Van de prairies naar Yellowstone National Park

DevillsTower,

‘s Nachts raast een enorme storm voorbij. De camper schudt en het lawaai is oorverdovend. Het lijkt wel of pal langs de camper een trein komt langs denderen. We horen het geluid aanzwellen, worden er bijna door geplet en dan verdwijnt het grommend en donderend in de verte. Nog lang horen we, door de weerkaatsing van de ons omliggende bergen, het donderende geluid.
Beiden zijn we er wakker door geworden, ook veroorzaakt door een enorme klap op het dak, een hele boomtak moet wel op ons dak terechtgekomen zijn . De volgende ochtend blijkt het gelukkig slechts een klein takje te zijn wat niets voorstelt.

We worden na deze onrustige nacht wakker door de kletterende regen tegen de ruiten. Regen die al snel overgaat in sneeuw en wanneer we het Visitors Centre verlaten van dit 1e Nationale Monument (we halen immers telkens stempeltjes voor ons National Park paspoort), ligt de sneeuw al enige centimeters op de auto. Dick moet de spiegels schoonvegen om nog wat te kunnen zien. Daar van de hele Devills Tower slechts vage contouren te zien zijn besluiten we verder te trekken. Het is nu ook niet bepaald  lekker om in deze sneeuw met een temperatuur van 0 graden rond te gaan lopen.
  
Ach, we zijn inmiddels gewend aan de sneeuw en zien zo de eindeloze prairies ook eens op een andere wijze. Alles ziet er wat mysterieus uit want de sneeuwstorm, dat is het inmiddels geworden, laat alleen nog vage contouren zien van het landschap. Slechts de om de paar meters geplaatste Ja-knikkers om de hier aanwezige olie op te pompen, steken troosteloos af in de verder kale en  met sneeuw en mist bedekte prairies.
Om niet het risico te lopen op een van de secundaire wegen vast te komen zitten, nemen we maar weer eens de Interstate 90 om onze reis naar het westen voort te zetten.

We doen wat boodschappen in Gilette (ja, van de scheermesjes) en moeten daar opnieuw onze camper schoonvegen, na slechts 2 uur in de winkels te hebben rondgehangen. Het blijft maar sneeuwen.
Pas tegen half vier stopt het met sneeuwen en klaart het op. De zon doet moedige pogingen om door de wolken heen te breken en als we op de camping in Buffalo aankomen zien we deze met enkele lichtstralen de campground beschijnen. In tegenstelling tot vanmorgen is ook de temperatuur wat gestegen en het is zeker 8 graden geworden, voldoende om zonder jas over de campground te lopen. Ik heb in de afgelopen weken echt mijn innerlijke thermometer bij moeten stellen en ben nu in staat om het redelijk behaaglijk te hebben bij 10 graden.

Dick gaat zich in de camper installeren om de honderden foto’s uit te zoeken en ik ga de drie wassen draaien die we inmiddels hebben opgespaard. Om morgen, als we weer verder trekken, geen vuile was te hebben, gaan we beiden douchen en trekken schone kleren aan. Dat maakt dat ik even later alles, ook onze kleding van vandaag, kan wassen.
Tegen half negen zijn alle drie de wassen gedraaid en inmiddels ook gedroogd en weer netjes in de kastjes opgeborgen. Ons verhaaltje van de afgelopen dagen is op de website gezet en Dick is druk bezig om de foto’s ook erbij te plaatsen. Eindelijk kunnen we gaan eten.

Nu we toch internet op de campground hebben en het inmiddels 29 april is, kunnen we kijken of het mogelijk is om onze terugreis voor maart volgend jaar te boeken. We zetten ons derhalve achter de computer en boeken de terugvlucht voor de 22e maart in 2012. Het komt goed uit dat de vlucht eerst ’s avonds om 10.00 uur vertrekt want nu kunnen we makkelijk op dezelfde dag de camper in de haven van Baltimore afleveren.

Koninginnedag worden we al vroeg wakker door een storm (ja opnieuw ) die om de camper raast. Het heeft vannacht gesneeuwd maar door de harde wind is praktisch alle sneeuw weggeblazen dus na het ontbijt en het bijvullen van water (dat laatste is een koud klusje want het is zeker minus 2 graden), kunnen we direct wegrijden.
Gisteren hebben we vernomen dat de Cloud Peak Scenic Byway naar Cody open is ook al gaat deze over een pas van 9666 feet. Het moet een schitterende weg zijn en daar we beiden wel van een beetje avontuur houden besluiten we deze weg te nemen.

De weg is schoon  dankzij de harde wind die alle sneeuw wegblaast en de ons regelmatig tegemoet rijdende  sneeuwschuivers. Hoe hoger we echter komen hoe witter onze omgeving wordt en vanaf 2150 meter blijft er ook sneeuw op de weg liggen. We hebben echter winterbanden die nu goed van pas komen.
De omgeving, afkomstig uit het Cambrian, Pre Cambrian en Jurassic (dus echt miljoenen jaren oud) is prachtig en hoger komend voelen we ons als in de wintersport. Zelfs een flauw zonnetje ontbreekt niet. Overal langs de weg laden mensen hun snowmobiel uit om erop uit trekken. Helaas hebben wij geen ski’s, geen snowmobiel en ook geen ladderframe voor onder onze schoenen, zodat we maar doorrijden.

Uiteindelijk bereiken we de top van de Powder River Pass op 9666 feet. Er is hier een heuse sneeuwstorm en we kunnen nergens even staan, langs de weg is de sneeuw een meter dik en verder van de weg lijkt er een nog dikker pak te liggen. Daarbij heersen hier, mede door de Chilling factor van de wind, temperaturen van zeker – 8 graden, dus we dalen maar weer af. Dick toont  aan een uitstekend chauffeur te zijn en houdt de camper (weliswaar met een snelheid van slechts 20 km per uur) netjes op de weg.

Zodra we de 1700 meter grens passeren wordt de weg weer goed begaanbaar en rijden we verder door een prachtige canyon naar de prairies waar nu de eerste bomen hun blaadjes gaan krijgen.
Het was een spectaculaire weg en het laat zien dat je in dit land in een paar uur van diep in de winter tot in het voorjaar kunt geraken.

We rijden verder door een eindeloos verlaten landschap met op de achtergrond de prachtig  dik besneeuwde bergen van Grand Teton en Yellowstone National park. Rond 3 uur arriveren we in Cody, de stad van Buffalo Bil.
Op het parkeerterrein van de Wal-Mart vinden we een mooi plekje voor de nacht. Het is er heerlijk rustig want we staan aan de zijkant en kijken uit op de ons omringende bergen.

Zondag 1 mei worden we al vroeg wakker door de stralende zonneschijn. Het is zelfs zo lekker dat we buiten in ons t-shirt kunnen lopen. Na het ontbijt gaan we direct op weg want we  zijn er achter gekomen dat de oostelijke ingang van Yellowstone, waar we slechts 50 mile vandaan zijn, nog gesloten is. We zullen dus naar de noordelijke ingang moeten, dat is slechts 100 mile omrijden.
Waar wij rijden is er zonneschijn, maar voor en naast ons zitten zware buien en zo nu en dan pakken we daar een paar hagelkorrels van mee. Over het algemeen houden we het echter droog. Om wat af te snijden pakken we een gravelpas waar geen einde aan lijkt te komen.

Pas na 8 mile geraken we weer op de normale verharde weg, maar intussen hebben we mooi het platteland van Montana kunnen proeven.
Uiteindelijk rond 4 uur zijn we bij de noord ingang van Yellowstone, het eerste nationale park van Amerika. Met stralende zonneschijn rijden we het binnen en direct ontmoeten we de eerste kuddes Bizons. Ook zien we een grote groep Elks liggen langs de weg en even verderop is een groep Big Horn Sheep aan het grazen.
Het begint in ieder geval goed.

Er is slechts een campground open in Yellowstone dus kunnen we niet echt kiezen waar we willen slapen maar we vinden een mooi plekje bij Mammoth Hot Springs en het wordt nog leuker als, direct nadat we de camper hebben neergezet, twee Bizons op hun gemakje het groen naast de camper gaan afgrazen.
Tot op een meter kunnen we ze benaderen. Het heerlijke gras op de campground is kennelijk belangrijker voor de Bizon dan onze menselijke belangstelling.

Na uitgebreid van de Bizons te hebben genoten maken we een kampvuurtje waarbij we tot zeker 7 uur in het zonnetje kunnen zitten.

Ook maandag, het inmiddels 2 mei, is er een stralend blauwe lucht en zon. Na het ontbijt gaan we verder het park in. Tot de beroemde Old Faithfull geiser is het 50 mile rijden.

Allereerst stoppen we echter bij de Mammoth Hot Springs  en genieten van het onwerkelijke landschap geschapen door het uit de grond opborrelde water, vol met kleuren veroorzaakt door de bacteriën in dat warme/hete water. En dan besluiten we eerst naar de geiser door te rijden.

Dat kan niet zo snel want voortdurend moeten we stoppen voor enkele Bizons die duidelijke de voorkeur geven aan het lopen op de weg en dan het liefst over de middenstreep. Ach wij zouden ook liever over een schone en droge verharde weg lopen dan diep in de sneeuw weg te zakken. Het grootste deel van het landschap is namelijk nog bedekt met een dikke laag sneeuw. Alleen daar waar thermische activiteit is zien we open plekken in het landschap. De grote hoeveelheid sneeuw die er nog ligt is ook de reden waarom slechts een derde van dit Nationale Park open is.


Na enkele stops om de om ons heen rokende aarde te bekijken komen we aan op het besneeuwde parkeerterrein van de Old Faithfull. Kunnen nog net even een film bekijken in het Visitors Centre en dan is het wachten op de eruptie van de geiser.
En ja hoor 6 minuten voor de verwachte tijd barst de geiser los en zien we, vergezeld van heel veel stoom, de stralen gloeiend heet water de lucht in spuiten.

Wat is dit imposant. We kunnen er geen genoeg van krijgen. Gelukkig duurt het spuiten enige tijd zodat we volop de tijd hebben naar dit reusachtige schouwspel te kijken.

We hebben het geluk dat de zon nog steeds volop schijnt en de lucht staal blauw is dus we kunnen goed van de spuitende geiser genieten. Op de terugweg stoppen we bij de andere geisers die weliswaar niet zo hoog spuiten maar door hun grote rookwolken, hun verschillende kleuren van rood, blauw en groen water en hun gebubbel, gerommel en gesis ook zeer indrukwekkend zijn. De vele wandelingen, vaak nog deels over dikke lagen sneeuw, zijn erg indrukwekkend en het lijkt of we op een ander planeet lopen. De ene na de andere stop is nog indrukwekkender en ik weet niet hoe ik deze belevenis moet omschrijven. Duidelijk is wel dat de aarde hier aan het koken is en via de verschillende gaten probeert de zo ontstane stoom weg te komen onder het maken van allerlei geluiden. Daarbij zijn sommige gaten zo groot dat er kokend water naar boven komt en omdat het buiten nog ijzig koud is, en de temperatuur  zeker niet boven de drie graden komt, zien we overal in het landschap grote stoomwolken om hoog komen. Erg indrukwekkend en na een lange dag met veel wandelingen komen we voldaan aan bij de campground.
We kunnen nog lekker twee uur in het zonnetje zitten buiten en stoken daar uiteraard weer een lekker vuurtje bij. Ja het was een bijzondere dag in een prachtig park.

De volgende morgen is het wat minder stralend maar het is droog en de zon schijnt. Er is zelfs zo nu en dan wat blauwe lucht te zien. De temperatuur blijft tegen de drie graden aan hangen en voelt soms nog kouder aan door de ijzige wind.
We beginnen de dag met een prachtige wandeling bij het hoge plateau van de Mammoth Hot Springs, enkele miles van de campground vandaan. Opnieuw lopen we verbijsterd door dit onaardse landschap. Wat is het onwerkelijk. Kokend water komt uit  gaten in de aarde, allerlei kleuren water door de bacterie aangroei en takjes van bomen die door het calciet wat zich erop vast zet, op koraal lijken. Daarbij zweven de roofvogels boven ons. Neen, deze natuur is met geen pen te beschrijven.

We zetten na zo’n 2 uur wandelen onze tocht voort naar de Old Faithfull. Deze willen we opnieuw bekijken. Op de weg ernaartoe komen we uiteraard weer kuddes Bizons tegen, lopend over de middenstreep en op een gegeven moment zien we zelfs een aantal Bizons met twee kleintjes erbij, kennelijk nog niet erg oud want ze staan met x-benen stokstijf op de weg. Tot drie maal toe duwen de oudere Bizons de kalfjes in de gewenst richting en uiteindelijk staan ze naast de weg zodat we door kunnen rijden. We genieten echt van dit schouwspoel alhoewel Dick wel gek wordt van alle foto’s die ik ervan neem. Na twee dagen zijn dat er meer dan 400 van alleen Bizons.

Enkele miles verder staat Dick plotseling op de rem. Voor de camper steekt een heuse wolf over. Hij kijkt ons even aan en verdwijnt dan lopend langs de zijkant van de auto. Wolven zijn hier in 1995 opnieuw aanwezig maar we hadden niet verwacht er een zo dichtbij de camper te zien. Wat was dit een prachtig gezicht. Nu maar hopen dat de foto gelukt is. Voor alle zekerheid koop ik in ieder geval een kaart ervan.

De Old Faithfull, waar we even later aankomen is opnieuw indrukwekkend. Weer heel anders dan gisteren. Hij spuit weer zo’n 30-35 meter omhoog maar het voor- en naspel duurt langer dan gisteren. Uiteindelijk is de heetwaterstraal uitgeblust en vertrekken we naar de westelijke in/uitgang van het park. We maken nog enkele stops bij kleinere geisers en blijven genieten van het kokende water, het gesis en geborrel en soms zelfs het loeien van het kokend hete water wat via hoge druk ontsnapt. We genieten nog een laatste maal van de hete stoomwolken om ons heen waardoor we het even wat minder koud hebben, de enorme verscheidenheid aan kleuren, de laatste op de weg lopende Bizons en de kuddes Elks en dan verlaten we Yellowstone. Zelden hebben we zo’n prachtig nationaal park gezien. Het is geen wonder dat hier alleen al in de maanden juli en augustus 3 miljoen bezoekers komen. We zoeken een campground in het plaatsje West Yellowstone en vinden er uiteindelijk een die open is. De sneeuwbergen langs de kant van de weg zijn de tekenen dat het het hier nog volop winter is en het seizoen nog lang niet begonnen is. We zitten dan ook op 2000 meter hoogte.

Dit bericht is geplaatst in USA en CANADA 2011-2012. Bookmark de permalink.

4 Responses to Van de prairies naar Yellowstone National Park