Bad Durrheim door de oplopende coronabesmettingen het niet verantwoord acht dat er binnen bijeenkomsten plaatsvinden. Het Treffen gaat dus wel door maar niet in zaaltjes. Buiten op de camperplek worden nu enkele tenten opgezet waar men informatie kan krijgen over de verscheping van campers naar de USA en over groepsreizen naar zowel Zuid-Amerika, Rusland als in Europa. Daar we na driemaal reizen naar en door de USA wel weten hoe alles verloopt en we eigenlijk de beleving van het Treffen wilden bijwonen (en wat specifieke vragen stellen over het transport naar de USA als dat weer mogelijk wordt) hebben we nu besloten het Treffen in Bad Durrheim over te slaan. En dus vertrekken we na het ontbijt met oud brood (gelukkig hebben we dat nog want er is in de verste verte geen bakker te vinden) naar Frankrijk. Nadat we de slagboom hebben geopend en Dick zonder schade door de smalle doorgang de parking is afgereden zijn we al snel in Frankrijk en om half 11 kunnen we de camper parkeren op een kleine parkeerplaats midden in het stadje Hirtzbach.

Biking in the fields around Hirtzbach

We zetten de camper op redelijke afstand tot onze buren want hebben niet de indruk dat in dit afgelegen gebied veel andere campers zullen komen en pakken de fietsen om de omgeving te verkennen. Het is een leuk fleurig stadje met veel bloemen en verzorgde huizen en doet de naam “ville fleurie” eer aan. Wel moeten we steil klimmen want direct aan de rand van het stadje zijn klimmen de hellingen steil omhoog. Niet erg want onze E-bikes zetten we gewoon een standje hoger en dan vliegen we de hellingen omhoog. Toch blijft het inspannend fietsen want de paden zijn erg rotsachtig en soms rijden we over hobbelige grasvlaktes. Maar het uitzicht is mooi en in de verte zien we de toppen van de Grand Ballon.

Sitting in the shadow under our awning

Als we terug zijn bij de camper is het gelukkig niet al te warm ook mede dankzij ons zonnescherm dat we, net als onze buren, gewoon uitgezet hebben en dat in ieder geval een deel van de camper in de schaduw houdt. En het maakt dat we heerlijk buiten in de schaduw kunnen zitten. Heel aangenaam als het tegen de 28 graden loopt.  Naarmate het later wordt arriveren steeds meer campers op dit plekje. Ook een mobile pizzaboer heeft deze parking als zijn vaste staanplaats uitgekozen. Lekker, nu hoeven we niet te koken. Als ik echter om 7 uur naar de pizzawagen loop krijg ik te horen dat het zo druk is dat ik pas vanaf 9 uur kan bestellen. Dat betekent dat we zelf maar koken en de Leberkaese met kaas, brood en tomaten smaakt ook best. Uiteindelijk staan we met 13 campers op deze niet al te grote parkeerplek waarbij wij wel de enige buitenlanders zijn. ‘s Nachts is het bijzonder stil en we slapen goed. Gelukkig koelt het ‘s nachts een stuk af en we zijn de volgende ochtend al voor acht uur wakker. Voor het eerst in tijden zien we weer eens wolken aan de horizon.

Dumping Grey and Black water

Na ons ontbijt met nog oud Duits brood en het dumpen van ons grey- en black water rijden we als een van de eersten weg van deze plek. Langzaam zoeken we onze weg verder Frankrijk in en opnieuw rijden we een stuk langs de rivier de Doubs. Nu wel met aangenamer weer dan een maand geleden toen het hier stortregende.
Uiteindelijk arriveren we in Quingey waar we weer achter de supermarket gaan staan. Het blijft geen mooie plek, uitkijkend op de pletmachine van papier en karton, maar het is wel een practische plek, midden in het dorpje en naast een supermarkt zodat we eindelijk weer eens kunnen bevoorraden. Natuurlijk drinken we eerst koffie voor we het stadje en de omgeving te voet gaan verkennen. De vorige keer regende het zo hard dat we nauwelijks iets gezien hebben van dit oude stadje.

Rapids in Quincey, France

Langzaam dwalen we door de smalle straatjes, bekijken de oude gebouwen en wandelen naar de rivier waar mooie stroomversnellingen te zien zijn. Uiteindelijk keren we terug naar de camper, halen maaltijdsalade en stokbrood en genieten van de avond. Alhoewel de lucht vandaag erg dreigend was en er ieder moment een bui kon vallen blijft het tot de avond gelukkig droog en pas in de nacht gaat het hard regenen en wakkert de wind aan. We worden er wakker van maar gelukkig duurt dat maar even.

Vrijdag 10 september is het nog steeds zwaarbewolkt en daalt er ook regelmatig wat miezerregen op ons neer terwijl we door het schitterende landschap van de Bourgogne rijden. Wel jammer want deze omgeving vol met druivenranken is mooier als de zon aan een blauwe hemel staat. Maar de wind is gaan liggen en het is 18 graden dus we klagen niet.  Als we in Autun arriveren is het weer droog en doet de zon verwoede pogingen om de wolkenmassa te laten verdwijnen. Gelukkig arriveren we rond het middaguur zodat we nog een plekje kunnen kiezen want al snel blijkt dit stadje erg gewild en de ene na de andere camper arriveert en zoekt een plekje.

Old town of Autun

Wij wandelen intussen (wel met ons regenjack aan want je weet maar nooit) naar het oude stadje waarvan nog veel oude stadmuren intact zijn en ook bewonderen we de prachtige oude Kathedraal in het centrum. We dwalen rond door smalle oude straatjes en over een groot stadplein en zijn het erover eens dat dit een aantrekkelijk stadje is om rond te wandelen. Voor we terugkeren naar de camper nemen we ook nog een kijkje bij een oude Romeinse arena die practisch naast de camperplek ligt. Op het terrein van de Arena is het erg druk omdat er een Middeleeuws festival komt en dus wordt een oud romeins tentenkamp opgebouwd. De arena is best mooi en op sommige stukken zelfs nog intact. We kijken enige tijd naar de drukte beneden ons en gaan dan ieder ons weegs, ik ga ik op zoek naar een supermarket zodat ik weet waar ik morgen brood kan halen terwijl Dick terug wandelt naar de camper. De wolken zijn inmiddels verdreven en de zon schijnt volop. Ook is het heel druk geworden op de parkeerplaats. Op onze parking staan 23 campers en iets verderop voor de ingang van de begraafplaats waar we op kijken ook nog eens 13 stuks. Mogelijk heeft dat ook te maken met het feestelijke weekend. Als tegen de schemering de groep raven eindelijk zijn mond houdt (zeker een uur lang vliegen ze af en aan rondjes boven de campers en schreeuwen de boel bij elkaar) wordt het doodstil en slapen we als rozen.

The Roman Arena in Autun

De wind heeft klaarblijkelijk alle wolken verdreven want als we zaterdag 11 september wakker worden schijnt de zon in een staalblauwe lucht en is de temperatuur al opgelopen naar 19 graden. Gelukkig zijn we vroeg op zodat ik nog dwars over het Arena-terrein kan wandelen. Het scheelt een hoop omlopen daar de bakker zich aan de andere zijde van deze Romeinse arena bevindt. Ook ben ik op tijd terug bij de camper want na mij wordt alles in de omgeving van de arena hermetisch afgesloten. Na het ontbijt rijden we vanwege de wegafsluitingen, dwars door het oude stadje en arriveren gelukkig zonder kleerscheuren aan de andere zijde waarna we verder rijden in noordwestelijke richting.
Na 3 uur rijden zien we in de verte de berghelling liggen waar het stadje Sancerre aan vastgeplakt zit. Overal verschijnen nu de druivenvelden van de Sancerre wijn. In het stadje lukt het niet zo om een parkeerplekje te vinden. We krijgen boze blikken toegeworpen van een serveerster wanneer we dwars over haar terras rijden. Nu ja, een smalle weg voert tussen twee terrashelften en wij kunnen er ternauwernood passeren. Enkele parasols moeten echt even verschoven worden. En dan blijkt al die moeite tevergeefs want bij de parkeerplek aangekomen blijkt er onvoldoende plek voor onze wagen dus na ook nog zoeken op andere plekken, waarbij we nog driemaal onder het bewuste terras heen en weer rijden (erover heen durven we niet meer) besluiten we Sancerre achter ons te laten en een andere bestemming te zoeken.
Het wordt Bourges en daar dat slechts 50 km zuidelijker ligt, arriveren we daar om 2 uur. Er is een enorme parkeerplek vlakbij een bioscoopcomplex en enkele sportgelegenheden en we kunnen onze camper makkelijk kwijt. Nadat we even een praatje met onze Franse buren hebben gemaakt wandelen we de stad in.

Imposing cathédrale in Bourges

Bourges is een schitterende oude stad met grootse gebouwen, oude huizen en een enorme kathedraal uit de 12e eeuw die niet voor niets een wereld erfgoed is. We dwalen door het centrum en natuurlijk gaan we binnen in de Kathedraal St Etienne kijken waar ik weer eens een kaarsje brand. Buiten de kerk is het erg lawaaierig. Niet veroorzaakt door de vele toeristen die hier rustig rondwandelen maar door de protesten van enkele Fransen tegen het verplichte vaccinatiebeleid en door een Marokkaanse bruiloft die zelfs nog meer lawaai produceert. Uiteindelijk wandelen we begin van de avond weer terug naar de camper. Het is nog steeds stralend weer en de zon staat hoog aan de hemel. Omdat we geen zin hebben om te koken en op nog geen 80 meter een burgerrestaurant is halen we daar ’s avonds een maaltijd. De burger blijkt zeer smakelijk en hoort in de top 5 van goede burgers thuis. Na deze heerlijke maaltijd lezen we nog wat, kijken even naar het nieuws en liggen dan om half 10 al in bed. Het mooie weer duurt voort en dus besluiten we zondag nog een dag te blijven.

Biking under the trees

Nu om de omgeving van Bourges per fiets te verkennen. We zijn niet de enigen die genieten van deze warme najaar dag want overal op de paden zijn fietsers en wandelaars te vinden. Onze tocht voert ons aan de rand van de bebouwde kom en later zetten we onze tocht voort over onverharde paden die parallel aan een smal kanaal lopen. Merendeel fietsen we onder de bomen wat heerlijk koel is maar op sommige momenten ook wat koud zodat we onze hoodie aantrekken. ‘s Avonds halen voor een tweede maal eten bij de Quick en genieten van onze burgers. Ze zijn opnieuw lekker alhoewel nu niet meer excellent omdat het spek niet lekker krokant gebakken is en derhalve wat taai er is. Maar na onze fietstocht smaakt het toch goed.
Maandag 13 september is de lucht opnieuw staalblauw en al snel is het 19 graden. Nadat we weer eens water hebben gevuld vertrekken we en omdat we vandaag slechts 75 km rijden arriveren we eind van de ochtend al in La Chatre. Helaas is er bij de Super U geen plekje om de camper neer te zetten. Hoogtebalken op de parking verhinderen dat maar wel kunnen we even onder een afdak naast de winkel staan. Het is in ieder geval vlakbij de wasmachines.

Doing laundry in La Chatre

En laten we nu weer eens moeten wassen. Dus haalt Dick een winkelwagentje en verzamel ik al ons wasgoed en even later zit ik op een krukje naast de eerste machine met wasgoed. Helaas is er slechts 1 wasmachine en een droger (een kleine wasmachine is kapot) zodat het hele was proces wel wat tijd in beslag zal nemen. Maar het is stralend weer. De zon schijnt volop en voor de wasmachines zittend voelt het als 30 graden. Wat ben ik blij dat Dick al snel een fles water komt brengen.
Terwijl ik wacht op het beëindigen van de eerste was en het opnieuw starten van een tweede was is Dick bezig de camper te poetsen. Met onze stofzuiger wordt alles van het vuil ontdaan en ook de ramen krijgen van binnen en buiten een poetsbeurt.

Doing laundry is teamwork

Zodra de eerste was gedroogd is haalt Dick de opgevouwde kleding stuk voor stuk terug naar de camper zodat, als de laatste was uit de droger komt, we bijna niets meer hoeven op te bergen, Na ook nog wat eten gehaald te hebben in de supermarket kunnen we een plekje voor de nacht zoeken. Bij de Super U onder het afdak staan is niet echt aantrekkelijk dus rijden we naar het centrum van La Chatre waar nog een parking is. Deze blijkt echter helemaal vol te staan met kermiswagens, caravans en toeristenbussen.  De buschauffeurs weten echter nog een gaatje te vinden en wijzen ons een plekje aan waar we al snel staan. Omdat het al half vier is, we hebben er drie uur over gedaan om alles te wassen, te drogen en op te bergen, wandelen we zodra de camper staat, het stadje in. Opnieuw bezoeken we een klein maar bezienswaardig stadje, gedomineerd door een oude kerk en twee enorme Sequoia’s, gepland in 1890 en nu van een enorme afmeting. Van verre zie je al hun toppen boven alles uitsteken. Na een leuke rondwandeling zijn we terug bij de camper waar het een drukte van belang is. Niet alleen met mensen die over het kermisterrein wandelen maar ook met schoolkinderen. De schoolbussen naar de omliggende dorpjes blijken vanaf dit plein te vertrekken. Een leuk gezicht die komende en gaande bussen. Pas tegen 7 uur wordt het rustig buiten, ook vanwege het feit dat de kermis stopt. En wij hadden ons zo voorbereid op een gezellige avond met veel herrie. Niets daarvan, het wordt steeds stiller buiten en tegen achten is alleen nog het opbouwen van een nieuwe attractie te horen. Verder is het doodstil. Wel blijft het erg warm, zeker 30 graden, en tot we naar bed gaan om half 11 staan alle ramen en deuren van de camper wagenwijd open om ieder vleugje wind door te laten. Het verhindert niet dat het binnen in de camper warm blijft. Nadat we ’s avonds gedoucht hebben (we hebben immers een fris en schoon bedje) en alle ramen wagenwijd openzetten om het verder te laten afkoelen, liggen we nog lang wakker in onze warme camper. Pas tegen de ochtend daalt de temperatuur naar 24 graden.

Als we dinsdag 14 september opstaan is het nog 20 graden en snel stijgt de temperatuur weer naar 24 graden. Nadat we gedumpt hebben rijden we naar de Super U waar we brood halen en ook lekker ontbijten voor we verder rijden door een mooi heuvelachtig landschap. We zitten officieel in de bergen want we rijden over passen op 625 meter hoogte, de weg is rustig en om half 1 arriveren we in Saint Leonard de Noblat.

Medieval town St.Leonard de Noblat

Wie wil niet een dorpje met zo’n naam bezoeken. Er is een grote parking naast het centrum en we hebben volop keuze waar we de camper kunnen neerzetten. Na natuurlijk een kop koffie wandelen we het oude middeleeuws stadje in, door smalle kronkelige straatjes met oude gebouwen en met natuurlijk een mooie oude kerk. Het stadje ligt immers op de weg naar Santiago de Compostella. Na twee uur hebben we het hele stadje te voet verkend, alle straatjes zijn we doorgewandeld en keren we terug naar de camper. Al snel zien we de lucht donkerder worden en om 5 uur vallen de eerste regendruppels. Eerst nog zachtjes maar al snel stortregent het en ben ik bang dat onze pootjes onder de camper vandaan gesleurd worden.

Rivers of water on the parking place

Aanzwellende rivieren van water stromen langs en onder onze camper door maar net als ik denk dat het tijd wordt om de camper op een ander plekje te zetten stopt de regen en wordt het droger. Buiten is het drassig en vochtig en we hebben geen zin meer om erop uit te gaan om te eten, dus koken we zelf een simpele maaltijd, wat worstjes met een restje aardappelpuree en tomaten.  Laat in de avond zien we de laatste zonnestralen de wolkenpartijen beschijnen. Helaas hebben we woensdagochtend na het douchen een klein probleempje. Onze douchafvoer loopt niet door en dus blijft het water in de douchebak staan. Niet echt fijn om zo te gaan rijden dus terwijl ik naar de bakker loop schept Dick het overtollige water weg.  Onderweg in de Limoges stoppen we bij de eerste bouwmarkt die we zien en kopen een ontstopper en vloeistof voor de afvoer en rijden dan verder, opnieuw naar een middeleeuws stadje: Chauvigny. Boven op de berg ligt ergens de camperplek en we kronkelen door zeer smalle straatjes ernaartoe. Volgens mij hebben we niet echt de goede weg maar daar heeft onze Hakuna geen boodschap aan. Hij blijft ons door smalle steegjes leiden en pas nadat we enkele malen gekeerd hebben omdat we ons vastrijden op doodlopende weggetjes, arriveren we boven op de berg op een parking waar net een bus Zwitsers is gearriveerd die hier duidelijk komen lunchen.

RV parking in Chauvigny

Wij kunnen niet op de camperplek staan daar deze echt te kort is maar er is gelukkig nog een vrije bus-parkeerplek waar we de camper neerzetten. Terwijl Dick de ontstoppingsvloeistof leeggiet in de afvoeren van onze douche en ik koffie maak zien we de camper op de hoek wegrijden. Deze plek is wel veel langer en dus verzetten we onze camper en gaan in het hoekje staan. Terwijl de ontstoppingsvloeistof hopelijk zijn werk doet wandelen wij het stadje in. Deze oude, op de berg gelegen, middeleeuwse stad is prachtig en heeft haar historische karakter goed weten te behouden. De Kathedrale St. Pierre is afkomstig uit de 12e eeuw en imposant met zijn wit rode pilaren en we blijven er enige tijd rondkijken.

Medieval town of Chauvigny

Dan pakken we de smalle weggetjes die door de straatjes voeren langs huizen met zware muren en arriveren bij een burcht en zelfs een echt kasteel. Dit hele stadje ziet er goed uit en voelt aangenaam. Op slag word ik er verliefd op. In de middag wandel ik het steile pad, wat we eerder naar boven zijn geklommen, weer naar beneden op zoek naar de bakker en inderdaad vind ik er één onder aan de berg. Niet zo ver weg dat we geen brood kunnen halen maar het vereist wel een steile afdaling naar beneden en weer een steile klim omhoog.  Op de terugweg zoek ik ook nog in de rotswanden naar twee caches, ik kom er toch vlakbij. Ze zijn niet zo makkelijk te vinden maar dankzij enkele spoilerfoto’s vind ik de caches uiteindelijk. Wel moet ik het bekopen met enkele forse schrammen op mijn armen en benen vanwege de overal volop aanwezige braamstruiken.
Als ik thuis ben heeft Dick de afvoer van de douche weer werkend gekregen en een leuk restaurant gevonden vlakbij de burcht.

Restaurant in Chauvigny

 

Tegen 7 uur wandelen we ernaartoe en we mogen plaatsnemen op het terras na controle van onze QR-code. Opnieuw boffen we met het weer. Het is een prachtige zomeravond. De zon schijnt nog een beetje maar het is rond de 22 graden en niet koud.
Nog leuker is het (en ook in het beeld van de middeleeuwen passend) als even later een man met Adelaar langs komt. Natuurlijk lopen we (ik) er even naar toe en na een praatje mag er ook nog een foto van deze schitterende vogel gemaakt worden.
De volgende keer dat we hier zijn moeten we toch maar de roofvogelshow bezoeken. Helaas zal dat nog even duren want na deze maand stoppen de shows om pas weer in het voorjaar te hervatten. Niet alleen de sfeer hier maar ook het eten is voortreffelijk. Mijn spinazie lasagne met geitenkaas en sla blijkt de specialiteit van het huis en is heerlijk en ook Dicks entrecote smaakt goed. Na het eten praten we nog gezellig na met een Duits echtpaar die hun camper op de camping beneden aan de berg heeft staan.

Night in the Medieval town of Chauvigny

Het wordt een gezellig avond en pas laat in de avond wandelen we door het doodstille, prachtig verlichte stadje, terug naar de camper. Het voelt aan alsof we in de middeleeuwen beland zijn. Zoals te verwachten, als Dick zich ergens over buigt, werkt de afvoer van de douche weer gewoon goed en ik ben zeer tevreden met hem zeker als hij ook een heerlijk eitje heeft gekookt als ik terugkom van mijn afdaling naar de bakker en klim terug. Als we de fietsen pakken om hier in de omgeving rond te fietsen blijkt de temperatuur wel wat tegen te vallen. Dat merkte ik niet toen ik vanochtend de berg afdaalde en weer opklom maar op de fiets voelt de wind gewoon koud aan onze benen dus als we een paar honderd meter hebben gefietst keren we terug naar de camper om onze lange broeken aan te doen. En dan rijden we naar een cache rondje in de bossen rondom Chauvigny. De geocaches zijn allemaal challenges en dat betekent dat je niet alleen de cache moet zoeken maar ook nog aan andere voorwaarden moet voldoen om te kunnen loggen.
Een van de caches heeft als voorwaarden dat je van ieder jaar sinds geocaching bestaat een cache moet hebben gevonden. Daar we inmiddels in België, vlakbij Bouillon het ontbrekende jaar 2000 hebben gevonden voldoen we hier nu aan. Het parkoers voert ons door een bos met zeer ongelijke paden die erg rotsachtig zijn en ook vaak schuin aflopen en regelmatig liggen omgevallen bomen over het pad dus moeten we vaak afstappen en de fiets over de bomen tillen voor we onze weg kunnen vervolgen. Dick is dus “not amused” over mijn route keuze.

Climbing under the bridge to find the geocache

Maar uiteindelijk rijden we de gehele route uit en arriveren we op een oude spoorlijn die we moeten volgen willen we de rivier kunnen oversteken. Wel leuk want niet alleen hebben we vanaf deze hooggelegen spoorlijn een prachtig zicht op het stadje, ook kunnen we nog even twee andere caches zoeken die op dit spoorlijntraject verborgen liggen.
Eén ervan vereist wel wat klimwerk onder een hoog liggende brug maar Dick coacht me: zet je voeten gewoon op de balken, nee je valt niet, meer naar de rechterzijde dan heb je beter grip, stel je niet aan, iets meer vooroverbuigen dan kun je erbij en uiteindelijk kunnen we ook deze klimcache loggen.
Halverwege de middag zijn we weer terug bij de camper. Dat komt goed uit want nu kunnen we nog even bij de burcht een cache zoeken. We hebben hem al wel gevonden maar hij ligt zo hoog in de muur dat we een ladder nodig hebben om deze te pakken.

Storming the walls in Chauvigny

Dus wandelen we, gewapend met onze opvouw ladder uit de camper, door het stadje. Je zou zeggen dat dat toch wel opzienbarend is maar nee hoor iedereen kijkt en niemand zegt wat en dus kunnen we snel de burcht bestormen en de cache loggen. Nadat we thuis ons grey- en black water hebben gedumpt, wat administratie hebben gedaan (we moeten immers bijhouden wat we allemaal doen en uitgeven) en de caches gelogd hebben, is het al bijna avond en wandelen we opnieuw naar het restaurant La Belle Epoque, vlakbij de burcht, om te gaan eten. Opnieuw smaakt de maaltijd voortreffelijk en weer hebben we er een fijn adresje bij om naar terug te keren.

Vrijdag 17 september is het helaas zwaar bewolkt ook al is het nog 17 graden. Geen echt mooi weer en dus besluiten we nog voor het ontbijt te vertrekken en bij de eerste de beste bakker die we tegen komen te stoppen en te ontbijten. Natuurlijk duurt het even voor we in dit weidse land een bakker hebben gevonden. Zoals altijd als je iets zoekt voert de weg ons niet langs winkels maar door akkerlanden maar na 10 km zien we op een kruising een bakker met voldoende plek om te parkeren.
Na een verlaat ontbijt zetten we onze weg voort over het Franse platteland. Vlak voor onze bestemming staan we stil vanwege een ernstig ongeluk op een kruising. De weg is redelijk smal en dus blijven we samen met een rij vrachtwagens wachten tot we weer door kunnen rijden wat na een half uurtje gelukkig het geval is en om 1 uur arriveren we in Montreuil Bellay.
Opnieuw wijst onze Hakuna niet echt de juiste weg want we rijden ons een aantal malen vast op te smalle weggetjes, verboden voor + 3,5 ton, maar uiteindelijk arriveren we toch op een grote parking naast de camping waar de camper geparkeerd mag worden. Het is al druk met campers maar op dit tijdstip van de dag is er altijd nog wel een plekje te vinden. Zodra de camper naar onze zin staat wandelen we het stadje in. Weer een stadje uit de gids die ik in July in Issoire heb gevonden en waaruit ik de route met al deze prachtige stadjes heb samengesteld. Montreuil Bellay wordt gedomineerd door een enorm kasteel met kerk boven op de berg waaromheen de smalle straatjes zich kronkelen.

Medieval town of Montreuil Bellay

Opnieuw wijzen geocaches ons de weg door het stadje en tonen ons alle bezienswaardige plekjes. En het is weer warm geworden. De wolken hebben plaatsgemaakt voor blauwe luchten en de zon schijnt weer volop. Het is niet echt een groot stadje dus na twee uur ronddwalen (meer rondklimmen) hebben we het wel gezien en dalen af naar de rivier waar we met onze camper staan. Na alle eet uitspattingen van de laatste dagen gaan we vanavond niet uit eten maar koken we zelf.
De puree en bloemkool smaakt weer heerlijk, de steak vind ik wat minder (en dat ligt niet aan de kookkunst van Dick) omdat hij enigszins taai is maar volgens Dick is dat met alle Franse rundvlees het geval. Je moet er echt op kauwen. En het plaatje van de verpakking zag er zo sappig en mals uit.
Het is maar goed dat we hier vroeg aankwamen want als we klaar zijn met eten rond half 8 komt opnieuw een eindeloze stroom campers deze kant op. Ieder mogelijk gaatje op de parking wordt gevuld met een geparkeerde camper. Het is zelfs nog drukker dan toen we in juli in Frankrijk rondreden.
Zaterdag 18 september worden we wakker omdat de regendruppels op het dakluik vallen. Wat een verschil in weer. De lucht is volledig grijs en er is geen breking te zien. Omdat het echt gaat regenen nadat we gedoucht hebben wandel ik niet naar de bakker maar rijden we naar de supermarket buiten het oude centrum waar we én brood halen én heerlijk op de parking ervan ontbijten alvorens verder te rijden. We boffen want al snel stopt de regen en klaart het op en met zon rijden we eind van de ochtend Bretagne in. Op weg naar St. Malo stoppen we in het stadje Retiers waar we dumpen en water vullen. Dat kan immers niet op de parking in St. Malo en nog voor tweeën arriveren we aan de kust. We hebben nog wat andere parkings dichter bij het centrum bekeken maar er is óf geen plek óf te klein voor ons en dus zetten we de camper weer neer langs het strand op 4 km afstand van het centrum van St Malo. In tegenstelling tot afgelopen zomer is de parkeerindeling gewijzigd.

RV parking Saint Malo

Campers mogen niet meer op het centrale gedeelte parkeren maar alleen langs de rand. Alhoewel het erg druk is zijn er nog enkele plekjes vrij dus kunnen we de camper neerzetten. Hij staat wel heel schuin maar als we de camper vanavond op de pootjes zetten komen we weer mooi recht te staan. Zodra we wat gedronken hebben wandelen we naar het naburige stadje Rotheneuf waar rotssculptures zijn. Al lang wil ik daar een kijkje nemen maar het is er nooit eerder van gekomen. Na een half uurtje wandelen arriveren we bij de ingang waar we € 2

,50 toegang betalen en de rotsen kunnen betreden.

Rock Sculptures in Rotheneuf

 

De priester L’Abbee Foure, die hier in de 19e eeuw leefde was tevens schilder en houtsnijder en toen hij op 55-jarige leeftijd een hersenziekte kreeg, waardoor hij zijn gehoor en spraakvermogen verloor, besloot hij zich terug te trekken als kluizenaar in dit oude vissersdorpje Rotheneuf waar hij gedurende 13 jaar de granieten rotsen en kliffen bewerkte. Het resultaat zijn meer dan 300 beelden, gezichten en figuren. Zodra we langs een rotspad naar beneden lopen zien we de verschillende uitgehakte beelden. Je komt ogen te kort in deze beeldentuin en het is bijzonder dat ondanks hevige vloedgolven en de invloed van de zeewind het snijwerk eigenlijk niet aangetast is.

Rock sculptures at the cliffs

We lopen langzaam rond. En met ons vele anderen want soms moet je om een leuke foto te maken even wachten tot de meute weg is maar uiteindelijk hebben we alles gezien en lopen we weer terug. Wel via een omwegje want het strand lonkt en het is nog “low tide” dus we kunnen een stuk over het strand wandelen. Pas eind van de middag zij we weer terug bij de parking. Er is nu geen plekje meer beschikbaar dus de verdere campers die aankomen moeten echt doorrijden.
We eten Carpaccio en Salade Manhattan en dat smaakt prima. Helaas is het weer zondagochtend erg somber. De lucht is grijs en er waait een stevige wind. Met de fiets rijd ik naar de Carrefour om brood te halen. Normaal doe ik dat lopend maar nu we straks toch de fietsen nodig hebben gaat dit wel sneller. Na het ontbijt pakt Dick ook zijn fiets en rijden we naar het oude centrum van St. Malo, zetten onze fietsen op slot aan kabels voor de stadsmuur en wandelen richting het strand.

On the beach to the Isle Grand Bé

Het wordt laag water dus is het nu de tijd om eens naar het eiland Grand Bé te wandelen. Bij laag water is dat eiland over het zand bereikbaar. Alhoewel we niet de getijdentabellen hebben bekeken zien we het water gewoon zakken en al snel zijn we de stadsmuren afgedaald en wandelen over het, nog deels natte, zand richting eiland. De lucht klaart ook op, blauwe lucht en zon verdrijven de wolken dus het is een goed moment om de oversteek te maken. Met ons hebben veel anderen ook het idee opgevat om richting Grand Be te wandelen, dus het is best druk. Om op de top van het eiland te komen moeten we wel even omhoog klimmen maar boven aangekomen worden we beloond met een schitterend zicht over de St. Malo en kun je goed de oude stadsmuren zien. Helaas kunnen we niet naar het tweede eiland Petit Bé, wandelen. Daarvoor staat het water nog te hoog en omdat de stromingen tussen de eilanden sterk zijn is het niet verstandig door het diepe water te waden. Daarbij is het inmiddels 12 uur en wordt het tijd ons favoriete restaurant “La Bourse” op te zoeken. We wandelen dus terug over het strand, beklimmen de stadsmuren weer en wandelen erover heen tot de Porte Dinan, waar ons favoriete restaurant ligt.

A great day in Saint Malo

Vanaf de muur ziet Dick dat er nog een tafeltje vrij is op het terras en ik ren vooruit. We hebben geluk en kunnen plaatsnemen. Natuurlijk nadat we onze QR-code hebben laten scannen. Zonder bewijs dat je gevaccineerd bent (of recentelijk getest dan wel hersteld van Corona) kun je niets in dit land. Het is weekend dus een menu nemen is niet mogelijk en dus beperken we ons tot een hoofdgerecht en dessert. Eerst Fish en Chips

, die voortreffelijk smaakt maar de kabeljauw is dan ook direct afkomstig uit zee en als dessert Tiramisu en ijs, ook heerlijk. En ondertussen koesteren we ons in het zonnetje en kijken naar alle rondwandelende toeristen. Om het vele eten en de wijn wat te laten zakken wandelen we nog een stuk “Intra Muros”, door de smalle straten binnen de stadsmuren. Een mondkapje is hier verplicht. Werd daar in juli nog massaal de hand aan gehouden en zag je overal controleurs, nu heeft een aantal mensen er genoeg van en draagt geen mondkapje meer buiten. Omdat het wel erg druk is verlaten we de stad, pakken de fietsen en rijden nog even langs de verschillende havens. Uiteindelijk zijn we eind van de middag weer terug op onze parking. De wind is best wel koel dus zitten we binnen. Alleen tegen de tijd dat de zon ondergaat wandel ik nog even naar het strand.

Sunset in Saint Malo

Het is nu volledig verlaten, geen wonder want met de harde wind en het hoge water is er nauwelijks strand over en daarbij is de temperatuur naar 14 graden gedaald. Het zal jullie niet verwonderen dat we opnieuw als rozen slapen na zoveel buitenlucht en zeewind.

Maandag 20 september staan we om 8 uur op en nadat we aangekleed en gedoucht zijn rijden we direct weg. Helaas willen de beide Hakuna’s niet de weg langs de kust nemen dus rijden we door het binnenland naar Pontorson, slechts 50 km verderop en staan na een uurtje al op de parking achter de Carrefour. Daar haal ik eerst vers stokbrood en gaan we ontbijten. Pas daarna begint ons dagprogramma. Dick helpt me ons vuile wasgoed te verzamelen, haalt een leeg winkelwagentje en zorgt ervoor dat geld klaarligt om in de machines te stoppen en al snel ben ik onderweg naar het washuis aan de voorzijde waar het druk is met mensen die hun was doen. Allemaal Fransen uit de omgeving. Gelukkig is de eerste machine na zo’n 10 minuten beschikbaar maar op de tweede machine moet ik toch bijna een half uurtje wachten. Ach het is niet anders. Ik ben al blij dat we weer kunnen wassen.

Biking near Le Mont St. Michel

Om 2 uur is alles schoon, opgeborgen en hebben we ook ons bedje opnieuw gedekt en besluiten we nog een stukje te fietsen. Niet helemaal naar Mont St Michel maar wel die richting op en we zoeken onze weg door de weilanden. In Beauvoir, met zicht op de Mont, draaien we terug. Het is schitterend weer maar er waait wel een harde wind. Op de terugweg hebben we die echter in de rug. Terug in de camper gaat Dick nog caches loggen en wandel ik nog lekker rond in de Carrefour. Het moet ook want we koken vanavond zelf en de ingrediënten voor onze maaltijd moeten nog aangeschaft worden. Maar als ’s avonds de sperziebonen met kip en aardappelpuree op tafel staan (ja, alweer) klaagt Dick niet. Ondanks het feit dat het in St. Malo overvol was met campers en het op de weg naar Pontorson erg druk was met passerende campers blijft de parking erg rustig. We brengen de nacht door met slechts 3 anderen, allemaal Fransen.
Omdat we niet naar het Treffen in Bad Durrheim zijn gegaan hebben we nog een dag over en dus besluiten we dinsdag 21 september naar Cherbourg te reizen. Ook een van onze favoriete plekken in Frankrijk ondanks het feit dat het een grote stad is. We zouden al vroeg uit Pontorson vertrekken, daarom had ik overlevingsbrood gekocht, maar ’s nachts blijkt onze franse gasfles leeg te raken en dus doen we geen moeite om vroeg op te staan. Als om 8.45 uur de supermarkt opengaat willen we de gasfles omruilen voor een volle en haal ik ook lekker vers stokbrood. Het is even de vraag of er wel nieuw gas is. Een medewerker heeft de lege gasflessen niet omgekeerd in het gasrek terug gezet dus de winkel durft geen flessen uit te geven. Maar Dick weet waar hij naar moet kijken en laat de winkelmevrouw de verzegeling van de volle gasflessen zien zodat we uiteindelijk wel onze gasfles kunnen omwisselen en aansluiten. Ik ben toch wel erg blij dat we van de zomer een Franse gasfles hebben aangeschaft.
Na het ontbijt wat iets later is dan normaal rijden we Normandië in. Of misschien waren we daar al want we (ik) zijn er nog steeds niet uit of Mont St. Michel in Bretagne of in Normandië ligt. Overal op weg naar het noorden zijn wegopbrekingen dus regelmatig moeten we een stukje omrijden maar uiteindelijk arriveren we om 3 uur in Cherbourg waar de zon volop schijnt ook al zijn er best wel wat wolken. Er is nog één plekje waar we goed kunnen staan. Aan de rand (daar hou ik van) en met zicht op de haven. Later komen er nog andere plekjes ook vrij dus we hadden zeker plek gehad.

Secured harbour in Cherbourg

Als de camper staat maken we een wandelingetje, eerst een stuk langs het door concertina’s afgeschermde haventerrein en dan dwars door de smalle straatjes naar de voet van de rotsen waar zich bovenin de bunkers bevinden vanwaar uit je een volledig zicht over de stad en het water hebt. Uit ervaring weet ik dat een excursie daarnaartoe zeker de moeite waard is. Mogelijk moeten we er nog eens naar toe gaan (maar dan met een anderstalige rondleiding want toen wij er waren enkele jaren geleden waren (als enigen die middag) werd alles in ratelend Frans uitgelegd en konden we geen moment onze aandacht laten glippen. Uiteindelijk arriveren we bij het grote winkelcentrum aan het einde van de haven waar ik wel een kijkje wil nemen. Dick heeft er naar onze rondzwervingen door de straten van Cherbourg geen zin meer in maar wil nog wel lekker een koffie drinken op een terrasje. Daarna wandelt hij op zijn gemakje naar de camper terug terwijl ik nog even rondkijk bij de winkels.

Dinner in Cherbourg

Om half zeven wandelen we, met dons jacks in de rugzak, naar het centrum en zoeken een plekje op een terrasje aan de haven. Helaas ligt het in de schaduw maar omdat het terras volledig is afgeschermd met plastic is het er ook zonder jack goed toeven en na de scanning van onze QR-code nemen we plaats. Het blijft bijzonder dat in dit land niemand moppert als hij om ergens te eten of drinken zijn QR-code moet laten zien. Maar mogelijk zijn de tegenstanders van vaccinatie nooit te vinden op terrasjes. Opnieuw smaakt de maaltijd goed. Mijn dubbele hamburger is zelfs van uitstekende kwaliteit maar ook Dicks steak smaakt gelukkig goed. Als de schemering intreedt wandelen we voldaan terug naar de camper. We kijken nog even naar de weerschijn van de lichtjes in het water van de haven en vallen dan snel in slaap.

Woensdagochtend eten we overlevingsbrood. De bakker wiens oven in juli kapot was heeft nu Congee (vakantie) dus daar kan ik geen brood halen en eigenlijk heb ik geen zin om naar het winkelcentrum te wandelen. Water willen we eigenlijk nog vullen maar de kraan op deze parking loopt zo langzaam dat we wel een half uur nodig hebben om onze tank te vullen en omdat we toch naar Honfleur rijden waar wel snellopende kranen zijn, besluiten we te vertrekken en daar te vullen. Het is druk op de weg, zeker rondom Rennes waar we met ons wagen niet over de brug mogen rijden maar een omweg moeten nemen. Maar uiteindelijk arriveren we over binnenwegen vlakbij Honfleur. Het laatste stukje weg voert immers nog steeds over de tolweg. Alle wegen vanuit het zuiden naar Honfleur zijn nl voor voertuigen zwaarder dan 3,5 ton geblokkeerd. En zeker met onze verplichte “Angles Mort”  stickers hoeven we niet te proberen toch dergelijke weggetjes te nemen. Het is enorm druk op de parking voor campers in Honfleur. Was er in juli nog volop plek, nu moeten we echt zoeken naar een plekje maar omdat iemand net wegrijdt vinden we een ruime plaats met uitzicht over het water. Nadat ik betaald heb voor de parking, vul ik eerst met de gieter onze watertank terwijl Dick een kop koffie bereid en daarna wandelen we het stadje in.

Fishing nets at the Honfleur harbor

 

Vanuit de camper hebben we uitzicht op Honfleur en de haven waar verspreid netten liggen te drogen die de vissers gebruiken om de verschillende soorten vis te verschalken. Deze binnenhaven is afgeschermd door een sluizen systeem. Het is schitterend weer. Dankzij de samensmelting van twee hogedrukgebieden is er weinig wind en de temperatuur loopt op naar 22 graden. Vanwege het mooie weer besluiten we eens een kijkje te nemen bij het strand van Honfleur. Dat ligt aan de monding van de Seine en zover zijn we nog nooit gekomen. Eerst bezoeken we de Jardins des Personalites aan het einde van het dorpje waar we nog een cache zoeken die we een paar jaar geleden niet konden vinden (en nu wel) en dan verder naar het strand.

 

On the beach in Honfleur

 

Het is laag water dus er is veel strand en in het heerlijk warme zonnetje wandelen we op ons gemakje over het vochtige zand. Bij de vuurtoren verlaten we het strand weer om via de heuvels terug te keren naar het centrum van Honfleur. Daar wandelen we langs de schilderachtige haven, bezoeken even de helemaal van hout gemaakte Sainte Catherina kerk (de grootste houten kerk van Frankrijk) en dwalen nog door de smalle, gezellige straatjes alvorens weer terug te keren naar de parking waar het nog drukker is geworden. Ieder plekje waar maar een camper kan staan is nu bezet en nog steeds proberen camperaars door dubbel te parkeren een plekje te vinden.
’s Avonds haal ik bij het eettentje “Gyros” kebab, kip, fritekes en salade wat lekker smaakt.

Donderdag 23 september staan we om 8 uur op. Het is slechts 12 graden maar er staat practisch geen wind en al snel stijgt de temperatuur want als ik in het zonnetje naar de bakker wandel voelt het warmer. Na het ontbijt rijden we naar Le Havre aan de overkant van de Seine. Onze Hakuna geeft echter aan dat we 133 km moeten rijden omdat we moeten omrijden via Rouen.

Pont de Normandie

 

Maar we nemen gewoon de tolbrug Pont de Normandië en na betaling van € 6,40 arriveren we na 25 km bij de camperplek in Le Havre. En dat hadden nog minder kilometers kunnen zijn als we niet in de wirwar van snelwegen in Le Havre verkeerd waren gereden. Er is nog één een plekje waar we de camper parkeren. Doordat we niet ver van zware industrie zijn, de camperplek hoog op een helling boven de Seine ligt en de wind verkeerd staat, stinkt het buiten doordringend naar raffinaderijen en we laten de ramen dan ook dicht.

Steep streets in Le Havre

 

Dick pakt de fietsen uit de garage en we bepakken deze. Er ligt een serie challenges direct aan de voet van de Pont de Normandie en ik heb bedacht dat we daar vanuit Le Havre wel naar toe kunnen fietsen. Dan hoeven we tenminste niet met de fiets over deze hoge brug met zijn zware verkeer. Dus bewapend met kaartjes en gps-codes gaan we op weg. We bevinden ons hoog op een berg en diep onder ons ligt ons doel. Dat betekent dat we direct een eindeloze steile afdaling hebben over heel smalle straatjes met vaak scherpe haarspeltbochten, waar ik regelmatig doorslip. Maar uiteindelijk arriveren we zonder kleerscheuren beneden en dan begint de crime om de weg te vinden over een industrieterrein waar wij als fietsers absoluut niet welkom zijn. Nergens zijn fietspaden noch een behoorlijke berm en om ons heen razen zware vrachtwagens af en aan. Ook zij zijn absoluut “not amused” om ons als fietsers te ontwijken. Daar Dicks GPS altijd weggetjes en padjes volgt en om ons heen alleen grote wegen liggen, weet deze geen weg meer te vinden en als we weer eens terugfietsen om een berijdbare brug te vinden over een van de vele kanalen in dit industriegebied en opnieuw door voor fietsers en wandelaars verboden gebied fietsen, stoppen we onder de rook van de Brittany een enorm schip in weer eens een enorme haven.
We hebben inmiddels al 16 km afgelegd en nog zeker 7 km voor de boeg en besluiten deze tocht te stoppen en terug te keren naar de camper. Het stinkt hier, het is gevaarlijk voor fietsers en dus komen we na 2,5 uur gedesillusioneerd weer terug bij de camper. Natuurlijk na weer via andere haarspelden de berg te hebben beklommen. Terwijl Dick de fietsen terugzet dump ik nog even snel ons grey- en black water en daarna vertrekken we. Een volgende keer komen we hier nog wel eens terug en dan rijden we of met de camper naar de caches of we doen ze toch vanuit Honfleur, fietsend over de Pont de Normandië.  60 Km oostelijker in Doudeville stoppen we op een pleintje in het centrum. Er is niet veel bijzonders hier maar het is hier rustig en de buitenlucht ruikt lekker.

Biking around Doudeville

Snel heeft Dick weer de fietsen tevoorschijn gehaald en gaan we de omgeving verkennen. Ons fietstochtje voert ons over smalle boerenweggetjes en langs een naburig kasteel wat er weliswaar verlaten maar ook best imposant uitziet. De donkere wolken die in Le Havre aanwezig waren lossen gaande de middag op en we genieten van het zonnetje. Wel waait er inmiddels een straf windje maar de temperatuur is nog 17 graden. Het was de bedoeling om een maaltijd salade te eten maar we hebben zin in wat warms dus opnieuw wordt het bloemkool met kip en puree. ‘s Avonds kijken we lekker tv maar de klok van 10 uur horen we niet meer.

Vrijdag 24 september worden we pas om half negen wakker. De supermarket is nog geen 200 meter van ons verwijderd dus ontbijten we met vers stokbrood voor we verder rijden. Helaas is het weer omgeslagen, de lucht is grauw en grijs en het miezert een beetje. A.s. zondag moeten we thuis zijn want maandag moet de camper naar de APK-keuring dus hebben we besloten vandaag naar Laon te rijden.

The gate to Laon city

Weer een stadje dat regelmatig terugkeert op onze route omdat het er aangenaam toeven is en je er ook heerlijk kunt eten. Omdat we best wel een eind moeten rijden, 260 km, en we allemaal binnenwegen volgen, arriveren we pas om half drie in Laon. Tot onze verbazing staat er onder de stadsmuur slechts één camper dus het is geen enkel probleem om de onze te parkeren.

De wolken verdwijnen en de zon komt tevoorschijn zodat we een wandeling maken door het stadje. Geen straf want dan kunnen we meteen een tafeltje reserveren in restaurant Agora. Helaas is het restaurant niet eerder dan 7 uur vanavond open. Het is wel duidelijk dat er inmiddels weinig buiten gezeten wordt want op een terras staan slechts enkele tafeltjes.

Paintings in Medieval city Laon

Het smalle winkelstraatje blijft leuk om door te lopen, we bewonderen de middeleeuwse schilderingen en bij een lavoir (een wasplaats uit vroeger tijden) zoeken en vinden we ook nog een cache. Na een paar km zijn we weer terug bij de camper waar ik achter de laptop ga zitten. Ik moet nodig weer wat schrijven en Dick pakt zijn boek “De reis” van James A. Mitchener, wat verhaalt over een tocht naar de goudvelden in de Klondike en zeer intrigerend is.
Net voor 7 uur wandelen we weer langs de stadsmuren naar het centrum. Er blijkt zowaar een tafeltje vrij in het restaurant. We bestellen het menu en een karaf Cotes du Rhône. Opnieuw smaakt het eten voortreffelijk en zijn we het erover eens dat de omweg via Laon naar huis de moeite waard is. Dit restaurant wordt een blijvertje.

Cathedrale in Laon by night

In het donker wandelen we terug en bewonderen nog even de Kathedraal die er met zijn blauw verlichte torens super uitziet. Zaterdagochtend zijn we al vroeg wakker en omdat we vandaag overlevingsbrood eten zijn we ook snel op stap. We moeten nog wel even tanken in Laon onder aan de berg maar kunnen dan via binnendoor wegen naar de grens met België rijden. Het is enorm mistig. Op de berg in Laon kwam weliswaar vanochtend vroeg de zon al door maar hier op de lagergelegen vlaktes kunnen we niet verder dan 80 meter kijken. Gelukkig, als we bij de Belgische grens arriveren, heeft de zon zoveel kracht dat de wolken verdwijnen en met een heerlijk zonnetje kunnen we onze weg door België vervolgen. Door weg opbrekingen moeten we na Antwerpen wat omrijden zodat we pas om half drie in Bergen op Zoom, Nederland arriveren. Er is nog net één plekje aan de boulevard waar we onze camper parkeren. In de middag verdwijnen alle wolken en klimt de temperatuur naar de 23 graden. Het is windstil en ik wandel even een rondje langs de mini-biebs om onze gelezen boeken om te ruilen. Onderwijl kan Dick wat schrijven voor de ledenvergadering van onze duikclub die volgende week zal plaatsvinden.
‘s Avonds halen we Chinees eten, genieten van een mooie zonsondergang en lezen in onze boeken. Tv kijken kan hier niet daarvoor staan er te veel bomen.

Early in the morning at home

 

Zondagochtend zijn we al vroeg op pad en dus staan we om 10 uur al achter ons huis geparkeerd. De rest van de dag zijn we druk bezig met alles uit de camper halen en deze van binnen en buiten grondig te poetsen.
Na de APK morgen gaat de camper immers door naar onze dealer in Nederweert die onder andere vochtmetingen moet uitvoeren en dan is het handig als de camper leeg aangeleverd wordt. We boffen de gehele dag met het weer, de zon schijnt en het is lekker warm dus eind van de middag is de camper leeg, ons huis een puinhoop en zien we terug op weer een heerlijke reis.
Als maandagochtend de wekker al om 6 uur afgaat, valt dat best tegen. Het is lang geleden dat we in het donker op stap gingen. Maar we zijn op tijd bij de garage in Utrecht.

Geplaatst in EUROPA | Reacties uitgeschakeld voor Vakantie in Duitsland en Frankrijk, september 2021